radio OPEL CASCADA 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2016Pages: 269, PDF Size: 7.73 MB
Page 24 of 269
22Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Car Pass Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze au‐
togegevens nodig.
Handzender
Wordt gebruikt voor:
● centrale vergrendeling
● vergrendelingssysteem
● diefstalalarmsysteem
● softtop
● elektrisch bediende ruiten
De afstandsbediening heeft een be‐ reik van ca. 20 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf.
Brandende alarmknipperlichten die‐
nen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de afstandsbediening kan worden
vergrendeld of ontgrendeld, kan dit
het gevolg zijn van het volgende:
● Bereik wordt overschreden.
● Accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor er opnieuw ge‐
synchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 24.
Page 110 of 269
108Instrumenten en bedieningsorganenPersoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto op uw
wensen afstemmen door de instellin‐
gen in het Info-display te veranderen.
Sommige persoonlijke instellingen
kunnen voor verschillende bestuur‐
ders in elke autosleutel afzonderlijk
worden opgeslagen. Opgeslagen in‐
stellingen 3 23.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief bij een draaiende motor.
Persoonlijke instellingen in het
Graphic-Info-Display
CD 400plus/CD 400/CD300
Druk op CONFIG . Nu verschijnt het
menu Instellingen .
De volgende instellingen kunnen wor‐
den geselecteerd door draaien van
en indrukken van de multifunctionele toets:
● Instellingen sportmodus
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Telefooninstellingen
● Auto-instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Instellingen sportmodus
U kunt de functies kiezen die in de
sportmodus worden geactiveerd
3 161.
● Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
● Sportieve prestaties aandrijflijn :
Gasaanname en schakelkarak‐
teristieken worden sneller.
● Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
● Andere kleur verlichting
hoofdinstr. : Verandert de kleur
van de instrumentenverlichting.
Page 111 of 269
Instrumenten en bedieningsorganen109Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie 'Klok' 3 84.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Auto-instellingen● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert het niveau van het lucht‐
debiet van de klimaatregeling in
het interieur in automatische mo‐
dus.
Klimaatregelingsmodus : Regelt
de toestand van de koelcompres‐ sor wanneer de auto wordt ge‐
start. Laatste instelling (aanbevo‐
len) of bij het starten van de auto is altijd AAN of altijd UIT.
Autom. achterruitverwarming :
Activeert de achterruitverwar‐
ming automatisch.● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Wijzigt
het volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke instellingen.
● Parkeerhulp / Botsdetectie
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonsensoren. Ac‐
tivering kan worden geselecteerd
met of zonder de aanhangerkop‐ peling bevestigd.
Dodehoekwaarschuwing : Wijzigt
de instellingen van het blinde‐
hoeksysteem.
● Buitenverlichting
Duur tijdens uitstappen : Activeert
of deactiveert de uitstapverlich‐
ting en wijzigt de duur ervan.
Buitenverlichting bij ontgr. : Acti‐
veert of deactiveert de welkomst‐
verlichting.
Page 112 of 269
110Instrumenten en bedieningsorganen●Portiervergrendeling
Automatische portiervergr. : Acti‐
veert of deactiveert de automati‐
sche portierontgrendelingsfunc‐
tie na uitschakeling van het con‐
tact. Activeert of deactiveert de
automatische portiervergrende‐
lingsfunctie nadat de auto is weg‐ gereden.
Geen vergr. bij portier open : Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische portiervergrendelingsfunc‐
tie wanneer een portier open‐
staat.
Vertr. portiervergrendeling : Acti‐
veert of deactiveert de ver‐
traagde portiervergrendelings‐
functie.
● Vergr., ontgr., start op afstand
Feedb ontgr. op afstand : Acti‐
veert of deactiveert het alarm‐
knipperlichtsignaal bij het ont‐
grendelen.
Portierontgr. op afstand : Wijzigt
de configuratie om alleen het be‐ stuurdersportier of de hele auto
te ontgrendelen.Autom. portiervergrendeling : Ac‐
tiveert of deactiveert de automa‐
tische hervergrendeling na het
ontgrendelen zonder de auto te
openen.
● Fabrieksinstellingen herstellen
Fabrieksinstellingen herstellen :
Hervat alle standaardinstellin‐
gen.
Instellingen in het Colour-Info-
Display
Navi 950/Navi 650/CD 600
Druk op CONFIG op de console van
het Infotainmentsysteem om naar het menu Configuratie te gaan.
Draai aan de multifunctionele knop
om in de lijst omhoog of omlaag te
scrollen. Druk op de multifunctionele
knop (Navi 950 / Navi 650: druk op de buitenste ring) om een menuoptie te
selecteren.
● Profiel sportmodus
● Talen (Languages)
● Tijd en datum
● Radio-instellingen
● Telefooninstelling
● Navigatie-instellingen
● Displayinstellingen
● Voertuig instellingen
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
Page 113 of 269
Instrumenten en bedieningsorganen111Profiel sportmodus● Sportprestaties motor :
Gasaanname en schakelkarak‐
teristieken worden sneller.
● Achtergrondverlichting
sportmodus :
Verandert de kleur van de instru‐ mentenverlichting.
● Sportieve vering : Demping wordt
stugger.
● Sportieve besturing : Se stuurbe‐
krachtiging is verminderd.
Talen (Languages)
Selectie van de gewenste taal.
Tijd en datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Telefooninstelling
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.Navigatie-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Displayinstellingen ● Menu startpagina :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
● Optie achterruitrijcamerasys‐
teem :
Druk hierop om de opties voor de
achteruitcamera aan te passen
3 178.
● Display Uit :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
● Kaartinstellingen :
Zie de infotainment-handleiding
voor nadere informatie.
Voertuig instellingen ● Klimaat en luchtkwaliteit
Autom. ventilatorsnelheid : Ver‐
andert het niveau van het lucht‐
debiet van de klimaatregeling in
het interieur in automatische mo‐ dus.Klimaatregelingsmodus : Regelt
de toestand van de koelcompres‐
sor wanneer de auto wordt ge‐
start. Laatste instelling (aanbevo‐
len) of bij het starten van de auto is altijd AAN of altijd UIT.
Autom. achterruitverwarming :
Activeert de achterruitverwar‐ ming automatisch.
● Comfortinstellingen
Volume geluidssignaal : Wijzigt
het volume van geluidssignalen.
Pers. inst. voor bestuurder : Acti‐
veert of deactiveert persoonlijke
instellingen.
● Aanrijdings-detectiesystemen
Parkeerhulp : Activeert of deacti‐
veert de ultrasoonsensoren. Ac‐ tivering kan worden geselecteerd
met of zonder de aanhangerkop‐ peling bevestigd.
Dodehoekwaarschuwing : Acti‐
veert of deactiveert het blinde‐
hoeksysteem.
Page 257 of 269
Klantinformatie255KlantinformatieKlantinformatie........................... 255
Conformiteitsverklaring ............255
Erkenning van software ...........257
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 259
Event Data Recorders (EDR) ..259
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 260Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven conform Richtlijn 1999/5/EC
verzenden en/of ontvangen. Deze
systemen voldoen aan de essentiële
vereisten en alle andere relevante be‐ palingen van Richtlijn 1999/5/EC.Exemplaren van de originele Confor‐
miteitsverklaringen vindt u op onze
website.
Radarsystemen
Landspecifieke conformiteitsverkla‐ ringen voor radarsystemen staan op
de volgende pagina:
Page 262 of 269
260KlantinformatieDe fabrikant kan de verzamelde of
ontvangen diagnosedata bovendien
gebruiken:
● ten behoeve van onderzoek dat de fabrikant verricht
● beschikbaar stellen ten behoeve van onderzoek, mits de vereistevertrouwelijkheid gewaarborgdblijft en de noodzaak van derge‐lijk onderzoek is aangetoond
● de algemene data, die niet aan een specifieke auto zijn gekop‐
peld, delen met andere organisa‐
ties voor onderzoeksdoeleindenRadiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐ diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
Page 267 of 269
265QQuickheat ................................... 137
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 260
Regelbare instrumentenverlichting ...........127
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 259
Remassistentie .......................... 158
Rem- en koppelingssysteem .......94
Rem- en koppelingsvloeistof ......241
Remmen ............................ 156, 200
Remvloeistof .............................. 201
Reservewiel ............................... 230
Richtingaanwijzer ........................92
Richtingaanwijzers ..................... 125
Richtingaanwijzers vooraan ......206
Roetfilter ............................... 96, 147
Rugleuning neerklappen .............52
Ruiten ........................................... 32
Rijgedrag en aanhangertips ......189
Rijhoogte .................................... 141
Rijregelsystemen ........................159
Rijverlichting .......................... 13, 97
S Selectieve katalysatorreductie ....148
Service ............................... 139, 240
Service-display ............................ 89Service-informatie ...................... 240
Sjorogen ...................................... 78
Slepen ................................ 189, 235
Sleutel, opgeslagen instellingen ...23
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................224
Snelheidsbegrenzer ...................164
Snelheidsmeter ............................ 87 Softtop ......................................... 36
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................200
Startbeveiliging ......................30, 97
Starten en bedienen ...................142
Starthulp gebruiken ...................233
Stoelpositie .................................. 49
Stoelventilatie ............................... 56
Stoelverstelling ........................7, 50
Stoelverwarming ........................... 56
Stop/Start-systeem .....................144
Storing ....................................... 154
Storing elektrische handrem .........94
Storingsindicatielamp ..................93
Stroomonderbreking ..................154
Sturen ......................................... 141
Stuurbedieningsknoppen .............81
Stuurbekrachtiging........................ 95
Stuurwiel instellen ........................ 10
Stuurwielverstelling ...................... 81
Symbolen ....................................... 4T
Tanken ....................................... 186
Te laag brandstofpeil ...................97
Toerenteller ................................. 88
Top-Tether-bevestigingsogen ......71
Traction Control .........................159
Traction Control-systeem UIT....... 96 Trekhaak............................. 189, 191
Trekstang.................................... 189
Typeplaatje ................................ 243
U Uitlaatgassen ............................. 147
Uitrol-brandstofafsluiter .............143
Uitstapverlichting .......................128
Uw autogegevens ..........................3
V
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 223
Vaste luchtroosters ....................138
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................57
Velgen en banden .....................217
Ventilatie ............................... 56, 130
Verbanddoos ............................... 78
Vergrendelingssysteem ...............28
Verkeersbordherkenning ............180
Verlichting zonneklep ................128
Versnellingsbak ........................... 17
Versnellingsbakdisplay ..............152