reset Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2015, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2015Pages: 319, PDF Size: 9.88 MB
Page 23 of 319

BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de onderhoudsbeurten
van de auto op vaste intervallen vermeld, die
hoofdstuk "Onderhoud en zorg". Dit wordt
automatisch weergegeven, met de contactsleutel
op MAR, 2000 km (of het equivalent in mijlen)
vóór de onderhoudsbeurt of, indien aanwezig, 30
dagen vóór de onderhoudsbeurt. Het wordt ook
weergegeven wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde versies/markten, om de
200 km (of het equivalent in mijlen). Onder deze
drempel wordt dit bericht met kortere intervallen
weergegeven. Op het display wordt het
onderhoudsinterval in kilometers of mijlen
weergegeven, afhankelijk van wat is ingesteld.
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt het woord "Service" op het display,
gevolgd door het aantal resterende
kilometers/mijlen of het aantal resterende dagen
(indien aanwezig). Neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk om de werkzaamheden van
het "Geprogrammeerd onderhoudsschema" te
laten uitvoeren en het bericht te resetten.
Wanneer het interval voor de onderhoudsbeurt is
vervallen en daarna voor ongeveer 1000 km/600
mijl of 30 dagen, wordt een melding hierover
weergegeven.Airbag/Airbag passagier
(In-/uitschakeling airbags aan
passagierszijde: frontairbag en zijairbag voor
bescherming van bekken, borst en schouders -
voor bepaalde versies/markten)
Deze functie zorgt voor de in-/uitschakeling van
de airbags aan de passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop
en, nadat de melding "Bag
pass: Off) (om uit te schakelen) of de melding
(Bag pass: On) (voor het inschakelen) op de
display is verschenen door het indrukken van de
knop
en, druk nogmaals op de knop;
❒op de display verschijnt een
bevestigingsmelding;
❒druk op de knoppen
ofom "Ja" te
selecteren (om het inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te annuleren);
❒druk kortstondig op de knop
: er verschijnt
een bevestigingsmelding van de gekozen
instelling en er wordt teruggekeerd naar het
menuscherm. Druk kortstondig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm zonder
op te slaan.
19
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 24 of 319

Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kan de dagverlichting worden
in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk kort op de toets
om een submenu weer
te geven;
❒druk kortstondig op de knop
om "On" of
"Off" op de display te doen knipperen in functie
van wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom te selecteren;
❒druk kortstondig op de knop
om terug te
keren naar het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
❒houd de toets
nogmaals ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm of het
hoofdmenu afhankelijk waar u zich in het menu
bevindt.
Menu afsluiten
Deze functie zorgt voor het afsluiten van de
menu-instellingen.
Druk kort op de knop
om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Druk op de
knop om terug te keren naar de
eerste menuoptie (Piep snelheid).
TRIP COMPUTER
ALGEMENE INFORMATIE
De Trip computer geeft informatie over de
werking van het voertuig weer op het display,
wanneer de contactsleutel in stand de MAR staat.
Met deze functie kunnen twee afzonderlijke reizen
worden aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen" van de auto
worden bewaakt. Beide functies werken
onafhankelijk van elkaar.
Beide reizen kunnen gereset worden (reset – begin
van een nieuwe rit).
“Trip A” geeft informatie over:
❒Buitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
❒Bereik
❒Afgelegde afstand A
❒Gemiddeld verbruik A
❒Huidig verbruik
❒Gemiddelde snelheid A
❒Reistijd. A (rijtijd).
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
❒Gemiddeld verbruik B
❒Gemiddelde snelheid B
❒Reistijd B.
20
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 25 of 319

Opmerking“Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie “Trip B inschakelen”). De parameters
“Bereik” en “Huidig verbruik" kan niet worden
gereset.
WEERGEGEVEN WAARDEN
Buitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
Geeft de temperatuur buiten het interieur aan.
Bereik
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan
worden met de brandstof die in de tank aanwezig
is. Op de display verschijnt de melding “----”
als:
❒het bereik kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
❒de auto lang stilstaat met een draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren in functie
van verschillende factoren: de rijstijl, het type
route (snelweg, stadsverkeer, bergwegen, etc…),
en de gebruiksomstandigheden van de auto
(beladingstoestand, bandenspanning, etc…). Bij
de programmering van een reis dient men
rekening te houden met deze factoren.Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft afgelegd
sinds het begin van een nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik van de
auto weer sinds het begin van een nieuwe reis.
Huidig verbruik
Dit geeft het brandstofverbruik weer. Deze waarde
wordt continu bijgewerkt. Als de auto stilstaat
met draaiende motor verschijnt de melding “- - -
-” op de display.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer in functie van
de totale tijd die is verlopen sinds het begin van de
reis.
Reistijd
Geeft de tijd weer die is verlopen sinds het begin
van een nieuwe reis.
BELANGRIJK Wanneer er geen informatie is,
verschijnen streepjes "----" i.p.v. waarden op het
display van de Trip computer. Wanneer de
normale bedrijfstoestand is hersteld, begint de
berekening van de verschillende eenheden weer
opnieuw. De waarden die voor de storing werden
weergegeven worden niet gereset en evenmin
wordt er een nieuwe reis gestart.
21
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 27 of 319

TRIP KNOP
Deze knop bevindt zich op de rechterhendel
fig. 11. Wanneer de contactsleutel in de stand
MAR staat, kan met deze knop toegang worden
verkregen tot de hiervoor beschreven parameters
en kunnen de gegevens worden gereset om een
nieuwe reis te beginnen:
❒kort indrukken: weergave van de verschillende
gegevens;
❒lang indrukken: reset de gegevens en start een
nieuwe reis.
Nieuwe reis
Begint na een:
❒“handmatige” reset vanwege de gebruiker door
de betreffende knop in te drukken;❒“automatische” reset wanneer de “Afgelegde
afstand“ de waarde 99999,9 km bereikt of
wanneer de "Reistijd“ de waarde 999:59 bereikt
(999 uur en 59 minuten);
❒nadat de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt gereset
wanneer de parameters van “Trip A” of “Trip B”
worden weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van de betreffende functie gereset.
Werkwijze voor aanvang van een nieuwe reis
Houd de knop TRIP langer dan 2 seconden
ingedrukt wanneer de sleutel in de stand MAR
staat om te resetten.
Trip verlaten
De TRIP functie wordt automatisch verlaten,
nadat alle parameters zijn weergegeven of
wanneer de knop
langer dan 1 seconde wordt
ingedrukt.
fig. 11L0F0079
23
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 49 of 319

Wanneer de compressor is uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de luchtrecirculatie uit om
te voorkomen dat de ruiten beslaan;
❒is het niet mogelijk om lucht naar het interieur
te voeren met een lagere temperatuur dan de
buitentemperatuur (de temperatuur aangegeven
op de display gaat knipperen als het systeem
niet de verlangde comfortsituatie kan
garanderen);
❒kan de ventilatorsnelheid handmatig gereset
worden (bij ingeschakelde compressor kan
de ventilatie niet onder een staafje op de display
zakken).Knop D- Interne luchtrecirculatie
aan/uit
Men adviseert de interne luchtrecirculatie in te
schakelen in de file of in tunnels, om te
voorkomen dat vervuilde lucht in het interieur
komt.
Bij lage temperaturen of als de compressor uit is,
wordt de recirculatie uitgezet om beslagen ruiten
te voorkomen.
BELANGRIJK Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij lage
buitentemperaturen, aangezien de ruiten sneller
kunnen beslaan.
45
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 181 of 319

ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN (0.9 TwinAir 85 pk versies)
De inschakeling/uitschakeling van de ECO functie
door het indrukken van de betreffende knop (zie
de paragraaf "Bedieningselementen" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto")
is aangegeven met een melding op de display.SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
177
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 277 of 319

INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................275
TIPS ......................................................................275
TECHNISCHE GEGEVENS .................................277
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............277
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..277
SNELGIDS ..............................................................278
Algemene functies ..................................................279
Radiofuncties .........................................................280
CD-functies ............................................................280
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......281
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............282
INLEIDING .............................................................284
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................285
INSCHAKELING AUTORADIO .............................285
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................285
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................286
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................286
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................286
VOLUMEREGELING ............................................286
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................286
GELUIDSINSTELLINGEN....................................287
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................287
BALANSREGELING..............................................287
FADERREGELING ................................................288
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................288
EQ-FUNCTIE .......................................................288
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................289
MENU....................................................................289
AF SWITCHING functie .......................................290
TRAFFIC INFORMATION functie .........................291REGIONAL MODE functie ...................................292
MP3 DISPLAY functie ...........................................292
SPEED VOLUME functie .....................................292
RADIO ON VOLUME functie ................................293
TELEFOON...........................................................293
AUX OFFSET functie ...........................................294
RADIO OFF functie ..............................................294
SYSTEM RESET functie ........................................295
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .295
DIEFSTALBEVEILIGING......................................295
RADIO (TUNER) .....................................................297
INLEIDING ...........................................................297
KEUZE GOLFBAND .............................................297
VOORKEUZETOETSEN .......................................297
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................297
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................298
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................298
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................298
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................299
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........299
STEREO-UITZENDINGEN ...................................299
CD-SPELER ............................................................300
INLEIDING ...........................................................300
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................300
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............300
DISPLAY-INFORMATIE ........................................301
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........301
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................301
PAUZE-FUNCTIE .................................................301
273
AUTORADIO
Page 284 of 319

Radiofuncties
Toets Functies Methode
Radiostation zoeken:
- Automatisch zoeken
- Handmatig zoekenAutomatisch zoeken:
oftoets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
Handmatig zoeken:
oftoets indrukken
(langer ingedrukt houden voor snel
vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen langer
ingedrukt houden
Opgeslagen radiostation oproepenToetsen 1 t/m 6 voor preset/geheugen kort
indrukken
CD-functies
Toets Functies Methode
CD uitwerpen Toets kort indrukken
Vorige/volgende nummer weergevenoftoets kort indrukken
CD-nummer snel vooruit-/terugspoelen
oftoets langer ingedrukt houden
Vorige/volgende map weergeven (bij CD-
MP3)oftoets kort indrukken
280
AUTORADIO
Page 290 of 319

RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS
toets te drukken, kunnen achter elkaar de
volgende audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets
te drukken, kunnen achter elkaar de volgende
audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER ("MW1", "MW2").
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken,
kan de CD-functie gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt
gekozen, terwijl naar een CD wordt geluisterd, dan
wordt de weergave onderbroken en weer vanuit
hetzelfde punt hervat als naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar
de radio wordt geluisterd, dan wordt afgestemd op
het laatst gekozen station als weer naar de radio
wordt teruggekeerd.VOLUMEREGELING
Draai de
(ON/OFF) toets/knop om het volume
te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het
uitzenden van verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd tot het einde
van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(reset van volume)
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie
uit te schakelen. Het volume wordt geleidelijk
verhoogd tot het eerder ingestelde niveau.
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de
hiervoor bestemde toetsen, dan wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume ingesteld op
het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze
genegeerd wanneer verkeersinformatie
binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een noodbericht wordt ontvangen. De functie
wordt weer ingeschakeld wanneer het bericht
beëindigd is.
286
AUTORADIO
Page 294 of 319

❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen)(voor bepaalde versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de
Menufunctie uit te schakelen.
BELANGRIJK De instellingen AF SWITCHING,
TRAFFIC INFORMATION en REGIONAL MODE
zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren
werken in het RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve
frequenties ingeschakeld (de letters "AF"
verschijnen op het display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve
frequenties niet ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching
On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te
schakelen.Bij ingeschakelde functie, stemt de radio
automatisch af op het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens
het rijden kan men naar hetzelfde station blijven
luisteren zonder dat op een andere frequentie
afgestemd hoeft te worden als men in een ander
gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station
ontvangen kunnen worden in het gebied waardoor
men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan
het afgestemde station niet meer ontvangen, dan
activeert de radio het automatische zoeken en
verschijnt het bericht "FM Search" op het display
(alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de
resterende RDS-functies, zoals de weergave van de
naam van het station, altijd actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden
geactiveerd worden.
290
AUTORADIO