ESP Lancia Ypsilon 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2014Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 5 of 307

Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten waarderen.
Wij raden aan het meteen door te lezen voordat u voor de eerste keer gaat rijden.
Het bevat belangrijke informatie, tips en aanwijzingen voor het gebruik van de auto die u zullen helpen de
technische eigenschappen van uw LANCIA volledig te benutten. Dit boekje geeft tevens een beschrijving van de
speciale kenmerken, essentiële informatie over het correcte onderhoud van uw LANCIA, alsmede tips voor veilig
rijden.
Lees aandachtig de waarschuwingen en aanwijzingen voorafgegaan door de volgende symbolen:
veiligheid van de inzittenden;conditie van de auto;milieubescherming.
Het bijgevoegde garantieboekje geeft een opsomming van de diensten die LANCIA aan haar klanten biedt:
❒het garantiecertificaat met termen en voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden;
❒een serie aanvullende diensten die voor LANCIA klanten beschikbaar zijn.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en
de service van de mensen bij LANCIA zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst .. en goede reis!Dit instructieboekje beschrijft alle versies van de LANCIA Ypsilon. Derhalve dient
uitsluitend de informatie in beschouwing te worden genomen die betrekking heeft
op het uitrustingsniveau, de motor en de versie die u gekocht hebt. De gegevens in
deze publicatie zijn slechts indicatief. Fiat Group Automobiles kan op elk moment
de in deze publicatie beschreven specificaties van het automodel om technische of
commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
Page 12 of 307

"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display
getoond fig. 6 :ATijdBDatum of weergave dagteller in kilometers (of
mijlen)CGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/
markten)D
Aanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde
versies/markten)
EKilometerteller (weergave totaalstand aantal
gereden kilometers/mijlen)FStand hoogteregeling koplampen (alleen bij
ingeschakeld dimlicht)G
Buitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
H
Aanwijzingen autotoestand (bijv. open
portieren, eventuele ijsvorming op de weg, etc.)
Bij sommige versies toont de display de
turbinedruk.
GEAR SHIFT INDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert de
bestuurder een andere versnelling in te schakelen
via een speciale melding op het
instrumentenpaneel fig. 7.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd
dat een andere versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op
de display wordt getoond, geeft de GSI het advies
om een hogere versnelling in te schakelen, terwijl
wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd
een lagere versnelling in te schakelen.
fig. 6
L0F1007
fig. 7
L0F1010
8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 20 of 307

Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de eenheden worden
ingesteld via drie submenu’s: “Afstanden”,
“Verbruik” en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de meeteenheid in te
stellen:
❒druk kortstondig op
om de drie submenu's
weer te geven;
❒druk op de knopof
om de submenu's te
doorlopen;
❒druk na de submenu te hebben geselecteerd
kortstondig op de knop
;
❒wanneer het submenu “Afstanden” wordt
gekozen, druk kortstondig op de knop
om
“km” of “mi” op de display weer te geven,
in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op
of
om te selecteren;
❒wanneer het submenu “Verbruik ” wordt
gekozen, druk kortstondig op de knop
om
“km/l”, “l/100km” of “mpg” op de display
weer te geven, in functie van wat eerder is
ingesteld;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in km/l of l/100km op de
display weergegeven. Wanneer “mi” is ingesteld,
wordt het brandstofverbruik in “mpg" op de
display weergegeven.
❒druk op
of
om te selecteren;
❒wanneer het submenu “Temperatuur” wordt
gekozen, druk kortstondig op de knop
om"°C" of "°F" op de display weer te geven, in
functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op
of
om te selecteren;
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd,
druk kortstondig op de knop
om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het hoofdmenu
zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de knop
om terug
te keren naar het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in de
volgende talen worden weergegeven: Italiano,
English, Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Polski. Türkçe en Brasilian.
Ga als volgt te werk om de gewenste taal in te
stellen:
❒druk kortstondig op de knop
: op de display
begint de vorige taalinstelling te knipperen;
❒druk op
of
om te selecteren;
❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
16
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 88 of 307

BELANGRIJK
Verdeel de lading gelijkmatig en houd
bij het rijden rekening met een
verhoogde zijwindgevoeligheid.De wettelijke voorschriften betreffende
de maximale afmetingen moeten altijd
worden gerespecteerd.
KOPLAMPENLICHTBUNDEL AFSTELLEN
Een goede afstelling van de koplampen is
belangrijk voor het comfort en de veiligheid van
de bestuurder en alle overige weggebruikers.
Dit wordt bovendien geregeld door specifieke
voorschriften van de wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten juist gericht zijn om de
beste zichtcondities aan alle bestuurders te
garanderen, terwijl met ingeschakelde koplampen
wordt gereden.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
voor controle en eventuele afstelling.
Controleer de afstelling van de koplampen telkens
als het gewicht of de verdeling van de lading
verandert.
BELANGRIJK Als de (Xenon) koplampen met
gasontlading (voor bepaalde versies/markten) zijn
ingeschakeld, is het normaal dat de parabolen en
de lichtbundel circa 2 seconden verticaal bewegen
totdat de correcte hoogte van de koplampen is
gestabiliseerd.
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 93 of 307

Inschakeling/uitschakeling van het ASR
system
Het ASR wordt automatisch ingeschakeld bij het
starten van de motor.
Tijdens het rijden kan het ASR uitgeschakeld en
nadien weer ingeschakeld worden door op de knop
ASR OFF te drukkenfig. 70.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld,
verschijnt er bij sommige versies een melding op
de display. Wanneer het systeem niet actief is, gaat
de led op de knop ASR OFF branden en
verschijnt er bij sommige versies een melding op
de display.
Wanneer het ASR tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld, schakelt het automatisch weer in
bij de volgende start van de motor.Wanneer met sneeuwkettingen wordt gereden, kan
het handig zijn om het ASR uit te schakelen:
onder deze omstandigheden levert het doorslippen
van de tractiewielen bij het wegrijden immers
meer trekkracht op.
BELANGRIJK
Voor een goede werking van de ESC-
en ASR-systemen is het van groot
belang de banden van alle wielen van
hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze
in perfecte conditie zijn.
BELANGRIJK
Het ESP blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparend
reservewiel wordt gereden. Houd steeds
rekening met het feit dat het
ruimtebesparend reservewiel kleiner is dan
een normale band waardoor de grip lager is.
fig. 70
L0F0040
89WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 97 of 307

"ENERGY SAVING" FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten)
Als de bestuurder, na een automatische start van
de motor, gedurende 3 minuten geen enkele
handeling uitvoert, dan schakelt het Start&Stop-
systeem de motor definitief uit om brandstof te
kunnen besparen. In dergelijke gevallen kan men
de motor alleen herstarten m.b.v. de
contactsleutel.
OpmerkingDe motor kan in elk geval draaiende
worden gehouden door het Start&Stop-systeem uit
te schakelen.
ONREGELMATIGE WERKING
Indien zich een storing voordoet, wordt het
Start&Stopsysteem uitgeschakeld.
Versies met multifunctioneel display: het
lampje gaat branden en er verschijnt een
melding op de display wanneer een storing in het
Start&Stop systeem optreedt.
Versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display: het
pictogram gaat
branden en er verschijnt een melding op de
display wanneer een storing in het Start&Stop
systeem optreedt.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als een storing in het Start&Stop systeem optreedt.LANGDURIGE STILSTAND VAN DE AUTO
Bij langdurige stilstand van de auto, moet men
bijzonder opletten dat de stroomvoorziening van
de accu wordt onderbroken.
Ga als volgt te werk: koppel de stekker A fig. 72
(druk op knop B) van de accusensor C op de
minklem D van de accu los. Koppel deze sensor
nooit van de accu los, behalve bij vervanging van
de accu.
BELANGRIJK
Raadpleeg steeds het Lancia
Servicenetwerk alvorens de accu te
vervangen. Vervang de accu door een
exemplaar van hetzelfde type (HEAVY
DUTY) en met identieke specificaties.
fig. 72
L0F0083
93WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 103 of 307

MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMENMONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na
aanschaf van de auto door de aftersales-service
worden gemonteerd, moeten van het merkteken
zijn voorzien (zie fig. 78).
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage van
zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat
deze door een gespecialiseerd bedrijf op
vakkundige wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen
waarbij de kenmerken van de auto worden
gewijzigd, kan het kentekenbewijs door
de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit
kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door
voornoemde wijziging of die direct of indirect
hierop terug te voeren zijn.FIAT S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor
schade die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Auto S.p.A. zijn
geleverd of aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders,
radioamateurs e.d.) mag alleen in de auto worden
gebruikt met een aparte antenne die aan de
buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze apparaten in
de auto (zonder buitenantenne) kan storingen in
de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Dit kan de veiligheid van de auto in gevaar
brengen en een potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwaliteit
beperkt worden door het afschermingseffect van
de carrosserie. Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met
het officiële EU-keurmerk, wordt verwezen naar
de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van
de mobiele telefoon.
fig. 78
DISPOSITIVI-ELETTRONICI
99WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 112 of 307

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
❒De uiteindelijke verantwoordelijkheid tijdens
het parkeren ligt altijd bij de bestuurder.
Controleer tijdens deze manoeuvres altijd of er
geen mensen, dieren of voorwerpen in het
manoeuvregebied aanwezig zijn. Het Magic
Parking systeem is (net zoals de
parkeersensoren) ontworpen om de bestuurder
te assisteren, die echter nooit zijn aandacht mag
laten verslappen tijdens potentieel gevaarlijke
manoeuvres, ook al worden ze op lage snelheid
verricht.
❒Als de sensoren schokken ondergaan die hun
positie wijzigen, kan de werking van het
systeem op ernstige wijze verslechteren.
❒Als de sensoren vuil of bedekt zijn met sneeuw,
ijs of modder of overgespoten zijn ten opzichte
van de originele toestand, kan de werking
van het systeem op ernstige wijze verslechteren.
Voor een correcte werking van het systeem is
het van essentieel belang dat de sensoren altijd
schoon zijn. Zorg er tijdens het reinigen voor
dat ze niet gekrast of beschadigd worden;
vermijd het gebruik van droge, harde of ruwe
doeken. De sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. In wastunnels met
stoomreinigers/hogedrukreinigers moeten de
sensoren snel gewassen worden door de
spuitmond op minstens 10 cm van de sensoren
te houden.❒Bronnen van ultrasoongeluid (bijv.
pneumatische remmen van vrachtwagens of
pneumatische hamers) kunnen de
sensorwerking op negatieve manier beïnvloeden.
❒De sensoren kunnen een onbestaand voorwerp
(echogeluid) wegens mechanische geluiden
detecteren, bijvoorbeeld tijdens het wassen van
de auto, in geval van regen, sterke wind, hagel.
❒Het kan voorkomen dat de sensoren voorwerpen
van een bijzondere vorm of gemaakt van
bijzondere materialen (zeer dunne palen,
aanhangerdissels, panelen, netten, struiken,
wegversperringen, vuilnisbakken, motorfietsen,
etc.) niet detecteren. Controleer altijd zorgvuldig
of de auto en zijn baan werkelijk
overeenstemmen met de door het systeem
gevonden parkeerruimte.
❒Het gebruik van (een of meer) banden of wielen
van een andere maat dan die aanwezig was op
het moment dat de auto werd gekocht, kan
de werking van het systeem beïnvloeden.
❒Als de accu is losgekoppeld of bijna leeg is, is
het Magic Parking systeem pas beschikbaar
nadat de auto enkele honderden meters een
niet-rechtlijnige route heeft afgelegd (om het
systeem te initialiseren).
❒Als een aanhanger aanwezig is (met correct
ingebrachte stekker), wordt het Magic Parking
systeem automatisch uitgeschakeld.
108WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 122 of 307

Tanken in noodgeval (alleen voor versies met
"Smart Fuel" systeem)
Ga voor het tanken als volgt te werk als er geen
brandstof in de tank meer is of als het
brandstofcircuit volledig leeg is:❒open de achterklep en neem de adapter B uit de
gereedschapshouder (versies met
ruimtebesparend reservewiel - voor bepaalde
versies/markten) fig. 89 of uit de Fix&Go
Automatic kit (versies met Fix&Go Automatic)
fig. 90;
❒trek aan de tankklep A om hem te openen;
❒steek de adapter B in de vulopening zoals
aangegeven in fig. 91 en tank;
❒verwijder de adapter na het tanken en sluit de
klep;
❒doe de adapter terug in de doos en zet hem
terug in de achterklep.
fig. 89
L0F0242
fig. 90
L0F0241
fig. 91
L0F0086
118WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 125 of 307

VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELSGEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordel moet omgelegd worden
terwijl men goed rechtop, met de rug tegen de
rugleuning zit.
Pak, om de gordel om te leggen, de gesp A fig. 92
en steek deze in de sluiting B, totdat de klik van
het vergrendelen wordt gehoord. Als tijdens het
uittrekken de gordel blijft blokkeren, laat hem dan
een stukje teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.Druk, om de gordel los te maken, op de knop C.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen met
de hand, zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich automatisch
aan het lichaam van de passagier aan, waarbij
voldoende bewegingsvrijheid wordt gelaten.
BELANGRIJK
Druk tijdens het rijden nooit op de
knop C fig. 92.
De oprolautomaat kan blokkeren als de auto op
een steile helling staat: dit is volkomen normaal.
Bovendien blokkeert de oprolautomaat als de
gordel snel word uitgetrokken of bij hard remmen,
botsingen en bij bochten die op hoge snelheid
worden genomen.
fig. 92
L0F0059
121WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER