OPEL ASTRA K 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2018Pages: 177, PDF Size: 3.08 MB
Page 11 of 177
Inleiding11of volgende/vorige
nummer in oproeplijst selecteren als de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is ...........77
Omhoog/omlaag draaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren ................................ 77
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............77
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 67
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 13Stuurbedieningsknoppen (type 2)
Op het Driver Information Center
verschijnen de informatie en menu's
ten behoeve van de infotainment.
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend met de knop‐
pen rechts op het stuur (zie hieron‐
der).
1 N
Drukken: menu voor
selectie toepassing
weergeven; terugkeren
naar bovenliggend
menuniveau op het Driver
Information Center
2 P / Q
Kort indrukken:
menuopties op het Driver
Information Center selecteren
Lang indrukken: snel door
een lange contactenlijst
bladeren op het Driver
Information Center
Page 12 of 177
12Inleiding39
Drukken: selectie op het
Driver Information Center
bevestigen
4 j
Drukken: toepassingsspe‐
cifiek hoofdmenu op het
Driver Information Center
weergeven
5 ! / # ..................................... 13
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
6 k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center ...... 20
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center ...... 42
1 s
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..77
of actieve
spraakherkenning .................67
of onderbreek een
instructie en spreek direct .....67
of open OnStar-menu mits
geen telefoon verbonden ......13
Lang indrukken: spraak‐
doorschakeling activeren
(indien ondersteund door
de telefoon) ........................... 67
2n
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............77
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 67
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 13
Page 13 of 177
Inleiding13Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
GebruikHet infotainmentsysteem aan-/
uitzetten
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het infotainmentsysteem wordt
ingeschakeld met X terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen Draai X.
De actuele instelling verschijnt op het
display.
Bij het inschakelen van het infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐ steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 28.Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 28,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op X voor het dempen van
de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai aan of druk kort op X.
Bedieningsstanden Radio
Druk herhaaldelijk op RADIO om het
hoofdmenu van de radio te activeren
of tussen de verschillende golfban‐
den te wisselen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 33.
Cd-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 38.Externe apparaten
Druk meerdere malen op MEDIA om
de afspeelmodus van een verbonden
extern apparaat te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 41.
Navigatie
Druk op HOME om het startscherm
weer te geven.
Selecteer NAV om de navigatiekaart
weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 47.
Telefoon
Voordat u de telefoonportal kunt
gebruiken, moet een verbinding tot
stand worden gebracht tussen het
infotainmentsysteem en de mobiele
telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 73.
Page 14 of 177
14InleidingAls de mobiele telefoon is verbonden,druk dan op HOME en selecteer
TELEFOON om het hoofdmenu van
de telefoonportal weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐ foon via het infotainmentsysteem
3 77.
Telefoonweergave
Maak verbinding met uw smartphone
om specifieke apps van uw smart‐
phone op het Infotainmentsysteem weer te geven.
Druk op HOME en selecteer vervol‐
gens PROJECTIE om de weergave‐
functie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 44.
App shop
Selecteer om nog meer apps naar het
Infotainmentsysteem te downloaden
SHOP .Voor een gedetailleerde beschrijving
3 45.
OnStar
Select OnStar om een menu met de
OnStar Wi-Fi-instellingen te openen.
Zie de Gebruikershandleiding voor
een gedetailleerde beschrijving.
Page 15 of 177
Basisbediening15BasisbedieningBasisbediening............................ 15
Bediening van het menu ..............17
Toetsenborden ............................ 18
Favorieten .................................... 20
Contacten .................................... 24
Geluidsinstellingen ......................27
Volume-instellingen .....................28
Systeeminstellingen .....................29Basisbediening
Het middendisplay heeft een
aanraakgevoelig oppervlak dat
directe interactie met het scherm
mogelijk maakt.
m schermtoets
Selecteer m om naar het naastho‐
gere menuniveau te gaan.
Schermtoets Exit
Selecteer Uit om het momenteel
actieve menu af te sluiten.Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Druk op een schermtoets of menu‐
optie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het selec‐
teren en activeren van een scherm‐
toets of een menuoptie via het
aanraakscherm beschreven als
"...selecteer
Page 16 of 177
16BasisbedieningItems verplaatsen
Druk op de items die u wilt verplaat‐
sen en houd ze ingedrukt tot de picto‐
grammen rood worden omkaderd.
Verplaats uw vinger naar de gewen‐
ste locatie en laat het element los.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
Alle andere opties worden opnieuw
ingedeeld.
Druk op HOME op het bedieningspa‐
neel om de bewerkingsmodus af te
sluiten.
Let op
In volgende hoofdstukken worden
de stappen voor het verplaatsen van een schermelement via het aanraak‐
scherm beschreven als "...sleep
het...pictogram naar..." of "...sleep
de...menuoptie naar...".
Door lijsten scrollen
Als er meer items zijn dan er op het
scherm kunnen worden weergege‐
ven, dan moet u door de lijst bladeren.
Om door een lijst met menuopties te
bladeren, kunt u:
● Het scherm op een willekeurige plek aanraken en dit naar boven
of onder slepen.
Let op
Oefen een gelijkmatige druk uit en
beweeg uw vinger met een
constante snelheid.
● Druk op o of n aan de boven-
of onderzijde van de schuifbalk.
● Beweeg de schuifbalk omhoog en omlaag met uw vinger.
● In alfabetisch geordende lijsten drukt u in het verticale toet‐
senbord op de gewenste letter.
De lijst verspringt naar de betref‐
fende locatie binnen de lijst.
Druk op de titel van de lijst om terug te keren naar het begin.
Let op
In de volgende hoofdstukken
worden de stappen voor het blade‐
ren naar een optie uit de lijst via het
aanraakscherm beschreven als
"...blader naar
Page 17 of 177
Basisbediening17Bediening van het menu
Startscherm
Het startscherm wordt op het midden‐
display weergegeven.
Alle geïnstalleerde toepassingen
kunnen vanuit het startscherm
worden benaderd.
Sleep het pictogram dat u wilt verplaatsen naar zijn nieuwe locatie
om het startscherm aan te passen
aan uw wensen. Laat het pictogram
los om het op de gewenste positie
neer te zetten. Druk op HOME op het
bedieningspaneel om de bewerkings‐ modus af te sluiten.
Let op
Als er nog een tweede beginpagina is, kunnen de pictogrammen op
beide pagina's staan. Sleep het pictogram naar de rechterzijde van
het display om naar de volgende
pagina te bladeren.
Toepassingenbalk
De toepassingenbalk bevindt zich
middenboven op het scherm en kan
vanuit alle hoofdmenu's worden
benaderd.
De toepassingenbalk kan drie tot vijf
toepassingspictogrammen bevatten.
Sommige toepassingspictogrammen
veranderen afhankelijk van de
actuele situatie, bijv. om aan te geven dat u een telefoongesprek hebt
gemist.
U kunt de toepassingenbalk aanpas‐
sen aan uw wensen door items in en
uit het gebied van de toepassingen‐
balk te verplaatsen.
Interactieve selectiebalk
De interactieve selectiebalk bevindt
zich onderin het scherm en kan vanuit
alle hoofdmenu's worden benaderd.
Page 18 of 177
18BasisbedieningVia de interactieve selectiebalk kunt u
de verschillende weergaven binnen
dezelfde toepassing wijzigen of
toepassingsspecifieke acties uitvoe‐ ren, bijv. het starten van een spraak‐herkenningssessie.
Selecteer n onderaan het scherm
om de interactieve selectiebalk weer
te geven wanneer u deze niet op het
display ziet.
Meldingen
Bij een systeemgebeurtenis, vóór het uitvoeren van een systeemfunctie of
na een signaal van buitenaf, bijv. een
ontvangen telefoongesprek, kan er
een melding verschijnen.
Seleerteer een van de beschikbare
opties.
De meeste boodschappen die
worden genegeerd, verdwijnen na
enige tijd vanzelf. Waarschuwingen
die niet automatisch verdwijnen, blij‐
ven op het scherm staan tot ze
worden bevestigd of er geen aanlei‐
ding meer voor is.Toetsenborden
Toetsenbord Alfabetisch toetsenbord:
Toetsenbord symbolen:
De weergave van het toetsenbord‐
menu is afhankelijk van de actieve toepassing of functie.
Selecteer Sym om naar het toet‐
senbord met symbolen te gaan.
Selecteer ABC om naar het alfabeti‐
sche toetsenbord te gaan.
Invoeren van lettertekens
Druk op de betreffende schermtoets
om een letterteken in te voeren. Als u
de toets loslaat, wordt het teken inge‐
voerd.
Page 19 of 177
Basisbediening19Houd de lettertekentoets ingedrukt
om gerelateerde letters in een pop-
upmenu te bekijken. Laat deze los en selecteer vervolgens de gewenste
letter.
Selecteer de betreffende scherm‐
toets om uw invoer te bevestigen.
Autoinvoerfunctie
Is een reeks letters eenmaal inge‐
voerd, dan wordt deze door het
systeem opgeslagen en kan deze
door met autoinvoerfunctie opnieuw
worden opgeroepen.
Zodra het eerste letterteken (letter of cijfer) is ingevoerd, wordt de autoin‐
voerfunctie geactiveerd. Elk volgende
letterteken wordt tijdens het vergelij‐
kingsproces overwogen, zodat de lijst
met autoinvoermatches zo kort
mogelijk blijft.
Selecteer o naast de ingevoerde
lettertekens om een lijst met alle auto‐ invoermatches weer te geven.
Let op
Boven de schermtoets o verschijnt
het aantal beschikbare opties. Dit
wordt aangepast aan het aantal
gevonden treffers.
Kies het betreffende item uit de lijst.
Het toetsenbord verschijnt opnieuw
met de betreffende lijstoptie in het
invoerveld.
Tekst bewerken
Plaats de cursor door op de betref‐
fende positie in de tekst te drukken.
Voer uw wijzigingen door.
Selecteer afhankelijk van de toepas‐
sing ╳ om een ingevoerd letterteken
te wissen. Houd ╳ ingedrukt om alle
lettertekens te wissen.
Selecteer de bevestigingstoets om de invoer te bevestigen.Hoofd- en kleine letters
In de meeste gevallen is het slechts
mogelijk om hoofdletters in te voeren.
Als herkenning van hoofdletters en
kleine letters aanwezig is, verschijnt
er een extra Shift-schermtoets.
Selecteer Shift om de shift-functie te
activeren en één hoofdletter in te
voeren.
Deze functie wordt automatisch
gedeactiveerd nadat er een letter is
ingevoerd.
Toetsenblok
Moet er alleen een cijfer of een
pincode worden ingevoerd, dan
verschijnt er een toetsenblok. De
weergave van het toetsenblokmenu
is afhankelijk van de actieve toepas‐
sing of functie.
Page 20 of 177
20Basisbediening
Zie de bovenstaande tekst voor een
gedetailleerde beschrijving over het invoeren van lettertekens en het wijzi‐
gen van ingevoerde tekst.
Favorieten
U kunt uiteenlopende informatie als
favorieten opslaan, bijv.:
● radiozenders
● muzieknummers
● albums of artiesten
● telefoonnummers
● bestemmingen en routes
● Nuttige plaatsen
● contactgegevens
● tooninstellingen
● startschermtoepassingen
Er zijn 60 posities voor favorieten
beschikbaar. Deze worden weerge‐
geven in rijen van vijf.
U kunt ze weergeven in één rij of met
drie rijen naast elkaar.
Is een favoriete positie gevuld, dan
kunt u met de favorieten-schermtoets de labeltekst van de betreffende favo‐ riet weergeven. Is een positie leeg,
dan wordt het positienummer van de
favoriete locatie (1 tot 60) aangege‐
ven.
Favorieten weergeven
De favorietenlijst is vanuit alle menu's
toegankelijk.
Om één rij favorieten weer te geven
als er onderaan het scherm geen
interactieve selectiebalk staat:
Selecteer n.
Om één rij favorieten weer te geven
als er een interactieve selectiebalk op
het scherm staat:
Raak de interactieve selectiebalk aan en beweeg met uw vinger naar boven
tot er één rij favorieten wordt getoond.