OPEL COMBO D 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: COMBO D, Model: OPEL COMBO D 2017.5Pages: 203, PDF Size: 4.71 MB
Page 21 of 203

Sleutels, portieren en ruiten19Sleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 19
Sleutels ...................................... 19
Car Pass .................................... 20
Handzender ............................... 20
Portiervergrendelknoppen .........21
Centrale vergrendeling ..............23
Kindersloten .............................. 24
Portieren ...................................... 25
Schuifdeur ................................. 25
Achterdeuren ............................. 25
Bagageruimte ............................ 27
Antidiefstalbeveiliging ..................28
Vergrendelingssysteem .............28
Startbeveiliging .......................... 28
Buitenspiegels ............................. 29
Bolle vorm ................................. 29
Handmatig verstellen .................29
Elektrische verstelling ................29
Inklapbare spiegels ...................30
Verwarmde spiegels ..................30
Binnenspiegel .............................. 30
Handmatige dimfunctie ..............30Ruiten.......................................... 31
Voorruit ...................................... 31
Handbediende ruiten .................31
Elektrisch bediende ruiten .........31
Achterste zijruiten ......................33
Achterruitverwarming ................33
Zonnekleppen ............................ 33Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat in de CarPass of op een afneembaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 175, Handzender 3 20,
Centrale vergrendeling 3 23, Motor
starten 3 115.
Page 22 of 203

20Sleutels, portieren en ruitenSleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Car Pass Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze
autogegevens nodig.
Handzender
Wordt gebruikt voor:
● centrale vergrendeling 3 23
● vergrendelingssysteem 3 28
● elektrisch bediende ruiten 3 31
De afstandsbediening heeft een
bereik van maximaal 5 meter. Dit kan
beperkt worden door invloeden van
buitenaf. Brandende alarmknipper‐
lichten dienen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in afstandsbediening.
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de afstandsbediening buiten
het bereik.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 23.
Batterij van de handzender
vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Page 23 of 203

Sleutels, portieren en ruiten21
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Sleutel met uitklapbare sleutelbaard
Klap de sleutel uit (om bij de batterij‐
houder te kunnen) en demonteer de
batterijhouder door de schroef met
een geschikte schroevendraaier los
te schroeven. Haal de batterijhouder
uit de sleutel en vervang de batterij
(type CR 2032). Breng deze in de
juiste richting aan.
Breng de batterijhouder weer aan in
de schroef en draai met de schroef
vast.
Portiervergrendelknoppen
Als de voeding is onderbroken, de
accuspanning te laag is geworden of
als er een storing in de centrale
vergrendeling is, werken de portier‐
sloten niet via de afstandsbediening.
OntgrendelenOntgrendel het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in het cilin‐ derslot te steken en deze naar devoorkant van de auto te draaien.
Open het bestuurdersportier door aan de buitenkruk te trekken.
Daarna kunt u het passagiersportier
en de zijschuifdeur(en) met de buiten‐
krukken of de binnenhandgrepen
openen.
Ontgrendel de achterdeuren hand‐ matig door aan de sleutel in het cilin‐
derslot (mits aanwezig) te draaien of
door ze van binnenuit te openen. In
de bovenstaande situatie kan de
achterklep niet van buitenaf worden
geopend.
Achterdeuren 3 25.
Achterklep in noodsituaties van
binnenuit openen 3 27.
Kindersloten 3 24.
Vergrendelen
Sluit de achterdeuren/achterklep
3 25 en vergrendel door aan de
sleutel in het cilinderslot (mits aanwe‐
zig) te draaien.
Page 24 of 203

22Sleutels, portieren en ruiten
Druk de binnenvergrendelknop
bovenaan de binnenhandgreep (mits
aanwezig) op de zijschuifdeur(en)
omlaag en/of schakel de handver‐
grendeling op de zijschuifdeur (mits
aanwezig) in, zie hieronder. Sluit
daarna de deur van buitenaf.Sluit het passagiersportier van
binnenuit en druk de binnenvergren‐
deknop omlaag.
Sluit daarna het bestuurdersportier
van buitenaf en vergrendel het door
de sleutel in het cilinderslot naar de
achterkant van de auto te draaien. De
auto is vergrendeld.
Mechanisch vergrendelingssysteem
3 28.
Handvergrendeling zijschuifdeur
Open de deur en schakel de hand‐
vergrendeling (mits aanwezig) in om
te voorkomen dat de zijschuifdeur van buiten af wordt geopend.
Draai de schakelaar van de vergren‐ deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand 1. De deur kan van buiten af
niet worden geopend.
Let op
De handvergrendeling op de
zijschuifdeur blijft zelfs na het
ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingegrepen.
Page 25 of 203

Sleutels, portieren en ruiten23Schakel weer uit door de deur van
binnenuit te openen en draai de scha‐
kelaar in de ontgrendelde stand 2.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Door aan de binnenste portierhand‐
greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld en
geopend.
Om veiligheidsredenen kan de auto
niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Ontgrendelen Let op
Bij een aanrijding vanaf een
bepaalde zwaarte wordt de auto
automatisch ontgrendeld.
Brandstofblokkeersysteem 3 96.Bestelwagen
Druk op Ä om: Voordeuren worden
ontgrendeld.
Druk op Å om: Achterdeuren/achter‐
klep en zijschuifdeuren worden
ontgrendeld.
Combi, Combo Tour
Druk op Ä om: Alle portieren,
achterdeuren / achterklep en de
zijschuifdeuren worden ontgrendeld.
Druk op Å om: Alleen achterdeuren/
achterklep worden ontgrendeld.
Let op
Na het ingrijpen blijft de handver‐
grendeling op de zijschuifdeur zelfs
na het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening ingegrepen.
Handvergrendeling zijschuifdeur
3 21.
Vergrendelen
Sluit alle deuren. Bij een niet goed
gesloten deur werkt de centrale
vergrendeling niet.
Let op
Als een portier of de achterklep open
is, brandt controlelamp ( op de
instrumentengroep 3 90.
Page 26 of 203

24Sleutels, portieren en ruiten
Druk op e. Alle portieren, achterdeu‐
ren / achterklep en de zijschuifdeuren
worden vergrendeld.
Automatisch vergrendelen
De auto kan zodanig worden gecon‐
figureerd dat de portieren bij snelhe‐
den van meer dan 20 km/u automa‐
tisch worden vergrendeld.
Driver Information Center 3 90.
Bagageruimte van binnenuit
ontgrendelen
Druk mits afhankelijk van de versie
aanwezig Å: De bagageruimte
(achterdeuren / achterklep en
zijschuifdeuren) is ontgrendeld.
Als de bagageruimte vergrendeld is,
brandt de LED in de toets.
Kindersloten9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Gebruik een geschikt gereedschap
en draai het kinderslot op de zijschuif‐
deur (mits aanwezig) in de horizon‐ tale stand. Het portier kan van
binnenuit niet geopend worden.
Om de functie te deactiveren, draait u de kinderslotschakelaar in de verti‐
cale stand.
Page 27 of 203

Sleutels, portieren en ruiten25Portieren
Schuifdeur Zijschuifdeur met de afstandsbedie‐
ning ontgrendelen 3 23.
Aan binnenhandgreep (mits aanwe‐
zig) trekken en de deur verschuiven.
Afhankelijk van de versie kan de
zijschuifdeur mogelijk alleen met de
buitenkruk worden geopend en geslo‐ ten.
Voorzichtig
Controleer vóór het wegrijden of
de zijschuifdeur geheel gesloten is en dicht zit.
Centrale vergrendeling 3 23.
Voorzichtig
Open de zijschuifdeur niet
wanneer de tankklep nog open is.
9 Gevaar
Niet met een geopende of op een
kier staande zijschuifdeur rijden,
bijv. bij het vervoer van omvang‐
rijke bagage, omdat er dan giftige, onzichtbare en reukloze uitlaat‐
gassen de auto kunnen binnen‐
dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐ loos raken en zelfs sterven.
Tanken 3 136.
Achterdeuren
Ontgrendel de achterdeuren met de
afstandsbediening of door aan de
sleutel in het achterdeurcilinderslot te draaien.
Centrale vergrendeling 3 23, Portier‐
vergrendelknoppen 3 21.
Altijd eerst de linkerdeur, dan de rech‐
terdeur openen.
Om de achterdeur links te openen
aan de buitenkruk trekken.
Page 28 of 203

26Sleutels, portieren en ruiten
De deur wordt van de binnenkant
geopend door de binnenste hand‐
greep omlaag te drukken.
De rechter achterdeur wordt ontgren‐ deld met de hendel.9 Waarschuwing
Wanneer de auto langs de kant
van de weg geparkeerd is en de
achterportieren openstaan, zijn de
achterlichten mogelijk niet te zien.
Medeweggebruikers attent makenop de auto door een gevarendrie‐
hoek te gebruiken of andere appa‐
ratuur zoals aanbevolen door het
verkeersreglement in uw land.
De deuren worden met deurvangers onder een hoek van 90° gehouden.
Open de deuren 180° door op de klink
te drukken en deze in de gewenste
stand te openen.9 Waarschuwing
Ver openslaande deuren goed
vastzetten bij maximale opening.
Geopende deuren kunnen door de wind met kracht dichtslaan!
Altijd eerst de rechter deur sluiten en
daarna de linker deur.
9 Gevaar
Niet met geopende of op een kier
staande achterdeuren rijden, bijv.
bij het vervoer van omvangrijke
bagage, omdat er dan giftige,
onzichtbare en reukloze uitlaat‐
gassen de auto kunnen binnen‐
dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐
loos raken en zelfs sterven.
Centrale vergrendeling 3 23.
Page 29 of 203

Sleutels, portieren en ruiten27Bagageruimte
Achterklep
Openen
Achterklep met de afstandsbediening
ontgrendelen 3 23.
Toets onder de hendel van de achter‐
klep indrukken.
Sluiten
Binnenste lus gebruiken.
Toets onder de handgreep van de achterklep tijdens het sluiten niet
indrukken, omdat de achterklep
anders opnieuw wordt ontgrendeld.
Let op
Steek ter voorkoming van schade
vingers door de lus voordat u
omlaag trekt.
Alvorens weg te rijden controleren of
de achterklep goed dichtzit.
Centrale vergrendeling 3 23.
Achterklep in noodsituaties van
binnenuit openen
Via ene toegangsgat (pijlen) kan het
achterklepslot met geschikt gereed‐
schap worden ontgrendeld. Druk op
de hendel rechts om de achterklep te ontgrendelen en te openen.
9 Gevaar
Rijd niet met een geopende of op
een kier staande achterklep, bijv.
bij het vervoer van omvangrijke
bagage, omdat er dan giftige,
Page 30 of 203

28Sleutels, portieren en ruitenonzichtbare en reukloze uitlaat‐
gassen de auto kunnen binnen‐
dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐ loos raken en zelfs sterven.Voorzichtig
Voordat u de achterklep opent,
moet u kijken of er boven de auto
niets in de weg zit, zoals een gara‐ gedeur, om schade van de achter‐
klep te voorkomen. Controleer
altijd het bewegingsgebied boven
en achter de achterklep.
Let op
Afhankelijk van het gewicht van
eventueel gemonteerde accessoi‐
res blijft de achterklep mogelijk niet
in geopende stand staan.
Antidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐ delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
Alle portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Inschakelen
Druk op de afstandsbediening twee
keer op e.
Let op
Afhankelijk van de versie worden de
achterdeuren door de sleutel in de
slotcilinder van het voorportier met
de hand twee slagen naar de achter‐ kant van de auto te draaien alleen
maar geblokkeerd. Portiervergren‐
delknoppen 3 21.
Deactiveren
Het systeem wordt automatisch op
elk portier uitgeschakeld bij:
● het ontgrendelen van de portie‐ ren
● het in de stand 1 draaien van de contactsleutel
Startbeveiliging Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.