ESP MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 400 of 805

OPGELET
Als de initialisering van het systeem
uitgevoerd wordt zonder de
bandenspanning af te stellen, kan het
systeem de normale bandenspanning
niet bespeuren en bestaat de kans dat
het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem niet
gaat branden als een bandenspanning
laag is, of dat het lampje gaat branden
ook als de bandenspanningen normaal
zijn.
Stel de bandenspanning van alle vier
banden af en initialiseer het systeem
wanneer het waarschuwingslampje
brandt. Als het waarschuwingslampje
om een andere reden dan een lekke
band gaat branden, is de
bandenspanning van alle vier banden
mogelijk op natuurlijke wijze
afgenomen.
De initialisering van het systeem wordt
niet uitgevoerd als de schakelaar tijdens
het rijden wordt ingedrukt.
4-236
Tijdens het rijden
Bandenspanningcontrolesysteem
Page 420 of 805

OPMERKING
lBreng geen accessoires aan binnen het detectiebereik van de sensoren. Dit kan de
werking van het systeem hinderen.
lAfhankelijk van de soort hindernis en de omgevingscondities, kan het detectiebereik
van een sensor verminderd worden, of bestaat de kans dat de sensoren de hindernissen
niet kunnen opsporen.
lHet is mogelijk dat het systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal
werkt:
lWanneer zich modder, ijs of sneeuw aan het sensorgedeelte heeft vastgehecht
(wanneer dit wordt verwijderd, werkt het systeem weer normaal).
lWanneer het sensorgedeelte is bevroren (wanneer het ijs ontdooid is, werkt het
systeem weer normaal).
lWanneer de sensor met een hand wordt afgedekt.lWanneer de sensor aan een krachtige schok is blootgesteld.lWanneer de auto buitengewoon scheef staat.lOnder buitengewoon hete of koude weersomstandigheden.lWanneer er met de auto over oneffenheden, op hellingen of op onverharde of met
gras bedekte wegen wordt gereden.
lAlles dat in de buurt van de auto ultrageluid voortbrengt, zoals de claxon van een
andere auto, het motorgeluid van een motorfiets, het luchtremgeluid van een
vrachtwagen of de sensoren van een andere auto.
lWanneer met de auto bij zware regenval wordt gereden of bij rijomstandigheden
die opspattend water veroorzaken.
lWanneer een in de handel verkrijgbare staafantenne of een antenne voor
zendapparatuur in de auto is geïnstalleerd.
lWanneer de auto in de richting gaat van een hoge of vierkante stoeprand.lWanneer de hindernis zich te dicht bij de sensor bevindt.
lHindernissen onder de bumper worden mogelijk niet opgespoord. Hindernissen die
lager zijn dan de bumper of smal zijn worden mogelijk in eerste instantie wel
opgespoord maar worden naarmate de auto de hindernis dichter nadert niet meer
opgespoord.
lHet is mogelijk dat de volgende soorten hindernissen niet opgespoord worden:
lDunne voorwerpen zoals kabel of touwlMaterialen die geluidsgolven gemakkelijk absorberen zoals katoen of sneeuwlHoekvormige voorwerpenlBijzonder lange voorwerpen, en die welke breed zijn aan de bovenzijdelKleine, korte voorwerpen
4-256
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 423 of 805

qHindernisdetectieaanduiding
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid. De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis die door de
sensor bespeurd wordt.
Naarmate de auto een hindernis dichter nadert, gaat de zone in de meter dichter bij de auto
branden.
Linkervoorhoeksensormeter
Rechtervoorhoeksensormeter
Rechterachterhoeksensormeter
LinkerachterhoeksensormeterVoorste sensormeter
Achterste sensormeter
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
4-259
Page 426 of 805

Voorste hoeksensor, achterste hoeksensor
AfstanddetectiegebiedAfstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon
*1Voorste/achterste hoeksensor
Grote afstandOngeveer 50―38 cm
Gematigd onderbroken geluid
MiddenafstandOngeveer 38―25 cm
Snel onderbroken geluid
Nabije afstandBinnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.
4-262
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Page 440 of 805

A/C schakelaar
Door het indrukken van de A/C
schakelaar terwijl de AUTO schakelaar is
ingeschakeld wordt de airconditioning
uitgeschakeld (koeling/
ontvochtigingsfuncties).
Wanneer de aanjagerregelschakelaar aan
is kan de airconditioning in- en
uitgeschakeld worden door het indrukken
van de A/C schakelaar.
Verandert als volgt telkens wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt.
A/C→A/C ECO→Stop
OPMERKING
lDe airconditioning werkt wanneer de
A/C schakelaar wordt ingedrukt, ook
als de aanjager uit is.
lDe A/C ECO functie is bedoeld voor
een energiebesparend gebruik van
het klimaatregelsysteem.“A/C ECO”
wordt getoond om aan te geven dat
het klimaatregelsysteem optimaal is
ingesteld.
lWanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet
gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.Stand voor recirculerende lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de
ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht wordt
dan belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
DUAL schakelaar
Gebruik de DUAL schakelaar voor het
veranderen van de modus tussen de
individuele (bestuurder en passagier)
bedieningsmodus en de gekoppelde
(simultane) modi.
Individuele bedieningsmodus
(indikatielampje brandt)
De temperatuurinstelling kan voor de
bestuurder en voorpassagier individueel
geregeld worden.
5-12
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Page 448 of 805

lCD's die voorzien zijn van het logo dat
in de afbeelding wordt aangegeven
kunnen worden afgespeeld. Er kunnen
geen andere discs worden
weergegeven.
lGebruik discs die legaal geproduceerd
zijn. Als illegaal gekopiëerde discs
zoals onwetmatig geproduceerde discs
gebruikt worden, bestaat de kans dat
het systeem niet correct functioneert.
lLet er op bij het gebruik van CD's
nooit het signaaloppervlak aan te
raken. Pak de CD vast door deze bij de
buitenste rand of bij de rand van het gat
en de buitenste rand vast te houden.
lPlak geen papier of plakband op de
CD. Voorkom het bekrassen van de
achterzijde (de zijde zonder label). De
kans bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
lStof, vingerafdrukken en vuil kunnen
de hoeveelheid licht dat door het
signaaloppervlak weerkaatst wordt
verminderen, hetgeen een nadelige
invloed op de geluidskwaliteit heeft.
Indien de CD verontreinigd mocht
raken, deze voorzichtig met een zachte
doek vanaf het midden van de CD tot
aan de rand afvegen.
lGebruik geen reinigings-sprays voor
grammofoonplaten, anti-statische
reinigingsmiddelen of huishoudelijke
spray-reinigers. Vluchtige chemische
middelen zoals benzine en terpentijn
kunnen het oppervlak van de CD
eveneens beschadigen en mogen dus
niet worden gebruikt. Alle middelen
die plastic aantasten, doen kromtrekken
of dof maken mogen nooit voor het
reinigen van CD's worden gebruikt.
lDe CD speler werpt de CD uit als de
CD ondersteboven wordt ingestoken.
Verontreinigde en/of defecte CD's
kunnen ook uitgeworpen worden.
lGeen reinigingsdiscs in de CD speler
gebruiken.
lGeen disc insteken die voorzien is van
een etiket of sticker.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde CD-R/CD-RW's die gemaakt
zijn met een computer of een muziek
CD recorder niet kan afspelen als
gevolg van disckarakteristieken,
krassen, vlekken, vuil, enz., of als
gevolg van stof of condensvorming op
de lens binnen in het apparaat.
5-20
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 449 of 805

lAls CD's bewaard worden in de auto
wanneer deze aan direct zonlicht of
hoge temperaturen is blootgesteld,
kunnen de CD-R/CD-RW's zodanig
beschadigd worden dat ze niet meer
afspeelbaar zijn.
lEen CD-R/CD-RW van meer dan 700
MB kan niet worden afgespeeld.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde discs die gemaakt zijn met
behulp van een computer niet kan
afspelen als gevolg van de instelling
van de gebruikte toepassing
(schrijfsoftware). (Raadpleeg voor
bijzonderheden de plaats van aankoop
van de toepassing.)
lHet is mogelijk dat bepaalde
tekstgegevens, zoals titels die
opgenomen zijn op een CD-R/CD-RW
niet getoond worden wanneer
muziekgegevens (CD-DA) afgespeeld
worden.
lDe tijdsduur vanaf wanneer een CD-
RW wordt ingestoken tot het moment
waarop deze met afspelen begint is
langer dan bij een normale CD of CD-
R.
lLees de bedieningshandleiding en
voorzorgsmaatregelen voor CD-R/CD-
RW's volledig.
lGebruik geen discs waarop plakband is
aangebracht, met gedeeltelijk
losgeraakte labels of kleefmateriaal dat
van de randen van het CD label naar
buiten steekt. Gebruik ook geen discs
waarop een in de handel verkrijgbaar
CD-R label is aangebracht. De kans
bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
qBedieningstips voor MP3
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.mp3) weer als MP3 bestanden.
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
OPMERKING
Levering van dit product verleent enkel
een licentie voor privé, niet-
commercieel gebruik en verleent geen
licentie en geen recht voor het gebruik
van dit product in een commerciële
(d.w.z. inkomsten genererende) real-
time uitzending (via land, satelliet,
kabel en/of andere media), uitzending/
streaming via het internet,
intranetwerken of andere netwerken en/
of in overige distributiesystemen met
elektronische inhoud, zoals betaal-audio
of audio-op-aanvraag toepassingen.
Voor dergelijk gebruik is een
onafhankelijke licentie vereist. Kijk
voor nadere bijzonderheden op
http://www.mp3licensing.com.
lDeze audio-installatie kan MP3
bestanden afspelen die zijn opgenomen
op CD-R/CD-RW/CD-ROM's.
lBij het benamen van een MP3 bestand,
er voor zorgen een MP3
bestandsextensie (.mp3) achter de
bestandsnaam toe te voegen.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-21
Page 450 of 805

lHet aantal tekens dat getoond kan
worden is beperkt.
Gespecialiseerde woordenlijst
MP3
Afkorting voor“MPEG Audio Layer 3”.
Een technische standaard voor
audiocompressie zoals overeengekomen
door de ISO
*1MPEG werkgroep. Met
behulp van MP3 kunnen audiogegevens
gecomprimeerd worden tot ongeveer een-
tiende van het formaat van de
brongegevens.
*1 Internationale Organisatie voor
Standaardisering
qBedieningstips voor WMA
WMA is een afkorting van Windows
Media Audio en is een
audiocompressieformaat dat gebruikt
wordt door Microsoft.
Audiogegevens kunnen gecreëerd en
opgeslagen worden met een hogere
compressieverhouding dan MP3.
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensie (.wma) weer als WMA
bestanden.
* Microsoft en Windows Media zijn
gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation U.S. in de
Verenigde Staten en overige landen.
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
lWMA bestanden die geschreven zijn
onder andere dan de aangegeven
specificaties worden mogelijk niet
normaal weergegeven of de
bestandsnamen of mapnamen worden
mogelijk niet correct getoond.
lDe bestandsextensie is mogelijk niet
aanwezig, afhankelijk van het
besturingssysteem van de computer,
versie, software of instellingen. Voeg in
dit geval de bestandsextensie“.wma”
toe aan het einde van de bestandsnaam
en schrijf deze vervolgens op de disc.
qBedieningstips voor AAC
AAC staat voor Geavanceerde
Audiocodering, een gestandaardiseerde
stemcompressie, zoals bepaald door de
ISO
*1werkgroep (MPEG).
Audiogegevens kunnen gecreëerd en
opgeslagen worden met een hogere
compressieverhouding dan MP3.
Dit apparaat geeft bestanden met de
extensies (.aac/.m4a/.wav
*2) weer als
AAC bestanden.
*1 Internationale Organisatie voor
Standaardisering
*2 Type C/Type D
OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
5-22
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 452 of 805

lHet is mogelijk bij nieuwe DVD's dat
de binnenste en buitenste randen
enigszins ruw zijn. Als een disc met
ruwe randen wordt gebruikt, kan deze
niet goed geplaatst worden met als
gevolg dat de DVD speler de DVD niet
afspeelt. Bovendien bestaat de kans dat
de disc niet wordt uitgeworpen en dat
de installatie defect raakt. Verwijder
tevoren de ruwe randen met behulp van
een balpen of een potlood, zoals
hieronder afgebeeld. Wrijf voor het
verwijderen van de ruwe randen, de
zijkant van de pen of het potlood tegen
de binnenste en buitenste rand van de
DVD.
lBij het rijden over oneffenheden
verspringt het geluid.
lDVD's die voorzien zijn van het logo
dat in de afbeelding wordt aangegeven
of DVD-R/DVD
R/DVD-RW/
DVD
RW die beschreven zijn met
videodata (DVD-Video/DVD-VR
bestand) kunnen worden afgespeeld.
lGebruik discs die legaal geproduceerd
zijn. Als illegaal gekopiëerde discs
zoals onwetmatig geproduceerde discs
gebruikt worden, bestaat de kans dat
het systeem niet correct functioneert.
lLet er op bij het gebruik van DVD's
nooit het signaaloppervlak aan te
raken. Pak de DVD vast door deze bij
de buitenste rand of bij de rand van het
gat en de buitenste rand vast te houden.
lPlak geen papier of plakband op de
DVD. Voorkom het bekrassen van de
achterzijde (de zijde zonder label). De
kans bestaat dat de disc niet wordt
uitgeworpen en dat de installatie defect
raakt.
5-24
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 453 of 805

lStof, vingerafdrukken en vuil kunnen
de hoeveelheid licht dat door het
signaaloppervlak weerkaatst wordt
verminderen, hetgeen een nadelige
invloed op de geluidskwaliteit heeft.
Indien de DVD verontreinigd mocht
raken, deze voorzichtig met een zachte
doek vanaf het midden van de DVD tot
aan de rand afvegen.
lGebruik geen reinigings-sprays voor
grammofoonplaten, anti-statische
reinigingsmiddelen of huishoudelijke
spray-reinigers. Vluchtige chemische
middelen zoals benzine en terpentijn
kunnen het oppervlak van de DVD
eveneens beschadigen en mogen dus
niet worden gebruikt. Alle middelen
die plastic aantasten, doen kromtrekken
of dof maken mogen nooit voor het
reinigen van DVD's worden gebruikt.
lDe DVD speler werpt de DVD uit als
de DVD ondersteboven wordt
ingestoken. Verontreinigde en/of
defecte DVD's worden mogelijk ook
uitgeworpen.
lGeen reinigingsdiscs in de DVD speler
gebruiken.
lGeen disc insteken die voorzien is van
een etiket of sticker.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde DVD-R/DVD
R/DVD-RW/
DVD
RW's die gemaakt zijn met een
computer of een DVD recorder niet
kan afspelen als gevolg van
disckarakteristieken, krassen, vlekken,
vuil, enz., of als gevolg van stof of
condensvorming op de lens binnen in
het apparaat.
lAls DVD's bewaard worden in de auto
wanneer deze aan direct zonlicht of
hoge temperaturen is blootgesteld,
kunnen de DVD-R/DVD
R/DVD-
RW/DVD
RW's zodanig beschadigd
worden dat ze niet meer afspeelbaar
zijn.
lDe kans bestaat dat deze installatie
bepaalde discs die gemaakt zijn met
behulp van een computer niet kan
afspelen als gevolg van de instelling
van de gebruikte toepassing
(schrijfsoftware). (Raadpleeg voor
bijzonderheden de plaats van aankoop
van de toepassing.)
lLees de gebruikershandleiding en alle
voorzorgsmaatregelen voor DVD-R/
DVD
R/DVD-RW/DVDRW's.
lGebruik geen discs waarop plakband is
aangebracht of met gedeeltelijk
losgeraakte labels of kleefmateriaal dat
vanaf de randen van het DVD label
naar buiten steekt. Gebruik ook geen
discs waarop een in de handel
verkrijgbaar DVD-R label is
aangebracht. De kans bestaat dat de
disc niet wordt uitgeworpen en dat de
installatie defect raakt.
lDe voorwaarden waaronder een DVD
video kan worden afgespeeld kunnen
vooraf bepaald zijn, afhankelijk van de
bedoelingen van de ontwerper van de
disc-software. Het is mogelijk dat
functies niet werken zoals bedoeld
door de gebruiker, aangezien deze
DVD speler functioneert
overeenkomstig de bedoelingen van de
softwareontwerper. Raadpleeg altijd de
instrukties die zijn meegeleverd met de
disc die u gaat afspelen.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-25