7–28
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
     1.   Verwijder  het  accudeksel.
   2.   Controleer of de hulpaccu 12 V is en 
of de negatieve pool daarvan met de 
massa verbonden is.
   3.   Indien de hulpaccu zich in een andere 
auto bevindt, mogen beide auto's 
elkaar niet raken. Zet de motor van de 
auto met de hulpaccu stop en schakel 
alle niet noodzakelijke elektrische 
verbruikers in beide auto's uit.
   4.   Sluit  de  hulpstartkabels  in  precies 
dezelfde volgorde aan zoals is 
aangegeven in de illustratie.
   
 
    
  Sluit het ene uiteinde van een 
hulpstartkabel aan op de positieve pool 
van de uitgeputte accu (1).
   
 
    
  Sluit het andere uiteinde aan op de 
positieve pool van de hulpaccu (2).
   
 
    
  Sluit het ene uiteinde van de andere 
hulpstartkabel aan op de negatieve 
pool van de hulpaccu (3).
   
 
    
  Sluit het andere uiteinde aan op het 
massapunt aangegeven in de illustratie 
op afstand van de uitgeputte accu (4).
   5.   Start de motor van de auto waarin zich 
de hulpaccu bevindt en laat de motor 
gedurende enkele minuten draaien. 
Start vervolgens de motor van de auto 
met de uitgeputte accu.   6.   Maak wanneer u gereed bent de kabels 
voorzichtig los, in de omgekeerde 
volgorde als beschreven in de 
illustratie.
   7.   Als het accudeksel verwijderd is, dit in 
omgekeerde volgorde van verwijderen 
monteren.
 OPMERKING
 Controleer of de deksels stevig op hun 
plaats zijn aangebracht. 
 $ 9   @  &