ESP Lancia Ypsilon 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2012Pages: 307, PDF Size: 13.23 MB
Page 5 of 307

Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten waarderen.
Wij raden aan het meteen door te lezen voordat u voor de eerste keer gaat rijden.
Het bevat belangrijke informatie, tips en aanwijzingen voor het gebruik van de auto die u zullen helpen de
technische eigenschappen van uw LANCIA volledig te benutten. Dit boekje geeft tevens een beschrijving van de
speciale kenmerken, essentiële informatie over het correcte onderhoud van uw LANCIA, alsmede tips voor veilig
rijden.
Lees aandachtig de waarschuwingen en aanwijzingen voorafgegaan door de volgende symbolen:
veiligheid van de inzittenden;conditie van de auto;milieubescherming.
Het bijgevoegde garantieboekje geeft een opsomming van de diensten die LANCIA aan haar klanten biedt:
❒het garantiecertificaat met termen en voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden;
❒een serie aanvullende diensten die voor LANCIA klanten beschikbaar zijn.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en
de service van de mensen bij LANCIA zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst .. en goede reis!Dit instructieboekje beschrijft alle versies van de LANCIA Ypsilon. Derhalve dient
uitsluitend de informatie in beschouwing te worden genomen die betrekking heeft
op het uitrustingsniveau, de motor en de versie die u gekocht hebt. De gegevens in
deze publicatie zijn slechts indicatief. Fiat Group Automobiles kan op elk moment
de in deze publicatie beschreven specificaties van het automodel om technische of
commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
Page 12 of 307

"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display
getoond fig. 6 :ATijdBDatum of weergave dagteller in kilometers (of
mijlen)CGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/
markten)D
Aanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde
versies/markten)
EKilometerteller (weergave totaalstand aantal
gereden kilometers/mijlen)FStand hoogteregeling koplampen (alleen bij
ingeschakeld dimlicht)G
Buitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
H
Aanwijzingen autotoestand (bijv. open
portieren, eventuele ijsvorming op de weg, etc.)
Bij sommige versies toont de display de
turbinedruk.
GEAR SHIFT INDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert de
bestuurder een andere versnelling in te schakelen
via een speciale melding op het
instrumentenpaneelfig. 7. Via de GSI wordt de
bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op
de display wordt getoond, geeft de GSI het advies
om een hogere versnelling in te schakelen, terwijl
wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd
een lagere versnelling in te schakelen.
fig. 6
L0F1007
fig. 7
L0F1010
10
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 20 of 307

❒wanneer het submenu “Temperatuur” wordt
gekozen, druk kortstondig op de knop
om
"°C" of "°F" op de display weer te geven, in
functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op
of
om te selecteren;
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd,
druk kortstondig op de knop
om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het hoofdmenu
zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de knop
om terug
te keren naar het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in de
volgende talen worden weergegeven: Italiano,
English, Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Polski. Türkçe en Brasilian.
Ga als volgt te werk om de gewenste taal in te
stellen:
❒druk kortstondig op de knop
: op de display
begint de vorige taalinstelling te knipperen;
❒druk op
of
om te selecteren;
❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.Geluidssterkte waarschuwingen
(Volumeregeling geluidssignaal storing/
waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de zoemer,
die klinkt als een storing/waarschuwing op de
display wordt weergegeven, worden ingesteld op 8
niveaus.
Ga als volgt te werk om het gewenste volume in te
stellen:
❒druk kortstondig op de knop
, op de display
gaat de vorige volume-instelling knipperen;
❒druk op
of
om te selecteren;
❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Geluidsterkte toetsen (Volumeregeling toetsen)
Met deze functie kan het volume van het
geluidssignaal worden ingesteld (op 8 niveaus) dat
klinkt wanneer de toets
wordt ingedrukt om
een submenu te verlaten en om terug te keren
naar het standaardmenu
Ga als volgt te werk om het gewenste in te stellen:
❒druk kortstondig op de knop
, op de display
gaat de vorige volume-instelling knipperen;
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒druk op
of
om te selecteren;
❒druk op de knop
of
het volume te
regelen; tijdens het instellen klinkt een
geluidssignaal gelijk aan het geselecteerde
volume;
Page 86 of 307

IMPERIAAL/SKIDRAGERDe bevestigingspunten A fig. 68zijn aangegeven in
de figuur en zijn alleen bereikbaar met geopende
portieren. In het Lancia Lineaccessori assortiment
is speciaal voor deze auto een imperaal/skidrager
opgenomen.
BELANGRIJK
Controleer na een korte rit of de
schroeven van de bevestigingspunten
nog goed zijn vastgedraaid.
BELANGRIJK
Overschrijd nooit het maximum
toegestane draagvermogen (zie
hoofdstuk "Technische gegevens").
BELANGRIJK
Verdeel de lading gelijkmatig en houd
bij het rijden rekening met een
verhoogde zijwindgevoeligheid.De wettelijke voorschriften betreffende
de maximale afmetingen moeten altijd
worden gerespecteerd.
fig. 68
L0F0098
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 92 of 307

BELANGRIJK
Voor een goede werking van de ESC-
en ASR-systemen is het van groot
belang de banden van alle wielen van
hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze
in perfecte conditie zijn.
BELANGRIJK
Het ESP blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparend
reservewiel wordt gereden. Houd steeds
rekening met het feit dat het
ruimtebesparend reservewiel kleiner is dan
een normale band waardoor de grip lager is.
BELANGRIJK
Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is de
auto voorzien van de systemen ESC en ASR.
Pas het rijgedrag steeds aan in functie van
de conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is altijd
verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid.BRAKE ASSIST
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden,
herkent eventuele noodstops (in functie van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt).
Hierdoor kan het remsysteem sneller en
krachtiger ingrijpen. Het Brake Assist systeem
wordt uitgeschakeld in geval van storing in het
ESC systeem.
MSR
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS systeem
dat het motorkoppel regelt bij bruusk
terugschakelen, om overmatige vertraging van de
tractiewielen te voorkomen. Dit is vooral van
nut op wegdekken met gebrekkige grip, waardoor
de auto niet meer stabiel blijft.
90
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 95 of 307

Wanneer een versnelling is ingeschakeld, kan de
motor alleen automatisch worden gestart door het
koppelingspedaal helemaal in te trappen. De
start wordt aan de bestuurder gemeld met een
bericht en, voor bepaalde versies/markten, gaat
het symbool
op de display knipperen.
Opmerkingen
Als de bestuurder het koppelingspedaal niet
intrapt, kan de motor, 3 minuten na het afzetten,
alleen m.b.v. de contactsleutel worden gestart.
Als de motor onbedoeld is afgeslagen, bijvoorbeeld
door het koppelingspedaal te snel los te laten met
ingeschakelde versnelling, en het Start&Stop-
systeem is actief, dan kan men de motor
herstarten door het koppelingspedaal helemaal in
te trappen of door de versnellingspook in de
vrijstand te schakelen.
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN
Als het Start&Stop-systeem de motor heeft afgezet
en de bestuurder maakt zijn veiligheidsgordel los
en opent het bestuurdersportier of het
passagiersportier, dan kan men de motor alleen
herstarten m.b.v. de contactsleutel.
De bestuurder wordt op de hoogte gebracht door
een geluidssignaal, het knipperen van het symbool
op de display en bij sommige versies verschijnt
ook een melding op de display."ENERGY SAVING" FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten)
Als de bestuurder, na een automatische start van
de motor, gedurende 3 minuten geen enkele
handeling uitvoert, dan schakelt het Start&Stop-
systeem de motor definitief uit om brandstof te
kunnen besparen. In dergelijke gevallen kan men
de motor alleen herstarten m.b.v. de
contactsleutel.
OpmerkingDe motor kan in elk geval draaiende
worden gehouden door het Start&Stop-systeem uit
te schakelen.
ONREGELMATIGE WERKING
Indien zich een storing voordoet, wordt het
Start&Stopsysteem uitgeschakeld.
Versies met multifunctioneel display: het
lampje gaat branden en er verschijnt een
melding op de display wanneer een storing in het
Start&Stop systeem optreedt.
Versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display: het
pictogram gaat
branden en er verschijnt een melding op de
display wanneer een storing in het Start&Stop
systeem optreedt.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als een storing in het Start&Stop systeem optreedt.
93WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 101 of 307

MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMENMONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na
aanschaf van de auto door de aftersales-service
worden gemonteerd, moeten van het merkteken
zijn voorzien (zie fig. 78).
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage van
zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat
deze door een gespecialiseerd bedrijf op
vakkundige wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen
waarbij de kenmerken van de auto worden
gewijzigd, kan het kentekenbewijs door
de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit
kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door
voornoemde wijziging of die direct of indirect
hierop terug te voeren zijn.FIAT S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor
schade die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Auto S.p.A. zijn
geleverd of aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders,
radioamateurs e.d.) mag alleen in de auto worden
gebruikt met een aparte antenne die aan de
buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze apparaten in
de auto (zonder buitenantenne) kan storingen in
de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Dit kan de veiligheid van de auto in gevaar
brengen en een potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwaliteit
beperkt worden door het afschermingseffect van
de carrosserie. Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met
het officiële EU-keurmerk, wordt verwezen naar
de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van
de mobiele telefoon.
fig. 78
DISPOSITIVI-ELETTRONICI
99WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 110 of 307

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
❒De uiteindelijke verantwoordelijkheid tijdens
het parkeren ligt altijd bij de bestuurder.
Controleer tijdens deze manoeuvres altijd of er
geen mensen, dieren of voorwerpen in het
manoeuvregebied aanwezig zijn. Het Magic
Parking systeem is (net zoals de
parkeersensoren) ontworpen om de bestuurder
te assisteren, die echter nooit zijn aandacht mag
laten verslappen tijdens potentieel gevaarlijke
manoeuvres, ook al worden ze op lage snelheid
verricht.
❒Als de sensoren schokken ondergaan die hun
positie wijzigen, kan de werking van het
systeem op ernstige wijze verslechteren.
❒Als de sensoren vuil zijn of bedekt zijn met
sneeuw, ijs of modder of overgespoten zijn
ten opzichte van de originele toestand, kan de
werking van het systeem op ernstige wijze
verslechteren. Voor een correcte werking van het
systeem is het van essentieel belang dat de
sensoren altijd schoon zijn. Zorg er tijdens het
reinigen voor dat ze niet gekrast of beschadigd
worden; vermijd het gebruik van droge, harde of
ruwe doeken. De sensoren moeten met schoon
water worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. In wastunnels met
stoomreinigers/hogedrukreinigers moeten de
sensoren snel gewassen worden door de
spuitmond op minstens 10 cm van de sensoren
te houden.❒Bronnen van ultrasoongeluid (bijv.
pneumatische remmen van vrachtwagens of
pneumatische hamers) kunnen de
sensorwerking op negatieve manier beïnvloeden.
❒De sensoren kunnen een onbestaand voorwerp
(echogeluid) wegens mechanische geluiden
detecteren, bijvoorbeeld tijdens het wassen van
de auto, in geval van regen, sterke wind, hagel.
❒Het kan voorkomen dat de sensoren voorwerpen
van bijzondere vorm of gemaakt van bijzondere
materialen (zeer dunne palen, aanhangerdissels,
panelen, netten, struiken, wegversperringen,
vuilnisbakken, motorfietsen, etc.) niet
detecteren. Controleer altijd zorgvuldig of de
auto en zijn baan werkelijk overeenstemmen
met de door het systeem gevonden
parkeerruimte.
❒Het gebruik van (een of meer) banden of wielen
van een andere maat dan die aanwezig was op
het moment dat de auto werd gekocht, kan
de werking van het systeem beïnvloeden.
❒Als de accu is losgekoppeld of bijna leeg is, is
het Magic Parking systeem pas beschikbaar
nadat de auto enkele honderden meters een
niet-rechtlijnige route heeft afgelegd (om het
systeem te initialiseren).
❒Als een aanhanger aanwezig is (met correct
ingebrachte stekker), wordt het Magic Parking
systeem automatisch uitgeschakeld.
108WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 120 of 307

❒open de achterklep en neem de adapter B uit de
gereedschapshouder (versies met
ruimtebesparend reservewiel - voor bepaalde
versies/markten) fig. 89 of uit de Fix&Go
Automatic kit (versies met Fix&Go Automatic)
fig. 90;
❒trek aan de tankklep A om hem te openen;
❒steek de adapter B in de vulopening zoals
aangegeven in fig. 91 en tank;
❒verwijder de adapter na het tanken en sluit de
klep;
❒doe de adapter terug in de doos en zet hem
terug in de achterklep.BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR VERSIES
MET "Smart Fuel" SYSTEEM
BELANGRIJK
Monteer geen voorwerp/dop op de
rand van de vulopening die niet
geschikt is voor het voertuig. Het gebruik
van voorwerpen/doppen van het verkeerde
type kan de druk in de tank doen toenemen,
waardoor gevaarlijke situaties kunnen
ontstaan.
BELANGRIJK
Breng geen open vuur of brandende
sigaretten in de buurt van de
vulopening van de tank: brandgevaar. Kom
niet te dicht met het gezicht bij de
vulopening, om geen schadelijke dampen in
te ademen.
BELANGRIJK Houd de waterstraal van een
hogedrukreiniger op minstens 20 cm afstand van
de brandstofvulopening.
fig. 91
L0F0086
118WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Tanken in noodgeval (alleen voor versies met
"Smart Fuel" systeem)
Ga voor het tanken als volgt te werk als er geen
brandstof in de tank meer is of als het
brandstofcircuit volledig leeg is:
Page 122 of 307

VEILIGHEIDSGORDELSGEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd worden
terwijl men goed rechtop, met de rug tegen de
rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de gesp A fig. 92
en steek deze in de sluiting B, totdat de klik van
het vergrendelen wordt gehoord. Als tijdens het
uittrekken de gordel blijft blokkeren, laat hem dan
een stukje teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.Druk, om de gordel los te maken, op de knop C.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen met
de hand, zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich automatisch
aan het lichaam van de passagier aan, waarbij
voldoende bewegingsvrijheid wordt gelaten.
BELANGRIJK
Druk tijdens het rijden nooit op de
knop C fig. 92.
De oprolautomaat kan blokkeren als de auto op
een steile helling staat: dit is volkomen normaal.
Bovendien blokkeert de oprolautomaat als de
gordel snel word uitgetrokken of bij hard remmen,
botsingen en bij bochten die op hoge snelheid
worden genomen.
De achterbank is voorzien van
driepuntsveiligheidsgordels met rolautomaat. Leg
de achterste veiligheidsgordels om zoals getoond
in fig. 93 (versies met 4 zitplaatsen) of (versies
met 5 zitplaatsen) fig. 94.
fig. 92
L0F0059
120WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID