Lancia Thesis 2004 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2004Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 71 of 382

67
ARMSTEUN Voor gebruik moet de armsteun
worden neergeklapt zoals is afgebeeld.
Trek hiervoor aan de handgreep A
( fig. 50).
Til de armsteun op om deze weer in
de zitting te plaatsen.
In de armsteun bevindt zich een op-
bergvak dat, afhankelijk van het uit-
rustingsniveau, het volgende kan be-
vatten:
– de knoppen voor de verwarming,
de massage, de lendensteunverstelling
en de aanpassing van de zijzitplaat-
sen achter
– de knop voor het verplaatsen van
de passagiersstoel voor – de knop voor de elektrische bedie-
ning van het zonnescherm
– de stekkerdoos
– de afstandsbediening voor de hifi-
en TV-functies van het CONNECT.
BELANGRIJK Lees voor het ge-
bruik van de stekkerdoos de instruc-
ties in de paragraaf “Interieuruitrus-
ting” in dit hoofdstuk.
Het opbergvak is bereikbaar nadat
het deksel van de armsteun omhoog
is getrokken met behulp van de hand-
greep A(fig. 51). Klap het deksel neer
om het vak te sluiten. VERWARMING (fig. 52)
Draai voor inschakeling van de
verwarming van de zijzitplaatsen ach-
ter de bedieningsknop A(linker stoel)
of B(rechter stoel) in stand “ 1”, “ 2”
of “ 3”. De standen komen overeen
met verschillende verwarmingsni-
veaus. Draai voor uitschakeling van
de verwarming de bedieningsknop in
stand “ 0”.
fig. 50
L0A0076b
fig. 51
L0A0074b
fig. 52
L0A0102b
Page 72 of 382

68
COMFORT STOELEN De Comfort zijzitplaatsen achter zijn
uitgerust met bedieningsknoppen
waarmee onafhankelijk de verwar-
ming, de lendensteunverstelling, de
massage en de adaptieve functie kun-
nen worden geregeld; de bedienings-
knoppen bevinden zich in de arm-
steun.
In het opbergvak in de armsteun be-
vindt zich ook de knop voor het ver-
plaatsen van de passagiersstoel voor
en voor de elektrische bediening van
het zonnescherm.
De werking van de bedieningsknop-
pen is mogelijk als:
– de sleutel in stand MARstaat – ongeveer 1 minuut nadat de sleu-
tel is uitgenomen of in stand STOPis
gedraaid
– ongeveer 3 minuten bij uitgeno-
men contactsleutel of met de contact-
sleutel in stand STOPen geopend
portier.
Plaats van de bedieningsknoppen in
het opbergvak ( fig. 53):
A – Bedieningsknoppen voor len-
densteunverstelling, massage en adap-
tieve functie van de rechter zitplaats
B – Bedieningsknop voor verwar-
ming in de rechter zitplaats
C – Bedieningsknoppen voor len-
densteunverstelling, massage en adap-
tieve functie van de linker zitplaats D
– Bedieningsknop voor verwar-
ming van de linker zitplaats
E – Knop voor het verplaatsen van
de passagiersstoel voor
F – Knop voor de elektrische bedie-
ning van het zonnescherm.
BELANGRIJK Druk ongeveer 2 se-
conden op de knoppen om de gewen-
ste functie in te schakelen, zodat het
systeem zichzelf kan instellen.
Rechter zitplaats instellen
(fig. 54)
1 – Meer steun in de rug
2 – Minder steun in de rug
3 – Massage inschakelen
4 – Massage uitschakelen
5 – Adaptieve functie inschakelen
6 – Adaptieve functie uitschakelen
Door de lendensteun te verstellen
kan de steun in de rug veranderd
worden voor meer comfort. Druk op
1 voor meer steun en op 2voor min-
der steun.
De massage vermindert de ver-
moeidheid vooral bij lange ritten.
fig. 53
L0A0312b
fig. 54
L0A0311b
Page 73 of 382

69
Druk op knop 3om de massage in te
schakelen en op knop 4om de mas-
sage uit te schakelen.
Met de adaptieve functie wordt de
rugleuning van de zitplaats aangepast
aan het lichaam van de passagier,
waardoor de steun in de rug verbeterd
wordt. Druk op knop 5om de functie
in te schakelen en op knop 6om de
functie uit te schakelen.
Verwarming rechter zitplaats –
Bedieningsknop B (fig. 53)
Draai voor inschakeling van de zit-
plaatsverwarming de bedieningsknop
in stand “ 1”, “ 2” of “ 3”. De standen
komen overeen met verschillende
verwarmingsniveaus. Draai voor uit-
schakeling van de verwarming de be-
dieningsknop in stand “ 0”. Linker zitplaats instellen (fig. 54)
7
– Meer steun in de rug
8 – Minder steun in de rug
9 – Massage inschakelen
10 – Massage uitschakelen
11 – Adaptieve functie inschakelen
12 – Adaptieve functie uitschakelen
Door de lendensteun te verstellen
kan de steun in de rug veranderd
worden voor meer comfort. Druk op
knop 7voor meer steun en op knop 8
voor minder steun.
De massage vermindert de ver-
moeidheid vooral bij lange ritten.
Druk op knop 9om de massage in te
schakelen en op knop 10om de mas-
sage uit te schakelen.
Met de adaptieve functie wordt de
rugleuning van de zitplaats aangepast
aan het lichaam van de passagier,
waardoor de steun in de rug verbeterd
wordt. Druk op knop 11om de func- tie in te schakelen en op knop
12om
de functie uit te schakelen.
Verwarming linker zitplaats
Bedieningsknop D (fig. 53)
Draai voor inschakeling van de zit-
plaatsverwarming de bedieningsknop
in stand “ 1”, “ 2” of “ 3”. De standen
komen overeen met verschillende
verwarmingsniveaus. Draai voor uit-
schakeling van de verwarming de be-
dieningsknop in stand “ 0”.
Verplaatsen passagiersstoel voor
– Bedieningsknop E (fig. 53) Druk op de voorzijde van de knop om
de passagiersstoel voor naar voren te
verplaatsen voor meer beenruimte voor
de achterpassagier. Druk op de achter-
zijde van de knop om de stoel naar ach-
teren te verplaatsen.
Elektrische bediening van het
zonnescherm -
Bedieningsknop F (fig. 53)
Druk op de voorzijde van de knop
om het zonnescherm omhoog te plaat-
sen en op de achterzijde om het zon-
nescherm te laten zakken (zie de pa-
ragraaf “Elektrisch bedienbaar zon-
nescherm” in dit hoofdstuk).
Page 74 of 382

70
STUURWIELAls u de instelling van de bestuur-
dersstoel in het geheugen opslaat,
wordt ook de stand van de buiten-
spiegels en het stuurwiel in het geheu-
gen opgeslagen.
HANDBEDIENDE VERSTELLING
(fig. 56)
Op enkele uitvoeringen kan het
stuurwiel met de hand horizontaal en
verticaal versteld worden. Stuurwiel
verstellen:
1) Zet hendel Bin stand 1.
2 ) Stel het stuurwiel af (dichterbij of
verderaf en hoger of lager).
3) Zet de hendel Bterug in stand 2
om het stuur weer te vergrendelen.
Verstel het stuur alleen
als de auto stilstaat.
ELEKTRISCHE VERSTELLING
(fig. 55)
Het stuurwiel kan horizontaal en
verticaal versteld worden. Het stuur
kan alleen versteld worden als de con-
tactsleutel in stand MARstaat.
Zet de knop Ain één van de 4 rich-
tingen.SPIEGELS
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
Handbediende verstelling
(fig. 57)
De achteruitkijkspiegel kan in 2
standen worden geplaatst. Zet hendel
A in stand:
1 ) normale stand
2 ) anti-verblindingsstand.
De spiegel is uitgerust met een veilig-
heidsvoorziening: de spiegel springt tij-
dens een botsing los.
fig. 55
L0A0104b
fig. 57
L0A0269b
fig. 56
L0A0331b
Page 75 of 382

71
Automatische regeling
(fig. 58)De kleur van de spiegel wordt auto-
matisch aangepast aan de dag of de
nacht, ongeacht of de buitenverlich-
ting is in- of uitgeschakeld.
Als de achteruit wordt ingeschakeld,
wordt de kleur van de spiegel auto-
matisch in de heldere stand gezet. BUITENSPIEGELS
De asferische buitenspiegels kunnen
worden verwarmd en zijn elektrisch
verstelbaar. De verstelling is alleen
mogelijk als de contactsleutel in stand
MAR staat.
Draai voor het verstellen van de
spiegel de schakelaar A(fig. 59) in
stand 1(linker spiegel) of in stand 2
(rechter spiegel). De gekozen spiegel kan met schake-
laar A(fig. 59) in 4 richtingen wor-
den versteld ( fig. 60). Draai na het in-
stellen schakelaar Ain stand 0om on-
verwachtse verplaatsingen te voorko-
men.
Als de breedte van de buitenspiegels
problemen oplevert, kunnen de spie-
gels automatisch worden ingeklapt
door schakelaar A(fig. 59) in stand 3
te draaien. Om de spiegels weer in de
normale stand te zetten, moet schake-
laar Ain stand 0worden gedraaid.
fig. 58
L0A0247b
fig. 59
L0A0085b
fig. 60
L0A0242b
Page 76 of 382

72
De verwarming van de spiegels
schakelt automatisch in als u de ach-
terruitverwarming inschakelt.
BELANGRIJK De spiegels zijn asfe-
risch om problemen bij het schatten
van afstanden in het spiegelbeeld te
voorkomen. Als de breedte van de
buitenspiegel problemen
oplevert in een nauwe
doorgang of in een automatische
wastunnel, dan kunt u de spiegel
van stand 1 in stand 2 klappen (fig.
61). Automatische synchronisatie
van de buitenspiegels
Als u de instelling van de bestuur-
dersstoel in het geheugen opslaat,
wordt ook de stand van de buiten-
spiegels en het stuurwiel in het geheu-
gen opgeslagen.
Iedere keer als u de contactsleutel in
stand MARdraait, worden de buiten-
spiegels automatisch in de laatst in-
gestelde en/of opgeroepen stand gezet
voordat de contactsleutel werd uitge-
nomen.
Hierdoor worden de spiegels weer in
de oorspronkelijke stand gezet als tij-
dens het parkeren met de hand en/of
per ongeluk één van de buitenspiegels
is versteld. “Parkeer”-stand van de
buitenspiegel aan
passagierszijde
Samen met de instellingen van de
bestuurdersstoel kan ook de
“parkeer”-stand van de buitenspiegel
aan passagierszijde worden opgesla-
gen. De spiegel wordt automatisch in
deze stand gezet als u de achteruit in-
schakelt. Zie voor het opslaan/oproe-
pen van de “parkeer”-stand van de
spiegel, de paragraaf “Zitplaatsen
voor” in dit hoofdstuk.
fig. 61
L0A0086b
Page 77 of 382

73
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen van de ruit altijd of de
passagiers niet verwond kunnen
worden door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de
ruit, hetzij door voorwerpen die
door de ruit worden meegesleept
of geraakt. Verwijder altijd de
sleutel uit het contactslot als u de
auto verlaat, om te voorkomen dat
een onverwachtste inschakeling
van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achterge-
bleven passagiers.
BEDIENINGSORGANEN
De elektrische ruitbediening werkt
als de contactsleutel in stand MAR
staat.
BELANGRIJK Als de contactsleutel
in stand STOPstaat of is uitgenomen,
dan kunnen de ruiten nog ongeveer 2
minuten worden bediend. Als een por-
tier wordt geopend, dan wordt het
systeem echter onmiddellijk uitge-
schakeld.
BELANGRIJK
Als de anti-letsel-
functie binnen 1 minuut vijf keer
wordt ingeschakeld, dan voert het
systeem automatisch de “recovery”
uit (zelfbescherming). De ruit gaat
telkens een klein stukje omhoog tot-
dat de ruit geheel gesloten is.
Ga voor het herstellen van de juiste
werking van het systeem als volgt te
werk: druk op de bedieningsschake-
laar voor het openen van de ruit of
draai de contactsleutel in stand STOP
en vervolgens in stand MAR.
De ruit werkt weer normaal als er
geen storingen in het systeem aanwe-
zig zijn; als er wel een storing wordt
gevonden, wendt u dan tot de Lan-
cia-dealer.
Als er een storing wordt gevonden,
verschijnt op het display het symbool
ª !met daarbij het bericht dat er een
storing is in de anti-letselfunctie van
de ruit (zie “Anti-letselfunctie van de
ruiten” in de paragraaf “Controle- en
waarschuwingslampjes”).ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
ANTI-LETSELFUNCTIE
De ruitbediening is voorzien van een
veiligheidssysteem. De elektronische
regeleenheid van dit systeem kan met
behulp van sensoren in de ruitrubbers
een eventueel obstakel waarnemen als
de ruit sluit. In dat geval onderbreekt
het systeem de ruitbeweging en wordt
de ruit onmiddellijk geopend.
Het systeem voldoet aan de
2000/4/EU-normen die binnenkort
van kracht worden en die voor de vei-
ligheid van de inzittenden bedoeld
zijn. Als van buitenaf geprobeerd
wordt de auto binnen te dringen, kan
de anti-letselfunctie niet worden geac-
tiveerd.
Page 78 of 382

74
BEDIENINGSKNOPPENDe elektrische ruitbediening werkt
als de contactsleutel in stand MAR
staat.
BELANGRIJK Als de contactsleutel
in stand STOPstaat of is uitgenomen,
dan kunnen de ruiten nog ongeveer 2
minuten worden bediend. Als een por-
tier wordt geopend, dan wordt het
systeem echter onmiddellijk uitge-
schakeld.
Bestuurderszijde
Op het sierpaneel van het bestuur-
dersportier zijn vijf bedienings-
schakelaars ( fig. 62) gemonteerd,
waarmee u alle zijruiten in de auto
bedient. Zijruiten voor
Druk op knop Aof Bom de gewens-
te ruit te openen/sluiten. Druk kort op
de knop voor het “stapsgewijs” ope-
nen/sluiten van de ruit; als de knop
langer wordt ingedrukt, wordt de
“automatisch continue” werking in-
geschakeld zowel tijdens het openen
als het sluiten. De ruit stopt in de
gewenste stand als opnieuw op de
knop wordt gedrukt.
A – Openen/sluiten zijruit linksvoor;
“automatisch continue” werking tij-
dens het openen/sluiten van de ruit.
B – Openen/sluiten zijruit rechts-
voor; “automatisch continue” werking
tijdens het openen/sluiten van de ruit.
Zijruiten achter
Druk op knop Cof Dom de gewens-
te ruit (links of rechts) te openen/slui-
ten. Druk kort op de knop voor het
“stapsgewijs” openen/sluiten van de
ruit; als de knop langer wordt inge-
drukt, wordt de “automatisch conti-
nue” werking ingeschakeld zowel tij-
dens het openen als het sluiten. De ruit
stopt in de gewenste stand als opnieuw
op de knop wordt gedrukt. C
– Openen/sluiten zijruit linksach-
ter; “automatisch continue” werking
tijdens het openen/sluiten van de ruit.
D – Openen/sluiten zijruit rechts-
achter; “automatisch continue”
werking tijdens het openen/sluiten
van de ruit.
E – Uitschakeling bedienings-
schakelaars op de achterportieren; de
bedieningsknoppen werken niet als
het lampje op de knop brandt.
Passagierszijde
Op het sierpaneel van het passagiers-
portier is een bedieningsschakelaar A
( fig. 63) gemonteerd, waarmee de ruit
aan passagierszijde kan worden geo-
pend/gesloten.
fig. 62
L0A0050b
fig. 63
L0A0065b
Page 79 of 382

75
Druk kort op de knop voor het “staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als
de knop langer wordt ingedrukt, wordt
de “automatisch continue” werking in-
geschakeld zowel tijdens het openen als
het sluiten. De ruit stopt in de gewenste
stand als opnieuw op de knop wordt ge-
drukt.
Ruitbediening achter
Op het sierpaneel van ieder achterpor-
tier is een bedieningsschakelaar A (fig.
64) gemonteerd om aan die zijde de ruit
te bedienen.
Druk kort op de knop voor het “staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als de
knop langer wordt ingedrukt, wordt de
“automatisch continue” werking inge-
schakeld zowel tijdens het openen als het
sluiten. De ruit stopt in de gewenste stand
als opnieuw op de knop wordt gedrukt. HANDMATIGE/AUTOMATISCHE
BEDIENING
De zijruiten voor en achter kunnen
automatisch of met de hand worden
geopend/gesloten.
De manier waarop de ruit wordt
geopend/gesloten, is afhankelijk van
hoelang de schakelaar bediend wordt.
Als u de schakelaar omhoog trekt of
ingedrukt houdt, wordt de ruit res-
pectievelijk automatisch gesloten of
geopend: de beweging van de ruit
stopt als de ruit aan het einde van zijn
slag is (of als u nogmaals de schake-
laar bedient).
Als u de schakelaar even omhoog
trekt of kort indrukt, gaat de ruit een
klein stukje dicht of open. De bewe-
ging van de ruit stopt als u de schake-
laar loslaat.
SLUITEN/OPENEN VAN DE
RUITEN EN HET OPENDAK
De zijruiten en het opendak kunnen
centraal worden geopend/gesloten als:
– de contactsleutel is uitgenomen;
– alle portieren goed gesloten zijn. Om de zijruiten en het opendak cen-
traal te sluiten, moet knopje B (fig.
65) op de afstandsbediening langer
dan 2 seconden worden ingedrukt na
het sluiten van de portieren: de zij-
ruiten en het opendak worden geheel
gesloten. Als u het knopje loslaat stopt
het sluiten.
Om de zijruiten en het opendak cen-
traal te openen, moet knopje A (fig.
65) op de afstandsbediening langer
dan 2 seconden worden ingedrukt na
het openen van de portieren: de zij-
ruiten en het opendak worden geheel
geopend. Als u het knopje loslaat
stopt het openen.
Als de auto in de zon heeft gestaan,
kunt u deze functie inschakelen om
het interieur te ventileren, voordat u
in de auto stapt.
fig. 64
L0A0066b
fig. 65
L0A0174b
Page 80 of 382

76
Maak de gordel vast door de gesp A
( fig. 66) in de sluiting Bte drukken,
totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als de gordel tijdens het uittrekken
blokkeert, laat dan de veiligheidsgor-
del een stukje teruglopen en trek hem
vervolgens weer rustig uit. Druk op knop
Com de gordel los te
maken. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband draait.
Via de rolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager, waarbij
voldoende bewegingsruimte overblijft. Druk niet op knop C (fig.
66) tijdens het rijden.
fig. 66
L0A0088b
fig. 67
L0A003b
VEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg dan de gordel
om.
Als de veiligheidsgordel aan be-
stuurderszijde niet is omgelegd en de
contactsleutel in stand MARwordt
gedraaid, gaat op het instrumenten-
paneel het waarschuwingslampje
<
branden.