ESP OPEL AMPERA E 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2018Pages: 279, PDF Size: 6.51 MB
Page 180 of 279

178Rijden en bedieningWerkingIndien alleen uitgerust met frontca‐
mera werkt de actieve noodrem in
vooruitversnellingen boven wandel‐ tempo tot 80 km/h.
Een voorwaarde is dat het systeem
niet is geactiveerd in de persoonlijke
instellingen 3 94.
Het systeem omvat: ● anticiperend remsysteem
● automatisch noodstopsysteem
● anticiperend remassistentiesys‐ teem
● voetgangersbeschermingssys‐ teem vóór
Anticiperend remsysteem Bij het naderen van een voorligger of
een voetganger met een zodanige
snelheid dat een aanrijding waar‐
schijnlijk is, zet het anticiperend
remsysteem een lichte remactie in.
Dit verkort de responstijd, mocht
handmatig of automatisch remmen
noodzakelijk zijn.
Het remsysteem is voorbereid op
sneller remmen.Indien alleen uitgerust met frontca‐
mera werkt het systeem tot een snel‐ heid van 80 km/u.
Automatisch noodstopsysteem
Na het activeren van het remvoorbe‐
reidingssysteem en net voor het
moment van aanrijding past deze functie automatisch beperkte remac‐tie toe om de snelheid te verlagen of
een botsing te voorkomen.
Afhankelijk van de situatie kan de
auto automatisch iets of krachtig
afremmen. Dit automatisch remmen
is alleen mogelijk als het systeem een
voorligger waarneemt, aangegeven
door het voorliggerlampje A 3 174.
Bij auto's met voetgangersbescher‐
ming vóór kan het automatisch
remmen ook in werking treden als er een voetganger vóór de auto is waar‐
genomen, aangegeven door het
lampje voetganger vóór de auto 7.
Het systeem werkt tot een snelheid
van 80 km/u.
Bij snelheden van minder dan
40 km/u kan het systeem met volle kracht remmen activeren.Het automatische noodstopsysteem
remt de auto mogelijk tot stilstand af
om een mogelijke botsing te helpen voorkomen. Als dit gebeurt, schakelt
het automatische noodstopsysteem
mogelijk de elektrische handrem in
om de auto op zijn plaats te houden.
Druk om de elektrische handrem los
te zetten op de schakelaar of trap het gaspedaal krachtig in.9 Waarschuwing
Het automatisch noodstopsys‐
teem is een noodfunctie ter voor‐
bereiding op een botsing en is niet ontworpen om botsingen te voor‐
komen. Vertrouw voor het afrem‐
men van de auto niet op het
systeem. Het automatische nood‐
stopsysteem remt niet buiten zijn
actieve snelheidsbereik en
reageert alleen op gedetecteerde
voertuigen.
Page 229 of 279

Verzorging van de auto227● Vermeng geconcentreerdesproeiervloeistof volgens de
instructies van de fabrikant met
water.
● Meng geen water met sproeier‐ vloeistof die klaar voor gebruik is.Door dit water kan de oplossing
bevriezen en het sproeiervloei‐
stofreservoir en andere delen
van het sproeiersysteem bescha‐
digen.
● Vul het sproeiervloeistofreservoir
bij zeer lage temperaturen voor
slechts driekwart. Zo kan de
vloeistof bij vorst uitzetten en
wordt er schade door een volle tank voorkomen.
● Gebruik geen motorkoelvloeistof (antivries) in de voorruitsproeier.
Deze kan het ruitensproeiersys‐
teem en de lak beschadigen.
Sproeiervloeistof 3 256.
Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐
male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.Verder rijden is mogelijk maar laat de
remblokken zo spoedig mogelijk
vervangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
Wanneer de motor ten minste 1
minuut niet heeft gedraaid, is het
maximale vloeistofpeil bovenaan het
reservoirhuis. Wanneer de auto is
ingeschakeld, moet het remvloeistof‐
peil tussen de markeringen MIN en
MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
remvloeistofpeil lager dan MIN is.
Controleer na werkzaamheden aan
het hydraulische remsysteem of het
vloeistofpeil bij een ingeschakelde
auto op het juiste peil tussen de merk‐ tekens MIN en MAX staat. Gebruik
uitsluitend hoogwaardige, voor de
auto goedgekeurde remvloeistof. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Remvloeistof 3 256.
Page 254 of 279

252Verzorging van de autoVerzorging van uiterlijkVerzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet. Ontdooimiddelen alleen in dringendegevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de sloten belemmeren. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen Het lakwerk van de auto staat blootaan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Breng geen wassen of poetsmiddelen
op ongecoat(e) kunststof, vinyl,
rubber, plakplaatjes, kunsthout of lakwerk aan om schade te voorko‐
men.Vogeluitwerpselen, dode insecten, boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.
Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. De voorruitwisser en achterruit‐ wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een
dakdragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
vier tot negen.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten
verschillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren het zicht.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Page 273 of 279

271BBagageruimte ........................ 29, 61
Bagageruimte-afdekking .............62
Banden ...................................... 241
Bandenspanning .......................243
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 83, 244
Bandenspanningswaarden ........261
Basisbediening ........................... 118
Batterijspanning ........................... 94
Bediening ................... 143, 161, 162
Externe apparaten ..................131
Menu ....................................... 118
Radio ....................................... 125
Telefoon .................................. 143
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............112
Stuurwiel ................................. 112
Bedieningsorganen ......................68
Bedieningspaneel Infotainment ..112
Bedrijfsmodi elektrisch voertuig ..161
Beginmenu ................................. 118
Bekerhouders .............................. 59
Bekleding .................................... 254
Bel Beltoon .................................... 143
Functies tijdens het gesprek ...143
Inkomend gesprek ..................143
Telefoongesprek initiëren ........143
Beladingsinformatie .....................65Beltoon
Beltoon wijzigen ......................143
Beltoonvolume ........................ 121
Beslagen lampglazen ................107
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............131
Audiobestanden ......................131
Filmbestanden......................... 131
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 171
Beveiliging van de auto ................30
Binnenverlichting .......................108
Blindehoeksysteem ....................190
Bluetooth Algemene informatie ...............131
Apparaat aansluiten ................131
Bluetooth-verbinding ...............140
Koppelen ................................. 140
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 133
Telefoon .................................. 143
Bluetooth-verbinding ..................140
Bolle vorm .................................... 32
Boordgereedschap .....................241
Boordinformatie ........................... 93
BringGo ...................................... 138
Buitenspiegels .............................. 32
Buitentemperatuur .......................71
Buitenverlichting .........................103C
Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 11, 69
Conformiteitsverklaring ...............262
Controlelampen ......................77, 80
Controle over de auto ................156
Controles .................................... 223
Cruise control ...................... 84, 171
D
DAB ............................................ 129
Dagrijlicht ................................... 106
Dakbelasting ................................. 65
Dakdrager .................................... 64
De botsingssticker ......................160
Diefstalalarmsysteem ..................30
Digital Audio Broadcasting .........129
Dimlicht of grootlicht ...................103
Display-instellingen ............135, 136
Draairichtingsgebonden banden 241
Driepuntsgordel ........................... 45
Driver Information Center .............85
E Economisch rijden ......................155
Efficiencymeter ............................. 77
Elektrisch bediende ruiten ...........35
Elektrische aandrijving .........14, 162
Elektrische aansluitingen .............72
Elektrische handrem .............82, 166
Elektrische handrem defect ..........82
Page 276 of 279

274Regionaal................................... 128
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 268
Remmen ............................ 165, 227
Remsysteem ................................ 82
Remvloeistof ...................... 227, 256
Reparatie ongevalsschade .........264
Richtingaanwijzer ........................80
Richtingaanwijzers ..................... 106
Richtingaanwijzers vooraan ......231
Ruiten ........................................... 34
Rijden met één pedaal ...............162
Rijmodi........................................ 161
Rijregelsystemen ........................169
Rijverlichting .......................... 10, 84
S Selectie van frequentiebereik .....125
Service ............................... 154, 255
Service-display ............................ 80
Service-indicatie .......................... 82
Service-informatie ...................... 255
Sjorogen ...................................... 63
Sleutel, opgeslagen instellingen ...20
Sleutels ........................................ 16
Sleutels, sloten ............................. 16
Smartphone ................................ 131
Telefoonweergave ..................138
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 138Sneeuwkettingen .......................248
Snelheidsbegrenzer .............84, 173
Snelheidsmeter ............................ 77
Snelkiesnummers .......................143
Software-update .........................267
Spiegelverstelling ..........................6
SPORT-modus ............................ 83
Spraakherkenning ......................139
Sproeiervloeistof ........................226
Startbeveiliging ......................32, 84
Starten en bedienen ...................156
Starthulp gebruiken ...................248
Stemherkenning ......................... 139
Stoelpositie .................................. 39
Stoelverstelling .............................. 5
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........43
Stoelverwarming, voor ..............42
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 133
Stroomtarievenschema............... 207
Stuurbedieningsknoppen .............68
Stuurwiel instellen .......................... 7
Stuurwielverstelling ...................... 68
Symbolen ....................................... 3 Systeeminstellingen.................... 122T
Telefoon Algemene informatie ...............140
Beltoon selecteren ..................143
Bluetooth ................................. 140
Bluetooth-verbinding ...............140
Een nummer invoeren .............143
Functies tijdens het gesprek ...143
Hoofdmenu Telefoon ..............143
Inkomend gesprek ..................143
Noodoproepen ........................ 143
Oproepenhistorie ....................143
Snelkiesnummer .....................143
Telefoonboek .......................... 143
Telefoon activeren ......................143
Telefoonboek .............................. 143
Telefoonweergave ......................138
Topsnelheid ................................ 242
Traction Control .........................169
Traction Control-systeem UIT....... 83 Trekken............................... 219, 250
Typeplaatje ................................ 258
Tijdelijke oplaadmodus annuleren ................................ 207
Tijdelijke oplaadmodus negeren. 207