stop start OPEL AMPERA E 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: AMPERA E, Model: OPEL AMPERA E 2019Pages: 285, PDF Size: 6.75 MB
Page 247 of 285

Verzorging van de auto245Reset het systeem als volgt:● Houd 9 ingedrukt tot het
bandenspanningscontrolesys‐
teem om een controle vraagt.
● Druk opnieuw op 9 om te beves‐
tigen. De claxon gaat twee keer
af.
De systeemstatus en bandenspan‐
ningswaarschuwingen worden
samen met het betreffende wiel
aangegeven in een bericht op het
Driver Information Center.
Voor de waarschuwingen kijkt het
systeem ook naar de temperatuur van de band.
Afhankelijkheid van temperatuur
3 243.
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning brandt het controle‐
lampje w 3 82.
Als
w oplicht, stop dan bij de eerst‐
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spannings‐
waarden 3 265.
Na het op spanning brengen moet u wellicht een stukje rijden om de
bandenspanningswaarden op het
Driver Information Center bij te
werken. Hierbij kan w oplichten.
Als w bij lagere temperaturen oplicht
en na het rijden dooft, kan dit duiden
op een naderende te lage banden‐
spanning. Bandenspanning controle‐
ren.
Boordinformatie 3 92.
Schakel de auto uit wanneer de
bandenspanning moet worden
verhoogd of verlaagd.
Winterbanden of aanvullende wiel‐
sets moeten zijn voorzien van senso‐ ren, omdat het systeem anders niet
werkt en controlelamp w ononderbro‐
ken brandt.
De storingslamp van het banden‐
spanningscontrolesysteem is gecom‐ bineerd met het controlelampje
bandenspanning te laag. Als het
systeem een defect detecteert, knip‐pert w ongeveer 1 minuut en blijft dan
ononderbroken branden. Voor de
duur van de storing wordt deze reeks bij elke keer opnieuw starten doorlo‐
pen.
Wanneer de storingslamp w brandt,
is het systeem wellicht niet naar
behoren in staat om een te lage
bandenspanning te detecteren of te
signaleren. Er kunnen diverse rede‐
nen zijn voor storingen in het banden‐
spanningscontrolesysteem, zoals het
monteren van vervangende of andere banden of wielen op de auto waar‐
door het bandenspanningscontrole‐
systeem niet goed werkt. Controleer
na het vervangen van een of meer
banden of wielen op uw auto altijd de
controlelamp w van het bandenspan‐
ningscontrolesysteem, opdat het
bandenspanningscontrolesysteem
ook met de vervangende of andere
banden en wielen goed werkt.
Een reservewiel is niet uitgerust met
een druksensor. Het bandenspan‐
ningscontrolesysteem werkt niet op
deze wielen. Controlelamp w brandt.
Voor de overige drie wielen blijft het systeem werken.
Page 261 of 285

Service en onderhoud259Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................259
Service-informatie ...................259
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............260
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................260Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide en actuele service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Europese service-intervallen Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:
Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomen:
Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden in de bergen, rijden op slechte en rulle wegdekken,
ernstige luchtvervuiling, zand en veel
Page 283 of 285

281UUitstapverlichting .......................108
USB Afbeeldingenmenu USB ..........134
Algemene informatie ...............130
Apparaat aansluiten ................130
Audiomenu USB .....................132
Filmmenu USB ........................ 135
USB-poort ..................................... 71
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 247
Vaste luchtroosters ....................152
Veiligheidsgordel ...........................6
Veiligheidsgordels .......................43
Velgen en banden .....................242
Ventilatieopeningen ....................152
Verbanddoos ............................... 64
Vergrendelingssysteem ...............30
Verkeersbordherkenning ......84, 197
Verlichting zonneklep ................108
Verstelbare luchtroosters ........... 152
Vertraagde uitschakeling stroom 157
Vertraagde vergrendeling .............26
Verwarmde spiegels ....................34
Verwarmd stuurwiel .....................67
Verwarming ........................... 42, 43
Verwerking van sloopauto .........224
Verzorging .................................. 255Verzorging exterieur ..................255
Verzorging interieur ...................257
Vloerafdekking bagageruimte ......62
Voertuig gereed ............................ 83
Voertuiggewicht .........................264
Voertuigidentificatienummer ......262
Voertuig starten en stoppen .......158
Voetgangersbescherming voor ..180
Voetgangersdetectie ....................83
Volume Automatisch volume ................119
Beltoonvolume ........................ 119
Maximaal opstartvolume .........119
Stiltefunctie.............................. 113
Volume aanraakpiep ...............119
Volume instellen ......................113
Volume TP .............................. 119
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ........................... 113
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........119
Volume aanraakpiep ..................119
Volume-instellingen ....................119
Volume TP .................................. 119
Voordat u wegrijdt ........................ 14
Voorligger gedetecteerd ...............83
Voorruit ......................................... 34
Voorstoelen .................................. 39W
Waarschuwing kruisend verkeer achter ...................................... 196
Waarschuwingslampen ................76
Waarschuwing voetgangersvei‐ ligheid .................................. 11, 68
Waarschuwing wisselen van rijstrook.................................... 191
Wasstraatmodus......................... 161
Werkzaamheden uitvoeren .......224
Wieldoppen ................................ 247
Winterbanden ............................ 242
Wis-/wasinstallatie .......................12
Wis- en wasinstallatie achterruit ..70
Wis- en wasinstallatie voorruit .....68
Wisserblad vervangen ...............230
X Xenonkoplampen ......................232
Z
Zekeringen ................................. 235 Zekeringenkast in motorruimte ..236
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............239
Zelfdichtende banden .................242
Zender zoeken............................ 124
Zitrijen achterin ............................. 43
Zonnekleppen .............................. 37
Zijdelings airbagsysteem .............50