MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 431 of 805

Bediening van de
luchtroosters
qAfstelling van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
lWanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat
de kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is
geen teken van defect, maar het
gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
lDe luchtstroomroosters kunnen
volledig worden geopend en gesloten
door de bediening van de regelknop.
Zijluchtroosters
Openen Knop
Regelknop
Sluiten
Middelste luchtroosters
KnopRegelknop
Sluiten Openen
Bepaalde modellen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-3
Page 432 of 805

qKiezen van de luchtstroomfunctie
Dashboardluchtroosters
Dashboard- en vloerluchtroosters
VloerluchtroostersOntwasemings- en vloerluchtroosters
Ontwasemingsluchtroosters
5-4
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 433 of 805

Handbediend type
TemperatuurregelknopAanjagerregelknop
Functiekeuzeregelknop
A/C schakelaarLuchtinlaatkeuzeschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
qRegelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop kunnen
vier verschillende aanjagersnelheden
gekozen worden.
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4).
OPMERKING
lDe functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de
tussenstanden (
) tussen elke
modus. Stel de regelknop in op een
tussenstand als u de luchtstroom
tussen de twee standen wilt verdelen.
lWanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand tussen de standenen
staat, is de luchtstroom vanaf de
vloer minder dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indikatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop op
een willekeurige stand behalve OFF
ingesteld wordt.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-5
Page 434 of 805

Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals
in.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indikatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de
ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht wordt
dan belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
qVerwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
5-6
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 435 of 805

OPMERKING
lWanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten.
lIndien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
lDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
qKoeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen de
aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.
OPGELET
Als de airconditioning wordt gebruikt
tijdens het oprijden van lange hellingen
of in druk verkeer, het
waarschuwingslampje voor
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit oplicht of
knippert (pagina 4-38).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de
airconditioning uit, indien het
waarschuwingslampje oplicht of
knippert (pagina 7-30).
OPMERKING
lZet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor gerecirculeerde lucht en
draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig
rechtsom.
lIndien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de
stand zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
lDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-7
Page 436 of 805

qVentilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
qOntdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van destand met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien
dit het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van stand
de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
lSchakel voor maximale
ontwaseming de airconditioning in,
zet de temperatuurregelknop in de
hoogste stand en draai de
aanjagerregelknop volledig
rechtsom.
lIndien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in stand
zetten.
lIn standwordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand voor
gerecirculeerde lucht.
5-8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 437 of 805

qOntvochtigen (Met airconditioning)
Schakel de airconditioning bij koel of
koud weer in om de voorruit en de
zijruiten te helpen ontwasemen.
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
gewenste stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
OPMERKING
Eén van de functies van de
airconditioning is ontvochtiging van de
lucht, en voor het gebruik van deze
functie hoeft de temperatuur niet op
koud ingesteld te worden. Dus stel de
temperatuurregelknop in op de
gewenste stand (warm of koud) en
schakel de airconditioning in wanneer u
de lucht in het interieur wenst te
ontvochtigen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-9
Page 438 of 805

Volautomatisch type
Klimaatregelinginformatie wordt getoond op de display.
Luchtstromingdisplay Temperatuurinstellingdisplay (bestuurder)
Functiekeuzedisplay Display van
airconditioningmodus
Temperatuurinstellingdisplay (passagier)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar(stand voor recirculerende
lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor aanvoer van
buitenlucht) Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
Functiekeuzeregelknop AanjagerregelschakelaarOFF
schakelaarVoorruitontwasemingsschakelaa
AchterruitverwarmingsschakelaarPassagierstemperatuurregelknop
DUAL schakelaar A/C schakelaar
qRegelschakelaars
AUTO schakelaar
Door het indrukken van de AUTO
schakelaar zullen de volgende functies
automatisch overeenkomstig de gekozen
ingestelde temperatuur geregeld worden:
lLuchtstroomtemperatuur
lHoeveelheid luchtstroming
lKeuze van de luchtstroomfunctie
lKeuze van aanvoer van buitenlucht/
recirculerende lucht
lWerking van de airconditioning
lSelecteren van A/C of A/C ECO
OPMERKING
AUTO schakelaar indikatielampje
lWanneer het systeem ingeschakeld
is, geeft dit automatische regeling
aan en het systeem zal automatisch
functioneren.
5-10
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 439 of 805

OPMERKING
lAls bij automatische regeling een
van de volgende schakelaars wordt
bediend, gaat het AUTO
schakelaarindikatielampje uit.
lFunctiekeuzeregelknoplAanjagerregelschakelaarlVoorruitontwasemingsschakelaar
De functies van andere dan de
hierboven bediende schakelaars
blijven werken in de automatische
regeling.
OFF schakelaar
Door het drukken op de OFF schakelaar
wordt het klimaatregelsysteem
uitgeschakeld.
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
lWanneer de DUAL schakelaar uit is:
Draai de
bestuurderstemperatuurregelknop voor
het regelen van de temperatuur voor de
gehele cabine.
lWanneer de DUAL schakelaar aan is:
Draai de bestuurders- of
voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het onafhankelijk regelen van de
temperatuur aan elke zijde van de
cabine.
OPMERKING
Het klimaatregelsysteem schakelt over
naar de individuele bedieningsmodus
(DUAL schakelaarindikatielampje
brandt) door het draaien van de
voorpassagierstemperatuurregelknop
ook als de DUAL schakelaar uit is,
zodat de temperatuur voor de
bestuurder en voorpassagier
afzonderlijk ingesteld kan worden.
Aanjagerregelschakelaar
De aanjager heeft zeven snelheden. De
gekozen snelheid wordt aangegeven.
Functiekeuzeregelknop
De gewenste luchtstroom kan worden
gekozen (pagina 5-4).
OPMERKING
lWanneer de luchtstroomfunctie
ingesteld is op stand
en de
temperatuurregelknop ingesteld is op
een gematigde temperatuur, wordt
verwarmde lucht naar de
voetenruimte gevoerd en komt er
lucht van een in vergelijking lagere
temperatuur door de middelste,
linker en rechter luchtuitlaatroosters
naar buiten.
lDrukopde
voorruitontwasemingsschakelaar om
de luchtstroom op
in te stellen.
lIn standwordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-11
Page 440 of 805

A/C schakelaar
Door het indrukken van de A/C
schakelaar terwijl de AUTO schakelaar is
ingeschakeld wordt de airconditioning
uitgeschakeld (koeling/
ontvochtigingsfuncties).
Wanneer de aanjagerregelschakelaar aan
is kan de airconditioning in- en
uitgeschakeld worden door het indrukken
van de A/C schakelaar.
Verandert als volgt telkens wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt.
A/C→A/C ECO→Stop
OPMERKING
lDe airconditioning werkt wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt, ook
als de aanjager uit is.
lDe A/C ECO functie is bedoeld voor
een energiebesparend gebruik van
het klimaatregelsysteem.“A/C ECO”
wordt getoond om aan te geven dat
het klimaatregelsysteem optimaal is
ingesteld.
lWanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet
gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.Stand voor recirculerende lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de
ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht wordt
dan belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
DUAL schakelaar
Gebruik de DUAL schakelaar voor het
veranderen van de modus tussen de
individuele (bestuurder en passagier)
bedieningsmodus en de gekoppelde
(simultane) modi.
Individuele bedieningsmodus
(indikatielampje brandt)
De temperatuurinstelling kan voor de
bestuurder en voorpassagier individueel
geregeld worden.
5-12
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem