radio OPEL ASTRA K 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2017.5Pages: 503, PDF Size: 11.43 MB
Page 24 of 503

22Sleutels, portieren en ruiten
1. Steek een platte schroeven‐draaier in de gleuf en duw de
achterkant van de afstandsbedie‐
ning los door de schroevendraaier
een klein stukje te draaien.
2. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de
installatiepositie.
3. Steek de afdekking bij het sleutel‐
blad in, klap hem naar beneden
en sluit hem.
Handzender synchroniseren
Na vervanging van de batterij het
bestuurdersportier openen met de
sleutel in het slot. Bij het inschakelen
van de ontsteking wordt de handzen‐ der gesynchroniseerd.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de afstandsbediening.
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het
bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activeringvan de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 25.
Elektronisch sleutelsysteem
Voor een sleutelloze bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 25
● elektrische achterklep 3 32
● contact inschakelen en motor starten 3 307
Page 26 of 503

24Sleutels, portieren en ruitenElektronische sleutel
synchroniseren
De elektronische sleutel synchroni‐
seert zichzelf automatisch bij elke
startprocedure.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden vergrendeld of ontgrendeld ofals de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.Om de storing te verhelpen, de positie
van de elektronische sleutel verande‐ ren.
Handmatig ontgrendelen 3 25.
Opgeslagen instellingen
Steeds wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden de volgende
instellingen automatisch door de
afstandsbediening of elektronische
sleutel opgeslagen:
Steeds wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden de volgende
instellingen automatisch door de
afstandsbediening opgeslagen:
Steeds wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden de volgende
instellingen automatisch door de
elektronische sleutel opgeslagen:
● automatische klimaatregeling
● verlichting
● Infotainmentsysteem
● centrale vergrendeling
● instellingen sportmodus
● comfortinstellingenDe opgeslagen instellingen in het geheugen van de sleutel van de
bediening op afstand 3 304 of elek‐
tronische sleutel 3 22 worden auto‐
matisch toegepast wanneer het
contact de volgende keer wordt inge‐
schakeld.
De opgeslagen instellingen in het geheugen van de sleutel van de
afstandsbediening 3 304 worden
automatisch toegepast wanneer het
contact de volgende keer wordt inge‐
schakeld.
De opgeslagen instellingen in het geheugen van de elektronische sleu‐
tel 3 22 worden automatisch toege‐
past wanneer het contact de
volgende keer wordt ingeschakeld.
Een voorwaarde is dat Personalisatie
door bestuurder geactiveerd is in de
persoonlijke instellingen van het
Info-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke afstandsbediening of
elektronische sleutel die wordt
gebruikt. De gewijzigde status is pas
beschikbaar nadat de auto is vergren‐ deld en ontgrendeld.
Page 43 of 503

Sleutels, portieren en ruiten41Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
Let op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. Vergrendel daarom
steeds na het verlaten van de auto
de portieren en schakel het diefstal‐
alarmsysteem in 3 25, 3 38.
Controlelamp d 3 119.Buitenspiegels
Bolle vorm De bolle buitenspiegel aan de
bestuurderskant bevat een asferisch
deel en heeft een kleinere dode hoek.
Door de vorm van de spiegel lijken
voorwerpen kleiner dan ze zijn, waar‐ door afstanden moeilijker zijn in te
schatten.
Blindehoeksysteem 3 355.
Elektrische verstellingSelecteer de gewenste buitenspiegel
door de knop naar links (L) of rechts
(R) te draaien. Beweeg daarna de
knop om de spiegel te verstellen.
In de stand o is geen enkele spiegel
geselecteerd.
Inklapbare spiegels
Voor de veiligheid van voetgangers
klappen de buitenspiegels bij aansto‐
ten vanaf een bepaalde kracht weg uit de normale stand. Spiegel dan door
licht op de spiegelbehuizing te druk‐
ken terugduwen.
Page 156 of 503

154InfotainmentsysteemInfotainmentsystee
mInleiding
Algemene aanwijzingen Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders
opslaan.
Daarnaast kunt u op de favorietenpa‐
gina's muzieknummers, telefoon‐
nummers, bestemmingen of geluids‐
instellingen opslaan.
Met de cd-speler kunt u genieten van audio- en mp3/wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten; via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche routeplanning brengt u veilig
naar uw bestemming en kan, desge‐
wenst, files of andere knelpunten
omzeilen.Ook is het infotainmentsysteem uitge‐
voerd met een Telefoonportaal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel in de auto kunt gebruiken.
Met de telefoonweergavefunctie kunt
u specifieke applicaties op uw smart‐
phone via het infotainmentsysteem
bedienen.
Via de shop app kunt u meer apps
naar het Infotainmentsysteem down‐
loaden.
Als optie kan het infotainmentsys‐ teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
Page 157 of 503

Infotainmentsysteem155landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid
correct en oplettend aan het
verkeer deel te nemen. De over‐
eenkomstige verkeersregels
moeten zonder uitzondering in
acht worden genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding
tegen de verkeersregels ingaat, moet u altijd de verkeersregels
volgen.9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 159 of 503

Infotainmentsysteem1571X......................................... 161
Indien uitgeschakeld: kort
indrukken: inschakelen
Indien ingeschakeld: kort
indrukken: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 Display / aanraakscherm
3 Informatie over de OnStar-
module met Wi-Fi-
connectiviteit en over de
hotspotverbinding met een
ander apparaat
4 MEDIA ................................. 161
Druk op: cd-speler of
extern apparaat activeren5 Z
Radio: kort indrukken:
naar volgende zender;
lang indrukken: omhoog
zoeken ................................ 180
Cd-speler/externe
apparatuur: kort
indrukken: naar volgende
nummer; lang indrukken:
snel vooruit .......................... 185
6 HOME
Indrukken: startscherm
weergeven7 MENU
Draaien: schermtoetsen ofmenuopties selecteren;
door een lijst met
menuopties bladeren;
instelwaarde wijzigen
Drukken: een
gemarkeerde schermtoets of menuoptie selecteren/
activeren; instelwaarde
bevestigen; naar andere
insteloptie omschakelen;
toepassingsspecifiek
submenu openen (indien
beschikbaar)
8 BACK
Druk op: terug naar vorig
scherm/menu
Page 160 of 503

158Infotainmentsysteem9Y
Radio: kort indrukken:
naar vorige zender; lang
indrukken: omlaag zoeken ..180
Cd-speler/externe
apparatuur: kort
indrukken: naar vorige
nummer; lang indrukken:
snel achteruit ....................... 185
10 RADIO ................................. 180
Druk op: radio activeren of golfband wijzigenStuurbedieningsknoppen (type 1)
1 qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden .............161
of telefoongesprek
aannemen ........................... 217
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 220
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 220
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 212
2 SRC (bron) .......................... 161
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 161
Omhoog/omlaag draaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren als de radio
actief is ................................ 180
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............188
Page 162 of 503

160Infotainmentsysteem39
Drukken: selectie op het
Driver Information Center
bevestigen
4 j
Drukken: toepassingsspe‐
cifiek hoofdmenu op het
Driver Information Center
weergeven
5 ! / # ................................... 161
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
6 k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 167
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 188
1 s
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 220
of actieve
spraakherkenning ...............212
of onderbreek een
instructie en spreek direct ...212
of open OnStar-menu mits
geen telefoon verbonden ....161
Lang indrukken: spraak‐
doorschakeling activeren
(indien ondersteund door
de telefoon) ......................... 212
2n
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........220
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 212
of mutefunctie activeren/
deactiveren ......................... 161
Page 163 of 503

Infotainmentsysteem161Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
GebruikHet infotainmentsysteem aan-/
uitzetten
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X.
De actuele instelling verschijnt op het
display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 176.Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 176,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op X voor het dempen van
de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai aan of druk kort op X.
Bedieningsstanden Radio
Druk herhaaldelijk op RADIO om het
hoofdmenu van de radio te activeren
of tussen de verschillende golfban‐
den te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 180.
Cd-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 184.Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 187.
Navigatie
Druk op HOME om het startscherm
weer te geven.
Selecteer NAV om de navigatiekaart
weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 192.
Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele
telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 217.
Page 169 of 503

Infotainmentsysteem167Hoofd- en kleine letters
In de meeste gevallen is het slechts
mogelijk om hoofdletters in te voeren.
Als herkenning van hoofdletters en
kleine letters aanwezig is, verschijnt
er een extra Shift-schermtoets.
Selecteer Shift om de shift-functie te
activeren en één hoofdletter in te
voeren.
Deze functie wordt automatisch
gedeactiveerd nadat er een letter is
ingevoerd.
Toetsenblok Moet er alleen een cijfer of een
pincode worden ingevoerd, dan
verschijnt er een toetsenblok. De
weergave van het toetsenblokmenu
is afhankelijk van de actieve toepas‐
sing of functie.
Zie de bovenstaande tekst voor een
gedetailleerde beschrijving over het
invoeren van lettertekens en het wijzi‐
gen van ingevoerde tekst.
Favorieten
U kunt uiteenlopende informatie als
favorieten opslaan, bijv.:
● radiozenders
● muzieknummers
● albums of artiesten
● telefoonnummers
● bestemmingen en routes
● Nuttige plaatsen
● contactgegevens
● tooninstellingen
● startschermtoepassingen
Er zijn 60 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen van vijf.
U kunt ze weergeven in één rij of met
drie rijen naast elkaar.
Is een favoriete positie gevuld, dan
kunt u met de favorieten-schermtoets de labeltekst van de betreffende favo‐ riet weergeven. Is een positie leeg,
dan wordt het positienummer van de
favoriete locatie (1 tot 60) aangege‐
ven.