OPEL ADAM 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2016Pages: 107, PDF Size: 1.88 MB
Page 11 of 107

Inleiding11Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact wordt uitgescha‐
keld, met behulp van X hebt inge‐
schakeld, dan wordt het 10 minuten na de laatste invoer automatisch
weer uitgeschakeld.
Volume instellen Druk op ∨ of ∧. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Naar keuze, op het aanraakscherm:
beweeg de volumeschuif met uw vin‐
ger naar links of rechts.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐ volume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 17.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 17 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Volume van verkeersberichten (TA)
Het volume van verkeersberichten
kan apart worden ingesteld 3 17.
Mute
Druk op ∨ of ∧ en raak vervolgens in het weergegeven volumemenu op het scherm de knop p aan.
Mutefunctie annuleren: druk op ∨ of
∧. Het laatst geselecteerde volume
wordt weer ingesteld.
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Druk op de ;-toets om het begin‐
menu weer te geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 13.
Audio
Selecteer de knop Audio op het
scherm om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op de bovenste regel
van het menu om een vervolgkeuze‐
lijst te openen.
Page 12 of 107

12Inleiding
Andere audiomodus inschakelen:
raak een van de opties in de lijst aan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● radiotunerfuncties 3 21
● externe apparaten ( USB, AUX ,
Bluetooth ) 3 34
Galerij
Selecteer de knop Galerij op het
scherm om het hoofdmenu van de
laatst geselecteerde afbeeldings- of
filmmodus te openen.
Selecteer Bron op de bovenste regel
van het menu om een vervolgkeuze‐
lijst te openen.Andere afbeelding of videomodus in‐
schakelen: raak een van de opties in
de lijst aan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● afbeeldingsfuncties 3 37
● filmfuncties 3 39
Telefoon
Selecteer de knop Telefoon op het
scherm om een Bluetooth-verbinding
tussen het Infotainmentsysteem en
een mobiele telefoon tot stand te
brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐
binding verschijnt het hoofdmenu van de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 49.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 44.
Page 13 of 107

Inleiding13Apps
Selecteer de knop Apps op het
scherm voor het openen van een
menu voor het selecteren en starten
van door het Infotainmentsysteem
goedgekeurde smartphone-applica‐
ties.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 31 en 3 41.
Instellingen
Selecteer de knop Instellingen op het
scherm om een menu voor diverse
systeemspecifieke instellingen te
openen.
Tijd- en datuminstellingen en Voer‐
tuiginstellingen worden in de Gebrui‐
kershandleiding beschreven.
Alle andere instellingen worden op
onderwerp in de betreffende hoofd‐
stukken van deze handleiding be‐
schreven.
Basisbediening
Bedieningsorganen voor de
menu's
Aanraakscherm
Het display van het Infotainmentsys‐
teem heeft een aanraakgevoelig op‐
pervlak voor rechtstreekse interactie
met de getoonde menubedieningsor‐
ganen.
U kunt bijvoorbeeld een knop op het
scherm activeren door deze met uw
vinger aan te raken of een schuifele‐
ment op het scherm met uw vinger
verschuiven.Voorzichtig
Gebruik geen puntige of harde
voorwerpen zoals balpennen, pot‐ loden of iets soortgelijks voor het
aanraakscherm.
; -toets
Druk op de ;-toets om naar het be‐
ginmenu te gaan.
Page 14 of 107

14Inleiding
Via het aanraakscherm komt u bij ver‐
dere menu's en functies.
Knop q op het scherm
Druk bij het navigeren door de menu's
in het betreffende submenu op q om
terug te gaan naar het bovenliggende menu.
Menubediening (voorbeelden)
Knop op het scherm of menuoptie
selecteren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een mel‐
ding of een submenu met verdere op‐ ties.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie via het aanraakscherm beschreven als
"...selecteer
Meldingen
Vóór het uitvoeren van een systeem‐
functie wordt u soms met een bericht
hierom gevraagd. Bevestig indien
vereist het bericht of selecteer één
van de opties.
Page 15 of 107

Inleiding15Het selecteren en activeren van een
knop in een melding op het scherm werkt precies zoals beschreven voorknoppen in een menu op het scherm.
Door een lange lijst met menuopties
bladeren
Als er meer menuopties beschikbaar
zijn dan het scherm kan bevatten,
verschijnt er een schuifbalk.
Om door de lijst met menuopties te
bladeren kunt u naar keuze:
● ▲ of ▼ boven of onder de schuif‐ balk aanraken.
● Verplaats de schuif van de schuifbalk met uw vinger omhoog
of omlaag.
Een instelling aanpassen
De verschillende typen instellingen in
de diverse instellingenmenu's wor‐
den onderstaand getoond en be‐
schreven.Voorbeeld: Display-instellingenRaak - of + aan of verplaats de schuif‐
knop naast een instelling om deze
aan te passen. Bevestig uw keuze
door OK te selecteren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de handelingen voor het over‐
schakelen van een instelling via het
aanraakscherm beschreven als
"...zet
Raak < of > naast een instelling aan
om een van de beschikbare opties te kiezen of om een specifieke waarde
in te stellen.
Page 16 of 107

16InleidingLet op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de handelingen voor het over‐
schakelen naar een andere optie via het aanraakscherm beschreven als
"...zet...op...'naam van op‐
tie'/'waarde'...".Voorbeeld: optie RDS
Raak Aan of Uit naast een instelling
aan om deze optie te activeren of te
deactiveren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de handelingen voor het over‐
schakelen van een instelling Aan/
Uit via het aanraakscherm beschre‐
ven als "...zet
Aan /Uit ".Voorbeeld: DAB-categorielijst
Raak een lijstoptie aan om de optie te
selecteren of te deselecteren. Als er
een lijstoptie wordt geselecteerd, ver‐
schijnt er een kruisje in het vakje
naast de optie.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de handelingen voor het kiezen van een optie via het aanraak‐
scherm beschreven als
"...kies...'naam van optie'...".
Geluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke externe audiobron afzon‐
derlijk de geluidskarakteristieken in‐
stellen. Het menu is toegankelijk van‐
uit elk specifiek hoofdmenu audio.
Open het geluidsinstellingenmenu
met MENU op de onderste regel van
het betreffende hoofdmenu. Blader
zo nodig door de lijst met menuopties
en selecteer Geluidsinstellingen . Het
betreffende menu verschijnt.
EQ-modus
(EQ: equalizer)
Page 17 of 107

Inleiding17Gebruik deze instellingen voor een
optimaal geluid voor het muziek‐
genre, bijv. Rock of Klassiek .
Selecteer de gewenste klankstijl. Als u Handboek kiest, kunt u de volgende
instellingen handmatig aanpassen.
Bas
Met deze instelling kunt u de lage fre‐
quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Zet Bas op een waarde tussen -12
en 12.
Midden
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Zet Midden op een waarde tussen
-12 en 12.
Hoog
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐ sterken of dempen.
Zet Hoog op een waarde tussen -12
en 12.Balance en fader instellen
Gebruik de illustratie rechts van het
menu om balance en fader in te stel‐ len.
Druk op het bijbehorende punt in de
afbeelding om het punt in het interieur
te bepalen waar het geluidsniveau
het hoogst is. Ook kunt u de rode mar‐ ker met uw vinger naar het gewenste
punt verschuiven.
Let op
De instellingen voor balance en fa‐
der gelden voor alle audiobronnen.
Deze kunnen niet apart voor elke au‐
diobron worden ingesteld.
Terugzetten op fabriekswaarden
Selecteer Resetten.
Huidige instellingen opslaan
Selecteer OK.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.Blader door de lijst tot Maximale
startvolume .
Zet Maximale startvolume op een
waarde tussen 13 en 37.
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen om het
betreffende menu weer te geven.
Page 18 of 107

18Inleiding
Zet voor het bijstellen van de volume‐aanpassing Automatisch volume op
Uit , Laag , Midden of Hoog .
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan onafhankelijk van het "normale"
volumeniveau apart vooraf worden in‐ gesteld.
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen en dan
RDS-optie om het betreffende menu
weer te geven.
Zet TP-volume op een waarde tussen
0 en 63.
Beltoonvolume aanpassen
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen
om het betreffende menu weer te ge‐ ven.
Zet Beltoonvolume op een waarde
tussen 0 en 63.
Functie volume aanraakpiep
activeren of deactiveren
Als de functie van het volume voor de
aanraakpiep wordt geactiveerd, gaat
elke aanraking van een knop op het
scherm of menuoptie vergezeld van
een piepgeluid.
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Blader door de lijst tot Volume
pieptoon bij bediening .
Page 19 of 107

Inleiding19
Zet de functie op Aan of Uit.
Systeeminstellingen De taal aanpassen
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Talen (language) om het
betreffende menu weer te geven.Taal voor de menuteksten wijzigen:
druk op de gewenste taal.
Tekstbladerfunctie activeren of
deactiveren
Als er lange tekst op het scherm ver‐
schijnt, kan de tekst voortdurend wor‐
den doorgebladers of kan deze een‐
maal worden doorgebladers en in
verkorte vorm worden weergegeven.
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Blader door de lijst tot Tekstscroll.Als u voortdurend door de tekst wilt
balderen, zet de functie dan op Aan.
Als u in blokken door de tekst wilt bla‐ deren, zet deze dan op Uit.
Terugzetten op fabriekswaarden Alle instellingen, bijv. het volume en
de geluidsinstellingen, de favorieten‐
lijsten en de lijst met Bluetooth-appa‐
raten, kunnen op de fabriekswaarden worden teruggezet.
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Radio-instellingen om het
betreffende menu weer te geven.
Page 20 of 107

20Inleiding
Alle instellingen terugzetten: raak Fa‐
brieksinstellingen radio aan en be‐
vestig de daarop volgende berichten.
Systeemversie weergeven
Druk op de knop ; en selecteer
Instellingen .
Blader door de lijst en selecteer
Systeemversie .