OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018Pages: 279, PDF Size: 6.51 MB
Page 21 of 279

Sleutels, portieren en ruiten192. Steek het sleutelblad ongeveer6 mm in de behuizing en verdraai
de sleutel om de behuizing te
openen. Als u het sleutelblad
dieper plaatst, kan de behuizing
beschadigd raken.
3. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de
installatiepositie.
4. Sluit de behuizing en plaats het sleutelblad.
Afstandsbediening
synchroniseren
Na vervanging van de batterij het
bestuurdersportier openen met de
sleutel in het slot. Bij het inschakelen
van de auto wordt de afstandsbedie‐
ning gesynchroniseerd.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● Het bereik wordt overschreden.● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het
bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 21.Elektronisch sleutelsysteem
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 21
● achterklep 3 29
● voertuig starten en stoppen 3 158
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 17.
Page 22 of 279

20Sleutels, portieren en ruitenAfstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Let op
Leg de elektronische sleutel niet in
de bagageruimte of voor het info-
display.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 93.
Batterij in de elektronische sleutel
vervangen 3 17.
Elektronische sleutel
synchroniseren
De elektronische sleutel synchroni‐
seert zichzelf automatisch bij elke
startprocedure.Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als het aandrijvingssysteem niet kan
worden gestart, kan dit de volgende
oorzaken hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Om de storing te verhelpen, de positie
van de elektronische sleutel verande‐ ren.
Handmatig ontgrendelen 3 21.Opgeslagen instellingen
Steeds wanneer de auto wordt uitge‐
schakeld, worden de volgende instel‐ lingen automatisch door de elektroni‐
sche sleutel opgeslagen:
● automatische klimaatregeling
● verlichting
● Infotainment-systeem
● centrale vergrendeling
● comfortinstellingen
De opgeslagen instellingen in het geheugen van de elektronische sleu‐
tel 3 19 worden automatisch toege‐
past wanneer de auto de volgende
keer wordt ingeschakeld.
Voorwaarde is wel dat Bestuurder‐
spersonalisatie is geactiveerd in de
persoonlijke instellingen van het
info-display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke elektronische sleutel
die wordt gebruikt. De gewijzigde status is pas beschikbaar nadat de
auto is vergrendeld en ontgrendeld.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Page 23 of 279

Sleutels, portieren en ruiten21Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en oplaadklep.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 94.Werking van handzender
Ontgrendelen
Druk op (.
De ontgrendelmodus kan in het menu
Persoonlijke instellingen op het info-
display worden ingesteld. U kunt uit
twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de bagageruimte en de oplaadklep worden met
één druk op ( ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de oplaadklep
worden met één druk op
( ontgrendeld. Om alle portieren
te ontgrendelen, drukt u twee‐
maal op (.
Selecteer de desbetreffende instel‐
ling in Instellingen , I Voertuiginstel‐
lingen op het info-display.
Info-Display 3 88.
Persoonlijke instellingen 3 94.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte afstandsbediening. Opge‐
slagen instellingen 3 20.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep 3 29.
Vergrendelen
Sluit de portieren, de bagageruimte
en de oplaadklep.
Page 24 of 279

22Sleutels, portieren en ruiten
) indrukken.
Bij een niet volledig gesloten bestuur‐ dersportier werkt de centrale vergren‐deling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 94 is geactiveerd.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer 1 m van het betreffende portier buiten de
auto bevinden.
Ontgrendelen
Druk op de knop op de desbetref‐
fende buitenkruk en trek aan de kruk.
De ontgrendelmodus kan in het menu Persoonlijke instellingen op het info-
display worden ingesteld. U kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de bagageruimte en de oplaadklep worden met
één druk op de knop op een van
de buitenkrukken ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier, de
bagageruimte en de oplaadklep
worden met één druk op de knop op het bestuurdersportier
Page 25 of 279

Sleutels, portieren en ruiten23ontgrendeld. Om alle portieren teontgrendelen, drukt u tweemaal
op de toets.
U kunt de instelling wijzigen in het
menu Instellingen op het info-display.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Vergrendelen
Druk op de knop op een van de
buitenkrukken.
Alle portieren, de bagageruimte en de
oplaadklep worden vergrendeld.
Het systeem vergrendelt als een van
de volgende dingen gebeurt:
● Het ontgrendelen vond meer dan
vijf seconden geleden plaats.
● De knop op een buitenkruk is tweemaal ingedrukt binnen
vijf seconden om de auto te
ontgrendelen.
● Er is een portier geopend en alle portieren zijn nu gesloten.
Als het bestuurdersportier niet volle‐
dig is gesloten of als de elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt,
kan er niet worden vergrendeld.
Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
de auto één keer aan was, worden de portieren vergrendeld, zelfs als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep
De achterklep kan worden ontgren‐
deld en geopend door de touchpad-
schakelaar in te drukken wanneer de
elektronische sleutel in de buurt is. De
portieren blijven vergrendeld. Achter‐
klep 3 29.Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op ( om te ontgrendelen.
Druk op ) om te vergrendelen.
Druk kort op ) en houd vervolgens
O ten minste vier seconden ingedrukt
om het verwarmingssysteem of de
airconditioning en de achterruitver‐
warming van buiten de auto in te
schakelen.
Page 26 of 279

24Sleutels, portieren en ruitenDruk op 5 om het opladen van de
auto te stoppen. Houd 5 ingedrukt tot
de vergrendeling van de laadkabel wordt geopend.
Starten op afstand 3 21.
Werking van handzender 3 21.
Passief vergrendelen
Automatisch vergrendelen 3 26.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 94 is geactiveerd.
Centrale vergrendelingstoetsen
Vergrendelt of ontgrendelt alle portie‐ ren, de bagageruimte en de oplaad‐
klep via een schakelaar op het
bestuurdersportierpaneel.
Druk op ) om te vergrendelen.
Druk op ( om te ontgrendelen.
Bediening met de sleutel bij een storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de accu of de batterij van de elektroni‐
sche sleutel leeg is, kunt u het
bestuurdersportier met de mechani‐
sche sleutel vergrendelen en
ontgrendelen.
De slotcilinder in het bestuurderspor‐
tier wordt met een kap afgedekt.U verwijdert de kap door de knop aan
de achterkant in te drukken en het
sleutelblad uit het huis te trekken.
Steek de sleutel in de uitsparing
onder in de kap en kantel de sleutel
omhoog.
Elektronisch sleutelsysteem 3 19.
Page 27 of 279

Sleutels, portieren en ruiten25Handmatig ontgrendelen
U ontgrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien.
U kunt de andere portieren openen
door twee keer aan de binnenkruk te
trekken of door op ( in het paneel van
het bestuurdersportier te drukken. De
bagageruimte en de oplaadklep
worden mogelijk niet ontgrendeld.
Als u de auto aanzet, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Handmatig vergrendelen
Duw in het interieur op de vergren‐
delknop van alle portieren behalve
die van het bestuurdersportier of druk op ) in het paneel van het bestuur‐
dersportier. Sluit vervolgens het
bestuurdersportier en vergrendel
deze vanaf de buitenkant door de
sleutel in het slotcilinder te draaien.
De oplaadklep en de achterklep
worden mogelijk niet vergrendeld.
Bedek, na het vergrendelen, de slot‐
cilinder met de kap: steek de onder‐
kant van de kap in de uitsparingen,
kantel de kap en duw ertegen tot hij
aan de bovenkant ingrijpt.
Vertraagde vergrendeling
Met deze functie wordt het vergren‐
delen van de portieren en het inscha‐ kelen van het diefstalalarmsysteem
vijf seconden uitgesteld wanneer de toets op de portiergreep of de elek‐
tronische sleutel wordt gebruikt om
de auto te vergrendelen.
Page 28 of 279

26Sleutels, portieren en ruitenUitgesteld vergrendelen is alleen
mogelijk wanneer de functie Anti-
buitensluit functie is uitgeschakeld.
Dit kan worden gewijzigd in de boord‐ instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 94.
Aan : bij het indrukken van de toets
voor centrale vergrendeling ), geven
drie geluidssignalen aan dat
vertraagde vergrendeling geacti‐
veerd is.
De portieren vergrendelen niet tot vijf
seconden na het sluiten van het laat‐
ste portier. Uitgesteld vergrendelen
kan tijdelijk worden genegeerd door
de centrale-vergrendelingstoets )
of ) op de elektronische sleutel in te
drukken.
Uit : De portieren worden onmiddellijk
vergrendeld wanneer de centrale- vergrendelingstoets ) of ) op de
elektronische sleutel wordt ingedrukt.Automatisch vergrendelen
Automatisch vergrendelen na
wegrijden
Deze beveiligingsfunctie kan zo
worden geconfigureerd dat deze
automatisch alle portieren, de achter‐ klep en de oplaadklep sluit wanneer
de keuzehendel uit de stand P is
gezet.
Als de auto na een rit stilstaat, wordt
hij automatisch ontgrendeld zodra de auto wordt uitgeschakeld.
U kunt deze automatische vergren‐
deling in- of uitschakelen in het menu
Instellingen , I Voertuiginstellingen op
het info-display.
Info-Display 3 88.
Persoonlijke instellingen 3 94.
U kunt de instelling opslaan voor de gebruikte elektronische sleutel 3 20.
Automatische hervergrendeling
na ontgrendeling
Deze functie kan geconfigureerd
worden om automatisch alle portie‐
ren, de bagageruimte en de oplaad‐klep te vergrendelen kort nadat u
deze met de elektronische sleutel
hebt ontgrendeld, vooropgesteld dat
er geen portier openstaat.
U kunt deze automatische herver‐
grendeling in- of uitschakelen in het
menu Instellingen , I Voertuiginstellin‐
gen op het info-display.
Info-Display 3 88.
Persoonlijke instellingen 3 94.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte elektronische sleutel 3 20.
Passieve portiervergrendeling
Deze functie vergrendelt de auto
automatisch na enkele seconden als
er eerder een elektronische sleutel in de auto is herkend, alle portieren
daarna gesloten zijn en de elektroni‐
sche sleutel niet in de auto achter‐
blijft.
Als de elektronische sleutel in de auto
blijft zitten of als de auto niet wordt
uitgezet, is passieve portiervergren‐
deling niet mogelijk.
Page 29 of 279

Sleutels, portieren en ruiten27Als er twee of meer elektronische
sleutels in de auto's zijn geweest en
de auto één keer aan was, vergren‐
deld de functie de auto zelfs als er
maar één elektronische sleutel uit de
auto wordt genomen.
Om vergrendelen van de auto te voor‐
komen, bijv. als er inzittenden in de
auto blijven, moet het systeem
worden uitgeschakeld.
Druk om het systeem uit te schakelen gedurende enkele seconden op de
centrale-vergrendelingsknop terwijl
er een portier open is. De functie blijft uitgeschakeld totdat de centrale-
vergrendelingsknop wordt ingedrukt
of de auto wordt ingeschakeld.
U kunt deze passieve vergrendeling
in- of uitschakelen in het menu
Instellingen , I Voertuiginstellingen I
Op afstand vergrendelen /
ontgrendelen / starten op het info-
display.
Info-Display 3 88.
Persoonlijke instellingen 3 94.
U kunt de instelling opslaan voor de
gebruikte elektronische sleutel 3 20.Kindersloten9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Duw de pen in het achterportier naar
de voorste stand. Het portier kan niet
meer van binnen worden geopend.
Zet de pen weer naar achteren om het
kinderslot uit te schakelen.
Externe functie smartphone
Met deze functie kan een smartphone met de auto worden verbonden en
kunnen externe autofuncties worden
gebruikt. Functies afhankelijk van
beschikbaarheid.
Functies omvatten: ● Externe commando's: Gebruiken
voor het vergrendelen/ontgren‐
delen van de auto, extern starten van de interieurklimaatregeling,
of claxon in-/uitschakelen en met lichten knipperen.
● Autostatus: Bekijk de actieradius en het hoogspanningsaccupeil
van de auto, de oplaadstatus en
de bandenspanningen.
● Welkomstverlichting: Verzoek om inschakeling van het licht bij
nadering van het voertuig.
● Plaatsbepalingsservices: Sla de parkeerlocatie op of start de navi‐
gatie met de GPS-coördinaten
van de auto.
Page 30 of 279

28Sleutels, portieren en ruitenInstellingenfunctie● KeyPass instellingen
● Prioriteitsinstelling beheren
● Prioriteitsinstelling wijzigen
● AnnuleringActieve externe functie ● Portier vergrendelen/ontgrende‐ len
● Starten/stoppen op afstand
● Inschakelen/uitschakelen paniekalarm
● Extern afbreken van laadproce‐ dure
● Functies hoogspanningsladen ● Update tijdelijk negeren van opladen
● De oplaadmodus permanent wijzigen
● Schema vertrektijden upda‐ ten
● Hoogspanningsladen met prioriteit activeren en deacti‐
veren
● Scherm voorkeur oplaadni‐ veau/-limiet selecteren● Plaatsbepaler van auto
● Route / actieradiusPassieve functie
Naderingsdetectie / welkomstverlich‐
tingVisuele weergave voor informatie
over auto ● Indicatie hoogspanningsaccu bijna leeg
● Bandenspanning
● Status voor motor op afstand starten
● Kilometertellerstand
● Status kier-schakelaar achter‐ klep
● Status elektrische handrem
● Status motorkap
● Laadstatus hoogspanningsaccu
● GPS-signaal voor einde van rit ● Status oplaadmodus ● Actieradius
● Status begin- en eindtijden van laden
● Volledige week van op uitge‐
stelde laadstatus op tijdbasis● Op uitschakelfrequentieba‐ sis en status uitgesteld opla‐
den
● Storing in hoogspannings‐ laadsysteem (kan niet laden)
● Niveau hoogspanningslader
● Aansluitindicatie oplaadka‐ bel hoogspanningsaccu
● Opladen voltooid
● Bruikbare laadstatus
● Bereik modus leegraken hoogspanning
● Laadstatus hoogspannings‐ accu
Koppelen Een smartphone moet aan de
KeyPass-module worden gekoppeld
en vervolgens met de auto worden
verbonden, voordat hij kan worden
gebruikt.