4–174
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt. De
ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen wordt
getoond. De instelindicatie (groen) van het MRCC systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Multi-informatiedisplay Actief rijden display
Tijdens het rijden met constante
snelheid
Tijdens het rijden met
volgafstandregeling
4–176
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de
schakelaar. De afstand tussen voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden,
kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor afstand-tussen-
voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Indicatie op multi-
informatiedisplay Indicatie op Active Driving
Display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort (ongeveer 25 m)