4–81
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
 Voorruitenwissers
            Schakel  de  ruitenwissers  in  door  de  hendel 
omhoog of omlaag te drukken.
  Met  intervalruitenwisser
 Schakelaarstand 
 Bediening van de 
ruitenwissers
 Nr.   Type  A   Type  B 
 Werking  bij 
omhoogtrekken van de 
hendel
 Stop 
 Intervalwerking 
 Lage  snelheid 
 Hoge  snelheid 
  Ruitenwissers  met  regelbare 
intervalwerking
    Zet de hendel in de intervalstand en kies 
de intervaltijd door de ring te draaien.
INT ring
  Met  automatische  ruitenwisserregeling
 Schakelaarstand 
 Bediening van de 
ruitenwissers
 Nr.   Type  A   Type  B 
 Werking  bij 
omhoogtrekken van de 
hendel
 Stop 
 Automatische  regeling 
 Lage  snelheid 
 Hoge  snelheid 
                      
4–82
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
  Automatische  ruitenwisserregeling
    Wanneer de ruitenwisserhendel in de stand 
  staat, tast de regensensor de 
hoeveelheid regenval op de voorruit af en 
schakelt deze de ruitenwissers automatisch 
in of uit (uit—interval—lage snelheid—
hoge snelheid).
  De gevoeligheid van de regensensor kan 
afgesteld worden door de schakelaar op de 
ruitenwisserhendel te draaien.
  De schakelaar vanuit de middenpositie 
(normaal) omhoog draaien voor een 
hogere gevoeligheid (snellere respons) of 
de schakelaar omlaag draaien voor minder 
gevoeligheid (langzamere respons).
Hogere 
gevoeligheid
Minder 
gevoeligheid
Schakelaar
Middenpositie
 OPGELET
        De regensensor niet afdekken 
door een sticker of een label op de 
voorruit te plakken. Anders zal de 
regensensor niet correct functioneren.