ABS Lancia Ypsilon 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2016, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2016Pages: 208, PDF Size: 5.44 MB
Page 38 of 208

BELANGRIJK
14)De auto is uitgerust met een gasvormig
LPG inspuitsysteem dat speciaal
ontworpen is voor deze auto: daarom is
het absoluut verboden de configuratie van
het systeem of de componenten ervan
te wijzigen. Het gebruik van andere
componenten of materialen zou kunnen
leiden tot slechte werking en verminderde
veiligheid. Als u problemen ondervindt,
ga dan naar een Lancia dealer. Wanneer
het voertuig gesleept of opgekrikt wordt,
de aanwijzingen in het instructieboek in
paragraaf "Slepen van het voertuig"
opvolgen om beschadigingen aan de
onderdelen van het gassysteem te
voorkomen.
15)Bij gebruik van een lakoven moet de
LPG-tank uit de auto verwijderd worden en
later weer zorgvuldig worden gemonteerd
bij een Lancia dealer. Alhoewel het
LPG-systeem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als
het voertuig lange tijd niet gebruikt wordt of
als het voertuig verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval: schroef
de bevestigingen A fig. 35los, verwijder
het deksel B. Sluit de LPG-kraan door de
ringmoer C fig. 36 rechtsom te draaien. Zet
het deksel terug en draai de bevestigingen
weer vast.16)Het wordt geadviseerd zo nu en dan
(minstens één keer elke zes maanden), de
LPG in de tank volledig op te maken en
bij de volgende tankbeurt te controleren of
de maximuminhoud van 30,5 liter (inclusief
reserve) (met een tolerantie van 2 liter)
niet overschreden wordt. Als het niveau de
30,5 liter (inclusief reserve) overschrijdt,
neem dan onmiddellijk contact op met een
Lancia dealer.
17)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20°C en 100°C.
18)Als, tijdens de werking op LPG, het
LPG op raakt, schakelt het systeem
automatisch over op de werking
op benzine, dit wordt aangegeven door het
waarschuwingslampje
op het display.
19)Onafhankelijk van het laatst gebruikte
brandstoftoevoersysteem, zal het systeem
bij de volgende keer dat de motor gestart
wordt, na de aanvankelijke benzinefase,
automatisch overschakelen naar LPG.
20)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt kan er een metaalachtig geluid
van de kleppen gehoord worden als deze
het circuit onder druk zetten. Bij de
omschakellogica zoals hierboven
beschreven, is een vertraging tussen het
tikkende geluid van de kleppen en het
uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.21)In bijzondere gebruiksomstandigheden,
zoals starten en de werking op LPG met
een laag propaangehalte bij lage
buitentemperaturen, kan het systeem
tijdelijk omschakelen naar de werking op
benzine, zonder dat er op het display
een indicatie verschijnt of een lampje gaat
branden. Als het LPG-niveau in de tank
laag is of als er hoge prestaties gevraagd
worden (bijv. inhalen, volgeladen auto,
steile hellingen) kan het systeem
automatisch omschakelen naar de werking
op benzine om het vereiste
motorvermogen te garanderen; het
symbool
op het display gaat branden
om dit aan te geven. Als de
bovengenoemde omstandigheden niet
langer aanwezig zijn, keert het systeem
automatisch terug naar de werking op LPG
en gaat het symbool
uit. Om
bovenbeschreven automatische
omschakeling te verkrijgen, moet u zich
ervan verzekeren dat er altijd voldoende
brandstof in de benzinetank zit.
22)Het strikt verboden is om additieven in
LPG te gebruiken.
36
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 53 of 208

Waarschuwingslampje Wat het betekent
Verslechterde motorolie(alleen dieselversies met DPF)
Het waarschuwingslampje gaat knipperen en, voor bepaalde versies/markten, wordt er een speciale
bericht op het display weergegeven. Afhankelijk van de versies, kan het lampje als volgt knipperen:
gedurende 1 minuut om de twee uur of met cycli van 3 minuten met intervallen van gedoofd lampje
gedurende 5 seconden, totdat de olie wordt ververst. Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het
waarschuwingslampje, elke keer als de motor wordt gestart, op dezelfde manier knipperen tot de olie is
ververst. Bij sommige versies verschijnt ook een speciaal bericht op het display wanneer het lampje brandt.
Het knipperen van het lampje moet niet als een storing worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop
wijzen dat de motorolie moet worden ververst na een normaal gebruik van de auto. Vergeet niet dat
verslechtering van de motorolie wordt versneld door:
overwegend gebruik van het voertuig in de stad, waardoor het DPF-regeneratieproces vaker wordt
uitgevoerd;
gebruik van het voertuig voor korte ritten, waardoor de motor niet helemaal op bedrijfstemperatuur kan
komen;
herhaaldelijk onderbreken van het regeneratieproces, hetgeen wordt aangegeven door het aangaan van
het DPF-waarschuwingslampje.
38)29)
BELANGRIJK
38)Wanneer het lampje gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km nadat het lampje voor
het eerst gaat branden, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en de
garantie ongeldig maken. Vergeet niet dat het branden van dit lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor. Voeg dus absoluut
geen motorolie toe als het lampje begint te knipperen.
51
Page 56 of 208

Rode waarschuwingslampjes/symbolen
Waarschuwingslampje Wat het betekent
STORING ABS
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het waarschuwingslampje gaat branden (bij sommige versies verschijnen er een bericht en een symbool
op het display) als het systeem niet goed werkt. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
met uitsluiting van het ABS-systeem.
Rijd voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
PASSAGIERSAIRBAG/ZIJAIRBAGS UITGESCHAKELD
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de frontairbag en de zijairbag aan passagierszijde
worden uitgeschakeld.
Wanneer bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje
eerst enkele seconden continu branden en vervolgens enkele seconden
knipperen. Hierna zou het lampje moeten doven.
39)
BELANGRIJK
39)Een storing van hetlampje wordt aangegeven door het aangaan van hetlampje. Bovendien zorgt het airbagsysteem voor de
automatische uitschakeling van de airbags aan passagierszijde (frontairbag en zijairbags - voor bepaalde versies/markten). Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Lancia Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 72 of 208

ACTIEVE
VEILIGHEIDS-
SYSTEMEN
In de auto zijn de volgende actieve
veiligheidssystemen aanwezig:
ABS (antiblokkeersysteem van de
wielen);
EBD (elektronische
remkrachtverdeling);
MBA (Mechanische remassistent);
ESC (Electronic Stability Control)
(Elektronische Stabiliteitsregeling);
HH (Hill Holder);
ASR (Antislip Regulation)
(antislipregeling);
BA (Remassistent);
MSR (Motor Schleppmoment
Regelung -
motorremmomentregelsysteem);
Zie de volgende beschrijving van de
werking van deze systemen.
ABS (Anti-lock Braking
System)
Dit systeem, dat integraal deel uitmaakt
van het remsysteem, voorkomt het
blokkeren of slippen van een of
meerdere wielen op alle soorten
wegdek en ongeacht de kracht van de
remwerking, zodat het voertuig, zelfs
bij een noodstop, onder controle
gehouden kan worden.BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens
deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
Inwerkingtreding van het systeem
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS wordt ingeschakeld omdat er
een lichte trilling van het rempedaal
voelbaar is en het systeem iets meer
geluid maakt: dit geeft aan dat de
voertuigsnelheid moet worden
aangepast aan het type wegdek
waarop wordt gereden.
41) 42) 43) 44) 45) 46) 47) 48)
EBD-SYSTEEM
(Electronic Brakeforce
Distribution)
Het EBD-systeem zorgt voor de
verdeling van de remkracht tussen de
voor- en achterwielen.MBA (Mechanical brake
assist) SYSTEEM
Dit systeem (dat niet uitgeschakeld kan
worden) herkent eventuele noodstops
op basis van de snelheid waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt en levert
een extra hydraulische remdruk om
de door de bestuurder geleverd druk te
ondersteunen. Hierdoor kan het
remsysteem sneller en krachtiger
ingrijpen.
49)
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
Dit is een elektronisch systeem dat de
voertuigstabiliteit regelt als de wielen
hun grip verliezen, het helpt de juiste
koers te handhaven.
Het systeem herkent potentieel
gevaarlijke situaties voor de stabiliteit
van de auto en grijpt automatisch en op
gedifferentieerde manier in op de
remmen van de vier wielen door een
stabiliserend koppel te leveren.
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.
70
VEILIGHEID
Page 74 of 208

Het ASR-systeem in-/uitschakelen
Het ASR-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart.
Tijdens het rijden kan het ASR
uitgeschakeld en vervolgens weer
ingeschakeld worden door op de knop
ASR OFF fig. 47 te drukken.
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een speciaal bericht op het
display.
Wanneer het systeem niet actief is, gaat
de led op de knop ASR OFF branden
en verschijnt er bij sommige versies een
bericht op het display. Wanneer het
ASR tijdens het rijden wordt
uitgeschakeld, wordt automatisch weer
ingeschakeld wanneer de motor weer
gestart wordt.Wanneer met sneeuwkettingen wordt
gereden, kan het handig zijn om het
ASR uit te schakelen: onder deze
omstandigheden levert het doorslippen
van de aandrijfwielen bij het wegrijden
immers meer trekkracht op.
57) 58) 60) 60) 61) 62)
BA-SYSTEEM (Brake
Assist/Remassistent)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan
worden, herkent eventuele
noodremmanoeuvres (op basis van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt) en versnelt de reactie van
het remsysteem. Het Brake Assist
systeem wordt uitgeschakeld in geval
van storing van het ESC-systeem.
MSR-SYSTEEM (Motor
Schleppmoment
Regelung)
Dit systeem is een integraal onderdeel
van het ABS-systeem dat bij bruusk
terugschakelen ingrijpt door het
motorkoppel te regelen, zodat
overmatige aandrijving op de
aangedreven wielen wordt voorkomen,
wat vooral bij slechte gripcondities
tot verlies van stabiliteit van de auto kan
leiden.HBA-SYSTEEM
(Hydraulic Brake Assist)
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem.
Het HBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van de auto tijdens
noodremmen te verbeteren.
Het systeem detecteert het
noodremmen door de snelheid en de
kracht waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt te controleren en past
vervolgens de optimale remdruk toe. Dit
kan de remweg verkorten en dus vormt
het HBA-systeem een aanvulling op
het ABS.
Er wordt maximale assistentie van het
HBA-systeem verkregen als het
rempedaal zeer snel wordt ingetrapt;
tevens moet het rempedaal continu,
dus niet intermitterend, ingetrapt
worden tijdens het remmen, om
voordelen van het systeem te
verkrijgen.
Verminder niet de druk op het
rempedaal zolang geremd moet
worden.
Het HBA-systeem wordt uitgeschakeld
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten.
63) 64) 65) 66)
47L0F0040C
72
VEILIGHEID
Page 75 of 208

BELANGRIJK
41)Het ABS benut zoveel mogelijk de
beschikbare grip maar kan hem niet
verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op
gladde weggedeelten en neem geen
onnodige risico’s.
42)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,
is een trilling van het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de conditie van het wegdek.
43)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de
grip van de banden op het wegdek
beperkt. Minder dus snelheid om deze aan
de beschikbare grip aan te passen.
44)Het ABS kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
45)Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken
wegens overmatige snelheid in bochten,
rijden op wegdek met weinig grip of
aquaplaning.
46)De capaciteiten van het ABS mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
47)Voor een goede werking van het ABS
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.48)Ook als het noodreservewiel (daar waar
aanwezig) wordt gebruikt, blijft het ABS
werken. Onthoud altijd dat het
noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
49)Bij de inwerkingtreding van de
Mechanical Brake Assist kan geluid
hoorbaar zijn. Dit is een normaal
verschijnsel. Houd in elk geval het
rempedaal goed ingetrapt.
50)Voor de goede werking van het
ESC-systeem moeten de banden van alle
wielen van hetzelfde merk zijn, in perfecte
conditie verkeren en vooral van het
voorgeschreven type en maat zijn.
51)Het ESC blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparende
reservewiel wordt gereden. Onthoud altijd
dat het noodreservewiel kleiner is dan
een normale band, waardoor het minder
grip levert.
52)Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is het
voertuig voorzien van het ESC-systeem.
Uw rijstijl moet altijd aangepast zijn aan de
conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
53)Het ESC kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
54)Het ESC-systeem kan geen
ongelukken voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig
grip of aquaplaning.55)De capaciteiten van het ESC-systeem
mogen nooit op onverantwoorde en
gevaarlijke wijze worden uitgetest,
waardoor de persoonlijke veiligheid en die
van anderen in gevaar komt.
56)Er kunnen situaties op kleine hellingen
(minder dan 8%) voorkomen waarin, bij
beladen auto of een aangekoppelde
aanhanger (indien voorzien), het Hill
Holder-systeem niet in werking treedt en de
auto zich iets naar achteren verplaatst,
waardoor het risico op een botsing met
een ander voertuig of voorwerp toeneemt.
De bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
57)Voor een goede werking van het ASR
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.
58)Ook als het noodreservewiel (daar waar
aanwezig) wordt gebruikt, blijft het ASR
werken. Onthoud altijd dat het
noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
59)Het ASR kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
60)Het ASR-systeem kan geen
ongelukken voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig
grip of aquaplaning.
61)De capaciteiten van het ASR mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
73
Page 84 of 208

Kinderen moeten veilig en comfortabel
zitten. Afhankelijk van de
eigenschappen van de gebruikte
kinderzitjes, wordt geadviseerd om
kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in te monteren (tot het kind
minstens 3–4 jaar oud is), omdat die
stand bij een ongeval de meeste
bescherming biedt.
De keuze van het meest geschikte
kinderzitje is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind. Er zijn
verschillende types kinderzitjes, die aan
het voertuig bevestigd kunnen worden
met behulp van de veiligheidsgordels of
met de ISOFIX-bevestigingsbeugels.
Het wordt geadviseerd altijd het voor
het kind meest geschikte kinderzitje te
kiezen; raadpleeg daarom altijd de
Gebruiksaanwijzing die bij het
kinderzitje geleverd is, om er zeker van
te zijn dat dit het juiste type is voor
de kinderen waarvoor het is bedoeld.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44,
die ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep Gewichtsgroep
Groep 3 22 - 36 kg
Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje
en dat absoluut niet verwijderd mag
worden.
In het Lineaccessori MOPAR
®assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het
gebruik van deze kinderzitjes is sterk
aanbevolen, want ze zijn speciaal
ontworpen voor Lancia voertuigen.
KINDERZITJE MONTEREN
MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS
84) 85) 86)
De Universele kinderzitjes die
gemonteerd worden met de
veiligheidsgordels zijn alleen
goedgekeurd op basis van de ECE R44
norm en zijn ingedeeld in verschillende
gewichtsgroepen.
BELANGRIJK De afbeeldingen zijn
indicatief en dienen slechts ter illustratie
van de montage. Monteer het
kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten
zijn.BELANGRIJK Aanbevolen wordt om na
een ongeval zowel het kinderzitje als
de veiligheidsgordel waarmee het
vastzat te vervangen.
Groep 0 en 0+
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, van het type zoals
afgebeeld in fig. 56, waarbij het
achterhoofd wordt gesteund en bij
plotseling remmen de nek niet wordt
belast.
Het achterstevoren geplaatste
kinderzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van de auto, zoals afgebeeld in fig.
56 en moet het kind beschermen met
de eigen gordels.
56L0F0013C
82
VEILIGHEID
Page 108 of 208

Automatische uitschakeling
Het systeem wordt in de volgende
gevallen automatisch uitgeschakeld:
inwerkingtreding van het ABS- of
ESC-systeem, voertuigsnelheid onder
de van tevoren vastgestelde limiet,
systeemstoring.
BELANGRIJK
116)Als met actieve cruise-control wordt
gereden, mag de versnellingspook nooit in
de vrijstand worden gezet.
117)Draai bij een storing of defect van het
systeem de draaischakelaar A naar OFF
en neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
PARKEERSENSOREN
(voor bepaalde versies/markten)
44)
SENSOREN
Deze sensoren bevinden zich in de
achterbumper fig. 75 en detecteren de
aanwezigheid van obstakels achter
het voertuig en waarschuwen de
bestuurder met een intermitterend
geluidssignaal.
INSCHAKELING
De sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate het voertuig
dichter bij het obstakel komt.WERKING MET EEN
AANHANGER
De werking van de sensoren wordt
automatisch uitgeschakeld zodra de
elektrische stekker van de aanhanger in
het stopcontact van de trekhaak van
het voertuig wordt gestoken.
De sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de stekker van de
aanhangerkabel verwijderd wordt.
BELANGRIJKE
INFORMATIE
118)45)
Let tijdens parkeermanoeuvres met
name op obstakels die zich boven of
onder de sensoren kunnen bevinden.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen voorwerpen in de buurt van het
voertuig niet gedetecteerd worden en
kunnen zo schade aan het voertuig
veroorzaken of zelf beschadigd raken.
De volgende omstandigheden kunnen
de werking van het parkeerhulpsysteem
beïnvloeden:
de aanwezigheid van ijs, sneeuw,
modder of meerdere verflagen op
het oppervlak van de sensor kunnen
leiden tot verminderde gevoeligheid van
de sensor en afname van de prestaties
van het systeem.
75L0F0027C
106
STARTEN EN RIJDEN
Page 110 of 208

EEN AANHANGER
TREKKEN
119) 120)
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
Voor het trekken van caravans of
aanhangers moet het voertuig voorzien
zijn van een goedgekeurde trekhaak
en een geschikte elektrische installatie.
De montage moet door een
vakspecialist worden uitgevoerd.
Monteer eventuele speciale en/of extra
buitenspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van
de auto door het gewicht van een
aanhanger of caravan wordt
gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te
halen.
Schakel een lage versnelling in bij een
helling omlaag om een continu gebruik
van de rem te voorkomen.Op de trekhaak rust het gewicht van de
aanhanger waardoor het laadvermogen
van het voertuig in dezelfde mate
afneemt. Om er zeker van te zijn dat het
maximum toelaatbaar getrokken
gewicht (op het kenteken van het
voertuig vermeld) niet wordt
overschreden, moet er rekening mee
gehouden worden dat deze waarde
betrekking heeft op het toelaatbaar
gewicht van de volgeladen
aanhangwagen, inclusief accessoires
en bagage.
Neem de snelheidsbeperkingen van het
land waar u bent voor auto’s met
aanhanger in acht. Rijd in geen geval
harder dan 100 km/h.
Elke elektrische rem moet rechtstreeks
vanaf de accu worden gevoed, met
een kabel met een diameter van
minimaal 2,5 mm
2.
Naast de elektrische aansluitingen die
op het schakelschema zijn aangegeven,
kan de elektrische installatie alleen
aangesloten worden op de
voedingskabel voor een elektrische rem
en op de kabel voor een interne
gloeilamp van niet meer dan 15 W voor
de aanhanger. Voor de aansluitingen
dient de daarvoor bestemde
regeleenheid te worden gebruikt met
een accukabel met een doorsnede van
minstens 2,5 mm
2.BELANGRIJK De toepassing van
andere verbruikers dan de
buitenverlichting (elektrische rem, enz.)
moet met draaiende motor gebeuren.
BELANGRIJK Neem contact op met
het Lancia Servicenetwerk voor de
montage van de trekhaak.
BELANGRIJK
119)Het ABS waarmee de auto is
uitgerust heeft geen controle over het
remsysteem van de aanhanger. Wees dus
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
120)Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen
aan het remsysteem van het voertuig uit
te voeren. Het remsysteem van de
aanhanger moet volledig onafhankelijk zijn
van het hydraulisch systeem van de auto.
108
STARTEN EN RIJDEN
Page 205 of 208

ALFABETISCH
REGISTER
A
anvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbags...................92
ABS ................................70
Accu..............................150
Achterruitsproeier
vloeistofniveau
achterruitsproeier...............148
Achterruitwisser
ruitenwisserblad vervangen.....152
ruitenwisserbladen.............151
Achterruitwisser/-sproeier............22
Achteruitkijkspiegels.................16
Actieve veiligheidssystemen..........70
Afmetingen van het voertuig........164
Afsluiter van de brandstoftoevoer.................................131
Alarmknipperlichten................113
ASR-systeem.......................71
Automatische klimaatregeling........25
BA-systeem........................72
Bagageruimte.......................33
Bagageruimte (inhoud).............164
Bagageruimte vergroten.............14
Banden
bandenspanning...............162
Bedieningselementen................30
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten................41
Belangrijke informatie en
aanbevelingen...................196Beschermingssystemen
inzittenden.......................76
Bougies (type).....................158
Brandstofverbruik..................174
Buitenverlichting.....................17
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)......................154
CO
2-emissie.......................175
Contactslot.........................10
Cruise Control.....................105
Dagverlichting (DRL)...............18
De auto opkrikken..................152
De motor starten....................99
De sleutels...........................9
Dimlicht.............................18
Display.............................43
EBD-systeem......................70
Een aanhanger trekken.............108
Een lamp vervangen................113
Elektrische ruitbediening.............27
ESC-systeem.......................70
Fix&Go Automatic (kit).............128
Follow Me Home (systeem)..........19
Geprogrammeerd onderhoud......135
Geprogrammeerd
onderhoudsschema
benzineversies...................136
Geprogrammeerd
onderhoudsschema
dieselversies....................141
Gewichten en belastingen..........165Gordelspanners.....................79
Grootlicht...........................19
Handgeschakelde
versnellingsbak..................101
Handrem..........................101
HBA-systeem.......................72
HH-systeem........................71
Hoofdairbags.......................95
Hoofdsteun.........................15
Identificatiegegevens
chassisnummer................157
motorcode.....................157
Instrumentenpaneel...................8
Interieurverlichting...................20
iTPMS..............................74
Kinderen veilig vervoeren
kinderzitjes......................87
Kinderzitjes.........................81
Klimaatregeling......................23
Koplampen (reiniging)..............155
Krik...............................124
Lakwerk (reiniging en
onderhoud)......................154
Lamp buitenverlichting
vervangen.......................115
Lampjes en berichten................46
Lancia CODE.......................11
Mechanical Brake Assist............70
Mistachterlichten....................20