sensor Lancia Thesis 2004 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2004Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 242 of 382

238
Dynamische automatische rege-
laar voor de koplampafstellingVanwege de sterke lichtopbrengst
wordt de afstelling van de bi-xenon
koplampen door een dynamisch
controlesysteem geregeld.
Dit systeem wordt bediend door
een elektronische regeleenheid die
de actuatoren bedient die op iedere
koplamp gemonteerd zijn. Het com-
mando voor de actuatoren is afhan-
kelijk van de verwerking van de sig-
nalen die afkomstig zijn van twee
rijhoogtesensoren.
De voordelen van dit dynamische
systeem voor automatische koplamp-
afstelling zijn:
– verhindert het verblinden van
tegenliggers
– stabiliseert het verlichte gebied
voor een betere actieve veiligheid. Regeleenheid koplampafstelling
De regeleenheid berekent de stand
van de auto en vergelijkt die met de
signalen die afkomstig zijn van de
rijhoogtesensoren.
Een “correctie”-signaal wordt naar
de actuatoren gezonden om de licht-
bundel aan te passen aan de bere-
kende hoogte.
Om te voorkomen dat de lichtbun-
del van het dimlicht te veel heen en
weer schommelt op bepaalde wegge-
deeltes (klinkerbestrating, onverhar-
de wegen, enz.) of vanwege abrupte
bewegingen van de auto veroorzaakt
door de bestuurder (bruuske bedie-
ning van de koppeling, schakelen,
enz.), beperkt de regeleenheid het
aantal correcties dat op de lichtunit
moet worden uitgevoerd. STORINGSMELDINGEN
Als er een storing is in één of meer-
dere componenten van het systeem,
gaat het symbool 6op het multi-
functionele display branden en ver-
schijnt het bericht “DEFECT IN
KOPLAMPAFSTELLING”.
BELANGRIJK Wendt u bij een
storing tot de Lancia-dealer.
Bij een storing in één of meerdere
componenten of bij een verminde-
ring van voedingsspanning, werkt
het systeem op de volgende wijze:
– sensor voor defect: de afstelling
wordt berekend door de afgelezen
spanningswaarde van de defecte
sensor te vervangen door een vaste
opgeslagen waarde
– sensor achter defect: het systeem
schakelt over naar een veiligheids-
stand en houdt de koplampen in een
vaste stand, waarbij de lichtbundel
maximaal naar beneden schijnt.
Page 245 of 382

241
ABS
ALGEMENE INFORMATIEHet ABS (Antilock-Blocking Sys-
tem) voorkomt dat tijdens het rem-
men de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pe-
daaldruk, en verhindert daarmee het
doorslippen van één of meerdere wie-
len. Hierdoor blijft de auto bestuur-
baar en stabiel en wordt de remweg
aanzienlijk verkort.
Tijdens het remmen kan het name-
lijk voorkomen dat één van de wielen
blokkeert. Dit kan veroorzaakt wor-
den door een verschil in grip (door
water, ijzel, sneeuw, enz.) of door het
dynamische gedrag van de auto. In dit
geval wordt noch een goede decelera-
tie, noch het handhaven van de rij-
richting, noch de mogelijkheid tot stu-
ren, gegarandeerd. In dat geval grijpt
het ABS in door de hydraulische druk
alleen bij de remtang van het geblok-
keerde wiel weg te nemen en, zodra
het wiel weer begint te draaien, het
opnieuw af te remmen. Hierdoor
wordt een goede werking van het
remsysteem gegarandeerd en blijft de
auto goed bestuurbaar. ELEKTRONISCHE
REMDRUKVERDELING EBD
De auto is uitgerust met een elektro-
nische remdrukverdeling EBD (Elec-
tronic Brakeforce Distribution). Het
systeem zorgt door middel van de re-
geleenheid en de sensoren van het
ABS voor een optimale verdeling van
de remdruk tussen de voor- en ach-
terwielen. Hierdoor wordt voorkomen
dat, in de ernstigste gevallen, de auto
gaat slippen.
WERKING ABS
De centrale regeleenheid ontvangt en
verwerkt de informatie van het rem-
pedaal en van de 4 sensoren die bij de
wielen zijn geplaatst en geeft de elek-
tro-hydraulische unit de opdracht de
remdruk op de remcilinders te ver-
minderen, constant te houden of te
verhogen. Zo wordt het blokkeren van
de wielen voorkomen.
De belangrijkste componenten van
het ABS zijn:
- een elektronische regeleenheid die
de signalen van de sensoren verwerkt
en de best mogelijke regeling uitvoert
door de inspuitventielen te bedienen Een storing in het ABS
wordt bij draaiende motor
aangegeven door het gaan
branden van het waarschuwings-
lampje >op het multifunctionele
display met daarbij het bericht
“DEFECT IN ABS”: In dat geval
werkt het conventionele remsys-
teem op de normale manier, ter-
wijl geen gebruik wordt gemaakt
van het antiblokkeersysteem. On-
der deze omstandigheden kan ook
de werking van het EBD-systeem
verminderen. Rijd zeer voorzich-
tig naar de dichtstbijzijnde Lan-
cia-dealer om het systeem te laten
controleren.
- vier sensoren die de draaisnelheid
van elk wiel meten
- een pomp om de druk van de rem-
vloeistof te herstellen.
BELANGRIJK Tijdens het remmen
kunnen lichte trillingen in het rempe-
daal worden gevoeld. Dit betekent dat
het ABS in werking is getreden.
Page 264 of 382

260
TREKKEN VAN
AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een adequate
elektrische installatie. De montage
van de trekhaak moet door gespecia-
liseerd personeel worden uitgevoerd.
Ook moet documentatie worden
overhandigd m.b.t. het rijden met
een aanhanger.
Monteer speciale en/of extra ach-
teruitkijkspiegels, waarmee u vol-
doet aan de geldende verkeerswetge-
ving.
Let er op dat het maximum klim-
vermogen van de auto door het
gewicht van een aanhanger of cara-
van wordt beperkt. Ook de remweg
wordt langer en u hebt langer de tijd
nodig om in te halen. Schakel een lage versnelling in tij-
dens het afdalen om te voorkomen
dat u constant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat
op de trekhaak rust, moet worden
afgetrokken van het laadvermogen
van de auto. Om er zeker van te zijn
dat u het maximum toelaatbaar aan-
hangergewicht niet overschrijdt
(aangegeven op de typegoedkeu-
ring), moet u er rekening mee hou-
den dat het maximum betrekking
heeft op het totale gewicht van de
aanhangwagen of caravan, inclusief
accessoires en bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkin-
gen die voor auto’s met aanhanger
gelden. U mag in geen geval harder
rijden dan 100 km/h.
Voor de elektrische verbinding van
de trekhaak moet de contactsleutel
in stand STOPstaan of zijn uitge-
nomen.
Als de trekhaak is aangesloten en u
de mistachterlichten inschakelt,
worden alleen de mistachterlichten
van de aanhanger ingeschakeld. Het ABS werkt niet op
het remsysteem van de
aanhanger. Wees daarom
extra voorzichtig op gladde
wegen.
Voer in geen geval modi-
ficaties aan het remsys-
teem van de auto uit. Het
remsysteem van de aanhanger
moet geheel onafhankelijk van
het hydraulisch remsysteem van
de auto worden bediend.
De werking van de par-
keersensoren achter wordt
automatisch uitgescha-
keld als de stekker van de aan-
hanger wordt aangesloten op de
trekhaak in de auto. De sensoren
achter worden automatisch weer
ingeschakeld als u de stekker
losmaakt van de trekhaak.
Page 303 of 382

299
MIDI-FUSE en MEGA-FUSE
Zekeringenkast dashboard 1
Zekeringenkast dashboard 2
Zekeringenkast bagageruimte
Zekeringenkast motorruimte
Zekering
1
2
3
4
Ampère
70
50
60
150
Plaats
fig. 70
fig. 70
fig. 70
fig. 70
Buitenverlichting
Bediening buitenverlichting (afstelling schemersensor)
Richtingaanwijzers (pijlen)
Grootlicht rechts
Grootlicht links
Dimlicht rechts
Dimlicht links
Achteruitrijlichten
Derde remlicht
Waarschuwingsknipperlichten
Mistlampen
Zekering
23
16 8
10
24
25
21
14
16
14
Ampère
7.5 10
10
10
15
15
7.5 10
10
15
Plaats
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
Page 306 of 382

302
Systeem/component en gebruikers
Interface knooppunt automatische versnellingsbak
Interface knooppunt klimaatregeling
Interface knooppunt motormanagementsysteem
Interface knooppunt remsysteem
Koplampsproeiers
Achterruitverwarming
Startmotor automatische versnellingsbak
NEC
NIM
Knooppunt instelling passagiersstoel
Knooppunt stuurslot
Knooppunt Brake Assistant
Knooppunt remsysteem (voeding)
Knooppunt remsysteem (NFR 1)
Knooppunt remsysteem (NFR 2)
Kooppunt telematica-info
Knooppunt gierhoeksensor
Zekering
15
236
15
22
19
15
17
17
14
15
6
14
22
19
19
19 1
6
6
19
19
Ampère
10
7.5
10
7.5
7.5
7.5
20
30
30
10
7.5
10
10
10
10
7.5
7.5
40
40
10
10
7.5
Plaats
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 73
fig. 75
fig. 73
fig. 75
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 75
fig. 73
fig. 78
fig. 73
Page 307 of 382

303
Systeem/component en gebruikers
Knooppunt Keyless System
Knooppunt bestuurdersportier
Knooppunt bestuurdersportier (voeding)
Knooppunt passagiersportier
Knooppunt passagiersportier (voeding)
Knooppunt instrumentenpaneel
Knooppunt stuurhoeksensor
Knooppunt parkeersensoren
Knooppunt TV-tuner
Knooppunt bagageruimte
Knooppunt stuurwiel
Bedieningspaneel middenconsole
Brandstofpomp
Portieren (actuatoren elektrisch bediend slot)
Voorgloeibougies
Diagnosestekker EOBD
Stekkerdoos in bagageruimteZekering
22
118
11
23
10
14
16
19
19
15
14
15
11
15
15
21
11 2
6
22 Ampère
10
20
20
20
7.5
20
10
10
10
7.5
7.5
10
7.5
20
7.5
7.5 15
20
60
10
20 Plaats
fig. 78
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 78
fig. 73
fig. 73
fig. 75
fig. 78
fig. 75
fig. 73
fig. 73
Page 345 of 382

341
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de
frequentie afhankelijk is van het ge-
bruik van de auto en van de omge-
ving. Het is raadzaam de auto vaker
te wassen bij sterke luchtverontreini-
ging of bij het rijden over wegen met
strooizout. De juiste wasmethode:
1)
Verwijder de antenne van het dak
om te voorkomen dat deze beschadigt
in een wastunnel.
2) Spoel de auto eerst met een wa-
terstraal onder lage druk af.
3) Was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale zeep;
spoel daarbij de spons regelmatig uit.
4) Spoel de auto af met schoon wa-
ter en droog de auto met warme lucht
of een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de
randen van de portieren, het koffer-
deksel en de koplampranden moeten
niet vergeten worden, omdat daar wa-
ter kan blijven staan.
Het verdient aanbeveling de auto na
het wassen niet onmiddellijk binnen
te zetten, maar de auto nog even bui-
ten te laten staan, zodat waterresten
buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is, omdat dan de
glans van de lak kan afnemen.
Controleer voordat u de
voorruit reinigt (bijv. bij
een tankstation) of de re-
gensensor is uitgeschakeld en of de
contactsleutel in stand STOP is ge-
draaid. De regensensor moet ook
worden uitgeschakeld als u de
auto met de hand wast of als de
auto automatisch wordt gereinigd.
Voordat u de auto achter-
laat in de tunnel van de
autowasserette, moet de
automatische handrem worden
uitgeschakeld op de manier die
beschreven staat in de betreffende
paragraaf. Laat de CID (indien
aanwezig) van het herkennings-
systeem (Keyless System) in het in-
terieur om te voorkomen dat het
stuurslot vergrendelt.
Page 351 of 382

347
Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct wor\
den uitgevoerd en waarbij geen
rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem,\
kunnen storingen in de wer-
king en zelfs brand veroorzaken.
INSPUITING - ONTSTEKING
Inspuiting
Ontsteking
Ontstekingsvolgorde
Inspuitvolgorde
Bougies
2.4
Elektronische
sequentiële inspui- ting
Multipoint
BOSCH ME3.1
Geïntegreerde, verdelerloze,
elektronische
ontsteking met één bobine
per cilinder
1-2-4-5-3 -
CHAMPION RC8BYC
NGK BKR6EZ 2.4 AUT.
Elektronische
sequentiële inspui- ting
Multipoint
BOSCH ME3.1
Geïntegreerde, verdelerloze,
elektronische
ontsteking met één bobine
per cilinder
1-2-4-5-3 -
CHAMPION RC8BYC
NGK BKR6EZ
2.0 TB
Elektronische sequentiëleinspuiting
Multipoint
BOSCH ME7
, elektronisch gere- gelde drukvulling
met turbocompressor met variabele geo- metrie
en intercooler
Geïntegreerde, verdelerloze,
elektronische
ontsteking met één bobine
per cilinder
1-2-4-5-3 -
BOSCH FR6KTC 2.4 JTD
Directe
dieselinspuiting
BOSCH COMMON RAIL UNIJET,
elektronisch geregel- de drukvulling met turbocompressor met variabele geometrie
en intercooler
-
-
1-2-4-5-3 - 3.0 V6 AUT.
Elektronische sequentiële inspuiting
Multipoint
BOSCH ME3.1
Inductieve ontste-
king met één bobine per cilinder
en pingelsensor
1-4-2-5-3-6 -
NGK PFR6B
Page 367 of 382

363
ALFABETISCH REGISTER
Aansteker ...............................211
ABS ..........................................241
- elekt ronische remdrukv erdeling EBD ......................................241
Accu
- acculading controleren ..........331
- geladen accu loskoppelen ......305
- lege accu loskoppelen ............306
- onderhoud .............................330
- opladen ..........................307-332
- reg eleenheden port ierv erg rende- ling , klimaat reg eling en E SP-
systeem initialiseren ..............306
- starten met een hulpaccu268-307
- tips ........................................333
- vervangen..............................332
A cht erruit v erwarming ..............173
A cht eruit rijlicht en
- gloeilamp vervangen..............289
A ct ueel brandst of v erbruik ........109Adaptieve cruise-control ...........197
- algemeen ...............................197
- bediening...............................198
- storingsmelding .....................202
Afmetingen...............................355
A f st andsbediening ( C
ONNECT) .19
Airbags voor en zij-airbags .........87
- “ Smart Bag ” -sy st eem ( Meert raps airbag) ....................................87
- airbag v oor aan passag ierszijde handmat ig uit schakelen ...........90
- airbag voor passagierszijde ......89
- alg emene richt lijnen ................95
- indeling ssensor passag ier v oor . 9 1
- zij-airbag s ( sidebags - headbags) ..............92
- zij-airbag s acht er handmat ig uit - schakelen.................................94
Airconditioning, automatisch....146
- algemeen ...............................146
- bediening sknoppen ................152- bedieningspaneel achter ........150
- bedieningspaneel voor ..........148
- g ebruik v an de
klimaat reg eling ......................151
- onderhoud .............................339
Armsteun achter .........................67
Armsteun voor............................65
A sbak
- achter ....................................211
- voor.......................................211
ASR..........................................189
Auto langere tijd stallen............265
- weer in g ebruik nemen ..........265
Autoclose....................................51
A ut omat ische handrem ( E PB) . . 1 7 5
- uit schakelen in noodg ev allen 1 7 8
Autoradio ( systeem) .................243
- Bose hifi-audiosysteem .........244
- luidsprekers ...........................243
Page 369 of 382

365
- af st andsbediening....................19
- bediening sknoppen op het C O N - NECT ......................................15
- bediening sknoppen op het st uurwiel .................................18
- t abel bediening sknoppen .........21
C ont role- en waarschuwingslampjes ..........115
C ruise-cont rol ( elekt ronische snelheidsreg eling ) .................194
Dashboard ...............................12
Dashboardkast je .......................212
Dead lock-sy st eem ( port ieren) ....57
Derde remlicht..........................290
Diefstalalarm..............................39
- afgaan alarm ...........................42
- alarm inschakelen ...................40
- alarm uitschakelen ..................41
- inst elbare of uit schakelbare functies....................................42
- kantelsensor ............................41
- melding van inbraakpoging .....42 - minist eriële g oedkeuring
.........43
- sy st eem buit en g ebruik st ellen . 4 2
- v olumet rische bev eilig ing ........41
Dieself ilt er
- condens aftappen ..................329
Dimlicht
- bediening.................................97
- gloeilamp vervangen..............280
Display ing eschakelde v ersnelling aut omat ische v ersnelling sbak 1 1 0
Display kilomet ert eller t ot aal en dagstand................................110
Documentenvakken ..................217
Dop v an de brandst of t ank .......234
Drankenv ak met klimaatregeling......................213
Drieweg kat aly sat or ( kat aly sat or) . . 4
E.G.R. ( uitlaatgas -
recirculatiesysteem ) ..................5
Easy Entry/Exit ( systeem) ..........43
E BD ( elekt ronische remdrukv erdeling ) ...............241E conomisch en
milieubewust rijden ...............258
Elektrisch zonnescherm ............216
Elektrische ruitbediening ............73
- anti-letselfunctie .....................73
- bediening sknoppen ..................74
- centraal openen/ sluiten ..........75
- handmat ig e/ aut omat ische bediening.................................75
E lekt ronisch g ereg elde aut om. v ersnelling sbak
( COMFORTRONIC) ..............180
- automatische werking ...........182
- display ( stand) ......................110
- handmat ig e sequent iële werking .................................186
- keuze aut omat ische/ handmat ig e sequent iële werking ...............182
- motor starten.........................180
- rollend starten .......................188
- slepen van de auto.................189
- specificaties ...........................348
- stoppen..................................181
- storingsmelding .....................187