service Lancia Ypsilon 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2013Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 210 of 307

ACCU OPLADENBELANGRIJK De beschrijving voor het opladen
van de accu geldt slechts ter informatie.
Raadpleeg bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten uitvoeren.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende ongeveer 24
uur op te laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
VERSIES ZONDER Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de
accupolen; let daarbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit
alvorens de accu los te koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 158 van de accusensor
C op de minklem D van de accu los;❒sluit de pluskabel van de acculader aan op de
plusklem E van de accu en de minkabel op de
klem van de sensor D zoals aangegeven in
de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na het opladen
de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben afgekoppeld de
stekker A fig. 158 terug op de sensor C aan
zoals aangegeven in de figuur.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen.
Het opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed verluchte ruimte, ver
van open vuur en vonken: brand- en
ontploffingsgevaar.
BELANGRIJK
Probeer nooit een bevroren accu op
te laden: ontdooi eerst de accu om
ontploffing ervan te voorkomen. Als de accu
bevroren is geweest, moet door vakbekwaam
personeel worden gecontroleerd of de cellen
niet beschadigd zijn en of de behuizing
geen scheuren vertoont, waardoor de giftige
en corrosieve vloeistof kan weglekken.
206WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 214 of 307

ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een
lange levensduur van de auto onder optimale
omstandigheden.
Lancia heeft een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die elke 30.000
kilometer (benzineversies) of elke 35.000
kilometer (dieselversies) uitgevoerd moeten
worden.
Vóór 30.000/35.000 km en vervolgens tussen elke
twee servicebeurten is het sowieso nodig om
bepaalde items van het Geprogrammeerde
Onderhoudsplan te controleren (bijv. periodieke
controle van het niveau van de vloeistoffen,
bandenspanning, etc.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud worden volgens een vast tijdsschema
door het Lancia Servicenetwerk uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het
uitvoeren van de diverse inspecties en controles
van het geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van
de klant. Als de auto dikwijls gebruikt wordt
voor het trekken van aanhangers, dan moet een
korter interval tussen de onderhoudsbeurten
worden aangehouden.WAARSCHUWING
Op 2000 km vóór de volgende servicebeurt zal de
display een melding tonen.
De servicebeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Lancia Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de volgende
servicebeurt.
210WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 215 of 307

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMABENZINE-UITVOERINGEN
De servicebeurten moeten elke 30.000 km of om de 24 maanden uitgevoerd worden.km x 1000 30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning
brengen●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarm-
knipperlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak, lampje
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen.●●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
●●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil con-
troleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem) en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●●
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage
●●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●●
211WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
controleren
controleren
Page 218 of 307

DIESELUITVOERINGEN
De servicebeurten moeten elke 35.000 km of omde 24 maanden uitgevoerd worden.km x 1000 35 70 105 140 175
Maanden 24 48 72 96 120
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknip-
perlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak, lampje instrumen-
tenpaneel, enz.) controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers
afstellen.●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie, bodemp-
laatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem)
en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage controleren●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem, remmen/
hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
214WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
controleren
Page 225 of 307

MOTOROLIE
Controleer ongeveer 5 minuten na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een
horizontale ondergrond.
Voor 1.2 8V 69 pk en 1.3 16V MultiJet versies
Verwijder de motorolie peilstok B, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en plaats de
peilstok terug. Neem de peilstok weer uit en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt.
Het verschil tussen het MIN en MAX-teken komt
overeen met ongeveer 1 liter olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvullen via de
vulopening tot aan het MAX-teken.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Voor 0.9 TwinAir 85 HP versies
De motoroliepeilstok A is in de dop A
geïntegreerd. Draai de dop los, maak de peilstok
schoon met een niet pluizende doek, plaats de
peilstok terug en draai de dop vast. Neem de dop
weer uit en controleer of het peil zich tussen het
MIN- en MAX-teken op de peilstok bevindt.Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik
op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto wordt de
motor ingereden. Daarom is het motorolieverbruik
pas stabiel na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enkele seconden
draaien alvorens de motor uit te zetten en wacht
enkele minuten alvorens het oliepeil te
controleren.
Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee de
motor is gevuld.Afgewerkte motorolie en oude
motoroliefilters bevatten
milieuschadelijke stoffen. Raadpleeg
bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk om de
olie en het oliefilter te laten verversen/
vervangen.
221WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 226 of 307

MOTORKOELVLOEISTOF
Controleer het koelvloeistofniveau bij motor. Het
niveau moet tussen het MIN- en MAX teken op het
expansiereservoir staan.
Als het niveau te laag is, maak de reservoirdop C
los (zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
Het motorkoelsysteem moet worden
gevuld met PARAFLU
UP
antivries. Vul
koelvloeistof bij met dezelfde
kenmerken als de koelvloeistof waarmee het
koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag
niet met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start de
motor dan in geen geval en neem contact
op met het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang indien nodig de dop alleen
door een origineel exemplaar; zoniet kan dit
de werking van het systeem negatief
beïnvloeden. Draai bij warme motor de dop
van het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Als het niveau te laag is, til dan de reservoirdop D
op (zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
BELANGRIJK
Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een goed zicht. Sommige in de
handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. De motorruimte omvat warme
onderdelen die bij contact met de vloeistof
brand kunnen veroorzaken.
REMVLOEISTOF
Controleer of het vloeistofniveau op het maximum
peil staat (het niveau mag nooit boven het
MAX-teken komen). Als het vloeistofniveau te
laag is, maak de reservoirdop E los (zie vorige
pagina's) en vul de vloeistof bij zoals vermeld in
het hoofdstuk "Technische gegevens".
OpmerkingReinig zorgvuldig de reservoirdop en
het omliggende oppervlak van de vulopening.
Zorg bij het openen van de dop dat er geen vuil in
het reservoir terecht komt.
222WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 228 of 307

LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTERNeem voor het vervangen van het filter contact op
met het Lancia Servicenetwerk.ACCUAccu F (zie vorige bladzijden) vereist niet dat de
elektrolyt met gedestilleerd water wordt bijgevuld.
Een periodieke controle bij het Lancia
Servicenetwerk is echter noodzakelijk om de
efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een andere
originele accu met dezelfde specificaties. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het
snel ontladen van de accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer
dan of de portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft
branden.
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in
ieder geval uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uitgezet;
224WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden uitgevoerd, de
kabel van de minpool op de accu los;
❒trek de accuklemmen stevig aan.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende
langere tijd onder 50% blijft, raakt de accu door
sulfatering beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
Page 229 of 307

De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen van
-10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van
de auto” in het hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto elektrische
accessoires wil monteren die constante voeding
vereisen (alarm enz.), of accessoires die de
elektrische installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met het Lancia
Servicenetwerk; het gekwalificeerde personeel
zal dan het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen.
Houd open vuur en vonkvormende
apparaten uit de buurt van de accu: brand-
en explosiegevaar.
BELANGRIJK
Als de accu met onvoldoende vloeistof
werkt, kan dit de accu onherstelbaar
beschadigen en een explosie veroorzaken.
Verkeerde installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan ernstige
schade aan de auto toebrengen. Als
men na aanschaf van de auto accessoires wil
monteren (alarm, mobiele telefoon enz.),
wordt geadviseerd contact op te nemen met
het Lancia Servicenetwerk, dat de meest
geschikte apparaten zal aanraden en
zal controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem
voor het vervangen van de accu contact
op met het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt onder extreem koude
weersomstandigheden, dan moet de accu
worden verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard om bevriezing te
voorkomen.
225WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Draag altijd een speciale bril
wanneer aan of in de buurt van de
accu wordt gewerkt.
Page 230 of 307

WIELEN EN BANDENControleer voor een lange reis en elke twee weken
de bandenspanning van de banden en het
ruimtebesparend reservewiel (voor bepaalde
versies/markten). Controleer de bandenspanning
wanneer de banden koud zijn.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
onder normale omstandigheden toe: zie voor de
juiste waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige bandenslijtage fig. 164:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het
loopvlak;
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de
zijkanten van het loopvlak;
fig. 164
L0F0018
226WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C te hoge spanning: overmatige slijtage in het
midden van het loopvlak;
REMMENHet voertuig is uitgerust met 4 mechanische
slijtagedetectiesystemen voor remblokken: een
voor elk wielsamenstel.
Wanneer de remvoeringen versleten raken, is bij
het intrappen van het rempedaal een zacht gesis
hoorbaar: dit blijft zo gedurende ongeveer 100 km
(afhankelijk van de rijstijl en het soort route).
In deze omstandigheden kan, voorzichtig, verder
gereden worden.
Neem in elk geval zo snel mogelijk contact op met
het Lancia Servicenetwerk om de versleten
remblokken te laten vervangen.
Page 258 of 307

VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELENAANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIESGebruikEigenschappen van
vloeistoffen en
smeermiddelen voor een
correcte werking van de autoOriginele vloeistoffen en
smeermiddelenVerversingsinterval
Smeermiddelen voor
benzinemotorenSAE 5W-40 ACEA C3 volledig
synthetisch smeermiddel.
FIAT-kwalificatie 9.55535-S2.SELENIA K P.E.
Contractual Technical
Reference No. F603.C07Volgens het Geprogram-
meerde Onderhoudss-
chema
Smeermiddelen voor
dieselmotorenSAE 5W-30 volledig
synthetisch smeermiddel.
FIAT-kwalificatie 9.55535-S1.SELENIA WR P.E.
Contractual Technical
Reference No. F510.D07Volgens het Geprogram-
meerde Onderhoudss-
chemaAls bij dieselmotoren in geval van nood geen originele producten beschikbaar zijn, moeten de
smeermiddelen minimaal aan de ACEA C2-specificaties voldoen. In dit geval zijn geen optimale
motorprestaties gegarandeerd en is het raadzaam de olie zo snel mogelijk bij het Lancia Servicenetwerk
te laten vervangen door het aanbevolen product.
Het gebruik van producten met lagere eigenschappen dan de ACEA C3-specificaties voor
benzinemotoren en de ACEA C2-specificaties voor dieselmotoren kan beschadigingen aan de motor
veroorzaken die niet door de garantie worden gedekt.
Bij 0.9 TwinAir 85 pk versies kan het gebruik van smeermiddelen met lagere specificaties dan ACEA C3
en een andere SAE-viscositeitsgraad dan 5W-40 beschadigingen aan de motor veroorzaken die niet
door de garantie worden gedekt.
254WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER