alarm OPEL COMBO D 2018 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: COMBO D, Model: OPEL COMBO D 2018Pages: 67, PDF Size: 1.38 MB
Page 28 of 67
28Radio●REG : regionale programma's
● EON : Enhanced Other Network
Ook is het RDS uitgevoerd met een
functie voor ontvangst van
noodalarm . Deze functie wordt auto‐
matisch geactiveerd en kan niet
worden gedeactiveerd.
In- en uitschakelen van RDS
Radio met cd-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display
verschijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF AAN of AF
UIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.Radio met cd / mp3-speler:
Gebruik de volgende toetsen op het
Infotainmentsysteem om de functie
RDS te activeren:
1. MENU : indrukken
2. R / S : indrukken totdat AF
schakelen op het display
verschijnt
3. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie AF
schakelenAAN of AF
schakelenUIT
Bij het activeren van RDS verschijnt
AF op het display.
Modus Alternatieve frequentie
(AF)
Na het activeren van de functie AF
stemt de radio automatisch af op de
zender met het krachtigste signaal
die hetzelfde programma uitzendt.
Onderweg kunt u bij het reizen door
verschillende gebieden dezelfde
zender beluisteren zonder dat u de
frequentie hoeft aan te passen.
Als de functie AF schakelen geacti‐
veerd is en de radio de afgestemde
zender niet kan ontvangen, activeertde radio een automatische zoekfunc‐
tie. Hierbij verschijnt FM zoeken op
het display.
De functie AF schakelen werkt alleen
op het golfbereik FM.
Modus Verkeersberichten (TA)
Bepaalde zenders op het golfbereik
FM kunnen verkeersinformatie
meezenden.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd-speler audio‐
systeem te activeren:
1. MENU : meerdere malen indruk‐
ken totdat AF op het display
verschijnt
2. _ / 6: indrukken voor het selecte‐
ren van de optie TA AAN of TA
UIT
Bij het activeren van RDS
verschijnt TA op het display.
Gebruik de volgende toetsen op het Infotainmentsysteem om de functie
TA op het radio met cd / mp3-speler
audiosysteem te activeren:
Page 30 of 67
30RadioAls de REG-modus gedeactiveerd is,
zoekt het systeem alleen naar
frequenties van de momenteel
ontvangen RDS-zender met verschil‐
lende regionale programma's.
Modus Enhanced other network
(EON)
Met de functie EON kan de ontvanger
andere netwerken of zenders auto‐
matisch controleren op verkeersinfor‐ matie en tijdelijk op de betreffendezender afstemmen.
Deze functie werkt alleen na het acti‐ veren van de functie TA.
Ontvangst noodalarm
In de modus RDS wordt de radio inge‐
steld op het ontvangen van
noodaankondigingen bij uitzonder‐
lijke omstandigheden of voorvallen
die algemeen gevaar (o.a. aardbevin‐
gen, overstromingen) kunnen veroor‐
zaken, als de betreffende zender
deze uitzendt.
Tijdens een noodaankondiging
verschijnt de melding Alarm op het
display. Bij een noodaankondiging
kan het volume hoger dan normaalzijn. Na afloop van de
noodaankondiging is het volume
weer normaal.
Deze functie wordt automatisch geac‐ tiveerd en kan niet worden gedeacti‐
veerd.
Page 55 of 67
Telefoon55Ontkoppel een mobiele telefoon met
de knoppen op het stuurwiel:
1. Â / MENU : indrukken
2. R / S : indrukken om op het
display omhoog/omlaag te gaan
3. INSTELLINGEN : optie selecteren
en met de toets SRC/OK bevesti‐
gen
4. R / S : indrukken om op het
display omhoog/omlaag te gaan
5. Gebruikersgegevens : optie selec‐
teren en met de toets SRC/OK
bevestigen
6. R / S : indrukken om op het
display omhoog/omlaag te gaan
7. Gebruikers wissen : optie selecte‐
ren en met de toets SRC/OK
bevestigen
Wis het toestel uit de lijst met
Bluetooth -toestellen op uw mobiele
telefoon. Raadpleeg de bedienings‐
instructies van uw mobiele telefoon.
Door een telefoon te ontkoppelen
worden alle gedownloade contacten
en het belgeheugen ervan uit het
handsfreesysteem verwijderd.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken
worden gebeld; mogelijkerwijs
kunnen deze oproepen niet
gedaan worden wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties actief zijn. U kunt
hierover uw lokale netwerkexploi‐
tant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Page 65 of 67
65FMT........................................ 24, 26
Frequentiebereik selecteren .........24
Functie mute/pauze ......................20
G Gebruik ....................... 14, 24, 32, 35
Gebruik van deze handleiding ........4
Geluidsinstellingen .......................18
Gesprekkenlijsten .........................56
Gesprekken ontvangen ................56
Gesproken opdrachten .................42
Gesproken opdrachten mediaspeler............................... 42
Gesproken opdrachten SMS- berichtenlezer............................ 42
Gesproken opdrachten telefoon ...42
GPRS-code ............................ 42, 56
H Handmatige zenderopslag ...........26
Handmatig zender zoeken ...........25
Handsfreesysteem........................ 56 Bedieningsorganen ...................14
Systeemcode .............................. 6
Handsfreesysteem met multimedia 4
I
In-/uitschakelen ............................ 14
Infotainment-systeem Bedieningsorganen .....................8
Beveiligingscode .........................6Instructies voor telefooninstallatie 63
iPod configureren .........................37
L
Laatste oproepen .........................56
Loudness ...................................... 18
M Maximaal opstartvolume............... 14
Maximumlimiet radiovolume activeren.................................... 20
Meldingsinstellingen (SMS) ..........56
Menu's .......................................... 14
Menu's op het displayscherm .......14
Menuopties aanpassen ................14
Menu Telefoon.............................. 56
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................63
Mp3-cd's ....................................... 31
Mp3-cd-tekstinformatie (ID3-tag) ..32
Mp3-spelers .................................. 37
Mute.............................................. 14
N
Naar de volgende of vorige track gaan .......................................... 32
Noodoproep .................................. 55O
Ontvangst noodalarm ...................27
Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 39
Overzicht bedieningselementen .....8
P Pauze ..................................... 14, 32
Persoonlijke equalizer ..................18
Postvak IN .................................... 56
R Radio ............................................ 24
Radio activeren............................. 24
Radiocode ...................................... 6
Radio Data System (RDS) ........... 27 Radio geblokkeerd.......................... 6
Radio met cd /mp3-speler Bedieningsorganen ...............8, 14
Radio met cd-speler Bedieningsorganen ...............8, 14
Radio-ontvangst ........................... 24
RDS: in- en uitschakelen ..............27
Regionale programma's (REG, regionaal) .................................. 27
S Selectie van frequentiebereik .......24
Signaaltype (SMS)........................ 56
SMS (Short Message Service) 51, 56
Snelheidsafhankelijk volume ........20