stop start OPEL COMBO 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: COMBO, Model: OPEL COMBO 2016Pages: 191, PDF Size: 4.5 MB
Page 125 of 191

Rijden en bediening123Stop/Start-systeem 3 112.Rijregelsystemen
Traction Control
De anti-slipregelaar (ASR) is een on‐
derdeel van de elektronische stabili‐
teitsregeling (ESC).
ASR verhoogt zo nodig de stabiliteit,
ongeacht het type wegdek of de grip
van de banden, door te voorkomen
dat de aangedreven wielen door‐
slaan.
Zodra de aangedreven wielen begin‐
nen door te slaan, wordt het motor‐
vermogen verminderd en wordt het
wiel met de meeste slip afzonderlijk
afgeremd. Daardoor wordt de rijstabi‐
liteit van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
De ASR is gebruiksklaar zodra de
controlelamp R dooft.
Wanneer ASR actief is, knippert de
controlelamp R.9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Uitschakelen
U kunt de ASR uitschakelen wanneer
de aangedreven wielen moeten kun‐
nen doorslaan: druk even op
ASR OFF .
Page 139 of 191

Verzorging van de auto137
Tegen veiligheidspal drukken en de
motorkap openen.
Motorkapsteun vastzetten.
Als de motorkap wordt geopend tij‐
dens een Autostop, wordt de motor
automatisch herstart omwille van vei‐ ligheidsredenen.
Stop/Start-systeem 3 112.
Sluiten Laat de motorkap zakken en laatdeze vanaf een lage hoogte (ong.
20 cm) in de grendelpal vallen. Con‐
troleer of de motorkap vergrendeld is.
Motorolie Controleer het oliepeil ook regelmatig
manueel om schade aan de motor te
voorkomen. Vergewis u ervan dat de gebruikte olie de juiste specificatieheeft. Aanbevolen olie en smeermid‐
delen 3 170.
Controlelampje motoroliepeil laag S
3 85.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op be‐
drijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐
weest.Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot
aan de aanslag van de handgreep
weer insteken, opnieuw uittrekken en
het motoroliepeil aflezen.
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Wanneer het motoroliepeil tot het
merkteken MIN is gedaald, dan mo‐
torolie bijvullen.
Page 142 of 191

140Verzorging van de auto
De remvloeistof moet tussen de
merktekens MIN en MAX staan.
Bij het bijvullen schoon te werk gaan,
omdat verontreinigde remvloeistof
storingen in het remsysteem tot ge‐
volg kan hebben. Oorzaak van het
remvloeistofverlies door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Gebruik uitsluitend hoogwaardige,
voor de auto goedgekeurde remvloei‐ stof.
Rem- en koppelingsvloeistof 3 170.
Accu
De accu van de auto is onderhouds‐ vrij als het rijgedrag zodanig is dat
deze voldoende wordt opgeladen. Bij korte ritten en veelvuldig starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische ver‐ bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging accu 3 102.
Accu vervangen
Let op
Elke afwijking van de in deze para‐
graaf gegeven instructies kan leiden
tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
Vervang bij auto's met een Stop/
Start-systeem de accu altijd door de juiste accu. Wij raden u aan de accu
door een werkplaats te laten vervan‐
gen.
Stop/Start-systeem 3 112.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kunt u de accu beschadigen.
Starthulp gebruiken 3 163.
Page 152 of 191

150Verzorging van de autoNr.StroomkringF09AchterdeurschakelaarF10ClaxonF14GrootlichtF15PTCI-verwarmingF19AirconditioningF20Verwarmbare achterruitF21BrandstofpompF30MistlampenF84CNG-systeemF85StekkerdozenF86Aansteker/verwarmde stoelenF87Stop/Start-systeemF88Spiegelverwarming
Breng het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer aan.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringhouder bevindt zich ach‐
ter een kap onder op het instrumen‐
tenbord, aan bestuurderszijde.
Page 189 of 191

187Ontlaadbeveiliging accu ............102
Opbergruimte................................ 58
Opbergruimte achter..................... 60
Opbergvakken .............................. 58
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................58
Opbergvak onder passagiersstoel 59
Opklapbare achterbank ..........39, 40
Opschakelen................................. 82
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 164
Parkeerhulp ............................... 126
Parkeren .............................. 18, 114
Partikelfilter ................................. 115
Passagiersstoel voor Inklappen................................... 36
Tafelstand ................................. 36
Pedalen ...................................... 109
Pollenfilter .................................. 108
Portieren ........................... 23, 24, 25
Portier open ................................. 87
Portiersloten ................................. 21
Prestaties ................................... 177
Profieldiepte ............................... 155
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 183
Radio-info ..................................... 87Regelbare
instrumentenverlichting .............99
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 182
Remassistentie .......................... 122
Rem- en koppelingsvloeistof ......170
Remmen ............................ 121, 139
Remsysteem ................................ 81
Remvloeistof .............................. 139
Reservewiel ............................... 161
Richtingaanwijzer ........................79
Richtingaanwijzers ....................... 98
Richtingaanwijzer vooraan .........142
Roetfilter ............................... 83, 115
Rugleuning neerklappen .............36
Rugleuning passagiersstoel voor neerklappen ......................36
Ruiten ........................................... 29
Ruiten van de buitenzijde bedienen ................................... 29
Rijgedrag en aanhangertips ......132
Rijklaar gewicht ............................ 65
Rijregelsystemen ................123, 124
Rijverlichting .......................... 12, 86
S
Schakel motor uit ..........................78
Scheidingsrooster bagageruimte ..63
Schuifdeur ................................... 23
Service ............................... 108, 169Service-display ......................75, 87
Service-informatie ...................... 169
Signalen........................................ 93
Sjorogen ................................ 63, 65
Sleutelnummer ............................. 19
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Slotcilinders .................................. 19
Slijtage van remblokken ...............81
Sneeuwkettingen .......................156
Snelheidsmeter ............................ 72 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................139
Standaarddisplay ..........................87
Startbeveiliging ......................27, 86
Starten en bedienen ...................110
Starthulp gebruiken ...................163
Stoelen aanbrengen .....................40
Stoelen verwijderen ......................40
Stoelpositie .................................. 34
Stoelverstelling ........................7, 35
Stoelverwarming ........................... 38
Stop/Start-systeem .....................112
Stop-startsysteem......................... 86
Storing ....................................... 120
Storingsindicatielamp ..................80
Sturen ......................................... 110
Stuurbedieningsknoppen .............67
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......139
Stuurwiel instellen .......................... 9