ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 115 of 657

WAARSCHUWING
De elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel niet aanraken wanneer
deze in beweging is:
Aanraken van een elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel wanneer deze
in beweging is, is gevaarlijk. Uw hand
kan klemraken en gewond raken of de
spiegel kan worden beschadigd.
Gebruik de elektrische
inklapschakelaar om de spiegel in de
rijklaarstand te zetten:
Het met de hand in de rijstand zetten
van de elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel is gevaarlijk. De spiegel
zal niet in positie vergrendelen en zal
het verkrijgen van een goed
achteruitzicht verhinderen.
Bedien de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel uitsluitend
wanneer de auto veilig geparkeerd is:
Bediening van de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel tijdens het
rijden is gevaarlijk. Windkracht die
tegen de spiegel drukt zal de spiegel
doen terugklappen en u zult de spiegel
dan niet meer in de rijstand kunnen
terugzetten, waardoor het verkrijgen
van een goed achteruitzicht
verhinderd wordt.
Gebruik van de elektrische
ruitbediening bij stopgezette motorí
De buitenspiegels kunnen gebruikt
worden gedurende ongeveer 40 seconden
nadat het contact vanuit ON op uit is
gezet en alle portieren gesloten zijn. Als
een portier wordt geopend, worden de
elektrische buitenspiegels stopgezet.
qBinnenspiegel
WAARSCHUWING
Stapel nooit lading of voorwerpen
hoger op dan de rugleuningen:
Lading die hoger wordt opgestapeld
dan de rugleuningen is gevaarlijk. Dit
kan uw uitzicht in de
achteruitkijkspiegel belemmeren,
waardoor het gevaar bestaat dat u bij
het veranderen van rijbaan een
voertuig raakt dat zich naast u
bevindt.
Afstellen van de binnenspiegel
Stel alvorens te gaan rijden de
binnenspiegel af op het midden van het
achteruitzicht door de achterruit.
OPMERKING
Voer bij de handbediende dag/nacht
spiegel de afstelling uit met de dag/
nacht hendel in de dagstand.
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
3-37íBepaalde modellen.
Page 131 of 657

OPMERKING
Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de sirene
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichtengaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.
qIn staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ramen en het schuifdakígoed
sluiten.
OPMERKING
Ook als een raam of het schuifdakíis
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ramen en het schuifdak
í
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan
ook geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor op
pagina 3-54.
2. Druk de startdrukknop uit.
3. Zorg er voor dat de motorkap, de
portieren en de achterklep gesloten
zijn.4. Druk op de vergrendeltoets op de
zender.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar.
Het veiligheidsindikatielampje in het
instrumentenpaneel gaat gedurende 20
seconden tweemaal per seconde
knipperen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-41.
5. Na 20 seconden is het systeem volledig
in staat van paraatheid.
OPMERKING
lHet anti-diefstal beveiligingssysteem
kan ook in staat van paraatheid
gebracht worden door het activeren
van de automatische
hervergrendelfunctie terwijl alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn.
Zie Zender op pagina 3-5.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-53íBepaalde modellen.
Page 132 of 657

OPMERKING
lHet systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer binnen 20 seconden
na het indrukken van de
vergrendeltoets een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd:
lOntgrendelen van een portierlEen portier of de achterklep
geopend wordt.
lDe motorkap geopend wordt.lHet contact wordt aan gezet.
Voor het opnieuw in staat van
paraatheid brengen van het systeem,
de procedure voor het in staat van
paraatheid brengen nogmaals
uitvoeren.
lWanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
qAnnuleren van de inbraaksensor
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht is
wanneer er sprake is van een van
onderstaande omstandigheden, de
inbraaksensor annuleren om te
voorkomen dat het alarm onnodig
geactiveerd wordt.
(Inbraaksensor)
lWanneer de auto wordt achtergelaten
terwijl er zich een beweegbaar object,
passagiers of huisdieren in bevinden.
lWanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan rollen,
zoals bijvoorbeeld wanneer de auto bij
transport op een schuin aflopende,
onstabiele ondergrond geplaatst wordt.
lWanneer kleine voorwerpen/
accessoires in de auto zijn opgehangen,
kleding aan een kledinghaak is
opgehangen of andere voorwerpen zijn
aangebracht die gemakkelijk binnen in
de auto kunnen bewegen.
lBij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde geluiden
voordoen.
lBij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
lWanneer voortdurend schokken en
trillingen van hagel of donder en
bliksem op de auto worden
overgebracht.
lPortieren vergrendeld worden terwijl
een raam of het schuifdakíis open
blijven staan.
lEen extra verwarming of apparaat dat
luchtstromen en trillingen produceert in
gebruik is, terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is.
OPMERKING
Als een portier of de achterklep
gedurende 30 seconden gesloten blijft,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch hervergrendeld worden en
zal het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht worden
als een raam en het schuifdak
íis open
blijven staan.
3-54
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Beveiligingssysteem
Page 134 of 657

qWaarschuwingslabels voor anti-
diefstal beveiligingssysteem
De handschoenenkast van uw auto bevat
een waarschuwingslabel voor het anti-
diefstal beveiligingssysteem.
Het wordt door Mazda aanbevolen dit
label aan te brengen op de achterste
benedenhoek van een voorportierruit.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem (Behalve
Europese modellen)
í
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste wijze
toegang probeert te krijgen tot de auto,
hetgeen tot gevolg kan hebben dat de auto
of de inhoud er van wordt gestolen,
waarschuwt het alarm de omgeving voor
een abnormale situatie door het laten
klinken van de claxon en het laten
knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als dit
niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
qWerking
Gevallen waarbij het systeem wordt
ingeschakeld
De claxon worden met tussenpozen
ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
lOntgrendelen van een portier met de
sleutelíof een binnenvergrendelknop.
lOpen forceren van een portier, de
motorkap of de achterklep.
lWanneer de motorkap met behulp van
de motorkapontgrendelhendel wordt
geopend.
3-56
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Beveiligingssysteem
Page 135 of 657

lHet contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
Als het systeem opnieuw in werking
wordt gesteld, zal de verlichting en de
claxon geactiveerd worden totdat het
bestuurdersportier of de achterklep met
behulp van de hulpsleutel
íof de zender
ontgrendeld wordt.
(Met geavanceerde sleutel)
De verlichting en de claxon kunnen ook
buiten werking gesteld worden door het
indrukken van de verzoekschakelaar op
een portier.
OPMERKING
Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de claxon
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichtengaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.
qIn staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ramen en het schuifdakígoed
sluiten.
2. Druk de startdrukknop uit.
3. Zorg er voor dat de motorkap, de
portieren en de achterklep gesloten
zijn.4. Druk op de vergrendeltoets op de
zender of vergrendel het
bestuurdersportier vanaf de buitenzijde
met de hulpsleutel.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar.
Het veiligheidsindikatielampje in het
instrumentenpaneel gaat gedurende 20
seconden tweemaal per seconde
knipperen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-41.
5. Na 20 seconden is het systeem volledig
in staat van paraatheid.
OPMERKING
lHet anti-diefstal beveiligingssysteem
kan ook in staat van paraatheid
gebracht worden door het activeren
van de automatische
hervergrendelfunctie terwijl alle
portieren, de achterklep en de
motorkap gesloten zijn.
Zie Zender op pagina 3-5.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-57íBepaalde modellen.
Page 136 of 657

OPMERKING
lHet systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer binnen 20 seconden
na het indrukken van de
vergrendeltoets een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd:
lOntgrendelen van een portierlEen portier of de achterklep
geopend wordt.
lDe motorkap geopend wordt.lHet contact wordt aan gezet.l(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op de elektrische
achterklepopener terwijl u de
sleutel bij u hebt.
Voor het opnieuw in staat van
paraatheid brengen van het systeem,
de procedure voor het in staat van
paraatheid brengen nogmaals
uitvoeren.
lWanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de zender of het
gebruik van de hulpsleutel terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
qUitschakelen van een in staat van
paraatheid gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid is
gebracht kan uitgeschakeld worden met
gebruik van een van onderstaande
methodes:
lOntgrendel het bestuurdersportier met
de hulpsleutel.í
lDruk op de ontgrendeltoets op de
zender.
lZet het contact op ON.
l(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar op de
portieren.
De
waarschuwingsknipperlichtenzullen
tweemaal knipperen.
OPMERKING
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de zender of het
gebruik van de hulpsleutel
íterwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichtentweemaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem uitgeschakeld is.
qStopzetten van het
waarschuwingsalarm
Een geactiveerd alarm kan uitgeschakeld
worden met gebruik van een van
onderstaande methodes:
lOntgrendel het bestuurdersportier met
de hulpsleutel.í
lDruk op de ontgrendeltoets op de
zender.
lDe motor wordt gestart met behulp van
de startdrukknop.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
lDruk op een verzoekschakelaar op de
portieren.
3-58
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Beveiligingssysteem
Page 159 of 657

WAARSCHUWING
Alvorens de bestuurdersstoel te
verlaten, altijd het contact uitzetten, de
handrem aantrekken en er op letten
dat de keuzehendel in stand P staat
(automatische transmissie) of in de
1ste of R versnelling gezet is
(handgeschakelde versnellingsbak):
Het verlaten van de bestuurdersstoel
zonder het contact uit te zetten, de
handrem aan te trekken en de
keuzehendel in stand P te zetten
(automatische transmissie) of in de
1ste of R versnelling te zetten
(handgeschakelde versnellingsbak), is
gevaarlijk. De kans bestaat dat de auto
onvoorzien in beweging komt en een
ongeluk veroorzaakt.
Ook als het uw bedoeling is om de
auto slechts voor een kort ogenblik
achter te laten, is het belangrijk het
contact uit te zetten, aangezien
bepaalde beveiligingssystemen van uw
auto niet geactiveerd zijn en de accu
uitgeput kan raken wanneer u het
contact in een andere stand laat staan.
OPMERKING
(Vergrendeld stuurwiel)
Als het startdrukknopindikatielampje
(groen) knippert en de pieptoon klinkt,
geeft dit aan dat het stuurwiel niet
ontgrendeld is (bij voertuigen met type
A meter, worden de berichten getoond
in de instrumentengroep). Om het
stuurwiel te ontgrendelen, dit naar links
en naar rechts bewegen terwijl u op de
startdrukknop drukt.ACC (Accessoire)
Bepaalde elektrische accessoires
functioneren en het indikatielampje
(oranje) gaat branden.
Daarnaast wordt bij modellen uitgerust
met de stuurkolomvergrendelfunctie het
stuurwiel ontgrendeld.
OPMERKING
Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem
functioneert niet wanneer de
startdrukknop op ACC is gezet en de
portieren zullen niet vergrendelen/
ontgrendelen, ook niet als deze met de
hand vergrendeld zijn.
ON
Dit is de normale stand waarbij de motor
draait nadat deze gestart is. Het
indikatielampje (oranje) gaat uit. (Het
indikatielampje (oranje) gaat branden
wanneer het contact op ON gezet wordt
en de motor niet draait.)
Bepaalde indikatie-/
waarschuwingslampjes dienen
gecontroleerd te worden alvorens de
motor gestart wordt (pagina 4-41).
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Wanneer de startdrukknop op ON wordt
gedrukt, is het werkingsgeluid van de
brandstofpompmotor in de nabijheid
van de brandstoftank hoorbaar. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-3
Page 179 of 657

qi-stop waarschuwingslampje, zoemer
Als er zich een defect in het systeem voordoet of bij waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem, wordt de bestuurder op de hoogte gesteld door de
waarschuwingszoemer en het waarschuwingslampje in de instrumentengroep.
Waarschuwingslampje/zoemer Controle
Wanneer de i-stop functie in werking is klinkt de
waarschuwingszoemer en gaan het i-stop
waarschuwingslampje (oranje) en de overige
waarschuwingslampjes branden.Controleer of de motorkap open is, de veiligheidsgordel
van de bestuurder niet is vastgemaakt of dat het
bestuurdersportier open staat. Als dit het geval is, zal de
motor om veiligheidsredenen niet automatisch opnieuw
gestart worden. Start de motor met behulp van de
normale methode.
Het i-stop waarschuwingslampje (oranje) knippert.Er is mogelijk een of ander defect in het i-stop systeem.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
inspecteren.
Wanneer de i-stop functie in werking is, knippert het
i-stop indikatielampje (groen) tweemaal per seconde.(Handgeschakelde versnellingsbak)
Controleer of de keuzehendel in de neutraalstand staat.
Wanneer de i-stop functie in werking is, klinkt de
waarschuwingspieptoon en knippert het i-stop
indikatielampje (groen) tweemaal per seconde
(Europese modellen).Controleer of het bestuurdersportier gesloten is.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-23
Page 185 of 657

qBuitentemperatuurdisplay
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
wordt de buitentemperatuur getoond.
Type A
Type B
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden
kan de getoonde buitentemperatuur
afwijken van de werkelijke
buitentemperatuur, afhankelijk van de
directe omgeving en de
omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
lBeduidend lage of hoge
temperaturen.
lPlotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
lDe auto staat geparkeerd.
lTijdens het rijden met lage
snelheden.
Buitentemperatuurwaarschuwingí
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indikatie knipperen en klinkt er
een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid van
gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaat de
buitentemperatuurdisplay en het
symbool gedurende ongeveer tien
seconden knipperen en wordt er eenmaal
een zoemtoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is dan
_
20 °C, werkt de zoemer niet. Het
symbool gaat echter branden.
qWeergave van ingestelde rijsnelheid
van kruissnelheidsregelaar (Type A
instrumentengroep)
í
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-29íBepaalde modellen.
Page 190 of 657

4. Selecteer UIT en druk op de INFO
toets.
qBoordcomputer en INFO schakelaar
De volgende informatie kan geselecteerd
worden door te drukken op het omhoog
of omlaaggedeelte van de INFO
schakelaar terwijl het contact op ON staat.
lGeschatte afstand die u kunt afleggen
met de voorradige brandstof
lGemiddeld brandstofverbruik
lHuidige brandstofverbruik
lGemiddelde rijsnelheid
lSnelheid instellen voor het
rijsnelheidsalarmí
lTijd onder i-stop display (Type A
instrumentengroep)
lRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) display (Type A
instrumentengroep)
lInstellingen (Type A
instrumentengroep)
lWaarschuwing (Type A
instrumentengroep)Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
indien u problemen heeft met de
boordcomputer.
Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Bij gebruik van deze functie wordt de
afstand (bij benadering) berekend die u
met de voorradige brandstof kunt
afleggen, gebaseerd op het
brandstofverbruik.
De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.
(Europees model)
Type A
Type B
4-34
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display