*Bepaalde modellen.3–53
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
OPMERKING
Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de sirene
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichten gaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.
In staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ramen en het schuifdak * goed
sluiten.
OPMERKING
Ook als een raam of het schuifdak * is
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ramen en het schuifdak
*
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan ook
geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraak-/
kantelsensor op pagina 3-54 .
2. Zet het contact op OFF.
3. Zorg er voor dat de motorkap,
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel gesloten zijn. 4. Druk op de vergrendeltoets op de
zender.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar.
Het veiligheidsindikatielampje in het
instrumentenpaneel gaat gedurende
20 seconden tweemaal per seconde
knipperen.
5. Na 20 seconden is het systeem volledig
in staat van paraatheid.
/ C \ F C A ' ( &