radio Lancia Ypsilon 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2012Pages: 307, PDF Size: 13.23 MB
Page 7 of 307

DASHBOARDDe aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen
variëren in functie van de uitvoering.1. Verstelbare uitstroomopeningen 2. Vaste uitstroomopeningen voor ontwaseming van de zijruiten
3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Frontairbag bestuurderszijde 5. Bedieningshendel ruitenwissers
voor/achter en tripcomputer 6. Verstelbare middelste uitstroomopeningen 7. Instrumentenpaneel 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Opbergvak 10. Bedieningsknoppen 11. Versnellingspook 12. Bedieningsorganen voor
verwarming/ventilatie/klimaatregeling 13. Autoradio (voor versies/markten, daar waar aanwezig) 14. Contactslotfig. 1
L0F0092
5WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 15 of 307

Een optie in het hoofdmenu zonder een submenu
kiezen:
❒druk kort op de
knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te
selecteren;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling te
selecteren;
❒druk kort op de
knop om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een submenu
kiezen:
❒bij kort indrukken van de
knop wordt de
eerste optie van het submenu getoond;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de
knop om de getoonde
submenu-optie te selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒Druk kort op de knop
om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
MENUOPTIESMenu
Met deze functie kan toegang tot de Setupmenu
worden verkregen. Druk op de knop
of
om de verschillende Menuopties te selecteren.
De knop
lang indrukken om naar het
standaardscherm terug te keren.
Lichtsterkte (regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om, bij ingeschakeld
stadslicht, de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel, de bedieningstoetsen van de
autoradio en van de automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten) in te stellen.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte in te
stellen:
druk kortstondig op de knop
, de eerder
ingestelde waarde zal op de display knipperen;
druk op de knop
of
om de lichtsterkte te
regelen;
druk kortstondig op de knop
om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
13WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 31 of 307

Safe lock uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❒bij bediening van de
knop op de
afstandsbediening;
❒door de contactsleutel naar de stand MAR te
draaien.
BELANGRIJK
Als het safe lock systeem is
ingeschakeld, dan is het niet meer
mogelijk om de portieren vanuit het
interieur te openen. Controleer daarom,
voordat de auto wordt verlaten, of er
niemand meer aan boord is.
CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid:
fig. 16:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden
en stuur geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/
systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
fig. 16
L0F0102
29WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 99 of 307

BELANGRIJK De benodigde kracht voor het
verdraaien van het stuurwiel kan toenemen bij
langdurige parkeermanoeuvres; dit is een normaal
verschijnsel om te voorkomen dat de motor voor
de stuurbekrachtiging oververhit kan raken. In
dergelijke gevallen zijn dus geen reparaties vereist.
Wanneer de auto een volgende keer weer wordt
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer normaal
functioneren.
BELANGRIJK
Zet altijd de motor uit en verwijder
de contactsleutel uit het slot om
het stuurwiel te vergrendelen, alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, in
het bijzonder wanneer de wielen van de
auto los van de grond staan. Als dit niet
mogelijk is (bv. als de contactsleutel in de
stand MAR-ON moet staan of als de motor
moet draaien), moet de hoofdzekering van
de elektrische stuurbekrachtiging worden
uitgenomen.
INBOUWVOORBEREIDING
AUTORADIO(voor bepaalde versies/markten)
Als er op het moment van aanschaf geen autoradio
is besteld, is de auto voorzien van een vak in het
dashboardfig. 76.
De inbouwvoorbereiding voor een autoradio
bestaat uit:
❒voedingskabels autoradio, speakers voor en
achter en een antenne;
❒vak voor autoradio;
❒antenne (op dak).
De autoradio moet in het hiervoor bestemde vak A
fig. 76 gemonteerd worden; toegang tot dit vak
wordt verkregen door te drukken op de twee
borglipjes in het vak zelf; de voedingskabels
kunnen hier gevonden worden.
fig. 76
L0F0052
97WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 101 of 307

MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMENMONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na
aanschaf van de auto door de aftersales-service
worden gemonteerd, moeten van het merkteken
zijn voorzien (zie fig. 78).
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage van
zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat
deze door een gespecialiseerd bedrijf op
vakkundige wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen
waarbij de kenmerken van de auto worden
gewijzigd, kan het kentekenbewijs door
de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit
kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door
voornoemde wijziging of die direct of indirect
hierop terug te voeren zijn.FIAT S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor
schade die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Auto S.p.A. zijn
geleverd of aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders,
radioamateurs e.d.) mag alleen in de auto worden
gebruikt met een aparte antenne die aan de
buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze apparaten in
de auto (zonder buitenantenne) kan storingen in
de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Dit kan de veiligheid van de auto in gevaar
brengen en een potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwaliteit
beperkt worden door het afschermingseffect van
de carrosserie. Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met
het officiële EU-keurmerk, wordt verwezen naar
de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van
de mobiele telefoon.
fig. 78
DISPOSITIVI-ELETTRONICI
99WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 223 of 307

LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTERNeem voor het vervangen van het filter contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
ACCUAccu F (zie vorige bladzijden) vereist niet dat de
elektrolyt met gedestilleerd water wordt bijgevuld.
Een periodieke controle bij het Lancia
Servicenetwerk is echter noodzakelijk om de
efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een andere
originele accu met dezelfde specificaties. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het
snel ontladen van de accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer
dan of de portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft
branden.
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in
ieder geval uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uitgezet;
221WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 259 of 307

INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................259
TIPS ......................................................................259
TECHNISCHE GEGEVENS .................................261
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............261
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..261
SNELGIDS ..............................................................262
Algemene functies ..................................................263
Radiofuncties .........................................................264
CD-functies ............................................................264
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......265
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............266
INLEIDING .............................................................268
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................269
INSCHAKELING AUTORADIO .............................269
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................269
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................269
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................270
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................270
VOLUMEREGELING ............................................270
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................270
GELUIDSINSTELLINGEN....................................270
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................271
BALANSREGELING..............................................271
FADERREGELING ................................................272
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................272
EQ-FUNCTIE .......................................................272
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................273
MENU....................................................................273
AF SWITCHING functie .......................................274
TRAFFIC INFORMATION functie .........................274REGIONAL MODE functie ...................................275
MP3 DISPLAY functie ...........................................276
SPEED VOLUME functie .....................................276
RADIO ON VOLUME functie ................................277
SPEECH VOLUME functie ...................................277
AUX OFFSET functie ...........................................278
RADIO OFF functie ..............................................278
SYSTEM RESET functie ........................................278
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .278
DIEFSTALBEVEILIGING......................................279
RADIO (TUNER) .....................................................280
INLEIDING ...........................................................280
KEUZE GOLFBAND .............................................280
VOORKEUZETOETSEN .......................................280
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................280
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................281
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................281
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................281
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................282
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........282
STEREO-UITZENDINGEN ...................................282
CD-SPELER ............................................................283
INLEIDING ...........................................................283
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................283
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............283
DISPLAY-INFORMATIE ........................................284
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........284
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................284
PAUZE-FUNCTIE .................................................284
257
AUTORADIO
Page 260 of 307

CD MP3-SPELER ....................................................285
INLEIDING ...........................................................285
MP3 WERKING .....................................................285
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS ....................................................................285
DISPLAY-INFORMATIE ........................................286
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP.............286
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN ..........................286AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ........287
INLEIDING ...........................................................287
AUX MODUS .........................................................287
PROBLEEMOPLOSSING .......................................287
ALGEMEEN ..........................................................287
CD-SPELER ..........................................................287
LEZEN VAN MP3-BESTAND ................................288
258
AUTORADIO
Page 261 of 307

INLEIDINGDeze autoradio is ontworpen volgens de specifieke
kenmerken van het interieur met een aangepast
design dat aansluit op het ontwerp van het
dashboard.
Hieronder zijn de gebruiksaanwijzingen
opgenomen. Wij adviseren om deze zorgvuldig
door te lezen.
TIPS
Verkeersveiligheid
Raak, voordat u gaat rijden, vertrouwd met de
verschillende functies van de autoradio (bijv. het
opslaan van radiostations).
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden voortdurend. De
ontvangst kan gestoord worden door de
aanwezigheid van bergen, gebouwen of bruggen,
of wanneer u ver verwijderd bent van de zender.
Opmerking
Het volume kan toenemen wanneer
verkeersinformatie of nieuws wordt ontvangen.
BELANGRIJK
Een te hoog volume tijdens het rijden
kan zowel voor de bestuurder als de
passagiers gevaarlijk zijn. Regel het volume
altijd zodanig dat geluiden uit de omgeving
hoorbaar blijven.
Onderhoud en verzorging
Maak het frontpaneel uitsluitend met een zachte,
antistatische doek schoon. Reinigings- en
polijstmiddelen kunnen het oppervlak
beschadigen.
CD
Vuil, krassen of vervormingen op CD's kunnen
sprongen tijdens de weergave en een slechte
geluidskwaliteit veroorzaken. Volg deze tips voor
een optimale geluidsweergave:
❒gebruik alleen CD's met het merk:
259
AUTORADIO
Page 262 of 307

❒reinig elke CD grondig door vingerafdrukken of
stof met een zachte doek te verwijderen. Houd
de CD bij de rand vast en reinig vanuit het
midden naar de rand;
❒gebruik nooit chemische reinigingsproducten
(bijv. antistatische of thinner sprays) omdat deze
het oppervlak van de CD's kunnen beschadigen;
❒berg na het luisteren de CD’s weer op in hun
doosjes om beschadiging te voorkomen;
❒stel de CD’s niet langdurig bloot aan direct
zonlicht, hoge temperaturen of vocht;
❒plak geen stickers op het oppervlak van de CD
en schrijf niet met pen of potlood op het
oppervlak;
❒Gebruik nooit CD’s met veel krassen, barsten of
vervormingen etc. Het gebruik hiervan kan de
speler beschadigen of slecht doen werken;
❒om de beste geluidsweergave te verkrijgen,
raden wij het gebruik van originele CD’s aan.
Een correcte werking is niet gegarandeerd
wanneer een CD-R/RW wordt gebruikt die
verkeerd gebrand is en/of een maximum
capaciteit van meer dan 650 MB heeft;
❒gebruik geen in de handel verkrijgbare
beschermfolie voor CD’s of schijven met
stabilisatoren, omdat deze in het inwendige
mechanisme kunnen vastlopen en de CD kunnen
beschadigen;❒als een tegen kopiëren beveiligde CD wordt
gebruikt, kan het enkele seconden duren
voordat het systeem met de weergave begint. Er
kan niet gegarandeerd worden dat de CD-speler
alle beveiligde CD's weergeeft. De aanwezigheid
van een kopieerbeveiliging wordt meestal
aangegeven in kleine letters of kan moeilijk
leesbaar zijn op de cover van de CD; er kan
bijvoorbeeld het volgende staan: “COPY
CONTROL”, “COPY PROTECTED”, “THIS
CD CANNOT BE PLAYED ON A PC/MAC”, of
dit kan aangegeven worden door symbolen,
zoals bijvoorbeeld:
❒De CD-speler kan de meeste op de markt
verkrijgbare compressiesystemen lezen (bijv.:
LAME, BLADE, XING, FRAUNHOFER) maar
aangezien deze systemen continu worden
doorontwikkeld, wordt weergave van alle
compressieformaten niet gegarandeerd.
260
AUTORADIO