open gas tank MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 110 of 657
Afsluitklep van
brandstoftankdop en
brandstoftankdop
WAARSCHUWING
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein
stukje losdraaien en wachten tot het
sissende geluid ophoudt. Vervolgens
de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk.
Brandstof die op de huid of in de ogen
terechtkomt kan brandwonden
veroorzaken en bij inslikking ziekte tot
gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in de
brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd
wordt.
Alvorens te tanken, de motor
stopzetten en vonken en open vuur
steeds uit de buurt van de vulhals
houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur tot
ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de
verkeerde brandstoftankdop of het niet
gebruiken van een brandstoftankdop
brandstoflekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Niet verder bijtanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt:
Doorgaan met tanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt is gevaarlijk,
aangezien het overmatig vullen van de
brandstoftank overstroming van
brandstof of lekkage kan veroorzaken.
Overstroming van brandstof en
lekkage kan het voertuig beschadigen
en als de brandstof ontvlamt kan dit
brand en ontploffing veroorzaken met
ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
OPGELET
Gebruik altijd uitsluitend een originele
Mazda tankdop of een gelijkwaardige
voor uw auto geschikte
brandstoftankdop, verkrijgbaar bij
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur. Een
verkeerde tankdop kan een ernstige
storing in het brandstofsysteem of het
uitlaatgasreinigingssysteem
veroorzaken.
3-32
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Page 651 of 657
S
Starten in noodgevallen
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 2.2) ................... 7-29
Starten door aanduwen ............... 7-28
Starten van een verzopen motor
(SKYACTIV-G 2.0) ................... 7-28
Starten met een hulpaccu .................. 7-25
Starten van de motor ........................... 4-4
Stekkerbus voor accessoires ............ 5-118
Stuurbekrachtiging .......................... 4-136
Stuurwiel ........................................... 3-34
Claxon ...................................... 4-115
Suggesties voor brandstofbesparend
gebruik .............................................. 3-60
T
Technische gegevens ........................... 9-5
Toerenteller ....................................... 4-26
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 2.2) .......................... 3-30
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5) .................................................... 3-29
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................ 2-23
Automatische blokkering ........... 2-22
Noodblokkering ......................... 2-21
Zwangere vrouwen ..................... 2-21
V
Vernieuwen
Banden ....................................... 6-47
Batterij ....................................... 6-41
Gloeilampen ............................... 6-50
Ruitenwisser ............................... 6-34
Wiel ............................................ 6-48
Zekering ..................................... 6-62
Verzorging van de carrosserie ........... 6-69
Bescherming van holle
ruimten ....................................... 6-74
Bijwerken van
lakbeschadigingen ...................... 6-74
Chassiscoating ........................... 6-75
Onderhoud van aluminium
velgen ......................................... 6-75
Onderhoud van de lak ................ 6-71
Onderhoud van plastic
onderdelen .................................. 6-76
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ............... 6-74
Verzorging van het interieur .............. 6-77
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten .......................................... 6-79
Reinigen van de zittingen en de
interieurbekleding ...................... 6-77
Reinigen van het materiaal van de
heup/schoudergordels ................ 6-79
Voorzorgsmaatregelen betreffende het
dashboard ................................... 6-77
Vierwielaandrijving
(4WD), gebruik ............................... 4-134
Vloeistof
Rem/koppeling ........................... 6-31
Ruitensproeier ............................ 6-32
Vloeistoffen
Classificatie .................................. 9-6
Vloermat ........................................... 3-62
Voertuiginformatielabels ..................... 9-2
Index
10-7