sensor OPEL ADAM 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2016.5Pages: 245, PDF Size: 7.27 MB
Page 194 of 245

192Verzorging van de automeer TPMS-sensoren zijn vervan‐
gen. De TPMS-sensoren moeten ook worden gekoppeld na het vervangen
van een reserveband door een regu‐
liere band met de TPMS-sensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
de storingslamp w en het waarschu‐
wingsbericht doven/verdwijnen. De
sensoren worden met een inleerge‐ reedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voor‐
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,
achterwiel rechterzijde en achterwiel
linkerzijde. De richtingaanwijzer in de
huidige actieve stand wordt verlicht
totdat de sensor is gekoppeld.
Neem contact op met een werkplaats voor onderhoud of om inleergereed‐
schap aan te schaffen. U hebt twee
minuten voor het koppelen van de po‐
sitie van het eerste wiel en vijf minu‐
ten voor het koppelen van de positie
van alle vier de wielen. Bij het over‐
schrijden van deze tijd stopt het kop‐
pelen en moet u opnieuw beginnen.
De koppelingsprocedure voor de ban‐ denspanningssensoren is als volgt:
1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.3. Op auto's met geautomatiseerde versnellingsbak: Trap het rempe‐
daal in en houd het vast. Breng en houd de keuzehendel vijf secon‐
den in stand N tot P wordt weer‐
gegeven op het Driver Information
Center. P geeft aan dat het kop‐
pelen van de sensoren kan wor‐ den gestart.
Op auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: selecteer Neu‐
traal.
4. Gebruik MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatiemenu
voertuig op het Driver Information
Center te selecteren.
5. Draai het stelwieltje om naar het bandenspanningsmenu te schui‐
ven.
6. Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces ver‐ schijnen.
7. Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De cla‐ xon piept twee keer om aan te ge‐
ven dat de ontvanger in de inleer‐ modus staat.8. Begin met de voorwiel aan de lin‐ kerzijde.
9. Zet de inleertool bij het ventiel te‐ gen de wang van de band. Druk
daarna op de toets om de ban‐
denspanningssensor te activeren. De claxon piept ter bevestiging
dat de sensoridentificatiecode
aan de positie van dit wiel is ge‐
koppeld.
10. Ga verder met het voorwiel rechts
en herhaal de procedure zoals be‐ schreven in stap 9.
11. Ga verder met het achterwiel rechts en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9.
12. Ga verder met het achterwiel links
en herhaal de procedure zoals be‐
schreven in stap 9. De claxon
piept twee keer ter aanduiding dat de sensoridentificatiecode aan
het linkerachterwiel is gekoppeld
en dat de procedure voor het kop‐
pelen van de bandenspannings‐
sensoren afgesloten is.
13. Schakel het contact uit.
Page 242 of 245

240Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 115
Instrumentengroep ......................80
Instrumentenverlichting .............181
Interieurverlichting ......................113
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........51
K Katalysator ................................. 133Kentekenverlichting ...................180
Keuzehendel ............................. 136
Kilometerteller .............................. 80
Kinderveiligheids-systemen ..........47
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................117
Klok .............................................. 76
Koelvloeistof .............................. 169
Koelvloeistof en antivries ............215
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...81
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 111
Koplampverstelling ....................111
L
Laadsysteem ............................... 86
Lekke band ................................. 198
Lichtschakelaar .......................... 109 Lichtsignaal ................................ 110
Luchtinlaat ................................. 126M
Meters........................................... 80
Midlevel-display ............................ 90
Mistachterlicht .............................. 90
Mistachterlichten ........................ 112
Motorgegevens .......................... 222
Motor-ID...................................... 218
Motorkap .................................... 167
Motorolie .................... 168, 215, 219
Motoroliedruk ............................... 89
Motor starten ..................... 129, 135
N Nieuwe auto inrijden ..................128
O Obstakeldetectiesystemen .........147
Olie, motor .......................... 215, 219
OnStar ........................................ 104
Ontlaadbeveiliging accu ............116
Opbergruimte................................ 52
Opbergruimte achter..................... 64
Opbergruimte voor........................ 53
Opbergvakken .............................. 52
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 88 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 207
Panoramadak .............................. 32Parkeerhulp ............................... 147
Parkeerlichten ............................ 112
Parkeren .............................. 18, 132
Park pilot met ultrasoonsensoren 147
Pedaal intrappen .......................... 87
Persoonlijke instellingen ............101
Pollenfilter .................................. 126
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 90
Prestaties ................................... 224
Profieldiepte ............................... 193
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 236
Regelbare instrumentenverlichting ...........113
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 235
Remassistentie .......................... 140
Rem- en koppelingssysteem .......87
Rem- en koppelingsvloeistof ......215
Remmen ............................ 138, 170
Remvloeistof .............................. 170
Reparatie ongevalschade ...........231
Reservewiel ............................... 201
Richtingaanwijzer ........................85
Richtingaanwijzers ..................... 112
Richtingaanwijzers vooraan ......174
Rugleuning neerklappen .............36