infotainment OPEL COMBO E 2019 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: COMBO E, Model: OPEL COMBO E 2019Pages: 93, PDF Size: 2.07 MB
Page 50 of 93

50Telefoondat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Page 52 of 93

52TelefoonEen contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer ð naast het contact gevolgd
door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 28, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid vande audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de beller.
Tik op v om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op / om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op l om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op ÿ Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Page 53 of 93

Telefoon53Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐ ken standaard in de wacht zetten.
Selecteer OPTIES gevolgd door
Beveiliging en Oproepen automatisch
in wachtstand zetten om deze functie
te activeren.
SMS-berichten U kunt verschillende snelle berichten
naar contacten via het Infotainment‐
systeem verzenden.
Selecteer OPTIES en daarna SMS-
berichten om een lijst met snelle
berichten gesorteerd op verschil‐
lende categorieën weer te geven.
Selecteer voor verzenden van een snel bericht het betreffende bericht en
kies het contact.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
gebruikershandleiding, hoofd‐ stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en
de mogelijkheden tot het gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 W.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan
wanneer het maximale zendvermo‐ gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Ook bij handsfree telefoneren kan de
aandacht op het verkeer verslappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐
o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
Page 56 of 93

56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 37
Afbeeldingen weergeven ..............30
Afbeeldingsbestanden ..................28
Afbeelding via USB activeren .......30
Algemene aanwijzingen 6, 27, 32, 47
Algemene informatie ..............28, 44
Bluetooth ................................... 28
DAB ........................................... 24
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 32
Smartphone-applicaties ............28
Telefoon .................................... 47
USB ........................................... 28
Audio afspelen .............................. 29
Audiobestanden ........................... 28
Audio via USB activeren ...............29
Automatisch volume .....................18
B
Balance......................................... 17
Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 50 CD ............................................. 27
Externe apparaten ....................28
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................33
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 50Bedieningselementen
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............18
taal wijzigen............................... 18
Begeleiding .................................. 41
Bel Beltoon ...................................... 50
Functies tijdens het gesprek .....50
Inkomend gesprek ....................50
Telefoongesprek starten ...........50
Beltoon ......................................... 50
Beltoonvolume .......................... 18
Bestandsformaten ........................28
Afbeeldingsbestanden ..............28
Audiobestanden ........................28
Bluetooth Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Bluetooth-verbinding .................48
Koppelen ................................... 48
Menu Bluetooth-muziek ............29
Telefoon .................................... 50
Bluetooth-muziek activeren ..........29
Bluetooth-verbinding ....................48
Page 57 of 93

57CCD-speler ..................................... 27
CD-speler activeren ......................27
Contacten ............................... 37, 50
D DAB FM-DAB-links ............................ 24
Datum instellen ..................................... 18
Digital Audio Broadcasting ...........24
Display-instellingen....................... 30
Displaytaal wijzigen ......................18
E Equalizer....................................... 17
F
Fabrieksinstellingen ......................18
Fader ............................................ 17
G
Gebruik ................. 10, 22, 27, 33, 45
Bluetooth ................................... 28
CD ............................................. 27
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................33
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 50
USB ........................................... 28Geluidsinstellingen.......................17
Gesproken begeleiding ................33
H
Het navigatiesysteem activeren ...33
I
Infotainmentsysteem inschakelen 10
Invoer van de bestemming ..........37
K Kaarten ......................................... 33
Koppelen ...................................... 48
L
Lijst met afslagen.......................... 41
M
Menubediening ............................. 14
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................53
Mute.............................................. 10
N
Navigatie Actuele locatie ........................... 33
Bestemmingsinvoer................... 37
Contacten .................................. 37
Kaart manipuleren .....................33
Kaartupdate .............................. 32
Kaartvenster .............................. 33
Lijst met afslagen ......................41Recente bestemmingen ............37
Rit met viapunten ......................37
Routebegeleiding ......................41
TMC-zenders ...................... 32, 41
Verkeersincidenten ...................41
Noodoproep .................................. 49
Nuttige plaatsen............................ 37
O
Oproepenhistorie ..........................50
Overzicht bedieningselementen .....8
P Persoonlijke instellingen ...............18
Profielinstellingen .........................18
R Radio Afstemmen op zender ...............22
DAB configureren ......................24
DAB-berichten ........................... 24
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ........................................ 24
Frequentiebereik selecteren .....22
Gebruik...................................... 22
Inschakelen ............................... 22
Radio Data System (RDS) ........24
RDS configureren...................... 24
Regio-instelling.......................... 24
Regionaal .................................. 24
Voorkeuren................................ 22
Page 60 of 93

60InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............60
Antidiefstalfunctie ......................... 61
Overzicht bedieningselementen ..62
Gebruik ........................................ 65Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem Radio biedt u eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Dankzij de FM-, AM- of DAB-radio‐
functies kunt u diverse radiozenders
beluisteren. Desgewenst kunt u
zenders koppelen aan voorkeuze‐
toetsen.
Met de cd-speler kunt u genieten van
audio- en mp3 / wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten: via
een kabel of via Bluetooth ®
.
Ook is het Infotainmentsysteem
uitgevoerd met een telefoonfunctie waarmee u uw mobiele telefoon
comfortabel en veilig in de auto kunt gebruiken.
Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen via het bedieningspaneel of de
knoppen op het stuurwiel.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Bepaalde beschrijvingen, zoals dievoor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het info‐
tainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u
het infotainment-systeem bedient.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Page 61 of 93

Inleiding61AntidiefstalfunctieHet Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 65 of 93

Inleiding657w
Spraakdoorschakeling
activeren ............................... 82Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, navigatiek‐ noppen en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 62
● bedieningsknoppen op het stuur 3 62
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Druk opnieuw op X om het systeem
uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk X terwijl het
contact uitstaat, schakelt het systeem
na een bepaalde tijd automatisch
weer uit.
Volume instellenDraai m. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Wanneer het Infotainmentsysteem
ingeschakeld is, wordt het laatst
geselecteerde volume ingesteld.
Snelheidsafhankelijk volume
Bij activering van snelheidsafhanke‐
lijk volume 3 68 wordt het volume
automatisch afgestemd afhankelijk
van weg- en windgeluiden onderweg.
Stiltefunctie
Druk op x op het stuurwiel om de
audiobronnen te onderdrukken.
Page 66 of 93

66InleidingDruk nogmaals op x om de stilte‐
functie te annuleren.
Weergavemodus wijzigen U beschikt over drie verschillende
weergavemodi:
● volledig scherm
● opgedeeld scherm met tijd- en datumgegevens links op het
scherm
● zwart scherm
Druk herhaaldelijk op Î om te wisse‐
len tussen volledig scherm en opge‐
deeld scherm.
Houd Î ingedrukt om het scherm uit
te schakelen maar de geluidsweer‐
gave te handhaven. Druk nogmaals
op Î om het display opnieuw te acti‐
veren.
Bedieningsstanden
Radio
Druk herhaaldelijk op BAND om te
wisselen tussen de verschillende
golfbereiken en het golfbereik van uw
keuze te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 72.
USB-poort
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende
audiobronnen en de USB-modus te
selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 77.
Bluetooth-muziek
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende audiobronnen en de Bluetooth-
muziekmodus te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 80.Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding
met een Bluetooth-apparaat zijn
gemaakt. Voor een gedetailleerde
beschrijving 3 84.
Druk op MENU om de startpagina
weer te geven. Selecteer Telefoon
door op f en g te drukken en druk
vervolgens ter bevestiging op OK.
Het telefoonmenu verschijnt.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐ foon via het Infotainmentsysteem
3 86.
Page 69 of 93

Basisbediening69
Druk nogmaals op G om de tweede
pagina met geluids- en volume-instel‐ lingen te openen. Of selecteer
Overige instellingen… .
Geluidsaanpassing
Selecteer een geluidsstijl of pas de
geluidskenmerken afzonderlijk aan
om het geluid van het Infotainment‐
systeem aan te passen.
Geluidsstijl
Selecteer Geluidseffect om een
geluidsstijl te activeren. Druk herhaal‐
delijk op f of g om te wisselen
tussen de verschillende geluidsstij‐ len.
Als de geluidsstijl is ingesteld op
Persoonlijk , kunt u handmatig Bass
en Hoge tonen instellen.
Lage en hoge tonen
Selecteer Bass om de lage frequen‐
ties te versterken of af te zwakken.
Selecteer Hoge tonen om de hoge
frequenties te versterken of af te
zwakken.
Druk herhaaldelijk op f of g om de
instellingen aan te passen.
Let op
Bij aanpassing van de instellingen
voor Bass of Hoge tonen wordt de
toonstijl ingesteld voor Persoonlijk.
Loudness
Het Infotainmentsysteem heeft een
loudness-functie die op lagere volu‐
mes voor een betere geluidskwaliteit
zorgt. De functie staat standaard
ingesteld op Ingesch..
Selecteer Loudness om de loudness-
instelling te wijzigen. Druk op f of
g om te wisselen tussen de instellin‐
gen Ingesch. en Uitgsch. .
Volumeverdeling De balans in het interieur is te opti‐
maliseren voor de bestuurder of voor
alle inzittenden.Selecteer Verdeling. Druk op f of
g om te wisselen tussen de instellin‐
gen Bestuurder en Alle passagiers .
Bij selectie van Bestuurder wordt de
balans automatisch geoptimaliseerd voor de bestuurder.
Bij selectie van Alle passagiers is de
balans tussen de linker- en rechter‐
zijde van het interieur handmatig in te
stellen.
Selecteer Balans. Druk herhaaldelijk
op f om het punt met het maximale
volume naar links te verschuiven of
op g om het punt met het maximale
volume naar rechts te verschuiven.
Automatische volumeaanpassing Het volume van het Infotainmentsys‐
teem is automatisch af te stemmen
afhankelijk van de rijsnelheid.
Selecteer Auto. volume . Druk op f of
g om te wisselen tussen de instellin‐
gen Ingesch. en Uitgsch. .