display OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018Pages: 279, PDF Size: 6.51 MB
Page 73 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen71Niet inschakelen wanneer de achter‐
ruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
U kunt deze functie in- of uitschakelen
in het menu Instellingen op het
info-display.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Achterruitsproeier
Hendel van u af duwen.
Er wordt sproeiervloeistof op de
achterruit gespoten en de ruitenwis‐
ser maakt enkele slagen.
Als er een achteruitrijcamera is
aangebracht, wordt de sproeiervloei‐
stof ook op de camera gespoten.
Sproeiervloeistof 3 226.
Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt
onmiddellijk aangeduid, een stij‐
gende temperatuur met enige vertra‐
ging.Als de buitentemperatuur tot 0,5 °C
daalt, verschijnt er een waarschu‐ wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd worden op het
info-display weergegeven.
Info-Display 3 88.
Druk op p en tik vervolgens op 1.
Selecteer Instellingen gevolgd door
Tijd en datum om het desbetreffende
submenu weer te geven.
Page 76 of 279

74Instrumenten en bedieningsorganen
Een mobiel toestel opladen:1. Haal alle voorwerpen uit de oplaadsleuf. Het is mogelijk dat
het systeem niet oplaadt als er
zich voorwerpen in de oplaadsleuf
bevinden.
2. Steek het mobiele apparaat met het scherm naar de bestuurder
gericht langzaam in de oplaad‐
sleuf tot 0 op het info-display
wordt aangegeven. Dit geeft aan
dat het mobiele apparaat correct
is geplaatst en kan worden opge‐
laden.
Als er een telefoon in de sleuf is
gestoken en 0 wordt niet weergege‐
ven, haal het mobiele apparaat dan
uit de sleuf, draai hem 180 graden en
wacht drie seconden alvorens de
telefoon weer in de sleuf te steken.
Page 78 of 279

76Instrumenten en bedieningsorganenOverzichtORichtingaanwijzer 3 80XGordelverklikker 3 80vAirbags en gordelspanners
3 81VAirbag deactiveren 3 81pLaadsysteem 3 816Onderhoud spoedigRRemsysteem 3 82mElektrische handrem
3 82jStoring elektrische
handrem 3 82uAntiblokkeersysteem
(ABS) 3 823SPORT-modus 3 161aLane Keep Assist 3 83aElektronische stabiliteitsre‐
geling UIT 3 83bElektronische stabiliteitsre‐
geling en Traction Control-
systeem 3 83kTraction Control-systeem
uit 3 83wBandenspanningscontro‐
lesysteem 3 83dStartbeveiliging 3 844Auto gereed 3 848Buitenverlichting 3 84CGroot licht 3 84fGrootlichtassistent 3 84øMistachterlicht 3 84mCruisecontrol 3 84AVoorligger gedetecteerd
3 847Voetganger vóór gedetec‐
teerdLSnelheidsbegrenzer
3 84LVerkeersbordherkenning
3 85hPortier open 3 85Reconfigureerbare
instrumentengroep
De indeling van de instrumenten‐
groep kan anders zijn. Ga met de
bediening op het stuurwiel naar de
verschillende displayzones en schuif door de verschillende displays.
U kunt uit drie verschillende display‐
configuraties kiezen:
● Simpel configuratie toont de snel‐
heidsmeter met een vereenvou‐
digde hoogspanningsaccumeter en een efficiency-lampje.
● Standaard configuratie toont de
snelheidsmeter met een hoog‐
spanningsaccumeter en een effi‐ ciency-meter.
● Uitgebreid configuratie toont de
snelheidsmeter met een hoog‐
spanningsaccumeter, efficiency-
ring en elektriciteitsmeter.
Driver Information Centre 3 85.
Page 79 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen77Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.Kilometerteller
De totale geregistreerde afstand
wordt weergegeven in km.
Accumeter
Hier wordt de laadstatus van de hoog‐
spanningsaccu aangegeven. De
waarde in het midden is een schatting
van hoe ver er met de auto kan
worden gereden op de resterende
lading op basis van de gewoonlijke
rijstijl en omstandigheden die gedu‐
rende enkele dagen zijn geleerd.
De maximumwaarde staat boven het
display aangegeven en de minimum‐
waarde onder het display. De waar‐
den geven de grootste en de kleinste
actieradius aan zoals geschat aan de
hand van de huidige auto-omstandig‐ heden en de klimaatinstellingen.
De geschatte actieradius en de maxi‐ mum- en minimumwaarde worden
beïnvloed door het gebruik van de
klimaatregeling. Het geschatte bereik
kan groter of kleiner worden op basis
van het verbruik door de klimaatrege‐
ling.
Een balk aan de linkerkant geeft aan
hoe recente auto-omstandigheden en klimaatinstellingen van invloed zijn op
de voorspelling van het geleerde
bereik.
Als de hoogspanningsaccu bijna leeg is, dan verandert de geschatte actie‐
radius in het midden in Laag. De
maximum- en minimumbereiken worden niet meer weergegeven. Er
kunnen nog andere waarschuwingen
op het display verschijnen en er kan
een zoemer klinken bij een lage laad‐
status.
Efficiencymeter Deze meter doet dienst als richtlijnen
voor efficiënt rijden.
Page 82 of 279

80Instrumenten en bedieningsorganenActieradius totaal
Geeft het totale bereik weer dat met
de auto kan worden gereden.
Zuinig rijden 3 155.
Service-display Als het tijd is voor een onderhouds‐
beurt, wordt dit in het Driver Informa‐
tion Center aangegeven.
De eerste waarschuwing verschijnt
400 km voordat er een beurt moet
worden uitgevoerd en de tweede
waarschuwing verschijnt 80 km voor‐
dat er een beurt moet worden uitge‐
voerd. Het bericht verschijnt iedere
keer wanneer de auto wordt inge‐
schakeld.
U kunt het bericht annuleren of reset‐
ten. Reset het bericht pas na de
onderhoudsbeurt.
Driver Information Centre 3 85.
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze
beschrijving geldt voor alle instru‐
mentuitvoeringen. Afhankelijk van de
uitrusting kan de plaats van de
controlelampjes variëren. Bij het
inschakelen van de auto lichten de
meeste controlelampen korte tijd op
bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:Rood:gevaar, belangrijke herinne‐
ringGeel:waarschuwing, aanwijzing,
storingGroen:inschakelbevestigingBlauw:inschakelbevestigingWit:inschakelbevestiging,
systeem gereedControlelampen 3 75.
Richtingaanwijzer
O brandt of knippert groen.
Brandt korte tijd De parkeerlichten zijn ingeschakeld.
Knippert
Een richtingaanwijzer of de alarm‐
knipperlichten zijn geactiveerd.
Knippert snel: richtingaanwijzer of
bijbehorende zekering kapot.
Vervangen van lampen 3 230.
Zekeringen 3 234.
Richtingaanwijzers 3 106.
Gordelverklikker
Gordelverklikker op de
voorstoelen
X van de bestuurdersstoel brandt of
knippert rood op de instrumenten‐
groep.
Page 87 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen85Snelheidsbegrenzer 3 173.
Verkeersbordherkenning L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 198.
Portier open
Het lampje brandt als er een portier,
de motorkap of de achterklep open
staat. Het symbool verandert naarge‐
lang.
Ook verschijnt er elke keer bij het
openen van de motorkap of de
achterklep een plaatje op het Driver
Information Center. Driver Informa‐
tion Centre 3 85.Informatiedisplays
Driver Information Center Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
De indicatie op het Driver Information Center is afhankelijk van de uitrus‐
ting:
● kilometerteller en dagteller
● voertuiginformatie
● ritinformatie
● informatie over zuinig rijden
● boord- en waarschuwingsinfor‐ matie
● audio- en Infotainmentinformatie
● telefooninformatie
● auto-instellingen
Menupagina's verschijnen door op ]
op het stuurwiel te drukken.
Druk op { of } om een menu te
selecteren, druk op 9 om te bevesti‐
gen. Selecteerbare menupagina's
zijn:
Page 88 of 279

86Instrumenten en bedieningsorganen
●Voertuiginfo
● Audio
● Telefoon
● Indeling
● Opties
Sommige functies op het display
verschillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen beschikbaar als de auto stilstaat.
Menu's en functies selecteren De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen
rechts op het stuurwiel.● Druk op ] om de hoofdmenupa‐
gina te openen.
● Selecteer een hoofdmenupagina met { of }.
● Bevestig een hoofdmenupagina met 9.
Druk na het selecteren van een hoofdmenupagina op { of } om
subpagina's te selecteren.
● Druk op [ om de volgende map
van de geselecteerde subpagina
te openen.
● Druk op { of } om functies te
selecteren of zo nodig een nume‐
rieke waarde in te stellen.
● Druk op 9 om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Wanneer nodig, verschijnen er
berichten over de auto en het onder‐
houd in het Driver Information Center.
Bevestig berichten door op 9 te druk‐
ken.
Boordinformatie 3 93.
Voertuiginfo
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Voertuiginfo . Sommige zijn voor uw
specifieke auto wellicht niet beschik‐
baar. Afhankelijk van het display
worden sommige functies als
symbool weergegeven.
Druk op { of } om een pagina te
selecteren:
● Rit
● Bandenspanning (kPa)
Page 89 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen87● Gemiddelde snelheid
● Timer
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Lege pagina
Rit
De kilometerteller geeft de huidige
afstand en het huidige gemiddelde
energieverbruik weer sinds een
bepaalde reset.
De afstand geeft maximaal
99.999,9 km aan en begint dan weer
bij 0.
Het gemiddelde elektrische energie‐
verbruik geeft het gemiddelde kWh
per 100 km (kWh/100 km) bij bena‐ dering aan.
Houd 9 ingedrukt om te resetten.
Bandenspanning (kPa)
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 244.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment opnieuw worden gestart.Timer
Druk voor starten en stoppen op 9.
Druk voor terugzetten op [ en beves‐
tig de handeling.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 198.
Volgafstand
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 177.
Lege pagina
Geeft een lege pagina zonder enige
informatie weer.
Menu Audio
In het hoofdscherm van de applicatie
Audio kunt u met { of } door de
radiozenders schuiven of naar de
volgende/vorige track van een USB-/
Bluetooth ®
-apparaat gaan dat op de
auto is aangesloten.
Druk op 9 om de app Audio te selec‐
teren en vervolgens op [ om het
Audio te openen. In het menu Audiokunt u zoeken naar muziek, favorie‐
ten selecteren of de audiobron veran‐
deren.
U sluit het menu Audio af door op 9
of ] te drukken.
Menu Telefoon Druk op 9 om de app Telefoonte
selecteren en vervolgens op [ om het
menu Telefoon te openen. Als er
geen actieve oproep is, kunt u in het menu Telefoon recente oproepen
bekijken, door contacten bladeren of
uit uw favorieten kiezen. Als er een
actieve oproep is, kunt u de telefoon
dempen of juist niet of naar de hand‐
set of hands-free bediening over‐
schakelen.
U sluit het menu Telefoon af door op
9 of ] te drukken.
Menu Indeling
Druk tijdens het weergeven van
Displayonderwerpen op 9. Selecteer
Simpel , Standaard of Uitgebreid door
op 9 te drukken.
Page 90 of 279

88Instrumenten en bedieningsorganenMenu Opties
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu
Opties :
● Eenheid
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen band
Eenheden
Druk op [ terwijl de eenhedenpagina
wordt weergegeven.
Selecteer Engelse of metrische
eenheden door op 9 te drukken.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op 9 te drukken terwijl de
pagina wordt weergegeven. Druk op
[ en { of } om de waarde aan te
passen. Druk op 9 om de snelheid in
te stellen. Na het instellen van de
snelheid kan deze functie worden
uitgeschakeld door tijdens het bekij‐
ken van deze pagina op 9 te druk‐ken. Als de geselecteerde maximum‐
snelheid wordt overschreden,
verschijnt er een pop-upwaarschu‐
wing en klinkt er een geluidssignaal.
Draagvermogen banden
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 244.
Druk op { of } om een categorie
Licht , Zuinig of Max te selecteren.
Druk op 9 om de categorie te beves‐
tigen.
Help
Geeft informatie over de meters die in
de verschillende indelingen ( Simpel,
Standaard of Uitgebreid ) beschikbaar
zijn.
Open source-software
Systeeminstellingen 3 122.
Info-Display
Op het info-displays kan het volgende worden aangegeven:
● klimaatregeling 3 149
● Infotainmentsysteem 3 112● persoonlijke instellingen 3 94
● informatie stroomverloop
● programmeerbare laadinstellin‐ gen
● verbruiksinformatie
● achteruitkijkcamera 3 194
● buitentemperatuur 3 71
● parkeerhulpinstructies 3 182
Menu's en instellingen selecteren Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
Page 91 of 279

Instrumenten en bedieningsorganen89
●Tik op p om de startpagina weer
te geven.
● Tik op het betreffende pictogram in het menu op het display.
● Tik op een pictogram om de desbetreffende functie te selec‐
teren.
● Tik op 9 om naar het bovenlig‐
gende menu terug te keren.
● Tik op p om terug te gaan naar
de startpagina.
Overzicht bedieningselementen
3 112.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Verbruik
Toont de verbruiksapplicaties van het
systeem.
1. Druk op Energie.
2. Selecteer het gewenste menu.Communicatiefout
Als er sprake is van een communica‐ tieprobleem met het verbruikssys‐
teem, verschijnt het foutbericht.
Probeer in dit geval de auto opnieuw
te starten of neem contact op met een
werkplaats.
Doorstroming
In dit menu wordt de energiestroom
tussen de elektrische aandrijving en
de hoogspanningsaccu aangegeven.
1. Druk op Energie.
2. Druk op Stroom.
De componenten zijn gemarkeerd als
ze actief zijn.