airbag Lancia Ypsilon 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2013Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 7 of 307
WEGWIJS IN UW AUTO
DASHBOARDDe aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen
variëren in functie van de uitvoering.1. Verstelbare uitstroomopeningen 2. Vaste uitstroomopeningen voor ontwaseming van de zijruiten
3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Frontairbag bestuurderszijde 5. Bedieningshendel ruitenwissers
voor/achter en tripcomputer 6. Verstelbare middelste uitstroomopeningen 7. Instrumentenpaneel 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Opbergvak 10. Bedieningsknoppen 11. Versnellingspook 12. Bedieningsorganen voor
verwarming/ventilatie/klimaatregeling 13. Autoradio (voor versies/markten, daar waar aanwezig) 14. Contactslot
fig. 1
L0F0092
3WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 15 of 307
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/
markten)
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG (voor bepaalde
versies/markten)
❒SLUIT MENU AFEen optie in het hoofdmenu zonder een submenu
kiezen:
❒druk kort op de
knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te
selecteren;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling te
selecteren;
❒druk kort op de
knop om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een submenu
kiezen:
❒bij kort indrukken van de
knop wordt de
eerste optie van het submenu getoond;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de
knop om de getoonde
submenu-optie te selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒Druk kort op de knop
om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
11WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 22 of 307
❒druk kortstondig op de knop
: de display
geeft het interval in kilometers (km) of mijlen
(mi) aan, op grond van wat eerder is ingesteld
(zie paragraaf "Meeteenheden");
❒druk kortstondig op de knopom terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm.
OpmerkingHet “Geprogrammeerd
onderhoudsschema” voorziet elke 30.000 km (of
het equivalent in mijl) in een servicebeurt. Deze
melding verschijnt automatisch wanneer de sleutel
in de stand MAR wordt gedraaid, vanaf 2.000
km (of het equivalent in mijl) voor de
servicebeurt. Deze melding wordt elke 200 km (of
het equivalent in mijl) herhaald. Onder de 200
km wordt deze melding met kortere intervallen
weergegeven. De melding is afhankelijk van de
meeteenheid die is ingesteld, d.w.z. in km of mijl.
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op de display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.Airbag/Airbag passagier
(Inschakeling/uitschakeling van frontairbag
aan passagierzijde en zijairbag voor
borst/bekken - voor bepaalde versies/
markten)
Deze functie zorgt voor de in-/uitschakeling van
de airbags aan de passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop
en, nadat de melding "Bag
pass: Off) (om uit te schakelen) of de melding
(Bag pass: On) (voor het inschakelen) op de
display is verschenen door het indrukken van de
knop
en
, druk nogmaals op de knop
;
❒op de display verschijnt een
bevestigingsmelding;
❒druk op de knoppen
of
om "Ja" te
selecteren (om het inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te annuleren);
❒druk kortstondig op de knop: er verschijnt
een bevestigingsmelding van de gekozen
instelling en er wordt teruggekeerd naar het
menuscherm. Druk kortstondig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm zonder
op te slaan.
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Ga voor het raadplegen van deze informatie als
volgt te werk:
Page 134 of 307
VEILIG KINDEREN VERVOERENOm een optimale bescherming bij een ongeval te
kunnen garanderen, moeten alle passagiers
neerzitten en gebruik maken van goedgekeurde
beveiligingssystemen.
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese richtlijn
2003/20/EC.
Dit geldt des te meer voor kinderen. Vergeleken
met volwassen is het hoofd van kleine kinderen in
verhouding met de rest van het lichaam groter
en zwaarder, maar de spieren en de botstructuur
van kinderen zijn nog niet volledig ontwikkeld.
Kinderen moeten daarom geschikte
beveiligingssystemen worden beschermd die
verschillen van de veiligheidsgordels voor
volwassenen.
De onderzoeksresultaten naar de beste
bescherming van kleine kinderen zijn opgenomen
in de Europese richtlijn ECE-R44. Deze richtlijn
regelt het verplichte gebruik van
beveiligingssystemen en verdeelt deze in vijf
groepen:Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kgGroep 3 22-36 kg
Alle beveiligingssystemen moeten de
typegoedkeuring hebben, alsook een goed
vastgehecht plaatje met het controleteken dat
nooit niet mag worden verwijderd. Kinderen
langer dan 1,50 m worden wat de
beveiligingsystemen betreft gelijkgesteld aan
volwassenen en moeten de standaard
veiligheidsgordels dragen. In het Lancia
Lineaccessori-assortiment zijn kinderzitjes voor
elke gewichtsgroep opgenomen. Het gebruik
van deze kinderzitjes is sterk aanbevolen, want ze
zijn speciaal ontworpen voor Lancia voertuigen.
BELANGRIJK
Monteer geen kinderzitjes
achterstevoren op de passagiersstoel
voor wanneer de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Bij een
ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig
letsel en zelfs de dood van de baby tot
gevolg hebben. Het is raadzaam kinderen
altijd op de achterbank te vervoeren, bij een
ongeval biedt de achterbank de meeste
bescherming.
130WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 135 of 307
BELANGRIJK
Mocht het toch nodig zijn om kleine
kinderen in kinderzitjes
achterstevoren op de passagiersstoel te
vervoeren, dan moeten de passagiersairbags
(front- en zijairbags) worden uitgeschakeld
via het Setup menu. Controleer in dergelijke
gevallen steeds of de airbags effectief zijn
uitgeschakeld door na te gaan of het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt. Bovendien moet
de passagiersstoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen
dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)GROEP 0 en 0+
Baby's tot 13 kg moeten in babyzitjes worden
vervoerd die achterstevoren zijn geplaatst, waarbij
het achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling
remmen de nek niet wordt belast.
Het babyzitje wordt op zijn plaats gehouden door
de veiligheidsgordels van de auto, zoals getoond
in fig. 101, en moet het kind beschermen met
de eigen gordels.
fig. 101
L0F0013
131WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 139 of 307
Belangrijkste veiligheidsvoorschriften die voor
het vervoeren van kinderen opgevolgd moeten
worden:
❒Monteer kinderzitjes altijd op de achterbank,
omdat die plaats bij een ongeval de meeste
bescherming biedt.
❒Als de passagiersairbag buiten werking is
gesteld, controleer dan het lampje op het
instrumentenpaneel om er zeker van te zijn dat
deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die de producent
verplicht bij het kinderzitje moet leveren
zorgvuldig in acht. Bewaar deze aanwijzingen
samen met de overige documenten en dit
instructieboekje in de auto. Gebruik geen
gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
❒Controleer of de gordel goed is vastgemaakt
door eraan te trekken.
❒Elk tegenhoudsysteem is bedoeld voor slechts
één kind: vervoer nooit twee kinderen in een
zitje.
❒Controleer altijd of de gordel niet langs de nek
van het kind loopt.
❒Controleer tijdens het rijden dat het kind geen
verkeerde houding aanneemt of de gordels
losmaakt.❒Vervoer kinderen nooit op schoot, ook geen
pasgeborenen. Niemand is in staat om een kind
vast te houden bij een ongeval.
❒Na een ongeval moet het kinderzitje door een
nieuw exemplaar worden vervangen.
135WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 143 of 307
AIRBAGDe auto is uitgerust met frontairbags voor
bestuurder en passagier, zijairbags voor
bestuurder en passagier voor bescherming van
borst en schouders (voor bepaalde versies/
markten) en hoofdairbags voor het beschermen
van de hoofden van de inzittenden voorin.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder en passagier)
beschermen de inzittenden voorin bij middelzware
en zware frontale botsingen, door de airbag tussen
de inzittende en het stuurwiel of het dashboard
op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij andere
soorten botsingen (botsingen opzij, achterop,
over de kop slaan enz.), betekent dit niet dat het
systeem slecht functioneert.
De frontairbags (bestuurder en passagier) zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar
een aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese landen en de
meeste landen daarbuiten.
Bij een botsing kunnen degenen die geen
veiligheidsgordel dragen, in contact komen met
een airbag die nog niet volledig opgeblazen is.
Onder deze omstandigheden wordt de inzittende
minder door de airbag beschermd.In de volgende omstandigheden kan het
voorkomen dat de frontairbags niet worden
opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk vervormbare
onderdelen, die niet het front van de auto zijn
(bijv. spatbord tegen de vangrail, etc. )
❒de auto schuift onder andere auto’s of
veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld onder
vrachtwagens of vangrails);
in deze situaties bieden ze geen aanvullende
bescherming ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun activering geen zin
heeft. In deze gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van het systeem.
BELANGRIJK
Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
hemelbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens
de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
139WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 144 of 307
Frontairbag aan bestuurderszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in het midden
van het stuurwiel is geplaatst fig. 108.
BELANGRIJK
Rijd altijd met de handen op de
stuurwielrand zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan worden.
Rijd niet met voorover gebogen lichaam.
Houd de rug goed rechtop tegen de
rugleuning gedrukt.Frontairbag aan passagierszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in het dashboard
fig. 109 is opgeborgen: deze airbag heeft een
groter volume dan de bestuurdersairbag.
fig. 108
L0F0072
fig. 109
L0F0073
140WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 145 of 307
BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: plaats nooit een
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Schakel dus altijd de
passagiersairbag uit wanneer een
kinderzitje op de passagiersstoel wordt
geplaatst. Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met
het dashboard. Ook als is het niet wettelijk
verplicht, moet de airbag onmiddellijk weer
ingeschakeld worden zodra geen kinderen
meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te
garanderen.
Uitschakeling van de frontairbag
passagierszijde voor bescherming borst/
bekken (voor bepaalde versies/markten)
Als een kind achterstevoren op de voorstoel
vervoerd moet worden, schakel dan de
passagiersairbag en zijairbags voor bescherming
van borst/schouders uit (voor bepaalde versies/
markten). Bij uitgeschakelde airbags gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden.BELANGRIJK Zie voor het uitschakelen van de
airbags de beschrijving in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto", paragraaf
"Menuopties".
ZIJAIRBAGS (Zijairbag - Hoofdairbag)
Zijairbag
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in
de rugleuning van de voorstoelen bevinden
fig. 110 en die de borst en schouders van de
inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen
beschermen.
Hoofdairbag
Deze bestaan uit twee gordijnairbags die in de
zijkant van de dakbekleding zijn opgenomen
fig. 111 en zijn afgedekt met
afwerkingselementen. De hoofdairbags bieden
bescherming aan het hoofd van de inzittenden
voorin tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote oppervlak dat zij in opgeblazen toestand
beslaan.
Bij lichte botsingen is het opblazen van de
zijairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste bescherming bij een
zijdelingse botsing als de passagier correct op zijn
stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed mogelijk
opgeblazen kan worden.
141WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 146 of 307
BELANGRIJK Hang geen harde voorwerpen aan
de kledinghaken of de steunhandgrepen.BELANGRIJK Steun niet met het hoofd, de armen
of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in
het gebied van de hoofdairbag om mogelijke
verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen.
BELANGRIJK Steek nooit het hoofd, de armen
of ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder
druk (met de hand of in een automatisch
wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen
geactiveerd worden bij krachtige stoten aan de
onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige botsing
tegen drempels of stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).
fig. 110
L0F0203
fig. 111
L0F0226
142WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER