OPEL CROSSLAND X 2019.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.75, Model line: CROSSLAND X, Model: OPEL CROSSLAND X 2019.75Pages: 255, PDF Size: 7.79 MB
Page 21 of 255

Kort en bondig19Voorzichtig
Na een rit waarbij met hoge motor‐toerentallen of met hoge motorbe‐
lasting werd gereden, de motor
vóór het afzetten gedurende een
korte tijd met lage belasting laten
draaien of gedurende ca.
30 seconden stationair laten
draaien om de turbolader te
beschermen.
Sleutels, sloten 3 20.
Auto een langere tijd stilzetten
3 179.
Page 22 of 255

20Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 20
Sleutels ...................................... 20
Handzender ............................... 21
Elektronisch sleutelsysteem ......22
Centrale vergrendeling ..............23
Automatisch vergrendelen .........28
Kindersloten .............................. 29
Portieren ...................................... 29
Bagageruimte ............................ 29
Antidiefstalbeveiliging ..................30
Vergrendelingssysteem .............30
Diefstalalarmsysteem ................31
Startbeveiliging .......................... 33
Buitenspiegels ............................. 33
Bolle vorm ................................. 33
Elektrische verstelling ................33
Inklapbare spiegels ...................34
Buitenspiegelverwarming ..........34
Binnenspiegel .............................. 35
Handmatige dimfunctie ..............35
Automatische dimfunctie ...........35
Ruiten .......................................... 35
Voorruit ...................................... 35Handbediende ruiten.................36
Elektrisch bediende ruiten .........36
Achterruitverwarming ................37
Voorruitverwarming ...................38
Zonnekleppen ............................ 38
Dak .............................................. 38
Panoramadak ............................ 38Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 216.
Centrale vergrendeling 3 23.
Motor starten 3 127.
Handzender 3 21.
Elektronische sleutel 3 22.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 207.
Page 23 of 255

Sleutels, portieren en ruiten21Sleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen knop indrukken.
Om in te klappen eerst knop indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de hand‐
zender:
● centrale vergrendeling 3 23
● vergrendelingssysteem 3 30
● diefstalalarmsysteem 3 31
● achterklep ontgrendelen 3 23
● elektrisch bediende ruiten 3 36
● in-/uitklappen van de buitenspie‐ gels
De handzender heeft een bereik van
maximaal 100 meter, maar dat kan veel meer zijn door invloeden van
buitenaf. Brandende alarmknipper‐
lichten dienen als bevestiging.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de
batterij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Page 24 of 255

22Sleutels, portieren en ruiten
1. Steek een smalle schroeven‐draaier tussen de achterste
deksel en de handzender.
2. Verwijder het achterste deksel.
3. Verwijder de lege batterij.
4. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
5. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 23.Elektronisch sleutelsysteem
Voor een passieve bediening van de
volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 23
● contact inschakelen en motor starten 3 127
U hoeft alleen de elektronische sleu‐
tel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 21.
Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Page 25 of 255

Sleutels, portieren en ruiten23Batterij elektronische sleutel
vervangen
Vervang de batterij zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 96.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Steek een smalle schroeven‐ draaier in de uitsparing om het
deksel los te klikken.
2. Verwijder het deksel.
3. Verwijder de lege batterij.
4. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de polariteit van de batterij.
5. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De batterijspanning is te laag. ● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde‐
lijke, snel opeenvolgende active‐ ring van de handzender, waar‐
door de stroomvoorziening voor
korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Wijzig om de storing te verhelpen de
positie van de elektronische sleutel.
Handmatig ontgrendelen 3 23.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankvulklep.
Trek stevig aan een binnenportier‐
greep om het desbetreffende portier
te ontgrendelen en te openen.
Page 26 of 255

24Sleutels, portieren en ruitenLet op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Automatisch vergrendelen 3 28
Vaste sleutel
Ontgrendelen
Sleutel in het cilinderslot van het
bestuurdersportier draaien.
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld in het menu Persoonlijke instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de bagageruimte en de tankvulklep worden door
één keer draaien van de sleutel
ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep worden door éénkeer draaien van de sleutel
ontgrendeld. U ontgrendeld de
gehele auto door twee keer
draaien van de sleutel.
Persoonlijke instellingen 3 97.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.Sleutel in het cilinderslot van het
bestuurdersportier draaien.
Bij een niet goed gesloten auto werkt de centrale vergrendeling niet.
Werking van handzender
Ontgrendelen
O indrukken.
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld in het menu Persoonlijke instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
Page 27 of 255

Sleutels, portieren en ruiten25● Alle portieren, de bagageruimteen de tankvulklep worden met
één druk op O ontgrendeld.
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep worden met één
druk op O ontgrendeld. Om de
gehele auto te ontgrendelen O
tweemaal indrukken.
Persoonlijke instellingen 3 97.
Achterklep ontgrendelen
Druk langer op P om alleen de
achterklep te ontgrendelen.
Persoonlijke instellingen 3 97.
Ontgrendelen en openen van de achterklep 3 29.
Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.
N indrukken.
Bij een niet goed gesloten auto werkt de centrale vergrendeling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer 1 m van het desbetreffende portier buiten
de auto bevinden.
Page 28 of 255

26Sleutels, portieren en ruitenOntgrendelen
Steek hand achter een van de voor‐
portiergrepen om de auto te ontgren‐ delen of druk op de achterklepknop.
De ontgrendelmodus kan in Persoon‐ lijke instellingen worden ingesteld. U
kunt uit drie instellingen kiezen:
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep worden ontgren‐
deld wanneer u de hand achter
de bestuurdersportiergreep
steekt.
● U ontgrendelt de gehele auto door de hand achter een van de
voorportiergrepen te steken of
door op de achterklepknop te
drukken.
● U ontgrendelt alleen de achter‐ klep door op de achterklepknop
te drukken.
Persoonlijke instellingen 3 97
Vergrendelen
Druk op het gemarkeerde gebied van
de voorportiergrepen.
De gehele auto wordt vergrendeld.
Als de auto niet goed gesloten is, de
elektronische sleutel in de auto blijft
of het contact niet uit is, is vergrende‐ ling niet toegestaan en klinkt er een
geluidssignaal.
Ontgrendelen en openen van de
achterklep
De achterklep kan worden ontgren‐
deld en geopend door de achterklep‐ knop in te drukken wanneer de elek‐
tronische sleutel in de buurt is. Afhan‐ kelijk van de configuratie in Persoon‐
lijke instellingen blijven de portieren
vergrendeld.
Bagageruimte 3 29
Persoonlijke instellingen 3 97
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten.
Centrale vergrendelingstoets
Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de gehele auto vanuit het interieur via een schakelaar.
Page 29 of 255

Sleutels, portieren en ruiten27
Druk op Q om te vergrendelen. Het
ledje in de toets brandt.
Druk nogmaals op Q om te ontgren‐
delen. Het ledje in de toets dooft.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de handzen‐
der / elektronische sleutel leeg is,
kunt u de auto met de mechanische
sleutel vergrendelen en ontgrende‐ len.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: houd de pal
ingedrukt om de geïntegreerde sleu‐
tel te voorschijn te halen.
U ontgrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien. Bij
een werkende centrale vergrendeling
wordt de auto ontgrendeld.
Als u het contact inschakelt, wordt het vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
De andere portieren kunnen worden geopend door aan de binnenhand‐
greep te trekken. De bagageruimte
en de tankvulklep worden mogelijk
niet ontgrendeld.
Handmatig vergrendelen
U vergrendelt het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in de slot‐
cilinder te steken en te draaien. Bij
een werkende centrale vergrendeling
wordt de auto vergrendeld.
Page 30 of 255

28Sleutels, portieren en ruiten
Verwijder om de overige portieren te
vergrendelen eerst de zwarte afdek‐
king door een sleutel te plaatsen en
deze rechtsom te draaien.
Plaats de sleutel in de uitsparing en
haal de pal opzij.
Verwijder de sleutel en breng de
zwarte afdekking aan.
De tankvulklep en de achterklep
worden mogelijk niet vergrendeld.
Automatisch vergrendelen
Automatisch vergrendelen na
wegrijden
Dit systeem biedt de mogelijkheid
voor automatisch vergrendelen zodra
de snelheid van de auto is opgelopen tot boven 10 km/u.
Als de auto niet goed wordt gesloten, werkt de automatische vergrendeling
niet. Dit wordt kenbaar gemaakt door
het geluid van opnieuw ontgrende‐
lende sloten, het oplichten van h op
het instrumentenpaneel, de weer‐
gave van een akoestisch signaal en
het verschijnen van een waarschu‐
wingsbericht.Inschakelen of uitschakelen
Druk, bij ingeschakeld contact, op Q
totdat een akoestisch signaal klinkt
en het bijbehorende bericht
verschijnt.
De stand van het systeem wordt bij
uitschakeling van het contact in het
geheugen opgeslagen.
Automatische hervergrendeling
na ontgrendeling
Met deze functie wordt de auto korte
tijd na het ontgrendelen met de hand‐
zender of de elektronische sleutel
hervergrendeld, mits de auto niet
geopend is.