radio OPEL COMBO E 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: COMBO E, Model: OPEL COMBO E 2020Pages: 287, PDF Size: 28.92 MB
Page 25 of 287
Sleutels, portieren en ruiten23
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Haal de achterafdekking van de afstandsbediening.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de stand van de batterij.
4. Klik de achterafdekking op zijn plaats.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 25.Elektronisch sleutelsysteem
Page 26 of 287
24Sleutels, portieren en ruitenAfhankelijk van de versie kunt u met
het elektronische sleutelsysteem de
volgende functies zonder sleutel
bedienen:
● centrale vergrendeling 3 25
● achterklep ontgrendelen
● contact inschakelen en motor starten 3 150
● koplampen inschakelen
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 22.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Let op
Om accustroom te besparen worden
de sleutelloze functies na 21 dagen
niet te zijn gebruikt op stand-by
gezet. Druk om de functies weer te
activeren op een toets op de elek‐ tronische sleutel.Batterij elektronische sleutel
vervangen
Vervang de batterij onmiddellijk zodra het systeem niet meer goed werkt of
het bereik ervan afneemt.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Verwijder het deksel.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
4. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Page 40 of 287
38Sleutels, portieren en ruitenHet systeem is niet te deactiveren
door ontgrendeling van het bestuur‐
dersportier met de sleutel of met de
centralevergrendelingsknop in het
interieur.
Let op
Als de auto wordt ontgrendeld en
geen portier wordt geopend, wordt de auto na 30 seconden weer
vergrendeld. In dat geval wordt ook
het diefstalalarm weer ingescha‐
keld.
Alarm
Bij het activeren klinkt de alarmclaxon
en gaan de alarmknipperlichten tege‐ lijkertijd knipperen. Het aantal en de
duur van de alarmsignalen zijn voor‐
geschreven door de wetgever.
Het diefstalalarmsysteem kan
worden gedeactiveerd door c in te
drukken, door het gemarkeerde
gebied van een van de voorportier‐ grepen met elektronisch sleutelsys‐
teem aan te raken. De led in de toets
U dooft en de richtingaanwijzers
knipperen eventjes.Een geactiveerd alarm, dat niet is
onderbroken door de bestuurder,
wordt aangegeven door het snel knip‐
peren van de led in de toets U. Als
het contact wordt ingeschakeld, stopt
het knipperen meteen.
Als de accu van de auto moet worden ontkoppeld (bijv. voor onderhouds‐
werkzaamheden), moet de alarmsi‐
rene als volgt worden gedeactiveerd:
schakel het contact in en uit en
ontkoppel de accu van de auto binnen
15 s
Wacht na hernieuwde aansluiting van de accu (bijv. na onderhoudswerk)
10 minuten alvorens de motor
opnieuw te starten.
Auto vergrendelen zonder het
diefstalalarm te activeren
Vergrendel de auto door de geïnte‐ greerde sleutel van de bediening op
afstand of het elektronische sleutel‐
systeem in het cilinderslot van het
bestuurdersportier te steken en te
draaien.Bediening op afstand defect
Ontgrendel de auto door de geïnte‐
greerde sleutel van de bediening op
afstand of het elektronische sleutel‐
systeem in het cilinderslot van het
bestuurdersportier te steken en te
draaien.
Open het bestuurdersportier.
De claxon van het diefstalalarmsys‐
teem klinkt.
Schakel het contact in.
De claxon klinkt niet meer en de
status-led dooft.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
Page 276 of 287
274KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 274
Conformiteitsverklaring ............274
REACH .................................... 275
Gedeponeerde handelsmerken .......................275
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 276
Event Data Recorders (EDR) ..276
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 279Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven versturen en/of ontvangen
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
fabrikanten van de onderstaande
systemen verklaren conformiteit
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de EU-conformi‐
teitsverklaring voor elk systeem is
beschikbaar gesteld op het volgende
internetadres: www.opel.com/confor‐
mity.
Importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Infotainmentsysteem
Multimedia Navi Pro
Continental
LCIE Bureau Veritas-Site de Fonte‐ nay aux Roses, 33 avenue du général Leclerc, 92260 Fontenay aux Roses,
FranceBedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2400,0 - 2483,52,22400,0 - 2483,515
Infotainmentsysteem Radio
Clarion
244 rue du Pré à Varois, 54670 Custi‐
nes, France
Bedrijfsfrequentie: 2400 - 2480 MHz
Maximaal vermogen: 4 dBm
Infotainmentsysteem Multimedia
Robert Bosch Car Multimedia GmbH
Robert-Bosch-Straße 200, 31139
Hildesheim, Germany
Bedrijfsfre‐
quentie (MHz)Maximum
uitgangsver‐
mogen (dBm)2402,0 - 2480,0172412,0 - 2472,04,15
Antennemodule
Yokowo Manufacturing of America,
LLC
Page 280 of 287
278KlantinformatieU kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerd multimedia‐
systeem
● adresboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. een
smartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐ raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en
het geluid van de smartphone zijn in
het gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van
muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere aanbieders.
Page 281 of 287
Klantinformatie279Merkgebonden servicesIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐ fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde verbinding, bijv. gebruikmakend van
de specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het vergaren, verwerken en
gebruiken van persoonlijke gegevens ter voorbereiding op het aanbieden
van services vindt uitsluitend plaats
op basis van wettelijke toestemming,
bijv. in het geval van een wettelijk
voorgeschreven noodoproepsys‐
teem of een contractuele verplichting
of op basis van toestemming.
U kunt de services en functies (waar‐
voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, in
sommige gevallen, de complete auto‐verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit omvat niet
de wettelijk verplichte functies en
services zoals een noodoproepsys‐ teem.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid en gegevensbescherming en gebruik
van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde
gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling binnen het kader van de services die
de desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
deuren en starten. RFID-technologie
in Opel voertuigen gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
Page 285 of 287
283PPanne ......................................... 252
Panoramadak .............................. 46
Panoramazichtsysteem ..............200
Parkeerhulp ............................... 190
Parkeerlichten ............................ 130
Parkeerrem ................................. 165
Parkeerverwarming ....................142
Parkeren .............................. 19, 155
Park pilot met ultrasoonsensoren 190
Partikelfilter ................................. 156
Passagiersstoel voor Tafelstand ................................. 50
Pechhulp..................................... 124
Peilsensor motorolie ...................103
Persoonlijke instellingen ............120
Portieren ........................... 30, 31, 33
Portier open ............................... 112
Profieldiepte ............................... 241
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 279
REACH ....................................... 275
Regelbare instrumentenverlichting ...........131
Regensensor .............................. 111
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 276
Remassistentie .......................... 168Rem- en koppelingssysteem .....107
Remmen ............................ 164, 224
Remvloeistof ...................... 224, 262
Reservewiel ............................... 247
Richtingaanwijzers ............104, 129
Richtingaanwijzers voor ............. 230
Rolschermen ............................... 46
Rugleuning neerklappen .............50
Rugleuning passagiersstoel voor neerklappen ......................50
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......213
Rijregelsystemen ........................168
Rijverlichting ........................ 12, 110
S Schakelen ........................... 108, 161
Schakelhendel ............................ 161
Schakel motor uit ........................106
Scheidingsrooster bagageruimte ..85
Schuifdeur ................................... 30
Selectieve katalysatorreductie ....157
Selective Ride Control ................171
Service ............................... 146, 259
Service-display .......................... 103
Service-indicatie ........................106
Service-informatie ...................... 259
Sjorogen ...................................... 82
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21Sneeuwkettingen .......................242
Snelheidsbegrenzer ...........112, 175
Snelheidsmeter .......................... 101
SOS ............................................ 124
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................223
Startbeveiliging ............................ 38
Starten en bedienen ...................148
Starthulp gebruiken ...................251
Stoelen aanbrengen .....................55
Stoelen verwijderen ......................55
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling ........................7, 49
Stoelverwarming ........................... 53
Stop/Start-systeem .....................152
Storing ....................................... 163
Storingsindicatielamp ................106
Sturen ......................................... 148
Stuurbedieningsknoppen .............93
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 93
Symbolen ....................................... 4 Systeemcontrole .........................107
Systeem voor gecontroleerde afdaling .......................... 108, 169
T
Tanken ....................................... 212
Te laag brandstofpeil .................110
Toerenteller ............................... 102