audio OPEL COMBO 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: COMBO, Model: OPEL COMBO 2015Pages: 67, PDF Size: 1.17 MB
Page 19 of 67

Inleiding19
Ga met de toets AUDIO op het Info‐
tainmentsysteem naar het menu
Audio-instellingen .
Selecteer audio-instellingen Selecteer de gewenste audio-instel‐
ling uit het menu op het display
Radio met cd-speler : Druk meerdere
malen op de toets AUDIO.
Radio met cd / mp3-speler : Druk op
de toets R of S.
■ Bass (lage tonen)
■ Treble (hoge tonen)
■ Balance (balans links/rechts)
■ Fader (balans voor/achter)
■ Loudness (geluidsversterking laag
volume AAN of UIT )
Radio met cd / mp3-speler :
■ Vertragingstijd (optimaal geluid
voor inzittenden voorin)
■ Equalizer (fabrieksinstellingen
equalizer activeren)
■ Persoonlijke equalizer (aange‐
paste instelling equalizer)Wijzig audio-instellingen
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Pas waarden aan met toets _ of 6.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Lage en hoge tonen
Selecteer Bass of Treble .
Pas de waarden aan met toets
_ of 6.
Volumeverdeling tussen rechts - links Selecteer Balance.
Pas de waarde aan met _ of 6.
Volumeverdeling tussen voor - achter
Selecteer Fader.
Pas de waarde aan met _ of 6.
Loudness
Selecteer Loudness.
Kies AAN of UIT met _ of 6.Vertragingstijd
Selecteer Vertragingstijd en kies uit:
■ Bestuurder links
■ Bestuurder rechts
■ Voor
■ UIT
Kies de gewenste instelling met
_ of 6.
Equalizer
Selecteer EQ en kies uit:
■ Klassiek
■ Jazz
■ Rock
■ GEBRUIKER
Kies de gewenste instelling met
_ of 6.
Persoonlijke equalizer
Selecteer GEBRUIKER uit het menu
Equalizer.
Houd de toets MENU ingedrukt totdat
EQ op het display verschijnt en de
eerste waarde knippert.
Pas de waarde aan met R of S.
Page 20 of 67

20Inleiding
Ga naar de vorige/volgende waarde
met _ of 6.
Druk op de toets AUDIO om de instel‐
ling in het geheugen op te slaan en
het menu af te sluiten.
Volume-instellingen
Radio met cd-speler: Pas het volume voor de modi Cd en
Radio aan door op het Infotainment‐
systeem aan de ON/OFF draaiknop
te draaien.
Het actuele volume verschijnt op het
display.
Verkeersberichten (TA)
Na het activeren van de functie TA
(getoond op het display) 3 27 kunt
u verkeersberichten zelfs bij uitge‐ schakeld radiovolume op een voor‐
geprogrammeerd minimumvolume
ontvangen.Het volume voor het verzenden van
de verkeersberichten hangt af van het
luistervolume:
■ Als het luistervolume tijdens ver‐ keersberichten lager is dan een
vast niveau, wordt het voor de duur
van de berichten tot dit vaste ni‐ veau verhoogd
■ Als het luistervolume tijdens ver‐ keersberichten hoger is dan een
vast niveau, klinkt het voor de duur
van de berichten op het huidige ni‐
veau +1
Pas het volumeniveau tijdens ver‐
keersberichten met de draaiknop
ON/OFF aan.
Bij het aanpassen van het niveau tij‐
dens verkeersberichten blijft het
nieuwe volumeniveau (getoond op
het display) alleen tijdens de berich‐ ten op dit niveau. Daarna keert het
volume weer terug naar het niveau
van vóór de berichten.
Noodoproepen
Tijdens een noodoproep wordt het
volume automatisch op dezelfde ma‐
nier als de functie TA aangepast.Deze functie wordt automatisch ge‐
activeerd en kan niet worden gedeac‐
tiveerd.
Mute / pauze
Druk kort op de ON/OFF draaiknop
voor mute/pauze.
Afhankelijk van de audiobron ver‐
schijnt het volgende op het display:
■ Pause : cd-speler, mediaspeler
■ Mute : radio
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk opnieuw kort op de ON/OFF
draaiknop om de functie mute/pauze uit te schakelen.
Als u aan de ON/OFF draaiknop
draait als het systeem in de modus
mute/pause staat, wordt de functie
mute/pause genegeerd.
Bij het uitzenden van een noodop‐ roep /verkeersberichten als de functie mute/pause ingeschakeld is, wordt de
functie mute/pause genegeerd en na
afloop weer geactiveerd.
Page 22 of 67

22Inleiding
handsfreesysteem kunt u eventueel
ook op het stuurwiel op de knop à /
q drukken.
Afhankelijk van de audiobron ver‐
schijnt het volgende op het display:
■ Pause : pauzestand cd- of media‐
speler
■ Mute : geluidsonderdrukking radio
Schakel de functie mute/pause uit
door opnieuw kort op de knop MUTE
of à te drukken.
Bij het aanpassen van het volume in
de stand mute/pause wordt de functie
mute/pause genegeerd en wordt het
volume op het nieuwe geselecteerde niveau gezet.
Let op
Als u naar de andere menu's van het
Infotainmentsysteem wilt gaan,
moet u eerst de functies Mute en
Pause deactiveren
Bij het uitzenden van een noodop‐
roep of verkeersberichten als de func‐ tie mute/pause ingeschakeld is, wordt
de functie tijdelijk genegeerd en na
afloop weer geactiveerd.Volume AUX-ingang aanpassen
Met deze functie kunt u het volume van de AUX-bron, afhankelijk van de
draagbare speler, afstemmen op één
van de andere bronnen.
U kunt het volume van de externe au‐
diobron die is aangesloten op de
AUX -ingang alleen met de knoppen
op de audiobron zelf regelen. U kunt
het volume niet via het Infotainment‐
systeem of de stuurbedieningsknop‐
pen regelen.
Activeer de volumefunctie van de
AUX -ingang door uw extra audioap‐
paraat aan te sluiten en te controleren of het uitgeschakeld is.
Selecteer het volgende met de toet‐
sen op het Infotainmentsysteem of de stuurwielknoppen:
■ Druk op de toets MEDIA of
SRC/OK
■ Druk op de toets R of S om de mo‐
dus AUX op het display te selecte‐
ren
■ Schakel het extra audioapparaat in
■ Zet het volume met de toets _ of
6 lager of hogerEen audiobron die is aangesloten op
de AUX -ingang werkt alleen via de
bedieningsorganen op de audiobron
zelf.
Spraakvolume
Het vaste telefoonvolume kan worden
aangepast met de functie
Spraakvolume .
Ga als volgt te werk om de functie met de toetsen op het Infotainmentsys‐
teem te activeren:
■ Druk op de MENU-toets
■ Druk op de toets R of S om de op‐
tie Spraakvolume op het display te
selecteren
■ Zet het volume met de toets _ of
6 lager of hoger
Als de toets _ op 0 wordt gezet,
verschijnt Spraak uit op het display.
Pas het voorgeprogrammeerde vo‐
lume aan met de knop < of ] op het
stuurwiel of met de toets R of S op
het Infotainmentsysteem.
Druk op het stuurwiel op de knop <
of ] om het voorgeprogrammeerde
volume van een lopende oproep of
Page 24 of 67

24RadioRadioGebruik........................................ 24
Zender zoeken ............................. 25
Autostore-lijsten ........................... 26
Radio Data System (RDS) ...........27Gebruik
Radio-ontvangst Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties
■ obstakels
Bedieningsorganen - radio met
cd-speler:
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ ON/OFF : in-/uitschakelen, volume‐
regeling, geluidsonderdrukking/ge‐
luidsonderdrukking opheffen
■ SRC : radio activeren
■ _ of 6: zender zoeken
■ BAND : frequentiebereik wijzigen,
zender automatisch opslaan (Auto‐
store)■ AUDIO : activeringsinstellingen au‐
diomenu (bass, treble, balance, fa‐
der, loudness)
■ Zendertoetsen 1...6: voorgepro‐
grammeerde zendertoetsen
■ MENU : geavanceerde menufunc‐
ties (AF schakelen, verkeersinfor‐
matie, regionale modus) 3 27
Radio activeren
Schakel de draaiknop ON/OFF in en
druk op de toets SRC om de audio‐
bron op radio te zetten.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op de toets
BAND om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De volgende geselecteerde golfberei‐
ken verschijnen op het display:
■ AM : toont AM
■ FM : getoond als FM1, FM2 of
FMT
Page 25 of 67

Radio25
De voorheen geselecteerde zender indat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Bedieningsorganen - radio met
cd / mp3-speler:
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ m / ON/OFF : in/uitschakelen
■ FM : optie frequentiebereik FM /
zender automatisch opslaan (Auto‐ store)
■ AM : optie frequentiebereik AM
■ MUTE : volume activeren / deacti‐
veren (mute/pauze)
■ AUDIO : activeringsinstellingen au‐
diomenu (bass, treble, balance, fa‐
der, loudness, audiovertraging,
equalizer)
■ MENU : AF schakelen, verkeersin‐
formatie, regionale modus, snel‐
heidsafhankelijk volume, radio-uit‐ schakelmodus, systeem terugzet‐
ten
■ _ / 6: modus automatisch radio‐
zender zoeken■ R / S : modus handmatig radiozen‐
der zoeken (frequentie, naam van
zender, nummer opgeslagen zen‐
der)
■ Zendertoetsen 1...6: voorgepro‐
grammeerde zendertoetsen
Radio activeren
Druk op de toets ON/OFF en vervol‐
gens op de toets AM of FM om de au‐
diobron op radio te zetten.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren Druk meerdere malen op de toets
AM of FM om het gewenste frequen‐
tiebereik te selecteren.
De volgende geselecteerde golfberei‐
ken verschijnen op het display:
■ AM : toont AM1 of AM2
■ FM : toont FM1, FM2 of FMA
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Zender zoeken
Automatisch zender zoeken Radio met cd-speler:
Druk even op de de toets _ of 6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
_ of 6 nogmaals wordt ingedrukt.
Radio met cd / mp3-speler:
Druk even op de de toets _ of 6 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Houd de toets _ of 6 ingedrukt om
naar de gewenste frequentie te zoe‐
ken. Na het loslaten van de toets zoekt het systeem automatisch naar
de volgende te ontvangen zender en
deze wordt automatisch afgespeeld.
Page 28 of 67

28Radio
In- en uitschakelen van RDS
Radio met cd-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF AAN of AF
UIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.
Radio met cd / mp3-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie RDS te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat AF
schakelen op het display ver‐
schijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF
schakelenAAN of AF
schakelenUITBij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.
Modus Alternatieve frequentie
(AF) Na het activeren van de functie AF
stemt de radio automatisch af op de
zender met het krachtigste signaal
die hetzelfde programma uitzendt.
Onderweg kunt u bij het reizen door
verschillende gebieden dezelfde zen‐
der beluisteren zonder dat u de fre‐
quentie hoeft aan te passen.
Als de functie AF schakelen geacti‐
veerd is en de radio de afgestemde
zender niet kan ontvangen, activeert
de radio een automatische zoekfunc‐
tie. Hierbij verschijnt FM zoeken op
het display.
De functie AF schakelen werkt alleen
op het golfbereik FM.
Modus Verkeersberichten (TA)Bepaalde zenders op het golfbereik
FM kunnen verkeersinformatie mee‐
zenden.Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie TA op het radio met cd-speler audio‐
systeem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie TA AAN of TA
UIT
Bij het activeren van RDS ver‐
schijnt TA op het display.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd / mp3-speler
audiosysteem te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Verkeersinformatie op het display
verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie
Verkeersinformatie AAN of
Verkeersinformatie UIT
Bij het activeren van RDS ver‐
schijnt TA op het display.
Page 29 of 67

Radio29
Na het activeren van de functie TA
kunt u:
■ alleen zoeken naar RDS-zenders
op het golfbereik FM die verkeers‐
informatie meezenden
■ verkeersinformatie ontvangen tij‐ dens het gebruik van de cd-/media‐speler
■ verkeersinformatie ontvangen op een voorgeprogrammeerd mini‐
mumvolume, zelfs bij uitgescha‐
keld radiovolume
Na het activeren van de functie TA en
bij de cd-/mediaspeler in de modus
mute/pauze wordt de functie
mute/pauze genegeerd en begint het
automatisch afstemmen op een zen‐
der die verkeersberichten meezendt.
Na afloop van de verkeersberichten
werkt de functie mute/oauze weer.
Bij een verkeersbericht kan het vo‐
lume hoger dan normaal zijn. Na af‐
loop van de verkeersberichten is het
volume weer normaal.Modus Verkeersinformatie (TP)
Met de functie TP kan de gebruiker
zoeken op zenders die alleen regel‐
matig verkeersberichten uitzenden 1)
.
Na het activeren van deze functie ver‐
schijnt TP op het display.
In sommige landen zijn er radiozen‐
ders die zelfs na het activeren van de functie TP geen verkeersinformatie
uitzenden.
Modus Regionaal (REG)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functieREG op het radio met cd-speler au‐
diosysteem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat REG op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie REG AAN of
REG UITGebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
Regionaal op het radio met cd / mp3-
speler audiosysteem te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat
Regionaal op het display ver‐
schijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie Regionaal AAN
of Regionaal UIT
Als de REG-modus geactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen RDS -zender met hetzelfde regio‐
nale programma.
Als de REG-modus gedeactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen RDS -zender met verschillende
regionale programma's.1) Alleen radio met cd / mp3-speler .
Page 31 of 67

Cd-speler31Cd-spelerAlgemene informatie....................31
Gebruik ........................................ 32Algemene informatie
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's afspelen.
Alleen radio met cd / mp3-speler : De
cd-speler kan ook mp3-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en het afspeelmecha‐
nisme zwaar beschadigen. Een
kostbare vervanging van uw toe‐
stel is dan noodzakelijk.
De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
■ Cd-rom ( radio met cd-speler ).
■ Cd-rom, cd-r en cd-rw ( radio met
cd / mp3-speler ).
Het systeem is geschikt voor de vol‐
gende samplingfrequenties voor mp3 cd's (alleen radio met cd / mp3-
speler ):
■ 44,1 kHz, stereo (96 - 320 kbps)
■ 22,05 kHz, mono of stereo (32 - 80 kbps)
■ Variabele bitsnelheden ( VBR)
Gebruikte cd-r's en cd-rw's moeten
conform specificatie ISO9660 ge‐
brand zijn.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Bij Mixed-Mode-cd’s (met een com‐
binatie van audio en data, bijv.
mp3) worden alleen de mp3-audio‐ tracks herkend en afgespeeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's;
zie hieronder.
Page 32 of 67

32Cd-speler
■Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om ze
tegen vuil en beschadiging te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
De volgende beperkingen gelden
voor mp3 cd's (alleen radio met cd /
mp3-speler ):
■ Alleen mp3-bestanden kunnen worden gelezen. Andere gecompri‐meerde audiobestandsindelingen
kunnen niet worden afgespeeld.
■ Als de mp3-bestanden op een cd-r of cd-rw in submappen zijn gestruc‐
tureerd, is de structuur gecompri‐
meerd tot een enkellaagsstructuur
waarin submappen op het niveau
van de hoofdmappen staan.Gebruik
Cd afspelen starten Radio met cd-speler:
Schakel het infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin getrokken is: het afspelen van decd start automatisch.
Als er al een cd in de module zit, drukt
u op de toets SRC: cd-weergave
wordt gestart en de cd-track gaat ver‐ der op hetzelfde punt waar deze was
gestopt.
Als u op de toets SRC drukt zonder
dat er een cd aanwezig is, verschijnt
Geen cd op het display. Als dit bericht
verschijnt, wordt de geluidsonder‐
drukkingsfunctie automatisch geacti‐
veerd. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets _ of 6 één of meerdere
malen kort in.Snel vooruit of achteruit
Houd de toets _ of 6 ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van de huidige audiotrack.
Pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de draaiknop ON/OFF te druk‐
ken. Op het display verschijnt Pauze.
Let op
Als de huidige audiobron op mute /
pauze staat, kunt u de aidobron niet
wijzigen.
Druk op de ON/OFF draaiknop om te
deactiveren.
U kunt de pauzefunctie ook deactive‐ ren door de audiobron te wijzigen.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt de volgende informatie op het dis‐
play:
■ T1 (track 01): toont het nummer van
de track op de cd
■ 0:42 : toont de tijd die is verstreken
sinds het starten van de track
Page 33 of 67

Cd-speler33
Een cd verwijderen
Druk op de d-toets: De cd wordt uit
de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na korte tijd
automatisch weer naar binnen ge‐
trokken. Het geluidssysteem gaat dan
automatisch weer verder naar de ra‐
diomodus.
Radio met cd / mp3-speler:
Schakel het Infotainmentsysteem in
en duw de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-sleuf totdat deze erin getrokken is.
Tijdens het laden van de cd verschijnt
Cd lezen op het display. Na het lezen
van de informatie op de cd start de cd-
weergave automatisch.
Als er al een cd in het Infotainment‐
systeem zit, drukt u op de toets
MEDIA op het Infotainmentsysteem
of de knop SRC/OK op het stuurwiel:
de cd-weergave gaat verder op het‐
zelfde punt waar deze was gestopt.Let op
Afhankelijk van de op de audio- of
mp3-cd opgeslagen gegevens wordt
verschillende informatie over de cd
en de actuele muziektrack op het
display weergegeven.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk de toets k of l één of meer‐
dere malen kort in.
Een album of een track selecteren -
mp3 cd
Druk op de toets R of S om albums/
mappen enz. te selecteren.
Druk op de toets k of l om een
nummer van de albums/mappen enz. te selecteren.
Snel vooruit of achteruit
Houd de toets k of l ingedrukt voor
snel vooruit of achteruit spoelen van
de huidige audiotrack.
Mute / pauze
Onderbreek de cd-weergave door kort op de toets MUTE te drukken. Op
het display verschijnt Pauze.Druk opnieuw op de toets MUTE om
te deactiveren.
CD-display
Bij het afspelen van een cd verschijnt de volgende informatie op het display
als de betreffende menufunctie is ge‐ selecteerd:
■ CD Track 5 (track 05): toont het
nummer van de track op de cd
■ 0:42 : toont de tijd die is verstreken
sinds het starten van de track
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag)
De mp3 ( ID3-TAG)-informatie ( bijv. ti‐
tel van nummer, naam van artiest,
naam van album enz.) op de cd kan
op het display worden getoond. Bij
het ontbreken van ID3-TAG-informa‐
tie verschijnt alleen de bestandsnaam
op het display.