bluetooth OPEL CASCADA 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2014.5Pages: 141, PDF Size: 2.33 MB
Page 128 of 141

128Telefoon
Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon‐
portaal verbonden, dan wordt de te‐
lefoon in de apparatenlijst opgesla‐
gen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met het te‐
lefoonportaal: door het als een
handsfree-apparaat toe te voegen of
door het SIM Access Profile (SAP) te
gebruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-
apparaat kan de gebruiker gesprek‐
ken voeren en ontvangen en andere
functies gebruiken via het telefoon‐ portaal. Het aantal beschikbare func‐
ties is afhankelijk van de mobiele te‐
lefoon. Terwijl deze met het telefoon‐ portaal is verbonden, kan de mobiele
telefoon normaal worden bediend.
Let op dat de accu van de mobiele te‐ lefoon met een hogere snelheid dan
gebruikelijk kan ontladen als gevolg
van de actieve Bluetooth-verbinding
in combinatie met het normale ge‐
bruik van de mobiele telefoon.SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via het telefoonportaal, zoals
verschillende beveiligings-berichtver‐
zendingsopties. Het werkelijke aantal beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Page 129 of 141

Telefoon129
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
Het telefoonportaal kan nu door an‐
dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ detecteerd.
Zodra de mobiele telefoon het tele‐ foonportaal heeft gedetecteerd, kan
de Bluetooth-code in de mobiele te‐
lefoon worden ingevoerd.
Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via het telefoonportaal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met het telefoonportaal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐ code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
Het telefoonportaal scant of er be‐
schikbare apparaten zijn en toont een
lijst met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Page 132 of 141

132Telefoon
Nummer sms-centrale configureren
Het nummer van de sms-centrale is
een telefoonnummer dat fungeert als
een poort voor het verzenden van
sms-berichten tussen mobiele tele‐
foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider.
Om het nummer van de sms-centrale te configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw
lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Page 138 of 141

138TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......114
Algemene aanwijzingen ............
.................. 86, 113, 117, 118, 126
Algemene informatie................... 120
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 108
Autostore-lijsten .......................... 104
B BACK-knop ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 132
Bluetooth .................................... 126
Bluetooth-verbinding ..................127
Bijwerken zenderlijst ...................105
C CD-speler activeren.................................. 114
Belangrijke informatie .............113
gebruik .................................... 114
CD-speler activeren ....................114
CD-speler gebruiken................... 114
Configureren DAB ......................110
Configureren van RDS ...............108D
DAB ............................................ 110
De AUX-ingang gebruiken ..........117
De radio gebruiken .....................103
De radio inschakelen ..................103
De USB-poort gebruiken ............118
Digital Audio Broadcasting .........110
E EON ............................................ 108
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............105
Frequentiebereik selecteren .......103
G
Gebruik ................. 94, 103, 114, 117
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................127
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
personalisering ........................ 102
Page 139 of 141

139
tooninstellingen......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
M Menubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele toets ....................95
Mute.............................................. 94
N
Noodoproep ................................ 132
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 118
Overzicht bedieningselementen ...88
P Personaliseren............................ 102
Persoonlijke instellingen configureren ............................ 102
R Radio Radio Data System (RDS) ......108
activeren.................................. 103 autostorelijsten ........................ 104Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 110
Favorietenlijst .......................... 105
frequentiebereik selecteren .....103
frequentiebereikmenu's ...........105
gebruik .................................... 103
Zender zoeken ........................ 103
zenderlijsten ............................ 105
Radio activeren........................... 103
Radio Data System (RDS) ......... 108
RDS ............................................ 108
Regionalisatie ............................. 108
S SAP-modus ................................ 127
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........127
Spraakherkenning ..............120, 121
activeren.................................. 121
gebruik .................................... 121
telefoonregeling ......................121
volume voor stemoutput ..........121
Spraakherkenning activeren .......121
Stemherkenning ......................... 120
T
Telefoon Bedieningselementen .............126
Belangrijke informatie .............126
belsignalen instellen ................127
berichtfuncties ......................... 132Bluetooth................................. 126
Bluetooth-verbinding ...............127
Een telefoonnummer vormen ..132
functies tijdens een gesprek ...132
gesprekkenlijsten ....................132
handsfree-modus ....................127
Het volume instellen ................132
noodoproepen ......................... 132
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....127
Telefoonbatterij opladen .........126
telefoonboek ........................... 132
Telefoonbatterij opladen .............126
Telefoonregeling .........................121
V Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............121
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94
Z Zenders oproepen ..............104, 105
Zenders opslaan .................104, 105
Zender zoeken............................ 103