USB OPEL CROSSLAND X 2019.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.75, Model line: CROSSLAND X, Model: OPEL CROSSLAND X 2019.75Pages: 255, PDF Size: 7.79 MB
Page 13 of 255

Kort en bondig111Elektrisch bediende ruiten ....36
2 Buitenspiegels ......................33
3 Cruisecontrol ...................... 143
Snelheidsbegrenzer ............145
Verwarmd stuurwiel .............72
4 Richtingaanwijzers ..............106
Lichtsignaal ......................... 104
Groot licht ............................ 103
Grootlicht-assistent ............104
Omgevingsverlichting ......... 110
Parkeerlichten .....................107
Knoppen voor Driver
Information Center ................90
5 Zijdelingse luchtroosters .....120
6 Instrumenten ........................ 79
Bestuurdersinformatie‐
centrum ................................. 90
7 Bedieningselementen van
infotainment ......................... 72
8 Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 73
9 Head-updisplay .....................9410Middelste luchtroosters ......120
11 Alarmknipperlichten ...........106
12 Info-Display .......................... 92
13 Middelste luchtrooster .........121
14 Lichtsensor .......................... 103
Regensensor ......................... 73
Zonnesensor ....................... 115
15 Centrale vergrendeling .........23
16 Handschoenenkastje ...........63
Zekeringenkast ..................196
17 Bedieningselementen
voor display ........................... 92
18 Verwarming en ventilatie ....111
19 USB-poort ............................ 76
20 Elektronische stabiliteits‐
regeling en Traction Control 141
Lane Departure Warning ...167
Stop/Start-systeem .............128
Parkeerhulp ........................ 153
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 157
Elektrische kindersloten .......29
21 Elektrische aansluiting ..........7622Schakelhendel ....................136
23 Parkeerrem ......................... 140
24 Aan/Uit-knop ....................... 125
25 Contactslot .......................... 125
26 Stuurwielverstelling ..............72
27 Claxon .................................. 73
28 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 180
29 Opbergruimte ........................ 63
Zekeringenkast ..................196
30 Head-updisplay .....................94
31 Lichtschakelaar ..................102
Koplampverstelling ............105
Mistlampen ......................... 107
Mistachterlicht ....................107
Instrumentenverlichting ......108
Page 78 of 255

76Instrumenten en bedieningsorganen9Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het
wegdek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd verschijnen op het
Info-Display 3 92.
Datum en tijd instellen, zie handlei‐
ding Infotainment.
Elektrische aansluitingen
Er zit een 12V-aansluiting in de
middenconsole.
Er zit nog een elektrische aansluiting
in de console tussen de voorstoelen.
Het maximaal opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan 120 W.
Wanneer het contact is uitgescha‐
keld, is de aansluiting gedeactiveerd.
De aansluiting wordt ook gedeacti‐
veerd wanneer de accuspanning laag
is.
Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de DIN-norm VDE 40 839.
Sluit geen accessoires aan die
stroom leveren, zoals laders of
accu's.
Beschadig aansluitingen niet door het gebruik van ongeschikte stekkers.
Stop/Start-systeem 3 128.
USB-laadpoort
Er is/zijn één of twee USB-poort(en)
voorbereid voor het opladen van
apparaten.
Wanneer er twee USB-poorten
beschikbaar zijn, kunt u de bovenste
USB-poort gebruiken voor aansluiting van een telefoon voor telefoonprojec‐
tie.
Page 79 of 255

Instrumenten en bedieningsorganen77Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
Raadpleeg voor USB-poorten en tele‐
foonprojectie de handleiding Infotain‐ ment.
Inductief opladen9 Waarschuwing
Inductief opladen kan de werking
van geïmplanteerde pacemakers
of andere medische apparaten
nadelig kunnen beïnvloeden.
Raadpleeg vóór gebruik van een
inductieve oplader zo nodig een
arts.
9 Waarschuwing
Neem vóór het opladen van een
mobiel apparaat alle metalen
voorwerpen van de oplader,
omdat deze voorwerpen zeer heet
kunnen worden.
Een mobiel toestel opladen:
1. Haal alle voorwerpen van de opla‐
der.
2. Leg het mobiele apparaat met het
display omhoog op de oplader.
3. Led brandt groen wanneer mobiel
apparaat wordt opgeladen.
Om in de oplader te kunnen passen
mag het mobiele toestel niet meer
dan 7 cm bij 15 cm meten.
Met PMA of Qi compatibele mobiele
toestellen kunnen inductief worden
opgeladen.
Voor het inductief opladen van
bepaalde mobiele apparaten is
mogelijk een slede met een geïnte‐
greerde spoel of een aansluiting
vereist.
Een beschermcover voor het mobiele
apparaat kan het inductief opladen bemoeilijken.
Led brandt geel wanneer ● metalen voorwerpen gedetec‐ teerd in het oplaadgebied
● mobiel apparaat niet goed is geplaatst.
Als het mobiele apparaat niet goed
oplaadt:
1. Haal het mobiele apparaat van de
oplader.
2. Draai het mobiele apparaat 180°.
3. Wacht nadat de led is gedoofd 3 seconden en plaats de mobiele
telefoon weer op de oplader.
Page 144 of 255

142Rijden en bediening
ESC en Traction Control-systeem
werken na elke motorstart zodra
controlelampje b dooft.
Wanneer ESC en Traction Control-
systeem werken, knippert b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelampje b 3 86.
Uitschakelen
ESC en Traction Control-systeem zijn
op ieder gewenst moment te deacti‐
veren: druk op a.
Controlelampje a brandt 3 86.
Er verschijnt een statusbericht op het Driver Information Center.
ESC en Traction Control-systeem
worden opnieuw geactiveerd door
nogmaals op de knop a te drukken,
door de rem in te trappen of door snel‐
ler te rijden dan 50 km/u.
a dooft wanneer ESC en Traction
Control-systeem opnieuw worden
geactiveerd.
ESC en Traction Control-systeem
worden ook opnieuw geactiveerd
wanneer u het contact de volgende
keer opnieuw inschakelt.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het
controlelampje b ononderbroken op
en verschijnt er een bericht op het Driver Information Center. Het
systeem is buiten werking.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Page 199 of 255

Verzorging van de auto197Bij auto's met het stuurwiel links zit de
zekeringhouder achter een afdekking
in het instrumentenpaneel. Klik de
afdekking aan de zijkant los en verwij‐ der deze.Nr.Stroomkring1Binnenspiegel, uitlaatsysteem,
elektrische stuurbekrachtiging,
koppelingssensor, LPG, verstel‐
ling buitenspiegels, inductief
opladen2–3Trekhaak4ClaxonNr.Stroomkring5Ruitensproeierpomp voor /
achter6Ruitensproeierpomp voor /
achter7Verwarmd stuurwiel8Achterruitenwisser9–10Centrale vergrendeling11Centrale vergrendeling12Instrumentengroep13Klimaatregelsysteem, USB14OnStar15Instrumentengroep, klimaatre‐
gelsysteem16Rem, startmotor, vertraagde
uitschakeling stroom17Instrumentengroep18Geavanceerde parkeerhulp19Stuurkolommodule, regelmo‐
dule aanhanger20–Nr.Stroomkring21Diefstalalarmsysteem, startknop22Regensensor, frontcamera23Portiermodule24Geavanceerde parkeerhulp,
camera, Infotainment25Airbag26Stuurkolommodule27Diefstalalarmsysteem28–29Infotainment30–31Infotainment32Elektrische aansluiting voorin33–34Buitenspiegelverwarming,
portiermodule
Page 248 of 255

246KlantinformatieU kunt uw eigen gegevens invoeren
in de infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende
uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde multimedia‐
systeem
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en info‐ tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. eensmartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij
het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐ raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en het geluid van de smartphone zijn inhet gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af
van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services Als uw auto een verbinding heeft meteen radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto
en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere
aanbieders.
Page 253 of 255

251Peilsensor motorolie.....................81
Persoonlijke instellingen ..............97
Portieren ....................................... 29
Portier open ................................. 89
Prestaties ................................... 232
Profieldiepte ............................... 202
Q
Quickheat ................................... 119
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 247
REACH ....................................... 239
Regelbare instrumentenverlichting ...........108
Regensensor ................................ 89
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 244
Remassistentie .......................... 141
Rem- en koppelingssysteem .......85
Remlicht...................................... 190
Remmen ............................ 140, 183
Remvloeistof ...................... 183, 225
Reservewiel ............................... 209
Richtingaanwijzers ............... 83, 106
Ruiten ........................................... 35
Rijgedrag en aanhangertips ......173
Rijverlichting .......................... 12, 88S
Schakelen ............................. 86, 136
Schakelhendel ............................ 136
Schakel motor uit ..........................85
Selectieve katalysatorreductie ....133
Service ............................... 121, 222
Service-display ............................ 82
Service-indicatie ..........................85
Service-informatie ...................... 222
Sjorogen ...................................... 68
Slepen ................................ 173, 214
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................204
Snelheidsbegrenzer .............89, 145
Snelheidsmeter ............................ 79
Software-update .........................243
SOS ............................................ 101
Spanningsverliesdetectie .............87
Spiegelverstelling ..........................9
Sproeiervloeistof ........................183
Startbeveiliging ............................ 33
Starten en bedienen ...................124
Starthulp gebruiken ...................213
Stoelpositie .................................. 41
Stoelverstelling ........................7, 42
Stoelverwarming ........................... 44
Stop/Start-systeem .....................128
Storing ....................................... 138
Storingsindicatielamp ..................84Stroomonderbreking ..................138
Sturen ......................................... 124
Stuurbedieningsknoppen .............72
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 72
Symbolen ....................................... 4
Systeemcontrole ........................... 85
T
Tanken ....................................... 171
Te laag brandstofpeil ...................88
Toerenteller ................................. 80
Trekhaak............................. 173, 174
Trekstang.................................... 173
Typeplaatje ................................ 227
U Uitlaatfilter............................. 87, 132
Uitlaatgassen ............................. 132
Uitrol-brandstofafsluiter .............128
Uitstapverlichting .......................110
USB-poort ..................................... 76
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 203
Vaste luchtroosters ....................121
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................46
Velgen en banden .....................199