stop start Lancia Ypsilon 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2014Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 234 of 307

RUITENSPROEIERS
Ruitensproeier
De sproeiers van de voorruit A fig. 167 zijn niet
verstelbaar. Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er ruitensproeiervloeistof in
het reservoir zit (zie “Controle van
vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de sproeikoppen niet
verstopt zijn. Gebruik zo nodig een speld om ze
vrij te maken.
BELANGRIJK Bij versies met schuifdak moet het
schuifdak gesloten zijn alvorens de ruitensproeiers
te bedienen.Achterruitsproeier
De sproeiers van de achterruit zijn niet
verstelbaar. De sproeier bevindt zich boven op de
achterruit fig. 168.
fig. 167
L0F0221
fig. 168
L0F0223
230WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 237 of 307

Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en
schone, zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de
achterruit voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming
niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water
met een specifiek autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen
(bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton) om de
plastic lampglazen van de koplampen te reinigen.Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uit: hierbij mag de waterstraal niet
rechtstreeks op de elektronische regeleenheden of
op de motoren van de ruitenwissers worden
gericht. Laat deze werkzaamheden uitvoeren door
een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in de stand
STOP staan en de motor koud zijn. Controleer na
het reinigen of de verschillende beschermingen
(bijv. rubberen doppen en kappen) niet verwijderd
of beschadigd zijn.
233WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 242 of 307

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIES
238WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Versies Motorcode Carrosserieversies
0.9 TwinAir 85 pk312A2000312YXG1A Y1 (4 zitplaatsen)
312YXG1A Y1B (5 zitplaatsen)
1.2 8V 69 pk
(*)
169A4000312YXA1A Y0 (4 zitplaatsen)
312YXA1A Y0B (5 zitplaatsen)
1.2 8V 69 pk
(**)
169A4000312YXA1A Y0D (4 zitplaatsen)
312YXA1A Y0E (5 zitplaatsen)
1.2 8V 69 pk
(***)
169A4000312YXA1A Y0F (4 zitplaatsen)
312YXA1A Y0G (5 zitplaatsen)
1.3 16v MultiJet199B1000312YXE1A Y2 (4 zitplaatsen)
312YXE1A Y2B (5 zitplaatsen)
(*) Versies met lange overbrengingsverhoudingen
(**) Versies met korte overbrengingsverhoudingen en Start&Stop
(***) Versies met korte overbrengingsverhoudingen zonder Start&Stop
Page 261 of 307

BRANDSTOFVERBRUIKDe gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van
de typegoedkeuringstests in overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.
Het brandstofverbruik is volgens onderstaande procedures gemeten:
❒stadscyclus: koude start gevolgd door een gesimuleerde testrit in stadsverkeer;
❒cyclus op buitenwegen: frequent accelereren in alle versnellingen, waarbij een testrit op buitenwegen
wordt gesimuleerd: de snelheid varieert tussen 0 en 120 km/h;
❒gecombineerd brandstofverbruik: hierbij telt de waarde van de stadscyclus voor 37% en de cyclus op
buitenwegen voor 63% mee.
BELANGRIJK Het type route, verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de
auto, uitrustingsniveau/accessoires, gebruik van de airconditioning, lading van de auto, imperiaal op
het dak en andere situaties die de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers
dan de hier vermelde cijfers.
257WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)Versies Stadsverkeer Buitenwegen Gecombineerd
0.9 TwinAir 85 pk5.0 3.8 4.2
1.2 8V 69 pk
(*)
6,4 4,1 4,9
1.2 8V 69 pk
(**)
6,4 4,3 5,1
1.2 8V 69 pk
(***)
6.7 4.3 5.2
1.3 16V MultiJet4.7 3.2 3.8
(*) Versies met lange overbrengingsverhoudingen (voor bepaalde versies/markten)
(**) Versies met korte overbrengingsverhoudingen en Start&Stop (voor bepaalde versies/markten)
(***) Versies met korte overbrengingsverhoudingen zonder Start&Stop (voor bepaalde versies/markten)BELANGRIJK Het brandstofverbruik wordt pas regelmatiger als de eerste 3000 km zijn gereden.
Page 262 of 307

CO
2-EMISSIE
De CO
2-emissieniveaus in de volgende tabellen hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.
258WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Versies CO
2-emissie volgens huidige Europese richtlijn (g/km).
0.9 TwinAir 85 pk99
1.2 8V 69 pk
(*)
115
1.2 8V 69 pk
(**)
118
1.2 8V 69 pk
(***)
120
1.3 16v MultiJet99
(*)Versies met lange overbrengingsverhoudingen (voor bepaalde versies/markten)
(**)Versies met korte overbrengingsverhoudingen en Start&Stop (voor bepaalde versies/markten)
(***) Versies met korte overbrengingsverhoudingen zonder Start&Stop (voor bepaalde versies/markten)
Page 285 of 307

Met functie Speech volume niet aanwezig in het
Menu
Wanneer er een telefoonoproep ontvangen wordt,
wordt het geluid overgezet op het audiosysteem van
de auto via de radio.
Het geluid van het inkomende telefoontje heeft altijd
een vast volume, maar dit kan tijdens het gesprek
aangepast worden met de toets/knop
ON/OFF.
Als tijdens het gebruik vanBlue&Me™ het
volumeniveau wordt gewijzigd, wordt dit op het
radiodisplay weergegeven en opgeslagen en voor alle
volgende gesprekken behouden tot de motor wordt
afgezet.
Bij ingeschakelde RADIO ON VOLUME functie,
wanneer de motor opnieuw wordt gestart:
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume
vanBlue&Me™ lager dan 12, wordt het volume
vanBlue&Me™ automatisch voor het volgende
telefoongesprek ingesteld op 12;
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume
vanBlue&Me™ hoger dan 25 , wordt het volume
vanBlue&Me™ automatisch voor het volgende
telefoongesprek ingesteld op 25;
❒als de radio werd uitgeschakeld met een volume
vanBlue&Me™ tussen 12 en 2 , zal het volume
vanBlue&Me™ voor het volgende
telefoongesprek het volume zijn dat eerder door de
gebruiker werd ingesteld.
Als, daarentegen, de RADIO ON VOLUME functie
uitgeschakeld is, behoudt de radio de laatste
instelling.AUX OFFSET functie
(afstelling volume van draagbaar apparaat op
dat van de andere bronnen)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het volume van de AUX-bron,
afhankelijk van het aangesloten apparaat, afgesteld
worden op dat van de andere bronnen.
Om de functie in te schakelen o de MENU-toets
drukken en “AUX offset” kiezen.
Druk op de
of
toets om het volume te verhogen
of verlagen (ingesteld van–6tot+6).
RADIO OFF functie
(in- en uitschakelwijze)
Deze functie wordt gebruikt om de uitschakelwijze
van de radio op een of twee verschillende manieren
in te stellen. Gebruik de
of
toets om de functie
in te schakelen.
De gekozen manier verschijnt op het display:
❒"00 MIN": uitschakeling is afhankelijk van de
contactsleutel; de radio schakelt automatisch uit
zodra de contactsleutel naar de STOP-stand wordt
gedraaid;
❒"20 MIN": uitschakeling is niet afhankelijk van de
contactsleutel; de radio blijft gedurende een
periode van maximaal 20 minuten nadat de
contactsleutel naar de STOP-stand is gedraaid,
ingeschakeld;
281
AUTORADIO
5
Page 288 of 307

De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2 of
"FMA"; de FMA-golfband is gereserveerd voor de
stations die automatisch met de Autostore-functie
worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de nummer 1 t/m 6 worden voor het
instellen van de volgende voorkeuzestations gebruikt:
❒18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op
FMT of "FMA") (bij sommige uitvoeringen);
❒12 op de MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2).
Kies voor het luisteren naar een voorkeuzestation, de
gewenste golfband en druk vervolgens kort op de
betreffende voorkeuzetoets (1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de voorkeuzetoets te
drukken, wordt het station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE STATION
De radio slaat automatisch het laatst gekozen station
op elke golfband op, waarop wordt afgestemd
wanneer de radio wordt ingeschakeld of wanneer van
golfband wordt gewisseld.AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kortstondig op de
of
toets om automatisch
te zoeken naar het volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken. Wanneer de
toets wordt losgelaten, zal de tuner stoppen bij het
eerstvolgende station dat ontvangen kan worden.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is
ingeschakeld, zal de tuner alleen naar stations
zoeken die verkeersinformatie en -berichten
uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMING
Op deze manier kunnen de stations handmatig op de
geselecteerde golfband gezocht worden.
Kies de gewenste golfband en druk vervolgens
herhaaldelijk kort op de of
toets om het zoeken in
de gekozen richting te starten.
Als de of
toets langer ingedrukt wordt gehouden,
dan start het snel zoeken. Dit stopt wanneer de toets
wordt losgelaten.
AUTOSTORE FUNCTIE
(automatische opslag stations)
Houd, voor het inschakelen van de Autostore-functie,
de FM AS-toets ingedrukt totdat een geluidssignaal
wordt gehoord. Met deze functie slaat de radio
automatisch de 6 stations met het in afnemende
volgorde sterkste signaal op de FMA-golfband op.
Tijdens het automatische opslagproces, knippert het
opschrift "Autostore" op het display.
284
AUTORADIO
Page 304 of 307

SBR systeem....................... 123
Schemersensor ..................... 50
Schuifdak............................. 68
Setup-menu ......................... 10
Slepen van de auto.............. 208
Sleutel met
afstandsbediening
(batterij vervangen) ............ 26
Sleutels
– batterij
afstandsbediening
vervangen ........................ 26
– extra
afstandsbedieningen
aanvragen ........................ 26
– sleutel met
afstandsbediening ............ 25
– sleutel zonder
afstandsbediening ............ 24
Smeermiddelen
(specificaties) .................... 254
Sneeuwkettingen................. 155
Snelheidsmeter .................... 5-6
Starten en rijden ................. 146
Start&Stop systeem .............. 90
Stopcontact .......................... 66
Stuurinrichting ................... 242Stuurslot .............................. 29
Stuurwiel ............................. 33
Tankcapaciteit ................... 115
Tanken ........................ 114-115
Technische gegevens ........... 236
Toerenteller .......................... 6
Topsnelheid ........................ 250
Transmissie ......................... 240
Trip Computer
– Trip Computer ................. 19
– Trip Computer
parameters ...................... 20
– TRIP knop....................... 22Universeel Isofix
kinderzitje......................... 138"Universeel" kinderzitje
monteren .......................... 131Universele Isofix
(kinderzitje) ...................... 136Veiligheid ........................... 121
– Isofix kinderzitje
(montage) ...................... 136
– veiligheidsgordels ........... 121
– veilig kinderen
vervoeren ....................... 130Veiligheidsgordels
– gebruik van de
veiligheidsgordels ........... 121
– gordelspanners ............... 126
– krachtbegrenzers ............ 127
– onderhoud ...................... 129
– SBR systeem ................... 123
Veilig kinderen vervoeren.... 130
– Inbouwvoorbereiding
voor "Isofix" kinderzitje . 136
– kinderzitjes..................... 138
– Veilig kinderen
vervoeren ....................... 130
Velgbescherming ................. 248
Velgen
– afmetingen ..................... 244
– de velgmaat lezen ........... 244
– Velgbescherming ............ 248
– wielen en banden............ 226
Versnellingsbak (gebruik
van) .................................. 1
Vloeistoffen en
smeermiddelen
(specificaties) .................... 254
300WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
50
– tabel tanken en
bijvullen .......................... 252 Vulinhouden