oil Lancia Ypsilon 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2016, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2016Pages: 208, PDF Size: 5.44 MB
Page 30 of 208

BELANGRIJK
20)Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt. Verwijder altijd de
sleutel uit het contactslot als het voertuig
wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
BELANGRIJK
11)Het systeem voldoet aan de
2000/4/EG richtlijn inzake de bescherming
van de inzittenden die uit het interieur
leunen.
ELEKTRISCH
SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
21)12)
Het grote elektrische schuifdak bestaat
uit twee glazen panelen, een vast
paneel achter en een verstelbaar paneel
voor. Deze panelen zijn voorzien van
twee zonneschermen (voor en achter)
die handmatig verplaatst kunnen
worden. De zonneschermen kunnen bij
gesloten schuifdak in alle standen
worden gezet.
Om de zonneschermen te openen, het
handvat A fig. 25in de richting van de
pijl trekken tot de gewenste stand
wordt verkregen. Ga in omgekeerde
volgorde te werk om de
zonneschermen te sluiten.
Het schuifdak kan alleen bediend
worden als de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Met de bedieningselementen B en C
fig. 25 op de sierlijst van de
plafondverlichting voorin kan het
schuifdak worden geopend/gesloten.
Openen
Druk op toets C en houd deze
ingedrukt om het voorste ruitpaneel in
“spoilerstand” te brengen.Druk nogmaals, langer dan een halve
seconde, op de knop om het schuifdak
automatisch in een tussenstand te
brengen ("Comfortstand").
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals,
langer dan een halve seconde, op de
knop B om het zonnescherm in de
compleet geopende stand te brengen.
25L0F0152C
28
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 31 of 208

Sluiten
Druk vanuit de volledig geopende stand
op knop B. Druk langer dan een halve
seconde op de knop om het schuifdak
automatisch in de "spoilerstand" te
brengen.
Druk vanaf de spoilerstand nogmaals,
langer dan een halve seconde, op knop
B om het schuifdak automatisch in de
compleet gesloten stand te zetten.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt, treedt
het systeem in werking en wordt de
beweging onmiddellijk omgedraaid.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken,
kan het schuifdak handmatig bediend
worden zoals hieronder is beschreven:
verwijder de beschermdop op de
binnenbekleding, tussen de twee
zonneschermen;
neem de meegeleverde inbussleutel
uit de gereedschapshouder in de
bagageruimte of, afhankelijk van de
versie, in het dashboardkastje;
steek de betreffende sleutel in zitting
A fig. 26 en draai hem rechtsom om
het schuifdak te openen of linksom om
het schuifdak te sluiten.INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische
beweging bij het openen/sluiten of een
noodsituatie (zie beschrijving in de
vorige paragraaf), moet de
automatische bediening van het
schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
Druk op knop B in de gesloten
stand;
houd de knop B ingedrukt: na
ongeveer 10 seconden gaat het
schuifdak schokkerig dicht. Laat de
knop B los na het schuifdak te hebben
gesloten;
draai de contactsleutel op STOP en
houdt hem daar gedurende 10
seconden;
draai de contactsleutel naar de
stand MAR;
Druk op knop B in de gesloten
stand;
houd de knop B ingedrukt tot het
schuifdak helemaal gesloten is: de
initialisatieprocedure is afgerond;
druk binnen 3 seconden na
afronding van de initialisatieprocedure
nogmaals op de knop B;
houd de knop B ingedrukt: het
schuifdak zal automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren:
herhaal de hele procedure vanaf het
begin als dit niet gebeurt;
houd de knop B ingedrukt en wacht
tot het schuifdak helemaal gesloten
is.
BELANGRIJK
21)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers. Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of
iemand kan worden verwond door het
bewegende schuifdak of door voorwerpen
die door het mechanisme worden
meegesleept of geraakt.
26L0F0299C
29