ESP OPEL COMBO E 2019.1 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.1, Model line: COMBO E, Model: OPEL COMBO E 2019.1Pages: 129, PDF Size: 2.5 MB
Page 64 of 129

64Inleidingof volgende / voorgaande
vermelding selecteren in
stationslijst, medialijst,
gesprekslijst /
contactenlijst indien
geactiveerd via stuurbe‐
dieningsknoppen
Selectie bevestigen met G
3 G
Geselecteerd item bevestigen
of stationslijst, medialijst openen
4 x
Stiltefunctie activeren /
deactiveren ........................... 64
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 v
Kort indrukken: oproep
aannemen
Lang indrukken: oproep
weigeren, gesprek
beëindigen ............................ 88of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............88
Indien telefoongesprek
actief: menu actief
gesprek openen
7 w
Kort indrukken:
geïntegreerde
spraakherkenning activeren
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren van Apple
CarPlay™ of Android™
Auto bij telefoonverbinding met USB-poort ......................83Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, een touch‐
screen en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 62
● het touchscreen 3 67
● audioknoppen op het stuurwiel 3 62
● de spraakherkenning 3 82
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk op X. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐
bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Page 70 of 129

70BasisbedieningSelecteer h om terug te keren naar de
fabrieksinstellingen.
Volume-instellingen Druk op b, selecteer OPTIES
gevolgd door Audio-instellingen .
Selecteer daarna het tabblad Geluid.
Akoestische aanraakfeedback Als de akoestische aanraakfeedback
is geactiveerd, hoort u een pieptoon
bij bediening van een schermtoets of
menuoptie.
Activeer Geluiden touchscreen om
het volume voor de aanraakpiepjes
aan te passen en pas de instelling
aan.
Snelheidsafhankelijk volume
Activeer of deactiveer Snelheidsaf‐
hankelijke volumeregeling .
Bij activering wordt het volume van
het Infotainmentsysteem automa‐
tisch afgestemd afhankelijk van weg-
en windgeluiden onderweg.
Gesproken instructies Selecteer het tabblad Spraak.Pas het volume aan voor alle gespro‐
ken instructies van het systeem.
Beltoon
Selecteer het tabblad Beltonen.
Pas het beltoonvolume aan voor inko‐
mende gesprekken.
Systeeminstellingen Druk op :.Systeem configureren
Selecteer Systeemconfiguratie om
enkele elementaire systeemconfigu‐ raties te verrichten, zoals:
● Het aanpassen van de getoonde eenheden voor temperatuur of
brandstofverbruik.
● Het herstellen van de fabrieksin‐ stellingen voor de systeemconfi‐
guratie.
● Het bijwerken van de geïnstal‐ leerde software.
Displaytaal wijzigen
Selecteer Taal gevolgd door de
gewenste taal om de taal voor de
menuteksten te wijzigen.
Let op
Als de geïntegreerde spraakherken‐ ning de geselecteerde displaytaal
ondersteunt, wordt de taal voor de
spraakherkenning overeenkomstig
aangepast. Anders is de geïnte‐
greerde spraakherkenning niet
beschikbaar.
Tijd en datum instellen
Selecteer Datum en tijd .
Page 73 of 129

Radio73RadioGebruik........................................ 73
Radio Data System ......................74
Digital Audio Broadcasting ..........75Gebruik
Radio activeren
Druk op b. Het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio verschijnt.
Selecteer, als het hoofdmenu radio
niet actief is, BRONNEN gevolgd
door Radio .
Het laatst ten gehore gebrachte
station wordt weergegeven.
Een frequentieband selecteren Selecteer OPTIES en blijf of i tikken
om de verschillende frequentieban‐
den te doorlopen.
Stations zoeken
Automatisch station zoeken
Tik kort op < of > om het vorige of
volgende te ontvangen station te
beluisteren.
Handmatig station zoeken
Houd < of > ingedrukt. Laat los,
wanneer de gewenste frequentie
bijna bereikt is.
Het volgende te ontvangen station
wordt opgezocht en automatisch
afgespeeld.
Stationslijsten
In de stationslijsten ziet u al de te
ontvangen radiostations in het
huidige ontvangstgebied die u kunt
selecteren.
Selecteer Lijst om de stationslijst voor
de actuele frequentieband weer te
geven.
Selecteer het gewenste station.Stationslijsten bijwerken
Als de stations in de frequentieband‐
specifieke stationslijst niet meer
kunnen worden ontvangen, moeten
de stationslijsten worden bijgewerkt.
Page 75 of 129

Radio75Als RDS is geactiveerd, staat RDS
onder aan in het hoofdmenu radio.
Radiotekst
Als RDS geactiveerd is, verschijnt er
onder de programmanaam informatie
over het beluisterde radioprogramma
of de afgespeelde track.
Open het menu OPTIES en activeer
of deactiveer Informatie om de infor‐
matie te tonen of te verbergen.
Verkeersberichten
Veel RDS-stations geven verkeersin‐ formatie door. Als de functie
verkeersberichten is geactiveerd,
wordt de weergave van radio en
media onderbroken voor de duur van
een verkeersbericht.
Open het menu OPTIES en activeer
TA om verkeersberichten te active‐
ren.
Als TA is geactiveerd, staat TA onder
aan in het hoofdmenu radio.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB)
maakt digitale radio-uitzendingen
mogelijk.DAB-stations worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene informatie ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmaspecifieke
gegevens en een veelheid aan
andere dataservices uit te
zenden, inclusief rit - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
station kan ontvangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lagergezet om onaangename gelui‐
den te voorkomen.
Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïn‐ terpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Ditprobleem is te voorkomen door
auto-tracking DAB-FM te active‐
ren (zie onder).
● Interferentie door stations op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,
terwijl AM- en FM-ontvangst in die gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Als DAB-ontvangst is ingescha‐ keld, blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt dan
continu naar FM-stations met de
beste ontvangst. Als
Verkeersinfo 3 74 is geactiveerd,
worden er verkeersberichten doorgegeven van het best door‐
komende FM-station. Deactiveer
Verkeersinfo als DAB-ontvangst
niet door FM-verkeersberichten
moet worden onderbroken.
Page 77 of 129

Cd-speler77Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............77
Gebruik ........................................ 77Algemene aanwijzingen
Er zit een cd-speler voor het afspelen van audio-cd's en mp3-cd's in het
opbergvak naast het Info-Display.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw
toestel is dan noodzakelijk.
Gebruik
Cd afspelen starten
Duw een audio- of Mp3-CD met de beschreven kant naar boven zo ver in de cd-sleuf dat deze naar binnen
wordt getrokken.
Het afspelen van de cd start automa‐
tisch en het hoofdmenu CD
verschijnt.
Als er al een CD geplaatst is, maar het
hoofdmenu CD niet actief is:
Druk op b en selecteer SOURCES
gevolgd door CD.
De CD wordt afgespeeld.
Bediening Voor een gedetailleerde beschrijving
van de afspeelfuncties voor audio‐ tracks 3 79.
Een cd verwijderen
Druk op R. De CD wordt uit de cd-
sleuf geworpen.
Als de CD na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt deze na enkele
seconden weer naar binnen getrok‐
ken.
Page 82 of 129

82SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................82
Gebruik ........................................ 83Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning Met de geïntegreerde spraakherken‐ning van het Infotainmentsysteem
kunt u diverse functies van het Info‐
tainmentsysteem met uw stem bestu‐
ren. De spraakbesturing herkent
commando's en cijferreeksen, onge‐
acht de desbetreffende spreker. De
instructies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste
commando's geeft de spraakherken‐
ning visuele en / of akoestische feed‐
back en wordt u gevraagd het gewen‐ ste commando te herhalen. Boven‐
dien bevestigt de spraakherkenning
belangrijke instructies en stelt indien
nodig een vraag hierover.
Er zijn verschillende manieren om
commando's voor het uitvoeren van
de gewenste acties uit te spreken.Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in de auto onbedoeld de systeemfunc‐ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
OpmerkingenOndersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem
beschikbaar zijn, zijn ook
beschikbaar voor de spraakher‐ kenning.
● Wordt de momenteel geselec‐ teerde displaytaal niet onder‐
steund door de spraakherken‐
ning, dan is deze niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Om van displaytaal te wijzi‐ gen 3 70.
Page 83 of 129

Spraakherkenning83SpraakdoorschakelingVia de spraakdoorschakeling van het Infotainmentsysteem hebt u toegang
tot de spraakherkenningscomman‐
do's op uw smartphone.
Spraakdoorschakeling is beschik‐
baar bij telefoonprojectie via Apple
CarPlay en Android Auto 3 80.
Gebruik Geïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
geven en op het display verschijnen
hulpmenu's met de belangrijkste
commando's die beschikbaar zijn.De spraakherkenning is klaar voor
spraakcommando's, nadat er een pieptoon klinkt.
U kunt nu een spraakcommando geven om een systeemfunctie te star‐ ten (bijvoorbeeld een vooraf ingesteld radiostation afspelen).
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk de volumeknop op het stuurwiel
omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een
gesproken vraag onderbreken door
even op w op het stuurwiel te drukken.
U kunt ook "Dialoogmodus instellen
op ervaren".
Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een
commando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Druk op v op het stuurwiel om een
dialoog te annuleren en de spraak‐
herkenning te deactiveren.Als u een bepaalde periode lang geen
commando geeft of als u comman‐
do's geeft die het systeem niet
herkent, wordt de dialoog automa‐
tisch geannuleerd.
Bediening via spraakcommando's
Volg de gesproken instructies en de
teksten op het display.
Voor de beste resultaten: ● Luister naar de gesproken vraag en wacht op de pieptoon voordatu een commando uitspreekt of
antwoordt.
● Lees de voorbeeldcommando's op het display.
● U kunt de gesproken vraag onderbreken door nogmaals op
w te drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐
zaam.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie.
Page 84 of 129

84SpraakherkenningSpraakdoorschakelingSpraakherkenning activeren
Houd s op het stuurwiel ingedrukt
totdat een spraakherkenningssessie is gestart.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk de volumeknop op het stuur‐
wiel omhoog (hoger volume) À of
omlaag (lager volume) Á.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op het stuurwiel op v. De
spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
Page 87 of 129

Telefoon87Op het Bluetooth-apparaat:voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
Het Infotainmentsysteem en het apparaat zijn gekoppeld.
5. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestig
indien nodig de berichten op het
Bluetooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op a, selecteer TEL gevolgd
door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op % naast het gekoppelde appa‐
raat van uw keuze.Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw
instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een —.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.
Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met “.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op e in de rechterbovenhoek van
het scherm om e-pictogrammen
naast de gekoppelde apparaten te
tonen.
Tik op e naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig
het getoond bericht.Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐
letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
Page 88 of 129

88Telefoonwanneer bepaalde netwerkdien‐sten en/of telefoonfuncties actief zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. We adviseren u het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.Hoofdmenu telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 86.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu telefoon (en bijbehorende
submenu's) en via de telefoonspeci‐
fieke knoppen op het stuurwiel.