Lancia Thesis 2006 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2006, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2006Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 91 of 382

87
Montage kinderzitje voor groep 1Ga voor een correcte montage van
het kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de ontgrendelhendel
B (fig. 81) in ruststand (ingeklapt)
staat – plaats de bevestigingshaken
Cvan
het kinderzitje in de bevestigingsbeu-
gels A
– duw tegen het kinderzitje totdat
het hoorbaar vergrendelt
– controleer of het kinderzitje goed
vergrendeld is door met kracht te pro-
beren het kinderzitje te verwijderen:
de ingebouwde beveiligingsmechanis-
men verhinderen dat slechts een
enkele bevestigingshaak is vergren-
deld.
In deze opstelling wordt het kind
ook beschermd door de veiligheids-
gordels van de auto ( fig. 81) en door
de bovenste gordel.
Zie de handleiding van het kinder-
zitje voor het correct omleggen van de
veiligheidsgordels van de auto.AIRBAGS VOOR EN
ZIJ-AIRBAGS
De auto is uitgerust met meertraps-
airbags voor aan bestuurderszijde
( fig. 82) en aan passagierszijde B(fig.
83), zij-airbags voor (side-bags) C
( fig. 84), headbags D(fig. 85) en zij-
airbags achter (side-bags) E(fig. 86).
“SMARTBAGS”
(MEERTRAPS-AIRBAGS VOOR)
Beschrijving en werking De airbag voor (bestuurder en pas-
sagier) is een veiligheidsvoorziening
die onmiddellijk in werking treedt bij
een frontale botsing of een frontaan-
rijding onder een hoek.
fig. 82
L0A0067b
fig. 81
L0A0255b
Page 92 of 382

88
De airbag bestaat uit een opblaas-
baar luchtkussen dat in een daarvoor
bestemde ruimte is geplaatst:
– in het midden van het stuurwiel
aan bestuurderszijde A (fig. 82);
– een luchtkussen met een groter vo-
lume op het dashboard aan passa-
gierszijde B(fig. 83). De airbag voor (bestuurder en pas-
sagier) is een veiligheidsvoorziening
die onmiddellijk in werking treedt bij
een middelzware frontale botsing of
een frontaanrijding onder een hoek.
Het luchtkussen vult het grootste deel
van de ruimte tussen de inzittende en
het stuur of het dashboard.
Bij een frontale botsing verwerkt de
centrale regeleenheid de informatie
van de verschillende vertragingssen-
soren, van de veiligheidsgordelsensor
en van de sensor voor aanwezigheid
van een passagier, en zorgt ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen opblaast
met een kracht en een snelheid die
afhangt van de ontvangen informatie. Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam van de inzit-
tenden voor wordt opgevangen en de
kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De airbag voor (bestuurder en pas-
sagier) is geen vervanging voor de vei-
ligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels.
Bovendien is het dragen van veilig-
heidsgordels wettelijk verplicht in Eu-
ropa (en in de meeste landen daar-
buiten). Bij een ongeval kan een in-
zittende die geen veiligheidsgordel
heeft omgelegd in contact komen met
een airbag die nog niet volledig opge-
blazen is, waardoor de inzittende
minder beschermd wordt.
fig. 83
L0A0068b
fig. 85
L0A0070b
fig. 86
L0A0071b
fig. 84
L0A0069b
Page 93 of 382

89
Bij frontale botsingen en frontaan-
rijdingen onder een hoek worden de
inzittenden beschermd door de air-
bags voor. Als de airbags niet worden
geactiveerd bij andere soorten botsin-
gen (zijdelingse aanrijdingen, botsin-
gen van achter, over de kop slaan,
enz), betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert.
Bij botsingen tegen snel vervormbare
objecten (verkeerspalen, sneeuw- of
ijs-ophopingen, enz), bij aanrijdingen
van achteren (zoals een aanrijding
door een andere auto) en bij zijde-
lingse aanrijdingen door andere auto’s
of tegen veiligheidsbarrières (bijvoor-
beeld tegen de onderkant van de auto
of de vangrail), wordt de airbag niet
geactiveerd omdat geen enkele aan-
vullende bescherming wordt geboden
op de veiligheidsgordels.
Als de airbag in deze gevallen niet
geactiveerd wordt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed functio-
neert. AIRBAG VOOR AAN
PASSAGIERSZIJDE
De airbag voor aan passagierszijde
is ontwikkeld om de bescherming te
verbeteren van een inzittende voor
met omgelegde veiligheidsgordel.
Als de airbag volledig opgeblazen
is, vult deze het grootste deel van de
ruimte tussen het dashboard en de
voorpassagier.ZEER GEVAAR-
LIJK
De auto is
uitgerust met een
airbag voor aan passagierszijde.
Monteer absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passagiers-
stoel voor als de airbag voor aan
passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in
werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben. Als het kinderzitje
alleen op de passagiersstoel voor
kan worden geplaatst, moet in ie-
der geval de airbag aan passagiers-
zijde worden uitgeschakeld. Bo-
vendien moet de stoel zo ver mo-
gelijk naar achteren zijn gescho-
ven om te voorkomen dat het kin-
derzitje eventueel in aanraking
komt het dashboard. Ook als het
niet wettelijk verplicht is, raden
wij u aan, voor een optimale be-
scherming van de volwassenen, de
airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer worden vervoerd.
AIR!AG
Page 94 of 382

90
AIRBAG VOOR AAN
PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG UITSCHAKELENAls het absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel voor te ver-
voeren, kan de airbag voor aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld.
De airbag voor aan passagierszijde
kan worden in-/uitgeschakeld als de
contactsleutel in stand STOPis uit-
genomen. Steek de contactsleutel in
de daarvoor bestemde sleutelschake-
laar A(fig. 87) rechts van het dash-
board.
De schakelaar is alleen bereikbaar
bij geopend portier. Bedien de schakelaar al-
leen als de motor uit staat
en de contactsleutel is uit-
genomen.
De sleutelschakelaar heeft twee stan-
den:
1) Airbag voor aan passagierszijde
ingeschakeld (stand ON
P): lampje
F op het instrumentenpaneel is ge-
doofd; het is absoluut verboden kin-
deren op de passagiersstoel voor te
vervoeren.
2) Airbag voor passagierszijde uit-
geschakeld: (stand OFFF): lampje
F op het instrumentenpaneel
brandt: het is mogelijk kinderen op de
passagiersstoel voor te vervoeren,
waarbij ze beschermd moeten worden
door passende universele systemen. Het waarschuwingslampje
Fop
het instrumentenpaneel blijft continu
branden totdat de airbag aan passa-
gierszijde opnieuw wordt inge-
schakeld.
De uitschakeling van de airbag voor
aan passagierszijde heeft geen invloed
op de werking van de zij-airbag.
De sleutel kan bij geopend portier in
beide standen in de schakelaar wor-
den gestoken of worden uitgenomen.
fig. 87
L0A0072b
Page 95 of 382

91
HERKENNINGSSENSOR
PASSAGIER VOORDe airbag voor aan passagierszijde
is u itgerust m et e en s ensor d ie
tussen de vulling en de buitenste
voering v an d e z itting v an d e
passagiersstoel is geplaatst. Via deze
sensor k an e en r egeleenheid d e
aanwezigheid van een persoon
signaleren. Als de passagiersstoel niet bezet is,
wordt de airbag niet geactiveerd.ZEER GEVAAR-
LIJK
De herken-
ningssensor voor
de passagier voor is niet ontwor-
pen voor de herkenning van kin-
derzitjes op de passagiersstoel,
waardoor de airbag aan passa-
gierszijde niet automatisch kan
worden uitgeschakeld. Als op de
passagiersstoel voor een kinder-
zitje wordt geplaatst, moet de air-
bag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld met behulp van de
daarvoor bestemde sleutelschake-
laar (zie de aanwijzingen in de vo-
rige paragraaf).
AIR!AG
Plaats geen zware
voorwerpen op de passa-
giersstoel voor. Bij een on-
geval wordt de airbag voor aan
passagierszijde namelijk geacti-
veerd als deze niet was uitge-
schakeld met behulp van de sleu-
telschakelaar.
De indelingssensor is niet
in staat om de aanwezig-
heid van een inzittende
waar te nemen als tussen de inzit-
tende en de sensor kussentjes,
hoezen, enz. zijn geplaatst.
BELANGRIJK De inzittende wordt
bij een botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste
positie op de stoel zit ( fig. 88).
fig. 88
L0A0256b
Page 96 of 382

Bij een zijdelingse aanrijding
verwerkt een elektronische regel-
eenheid de gegevens van een vertra-
gingssensor en zorgt ervoor, indien
nodig, dat de kussens opblazen.
De kussens blazen onmiddellijk op
en vullen de ruimte tussen het zijpa-
neel van de auto en het lichaam van
de inzittenden. Direct daarna lopen de
kussens weer leeg.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen
(waarbij de veiligheidsgordel de inzit-
tende op zijn plaats houdt), wordt de
airbag niet geactiveerd. Draag dus al-
tijd veiligheidsgordels. Bij een zijde-
lingse aanrijding worden de inzitten-
den op hun plaats gehouden en bij
zeer zware botsingen wordt voorko-
men dat ze naar voren schieten.
De zij-airbags voor en achter (indien
aanwezig) zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een aan-
vulling. Draag dus altijd veiligheids-
gordels. Bovendien is het dragen van
veiligheidsgordels wettelijk verplicht
in Europa (en in de meeste landen
daarbuiten).
92
ZIJ-AIRBAGS
(SIDE-BAGS - HEADBAGS)
De zij-airbags beschermen de inzit-
tenden vanaf een middelzware zijde-
lingse aanrijding.
Ze bestaan uit twee verschillende,
zich snel opblazende kussens:
– de side-bag is in de rugleuning van
de voorstoelen geplaatst C (fig. 84)en
in de stoelvulling aan de zijkant van
de achterzitplaatsen E (fig. 86); hier-
door neemt de airbag (kussen) altijd
de optimale positie in ten opzichte van
de inzittende, ongeacht de stand van
de stoel;
– de headbag is een “gordijn”-sys-
teem en bevindt zich in de hemelbe-
kleding aan de zijkant; de headbag is
afgedekt met een afwerklijst, waar-
door het kussen naar beneden wordt
opgeblazen. Deze uitvoering is
ontwikkeld om bescherming te bieden
aan het hoofd en zorgt ervoor dat de
inzittenden voor en achter tijdens een
zijdelingse botsing maximaal zijn be-
schermd, dankzij het grote effectieve
oppervlak.
Plaats geen scherpe
voorwerpen op de passa-
giersstoel voor om bescha-
diging van de herkenningssensor
te voorkomen. Wendt u bij be-
schadiging tot de Lancia-dealer.
Page 97 of 382

93
De werking van de zij-airbags voor
wordt niet uitgeschakeld als de airbag
voor aan passagierszijde en de zij-air-
bags achter worden uitgeschakeld.
BELANGRIJK De inzittende wordt
bij een botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste
positie in de stoel zit. Hierdoor kan de
headbag op de juiste wijze worden op-
geblazen. BELANGRIJK
De airbags voor
en/of zij-airbags voor en achter kun-
nen worden geactiveerd bij zware bot-
singen of als de auto aan de onder-
zijde wordt geraakt, bijvoorbeeld bij
zware botsingen tegen treden of stoep-
randen of obstakels op het wegdek of
als de auto terecht komt in grote ga-
ten of verzakkingen in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbag in
werking treedt, ontsnapt een beetje
rook. Deze rook is niet schadelijk en
duidt niet op brand; bovendien kan
het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder-
achtige stof: dit poeder kan de huid
en de ogen irriteren. Als u hiermee in
aanraking bent gekomen, moet u zich
met neutrale zeep en water wassen.
Steun niet met het hoofd,
de armen of de ellebogen
tegen het portier, de ruiten
of in het gebied van de headbag
om verwondingen tijdens het op-
blazen te voorkomen.Steek nooit het hoofd, de
armen of de ellebogen uit
het raam.
BELANGRIJK Als tijdens het rijden
het lampje ¬gaat branden en het be-
richt “DEFECT AIRBAGSYSTEEM”
op het display van het instrumenten-
paneel verschijnt (storingsmelding),
wendt u dan onmiddellijk tot Lancia-
dealer om de storing te laten verhel-
pen.
De airbag heeft een geldigheid van
10 jaar. Laat na het verstrijken van
deze termijn het systeem door de
Lancia-dealer vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval
waarbij een of meerdere airbags zijn
geactiveerd, dient u contact op te ne-
men met de Lancia-dealer om de
geactiveerde airbags te laten vervan-
gen en de werking van de elektrische
installatie te laten controleren.
Page 98 of 382

94
fig. 89
L0A0272b
Alle controlewerkzaamheden, repa-
raties en de vervanging van de airbag
moeten door een Lancia-dealerwor-
den uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levens-
duur van uw auto, moet u contact
opnemen met een Lancia-dealerom
het systeem buiten werking te laten
stellen.
Bij verkoop van de auto moet de
nieuwe eigenaar op de hoogte gesteld
worden van het gebruik en de in-
structies, en moet hij/zij het instruc-
tieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking tre-
den van de gordelspanners, de airbags
voor en de zij-airbags voor en achter
wordt door de elektronische regel-
eenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onder-
delen niet in werking treedt, dan duidt
dat niet op een storing in het systeem. ZIJ-AIRBAGS ACHTER
HANDMATIG UITSCHAKELEN
De zij-airbags achter, voor bescher-
ming van de borstkas van volwassen
inzittenden, kunnen worden uitge-
schakeld.
De zij-airbags achter kunnen wor-
den uitgeschakeld door de contact-
sleutel in de sleutelschakelaar A(fig.
89) te steken. De sleutelschakelaar
bevindt zich rechts in de bagage-
ruimte. De schakelaar is alleen be-
reikbaar bij geopend kofferdeksel. De sleutelschakelaar heeft twee stan-
den:
1) Zij-airbag ingeschakeld (stand
ON Õ): lampje
Àop het instrumen-
tenpaneel is gedoofd; het is absoluut
verboden kinderen op de achterbank
te vervoeren.
2) Zij-airbag uitgeschakeld (stand
OFF
À): lampje Àop het instru-
mentenpaneel brandt; het is mogelijk
kinderen op de achterbank te vervoe-
ren, waarbij ze beschermd moeten
worden door passende universele sys-
temen.
BELANGRIJK De auto wordt stan-
daard geleverd met uitgeschakelde
zij-airbags achter (sleutelschakelaar
in stand OFF
Àen lampje Àop het
instrumentenpaneel brandt).
Bedien de schakelaar al-
leen als de motor uit staat
en de contactsleutel is uit-
genomen.
ZEER GEVAAR-
LIJK
Als er kleine
kinderen op de
zitplaatsen achter aanwezig zijn,
moeten de zij-airbags achter wor-
den uitgeschakeld met behulp van
de sleutelschakelaar in de bagage-
ruimte.
AIR!AG
Page 99 of 382

95
ALGEMENE OPMERKINGENPlaats geen stickers of
andere objecten op het
stuurwiel, op de plek van
de airbag aan passagierszijde of de
zijkant van de hemelbekleding.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje ¬branden. Na
enkele seconden moet het lampje
doven. Als het waarschuwings-
lampje niet gaat branden of tijdens
het rijden blijft branden, wendt u
dan onmiddellijk tot de Lancia-
dealer.
Bedek de rugleuning van
de zitplaatsen voor en ach-
ter niet met hoezen of kle-
den. Reis niet met voorwerpen
op schoot en houd vooral
geen pijp, potlood, enz in
de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan
dit ernstig letsel veroorzaken.
Rijd altijd met beide
handen op de stuurwiel-
rand, zodat bij het in
werking treden van de airbag, het
systeem niet wordt gehinderd door
obstakels die ernstig letsel kunnen
veroorzaken. Rijd niet met voor-
over gebogen lichaam, maar ga
goed rechtop zitten en steun tegen
de rugleuning.
Laat bij diefstal of een
poging tot diefstal, bij be-
schadiging of als de auto
bij een overstroming onder water
is geweest, het airbagsysteem door
de Lancia-dealer controleren.
Bedenk dat als de con-
tactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette
motor de airbags geactiveerd kun-
nen worden als de auto wordt aan-
gereden door een andere auto. Ook
bij een stilstaande auto mogen dus
absoluut geen kinderen op de
voorstoel of de achterbank zitten
als de betreffende airbags niet zijn
uitgeschakeld. Als bij een stil-
staande auto en met uitgenomen
contactsleutel de airbags bij een
ongeval niet in werking treden, be-
tekent dit echter niet dat het sys-
teem niet goed werkt.
Page 100 of 382

96
Haak geen harde voor-
werpen aan de kleding-
haakjes en aan de
steunhandgrepen. De airbag is geen vervan-
ging voor de veiligheids-
gordels, maar een aanvul-
ling. De inzittenden worden uit-
sluitend door de veiligheidsgordels
beschermd bij frontale botsingen
bij lage snelheid, bij zijdelingse
aanrijdingen en als de auto over
de kop slaat. De gordels moeten
dus altijd gedragen worden.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaan de
lampjes Fen
À(met de
schakelaars voor uitschakeling
van airbag voor aan passagiers-
zijde en de zij-airbags achter in
stand ON) enkele seconden knip-
peren, om aan te geven dat de air-
bag voor aan passagierszijde en de
zij-airbags achter bij een botsing
worden geactiveerd. Hierna moe-
ten de lampjes doven. De airbag voor treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een bot-
sing waarbij alleen de gordelspan-
ners worden geactiveerd. Bij aan-
rijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden
alleen de gordelspanners in
werking.
De stoelen mogen niet
met water worden afgeno-
men of met stoom worden
gereinigd (met de hand of in een
automatisch wasapparaat).