airbag off MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 18 of 805

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de zittingen
WAARSCHUWING
Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van een zitting op hun plaats vergrendeld
zijn:
Niet goed vergrendelde afstelbare zittingen en rugleuningen zijn gevaarlijk. Bij
plotseling stoppen of een botsing kan de zitting of de rugleuning in beweging komen,
hetgeen letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de afstelbare onderdelen van de
zittingen goed op hun plaats vergrendeld zijn door te proberen de zitting naar voren en
naar achteren te schuiven en de rugleuningen heen en weer te duwen.
Laat kinderen nooit een zitting afstellen:
Toestaan dat kinderen een zitting afstellen is gevaarlijk, aangezien dit ernstig letsel
kan veroorzaken wanneer de handen of voeten van het kind tussen de zitting beklemd
raken.
Niet rijden met ontgrendelde rugleuning:
Alle rugleuningen spelen een belangrijke rol bij uw bescherming in een auto. Het niet
vergrendelen van de rugleuning is gevaarlijk, aangezien tijdens plotseling afremmen
of een botsing passagiers van hun plaats geslingerd kunnen worden en inzittenden
door bagage geraakt kunnen worden, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. Duw
telkens na het afstellen van de rugleuning, ook als er geen overige passagiers zijn, de
rugleuning even heen en weer om te controleren of deze goed op zijn plaats
vergrendeld is.
De bestuurdersstoel uitsluitend afstellen wanneer de auto tot stilstand gebracht is:
Afstellen van de bestuurdersstoel tijdens het rijden is gevaarlijk. De kans bestaat dat
de bestuurder de macht over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt.
De voorzittingen niet wijzigen of vervangen:
Het aanbrengen van wijzigingen of het vernieuwen van de voorzittingen zoals het
vernieuwen van de bekleding of het losdraaien van bouten is gevaarlijk. De
voorzittingen bevatten airbagonderdelen die van essentieel belang zijn voor het
aanvullend beveiligingssysteem. Het aanvullend beveiligingssysteem kan door
dergelijke wijzigingen beschadigd worden, hetgeen tot ernstig letsel kan leiden.
Raadpleeg een officiële Mazda reparateur als uitbouwen of opnieuw inbouwen van de
voorzittingen om een of andere reden noodzakelijk is.
2-2
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 19 of 805

WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde voorzittingen:
Rijden met beschadigde voorzittingen, zoals zitkussens die gescheurd of tot op het
urethaan beschadigd zijn, is gevaarlijk. De voorzittingen die belangrijke
airbagonderdelen bevatten kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het
een botsing is die voor het activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een
eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen
tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de voorzittingen, de voorspanners van de
veiligheidsgordels van de voorzittingen en de airbags altijd door een officiële Mazda
reparateur inspecteren.
Rijd niet met de rugleuningen van de voorzittingen in achterover geleunde positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig
inwendig letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter
op de zitting plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel bij
een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen
worden en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan
worden en letsel kan veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-3
Page 36 of 805

WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen
beschadigd raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen
voldoende bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in
gebruik waren inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de voorzittingveiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze
na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er
steeds voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de
schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag
deze zo laag mogelijk om de heupen.
Bij een botsing waarbij de auto over de kop slaat is er bij een persoon die geen
veiligheidsgordel draagt een beduidend grotere kans op overlijden dan bij een persoon
die wel een veiligheidsgordel draagt.
2-20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 42 of 805

Systeem van voorspanners
van veiligheidsgordels van
voorzitting en
begrenzingsysteem
Voor een optimale bescherming zijn de
veiligheidsgordels van de bestuurdersstoel
en de voorpassagierszitting uitgerust met
voorspanner- en begrenzingsystemen. Om
deze beide systemen correct te kunnen
laten functioneren dient u de
veiligheidsgordel op de juiste wijze te
dragen.
Voorspanners:
Bij gematigde of ernstige frontale of
bijna-frontale botsingen, worden de
systemen van de voor-airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners gelijktijdig
geactiveerd.
Zie voor bijzonderheden over activering,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-63).
Wanneer de airbags worden opgeblazen,
trekken de oprolautomaten van de voorste
veiligheidsgordels de gordels snel strak
aan. Nadat de airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners
geactiveerd werden dienen deze steeds
vernieuwd te worden.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-38.
Zie Waarschuwingszoemer voor systeem
van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels op pagina 7-52.(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
Bovendien is het voorspannersysteem van
de voorpassagierszitting, precies zoals de
voor- en zijpassagiersairbag, zodanig
ontworpen dat dit enkel in werking treedt
wanneer de deactiveringsschakelaar voor
de voorpassagiersairbag in de stand ON is
gezet.
Zie voor bijzonderheden,
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-55).
Drukbegrenzer:
Het begrenzingsysteem zorgt ervoor dat
de gordel op een gecontroleerde manier
losser gemaakt wordt om de druk die door
de gordel op het bovenlichaam van de
inzittende wordt uitgeoefend te reduceren.
Alhoewel de grootste druk op een
veiligheidsgordel bij frontale botsingen
wordt uitgeoefend, heeft de drukbegrenzer
een automatische mechanische functie en
kan bij voldoende beweging van de
inzittende bij elk soort ongeval
geactiveerd worden.
Ook wanneer de voorspanners niet
geactiveerd werden, dient de
drukbegrenzingsfunctie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur gecontroleerd
te worden.
2-26
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 43 of 805

WAARSCHUWING
Maak enkel gebruik van de
veiligheidsgordels op de wijze zoals in
dit instruktieboekje wordt aangegeven:
Het verkeerd dragen van de
veiligheidsgordels van de
bestuurdersstoel en de
voorpassagierszitting is gevaarlijk. Als
deze niet op de juiste wijze worden
gedragen, kunnen de voorspanner- en
begrenzingsystemen van de
veiligheidsgordels tijdens een ongeval
geen adequate bescherming bieden,
hetgeen ernstig letsel tot gevolg kan
hebben. Zie voor meer bijzonderheden
over het dragen van de
veiligheidsgordels,“Vastmaken van de
veiligheidsgordels”(pagina 2-24).
Laat uw veiligheidsgordels
onmiddellijk vernieuwen als de
voorspanner of drukbegrenzer
geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur de voorspanners van de
voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de
airbags functioneren de voorspanners
en drukbegrenzers van de
voorzittingveiligheidsgordels slechts
eenmaal en moeten deze na elke
botsing waarbij deze geactiveerd
werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de
voorzittingveiligheidsgordels en
drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een
botsing toenemen.
WAARSCHUWING
Breng nooit wijzigingen aan de
onderdelen of de bedrading aan en
gebruik nooit elektronische
testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals
bijvoorbeeld het gebruik van
elektronische testapparatuur is
gevaarlijk. De kans bestaat dat het
systeem dan per ongeluk geactiveerd
of onbruikbaar gemaakt wordt,
waardoor dit tijdens een ongeval niet
in werking kan treden. De kans
bestaat dan dat bestuurder,
voorpassagier of monteurs ernstig
letsel oplopen.
Ruim het voorspannersysteem op de
juiste wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen van
het voorspannersysteem of het slopen
van een auto waarvan het
voorspannersysteem niet eerst onklaar
is gemaakt, is gevaarlijk. Ernstig letsel
kan het gevolg zijn wanneer niet alle
veiligheidsmaatregelen in acht worden
genomen. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur het
voorspannersysteem veilig opruimen
of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-27
Page 46 of 805

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*144 bepaling. Neem contact op met een officiële Mazda dealer in het geval u een
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor specifieke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instrukties.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient op de achterzitting plaats te nemen en
gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
Het kinderzitje dient op de achterzitting geïnstalleerd te worden.
Statistieken bevestigen dat de achterzitting de beste plaats is voor alle kinderen tot een
leeftijd van 12 jaar. Dit geldt des te meer wanneer de auto uitgerust is met een aanvullend
beveiligingssysteem (airbags).
Een achterwaarts gericht kinderzitje magNOOITop de voorpassagierszitting worden
gebruikt wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is. De voorpassagierszitting komt ook
voor andere soorten kinderzitjes het minst in aanmerking.
Bij sommige modellen is er een deactiveringsschakelaar aangebracht die de activering van
de voorpassagiersairbag uitschakelt. Schakel de voorpassagiersairbag niet uit zonder
“Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag”te lezen (pagina 2-55).
2-30
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Page 48 of 805

WAARSCHUWING
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de
voorzijde door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL aan het KIND toebrengen.
Bij auto's die uitgerust zijn met een voorpassagiersairbag is er een
waarschuwingslabel zoals hieronder aangegeven aangebracht. Het
waarschuwingslabel herinnert u er aan onder geen enkele omstandigheid een
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting aan te brengen.
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag
geraakt worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind
ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag, bij het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de
stand OFF zetten.
2-32
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Page 49 of 805

WAARSCHUWING
(Taiwan, behalve voorpassagierszitting, indien voorzien van het volgende label)
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de
voorzijde door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL aan het KIND toebrengen.
Vermijd het installeren van een voorwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te vermijden is:
Het plaatsen van een voorwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting is
gevaarlijk. In het geval van een botsing kan de kracht van een airbag die wordt
opgeblazen ernstig of dodelijk letsel aan het kind toebrengen. Als het installeren van
een voorwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting niet te vermijden is, de
voorpassagierszitting zover mogelijk naar achteren schuiven en er voor zorgen dat de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag in de stand OFF staat. Zie
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag (pagina 2-55).
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-33
Page 54 of 805

WAARSCHUWING
Installeer altijd een babyzitje op de
juiste zitplaats:
Het installeren van een babyzitje
zonder eerst de tabel“Geschiktheid
van kinderzitjes voor diverse
zitposities”te raadplegen is gevaarlijk.
Een babyzitje dat op de verkeerde
zitting wordt geïnstalleerd kan niet op
de juiste wijze worden bevestigd. Bij
een botsing zou het kind iets of iemand
in de auto kunnen raken en ernstig
letsel kunnen oplopen, mogelijk met
dodelijke afloop.
WAARSCHUWING
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het zitje
bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen. Als uw auto uitgerust
is met een deactiveringsschakelaar
voor de voorpassagiersairbag, de
schakelaar altijd in de stand OFF
zetten als het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is.
2-38
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Page 55 of 805

qInstallatiepositie van peuterzitje
Een peuterzitje wordt gebruikt in de
voorwaarts en achterwaarts gerichte
posities, afhankelijk van de leeftijd en de
grootte van het kind. Volg bij het
installeren de instrukties van de fabrikant
in overeenstemming met de betreffende
leeftijd en grootte van het kind, alsmede
de richtingen voor het installeren van het
kinderzitje.
Zie de tabel“Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities”voor
de installatiepositie van een peuterzitje
(pagina 2-42).
Achterwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Installeer een achterwaarts gericht
peuterzitje altijd op de juiste zitplaats:
Het installeren van een achterwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel“Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zitposities”te raadplegen
is gevaarlijk. Een achterwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de
juiste wijze worden bevestigd. Bij een
botsing zou het kind iets of iemand in
de auto kunnen raken en ernstig letsel
kunnen oplopen, mogelijk met
dodelijke afloop.
WAARSCHUWING
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het zitje
bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen. Als uw auto uitgerust
is met een deactiveringsschakelaar
voor de voorpassagiersairbag, de
schakelaar altijd in de stand OFF
zetten als het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
2-39