alarm OPEL COMBO 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: COMBO, Model: OPEL COMBO 2016Pages: 67, PDF Size: 1.2 MB
Page 28 of 67
28Radio●REG : regionale programma's
● EON : Enhanced Other Network
Ook is het RDS uitgevoerd met een
functie voor ontvangst van
noodalarm . Deze functie wordt auto‐
matisch geactiveerd en kan niet wor‐
den gedeactiveerd.
In- en uitschakelen van RDS
Radio met cd-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF AAN of AF
UIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.Radio met cd / mp3-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie RDS te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat AF
schakelen op het display ver‐
schijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF
schakelenAAN of AF
schakelenUIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.
Modus Alternatieve frequentie
(AF)
Na het activeren van de functie AF
stemt de radio automatisch af op de zender met het krachtigste signaal
die hetzelfde programma uitzendt.
Onderweg kunt u bij het reizen door
verschillende gebieden dezelfde zen‐
der beluisteren zonder dat u de fre‐
quentie hoeft aan te passen.
Als de functie AF schakelen geacti‐
veerd is en de radio de afgestemde
zender niet kan ontvangen, activeertde radio een automatische zoekfunc‐
tie. Hierbij verschijnt FM zoeken op
het display.
De functie AF schakelen werkt alleen
op het golfbereik FM.
Modus Verkeersberichten (TA)
Bepaalde zenders op het golfbereik
FM kunnen verkeersinformatie mee‐
zenden.
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd-speler audio‐
systeem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display ver‐
schijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie TA AAN of TA
UIT
Bij het activeren van RDS ver‐
schijnt TA op het display.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd / mp3-speler
audiosysteem te activeren:
Page 30 of 67
30RadioAls de REG-modus gedeactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar fre‐
quenties van de momenteel ontvan‐
gen RDS -zender met verschillende
regionale programma's.
Modus Enhanced other network
(EON)
Met de functie EON kan de ontvanger
andere netwerken of zenders auto‐
matisch controleren op verkeersinfor‐
matie en tijdelijk op de betreffende zender afstemmen.
Deze functie werkt alleen na het acti‐ veren van de functie TA.
Ontvangst noodalarm
In de modus RDS wordt de radio in‐
gesteld op het ontvangen van
noodaankondigingen bij uitzonder‐
lijke omstandigheden of voorvallen
die algemeen gevaar (o.a. aardbevin‐ gen, overstromingen) kunnen veroor‐
zaken, als de betreffende zender
deze uitzendt.
Tijdens een noodaankondiging ver‐
schijnt de melding Alarm op het dis‐
play. Bij een noodaankondiging kanhet volume hoger dan normaal zijn.
Na afloop van de noodaankondiging
is het volume weer normaal.
Deze functie wordt automatisch ge‐
activeerd en kan niet worden gedeac‐
tiveerd.
Page 55 of 67
Telefoon553.INSTELLINGEN : optie selecteren
en met de toets SRC/OK bevesti‐
gen
4. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
5. Gebruikersgegevens : optie selec‐
teren en met de toets SRC/OK be‐
vestigen
6. R / S : indrukken om op het dis‐
play omhoog/omlaag te gaan
7. Gebruikers wissen : optie selecte‐
ren en met de toets SRC/OK be‐
vestigen
Wis het toestel uit de lijst met
Bluetooth -toestellen op uw mobiele
telefoon. Raadpleeg de bedienings‐
instructies van uw mobiele telefoon.
Door een telefoon te ontkoppelen
worden alle gedownloade contacten
en het belgeheugen ervan uit het
handsfreesysteem verwijderd.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Vertrouw daarom niet al‐
leen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Page 65 of 67
65FMT........................................ 24, 26
Frequentiebereik selecteren .........24
Functie mute/pauze ......................20
G Gebruik ....................... 14, 24, 32, 35
Gebruik van deze handleiding ........4
Geluidsinstellingen .......................18
Gesprekkenlijsten .........................56
Gesprekken ontvangen ................56
Gesproken opdrachten .................42
Gesproken opdrachten mediaspeler............................... 42
Gesproken opdrachten SMS- berichtenlezer............................ 42
Gesproken opdrachten telefoon ...42
GPRS-code ............................ 42, 56
H Handmatige zenderopslag ...........26
Handmatig zender zoeken ...........25
Handsfreesysteem........................ 56 Bedieningsorganen ...................14
Systeemcode .............................. 6
Handsfreesysteem met multimedia 4
I
In-/uitschakelen ............................ 14
Infotainment-systeem Bedieningsorganen .....................8
Beveiligingscode .........................6Instructies voor telefooninstallatie 63
iPod configureren .........................37
L
Laatste oproepen .........................56
Loudness ...................................... 18
M Maximaal opstartvolume............... 14
Maximumlimiet radiovolume activeren.................................... 20
Meldingsinstellingen (SMS) ..........56
Menu's .......................................... 14
Menu's op het displayscherm .......14
Menuopties aanpassen ................14
Menu Telefoon.............................. 56
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................63
Mp3-cd's ....................................... 31
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag) ..32
Mp3-spelers .................................. 37
Mute.............................................. 14
N
Naar de volgende of vorige track gaan .......................................... 32
Noodoproep .................................. 55O
Ontvangst noodalarm ...................27
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 39
Overzicht bedieningselementen .....8
P Pauze ..................................... 14, 32
Persoonlijke equalizer ..................18
Postvak IN .................................... 56
R Radio ............................................ 24
Radio activeren............................. 24
Radiocode ...................................... 6
Radio Data System (RDS) ........... 27 Radio geblokkeerd.......................... 6
Radio met cd /mp3-speler Bedieningsorganen ...............8, 14
Radio met cd-speler Bedieningsorganen ...............8, 14
Radio-ontvangst ........................... 24
RDS: in- en uitschakelen ..............27
Regionale programma's (REG, regionaal) .................................. 27
S Selectie van frequentiebereik .......24
Signaaltype (SMS)........................ 56
SMS (Short Message Service) 51, 56
Snelheidsafhankelijk volume ........20