reset Lancia Ypsilon 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2012Pages: 307, PDF Size: 13.23 MB
Page 21 of 307

❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt het volumeniveau
met streepjes weergegeven.
Piep veiligheidsgordels (Inschakeling zoemer
voor SBR-aanwijzing)(voor bepaalde
versies/markten)
Deze kan alleen worden weergegeven wanneer het
SBR-systeem door het Lancia Servicenetwerk is
uitgeschakeld (zie “SBR-systeem” in het
hoofdstuk “Veiligheid”).
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Deze functie zorgt voor weergave van informatie
over de kilometerstand en de intervallen (nog
resterende dagen) waarmee de servicebeurten
uitgevoerd moeten worden. Met de Service functie
kan ook het interval (in kilometers of mijlen) tot
de volgende olieverversing worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze informatie als
volgt te werk:
❒druk kortstondig op de knop: de display
geeft het interval in kilometers (km) of mijlen
(mi) aan, op grond van wat eerder is ingesteld
(zie paragraaf "Meeteenheden");
❒druk kortstondig op de knopom terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm.OpmerkingHet “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” voorziet elke 30.000 km (of
het equivalent in mijl) of de jaar in een
servicebeurt. Deze melding verschijnt automatisch
wanneer de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, vanaf 2.000 km (of het equivalent in
mijl) voor de servicebeurt. Deze melding wordt
elke 200 km (of het equivalent in mijl) herhaald.
Onder de 200 km wordt deze melding met kortere
intervallen weergegeven. De melding is
afhankelijk van de meeteenheid die is ingesteld,
d.w.z. in km of mijl. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en de sleutel
in de stand MAR wordt gedraaid, verschijnt de
melding "Service" op de display, gevolgd door het
aantal resterende kilometers of mijlen. Neem
contact op met het Lancia Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" te laten verrichten en de
melding te resetten.
19WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
o m 2
Page 23 of 307

TRIP COMPUTERAlgemene informatie
De Trip computer geeft informatie over de
werking van de auto weer op de display, wanneer
de contactsleutel in stand de MAR staat. Met
deze functie kunnen twee afzonderlijke functies
worden aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee grootheden tijdens reis van de
auto worden vastgelegd. Beide functies werken
onafhankelijk van elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden (reset –
begin van een nieuwe reis).
“Trip A” geeft informatie over:
❒Buitentemperatuur (voor LPG/Natural Power
versies uitgerust met multifunctioneel display)
❒Bereik
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld verbruik
❒Huidig verbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B.Opmerking“Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie “Trip B inschakelen”). De parameters
“Bereik” en “Huidig verbruik" kan niet worden
gereset.
Weergegeven waarden
Bereik
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan
worden met de brandstof die in de tank aanwezig
is. Op de display verschijnt de melding “----”
als:
❒het bereik kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
❒de auto lang stilstaat met een draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren in functie
van verschillende factoren: de rijstijl, het type
route (snelweg, stadsverkeer, bergwegen, etc…),
en de gebruiksomstandigheden van de auto
(beladingstoestand, bandenspanning, etc…). Bij
de programmering van een reis dient men
rekening te houden met deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft afgelegd
sinds het begin van een nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik van de
auto weer sinds het begin van een nieuwe reis.
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 25 of 307

De pictogrammen van de diverse parameters zijn:
❒
"Bereik";
❒
"Gemiddeld verbruik A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Afstand” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Huidig verbruik";
❒"Gemiddelde snelheid A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒"Reistijd ” (als Trip A is ingeschakeld,
of “B” als Trip B is ingeschakeld);
TRIP KNOP
Deze knop bevindt zich op de rechterhendel fig.
11. Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
staat, kan met deze knop toegang worden
verkregen tot de hiervoor beschreven parameters
en kunnen de gegevens worden gereset om een
nieuwe reis te beginnen:
❒kort indrukken: weergave van de verschillende
gegevens;
❒lang indrukken: reset de gegevens en start een
nieuwe reis.Nieuwe reis
Begint na een:
❒“handmatige” reset vanwege de gebruiker door
de betreffende knop in te drukken;
❒“automatische” reset wanneer de “Afgelegde
afstand“ de waarde 99999,9 km bereikt of
wanneer de "Reistijd“ de waarde 999:59 bereikt
(999 uur en 59 minuten);
❒nadat de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt gereset
wanneer de parameters van “Trip A” of “Trip B”
worden weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van de betreffende functie gereset.
Werkwijze voor aanvang van een nieuwe reis
Houd de knop TRIP langer dan 2 seconden
ingedrukt wanneer de sleutel in de stand MAR
staat om te resetten.
fig. 11
L0F0079
23WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 45 of 307

naar de uitstroomopeningen in de
beenruimten voorin. Wegens de natuurlijke
neiging van warmte om op te stijgen, warmt
dit type verdeling het interieur zo snel
mogelijk op, waardoor onmiddellijk een
behaaglijk gevoel wordt verkregen.+
verdeling tussen uitstroomopeningen
beenruimten (warmste lucht) en
roosters op dashboard (koelste lucht).
+
verdeling tussen uitstroomopeningen
beenruimten en uitstroomopeningen
voorruit/voorste zijruiten. Dit type
verdeling biedt een doeltreffende
verwarming van het interieur en
voorkomt dat de ruiten beslaan.
Knop B MAX
- Activering MAX-DEF
functie
Wanneer op deMAXknop
wordt gedrukt,
activeert het systeem alle functies voor snel
ontwasemen/ontdooien, namelijk:
❒compressor aan (als de weersomstandigheden
geschikt zijn)
❒luchtrecirculatie uit
❒maximum instelling luchttemperatuur (HI)
❒ventilatorsnelheid op basis van de
koelvloeistoftemperatuur
❒luchtstroom gericht op de voorruit en de voorste
zijruiten❒Knop C
- Inschakeling/uitschakeling
aircocompressor
Wanneer hetsymbool op de display brandt,
druk dan op knop C om de compressor uit te
schakelen.
Wanneer de compressor is uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de luchtrecirculatie uit om
te voorkomen dat de ruiten beslaan;
❒is het niet mogelijk om lucht naar het interieur
te voeren met een lagere temperatuur dan de
buitentemperatuur (de temperatuur aangegeven
op de display gaat knipperen als het systeem
niet de verlangde comfortsituatie kan
garanderen);
❒kan de ventilatorsnelheid handmatig gereset
worden (bij ingeschakelde compressor kan
de ventilatie niet onder een staafje op de display
zakken).
Knop D- Interne luchtrecirculatie
aan/uit
Men adviseert de interne luchtrecirculatie in te
schakelen in de file of in tunnels, om te
voorkomen dat vervuilde lucht in het interieur
komt.
Bij lage temperaturen of als de compressor uit is,
wordt de recirculatie uitgezet om beslagen ruiten
te voorkomen.
43WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 171 of 307

ASR SYSTEEM
ASR systeem uitschakelen
Het ASR systeem kan worden uitgeschakeld door
op de knop ASR OFF te drukken (zie de paragraaf
"ASR systeem" in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto"). Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt bij uitschakeling
van het systeem een melding en een symbool op de
display weergegeven; tegelijk gaat ook de led op
de ASR OFF knop branden.SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
169WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 259 of 307

INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................259
TIPS ......................................................................259
TECHNISCHE GEGEVENS .................................261
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............261
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..261
SNELGIDS ..............................................................262
Algemene functies ..................................................263
Radiofuncties .........................................................264
CD-functies ............................................................264
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......265
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............266
INLEIDING .............................................................268
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................269
INSCHAKELING AUTORADIO .............................269
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................269
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................269
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................270
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................270
VOLUMEREGELING ............................................270
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................270
GELUIDSINSTELLINGEN....................................270
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................271
BALANSREGELING..............................................271
FADERREGELING ................................................272
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................272
EQ-FUNCTIE .......................................................272
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................273
MENU....................................................................273
AF SWITCHING functie .......................................274
TRAFFIC INFORMATION functie .........................274REGIONAL MODE functie ...................................275
MP3 DISPLAY functie ...........................................276
SPEED VOLUME functie .....................................276
RADIO ON VOLUME functie ................................277
SPEECH VOLUME functie ...................................277
AUX OFFSET functie ...........................................278
RADIO OFF functie ..............................................278
SYSTEM RESET functie ........................................278
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .278
DIEFSTALBEVEILIGING......................................279
RADIO (TUNER) .....................................................280
INLEIDING ...........................................................280
KEUZE GOLFBAND .............................................280
VOORKEUZETOETSEN .......................................280
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................280
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................281
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................281
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................281
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................282
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........282
STEREO-UITZENDINGEN ...................................282
CD-SPELER ............................................................283
INLEIDING ...........................................................283
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................283
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............283
DISPLAY-INFORMATIE ........................................284
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........284
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................284
PAUZE-FUNCTIE .................................................284
257
AUTORADIO
Page 266 of 307

RadiofunctiesToets Functies Methode
Radiostation zoeken:
- Automatisch zoeken
- Handmatig zoekenAutomatisch zoeken:
of
toets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
Handmatig zoeken:
of
toets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen langer
ingedrukt houden
Opgeslagen radiostation oproepenToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen kort
indrukken
CD-functiesToets Functies Methode
CD uitwerpen Toets kort indrukkenVorige/volgende nummer weergeven
of
toets kort indrukken
CD-nummer snel vooruit-/terugspoelen
of
toets langer ingedrukt houden
Vorige/volgende map weergeven (bij CD-
MP3)
of
toets kort indrukken
264
AUTORADIO
Page 272 of 307

CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken,
kan de CD-functie gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt
gekozen, terwijl naar een CD wordt geluisterd, dan
wordt de weergave onderbroken en weer vanuit
hetzelfde punt hervat als naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar
de radio wordt geluisterd, dan wordt afgestemd op
het laatst gekozen station als weer naar de radio
wordt teruggekeerd.
VOLUMEREGELING
Draai de
(ON/OFF) toets/knop om het volume
te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het
uitzenden van verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd tot het einde
van deze verkeersinformatie.MUTE/PAUSE FUNCTIE
(reset van volume)
Druk kortstondig op de
toets op de Mute-functie
te activeren. Het volume zal geleidelijk afnemen en
het opschrift “RADIO Mute” (bij radiogebruik) of
“PAUSE” (bij gebruik van de CD-speler) zal op
het display verschijnen.
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie
uit te schakelen. Het volume wordt geleidelijk
verhoogd tot het eerder ingestelde niveau.
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de
hiervoor bestemde toetsen, dan wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume ingesteld op
het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze
genegeerd wanneer verkeersinformatie
binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een noodbericht wordt ontvangen. De functie
wordt weer ingeschakeld wanneer het bericht
beëindigd is.
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk
van de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media
Player (alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
270
AUTORADIO
Page 275 of 307

FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equaliserinstellingen alleen als de USER-
instelling gekozen is)
(behalve uitvoering met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
Selecteer voor een persoonlijke equaliserinstelling
met de
of
toets "User" en druk op de MENU-
toets.
Op het display verschijnt een grafiek met 7
staafjes, waarbij elk staafje een frequentie
voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
of
toets;
het gekozen staafje begint te knipperen en kan
geregeld worden met de
of
toets.
Druk opnieuw op de
toets om de instelling op te
slaan. Op het display verschijnt de op dat moment
ingeschakelde bron, gevolgd door de tekst "User".
Als bijvoorbeeld “FM” wordt gebruikt, toont het
display de tekst "FM EQ User".
MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het
inschakelen van de MENU-functie. Het display
toont het eerste instelbare menu-item (AF) ("AF
Switching On" op het display).
Gebruik de
of
toets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
of
toets.De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling
maximumlimiet radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (instelling
telefoonvolume).
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET Druk opnieuw op de Menu-
toets om de Menu-functie te verlaten.
Opmerking
De instellingen AF SWITCHING, TRAFFIC
INFORMATION en REGIONAL MODE zijn alleen
bij FM mogelijk.
273
AUTORADIO
Page 280 of 307

AUX OFFSET functie
(afstelling volume van draagbaar apparaat op
dat van de andere bronnen)
Met deze functie kan het volume van de AUX-
bron, afhankelijk van het aangesloten apparaat,
afgesteld worden op dat van de andere bronnen.
Om de functie in te schakelen o de MENU-toets
drukken en “AUX offset” kiezen.
Druk op de
of
toets om het volume te
verhogen of verlagen (ingesteld van–6tot+6).
RADIO OFF functie
(in- en uitschakelwijze)
Deze functie wordt gebruikt om de uitschakelwijze
van de radio op een of twee verschillende
manieren in te stellen. Gebruik de
of
toets om
de functie in te schakelen.
De gekozen manier verschijnt op het display:
❒"00 MIN": uitschakeling is afhankelijk van de
contactsleutel; de radio schakelt automatisch uit
zodra de contactsleutel naar de STOP-stand
wordt gedraaid;
❒"20 MIN": uitschakeling is niet afhankelijk van
de contactsleutel; de radio blijft gedurende een
periode van maximaal 20 minuten nadat de
contactsleutel naar de STOP-stand is gedraaid,
ingeschakeld;SYSTEM RESET functie
Deze functie wordt gebruikt om alle instellingen
naar de fabriekswaarden terug te stellen.
De opties zijn:
❒NO: geen restore-bewerking;
❒YES: de defaultparameters zullen hersteld
worden. Het display toont "Resetting" tijdens
deze bewerking. Na de bewerking wijzigt de
bron niet en wordt de voorgaande situatie
weergegeven.
VOORBEREIDING VOOR INBOUW
TELEFOON
Als een handsfree-systeem in de auto geïnstalleerd
is, wordt bij een inkomend telefoontje de audio
van de autoradio met de uitgang van de telefoon
verbonden. Het geluid van het inkomende
telefoontje heeft altijd een vast volume, maar dit
kan tijdens het gesprek aangepast worden met de
ON/OFF toets/knop.
Het vaste geluidsvolume van de telefoon kan
geregeld worden met de "SPEECH VOLUME"
functie in het Menu. Het woord "PHONE"
verschijnt op het display tijdens de uitschakeling
van de audio voor het telefoongesprek.
278
AUTORADIO