Inrijden
▼Inrijden
Er is geen speciale inrijperiode
noodzakelijk. Echter het opvolgen van
enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen gedurende de
eerste 1.000 km, kan het
motorrendement, het
brandstofverbruik en de levensduur
van de auto ten goede komen.
xVoer het toerental van de motor niet
te hoog op.
xRijd niet gedurende langere tijd met
dezelfde snelheid, snel of langzaam.
xNiet gedurende langere tijd constant
met volgas of met hoge
motortoerentallen rijden.
xVermijd krachtig afremmen, behalve
in noodgevallen.
xVermijd het starten bij volgas. xGeen aanhanger trekken.
Brandstofbesparing en
milieubescherming
▼Brandstofbesparing en
milieubescherming
De manier waarop u uw Mazda
gebruikt bepaalt de afstand die u met
een volle tank kunt
afleggen. Vo l g
onderstaande suggesties om brandstof
te helpen besparen en de CO
2-uitstoot
te verminderen.
xLaat de motor niet langdurig
stationair draaien om op te warmen.
Begin te rijden, zodra de motor
soepel draait.
xBespaar brandstof door snel
accelereren te vermijden.
xRijd met lagere snelheden. xAnticipeer bij het gebruik van de
remmen (vermijd plotseling
afremmen).
xHoud u aan het schema van
periodieke onderhoudsbeurten en
laat een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controles en
onderhoud uitvoeren.
Zie Europa op pagina 6-3.
Zie 'Behalve Europa' op pagina
6-6.
xGebruik de airconditioning
uitsluitend indien dit noodzakelijk is.
xRijd langzaam tijdens het rijden op
slechte wegen.
xZorg er voor dat de banden steeds
de voorgeschreven spanning
hebben.
xVervoer geen onnodig gewicht in de
auto mee.
xLaat uw voet tijdens het rijden niet
op het rempedaal rusten.
xZorg er voor dat de wielen steeds
correct uitgelijnd zijn.
xHoud bij het rijden met hoge
snelheden de ramen gesloten.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-61