OPEL INSIGNIA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014.5Pages: 329, PDF Size: 9.05 MB
Page 91 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen89Verwarmd stuurwiel
Druk op toets * om verwarming te
activeren. De activering wordt aange‐
duid door de LED in de toets.
De gedeelten van het stuurwiel die
specifiek aanbevolen zijn voor plaat‐
sing van de handen zijn sneller warm en worden warmer dan de overige ge‐
deelten.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en tijdens een Autostop.
Stop-startsysteem 3 162.
Claxon
j indrukken.
Page 92 of 329

90Instrumenten en bedieningsorganenWis-/wasinstallatie voorruit
Voorruitwissers2=snel1=langzaamP=intervalwissen§=uit
Hendel omlaag duwen om wissers
één slag te laten maken wanneer de
voorruitwisser uitgeschakeld is.
Niet inschakelen wanneer de voorruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Instelbaar wisinterval
Wisserhendel in stand P.
Draai aan het stelwiel om het gewen‐
ste wisinterval in te stellen:
kort
interval=draai het stelwiel om‐
hooglang
interval=draai het stelwiel om‐
laagAutomatische wisfunctie met
regensensorP=automatische wisfunctie met
regensensor
De regensensor registreert de hoe‐
veelheid neerslag op de voorruit en
stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwisser aan.
Page 93 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen91
Instelbare gevoeligheid van de
regensensor
Draai aan het stelwiel om de gevoe‐
ligheid in te stellen:
lage
gevoelig‐
heid=draai het stelwiel om‐
laaghoge
gevoelig‐
heid=draai het stelwiel om‐
hoog
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Regensensorfunctie kan worden ge‐
activeerd of gedeactiveerd in de Per‐
soonlijke instellingen.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Colour-
Info-Display.
Colour-Info-Display 3 121.
Persoonlijke instellingen 3 126.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Er wordt
sproeiervloeistof op de voorruit ge‐
spoten en de ruitenwisser maakt een
paar slagen.
Als de koplampen branden, wordt er
ook sproeiervloeistof op de koplam‐
pen gesproeid als u lang genoeg aan
de hendel trekt. Daarna kan het was‐ systeem van de koplampen niet wor‐
den gebruikt gedurende 5 wascycli of
tot de motor of de koplampen uit- en
opnieuw werden aangezet.
Page 94 of 329

92Instrumenten en bedieningsorganenWis-/wasinstallatie
achterruit
Duw de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
bovenste stand=continue werkingonderste stand=onderbroken
werkingmiddenstand=uit
Hendel van u af duwen. Er wordt
sproeiervloeistof op de achterruit ge‐ spoten en de ruitenwisser maakt een
paar slagen.
Niet inschakelen wanneer de achter‐
ruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
U kunt deze functie in- of uitschakelen in het menu Instellingen op het
Info-display.
Persoonlijke instellingen 3 126.
De achteruitsproeier wordt gedeacti‐
veerd wanneer het vloeistofpeil te
laag is.
Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt on‐
middellijk aangeduid, een stijgende
temperatuur met enige vertraging.
Page 95 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen93
Als de buitentemperatuur tot 3 °C
daalt, verschijnt er een waarschu‐ wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.
9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het weg‐
dek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd worden weergegeven
op het Colour-Info-Display . Bediening
van Colour-Info-Display 3 121.
4,2" display
Bedien het display met de toetsen on‐
der het display.
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Instellingen door aan toets
MENU te draaien en deze in te druk‐
ken.
Selecteer de menupagina Tijd.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd instellen om naar het betreffende submenu te
gaan.
Selecteer de schermtoets Automa‐
tisch instellen onderaan het scherm.
Activeer Aan - RDS-modus of Uit -
Handmatige modus.
Als Uit - Handmatige modus is gese‐
lecteerd, pas dan de uren en minuten
aan door aan toets MENU te draaien
en deze in te drukken.
Druk op de schermtoets 12-24 Hr on‐
deraan het scherm totdat u de ge‐
wenste tijdsindeling vindt.Als de 12-uurs modus wordt geselec‐
teerd, verschijnt er een derde kolom
voor AM of PM. Selecteer de gewen‐
ste optie.
In Aan - RDS-modus stelt het RDS-
signaal van de meeste VHF-zenders
automatisch de tijd in. De RDS-tijds‐
ynchronisatie kan enkele minuten in
beslag nemen. Sommige zenders
zenden geen correct tijdsignaal uit.
Het is dan raadzaam de automati‐
sche tijdsynchronisatie uit te schake‐
len.
Datum instellen
De datum wordt automatisch inge‐ steld.
Ga terug naar de startpagina door
op ; te drukken.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
mentsysteem voor nadere informatie
8" display
Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens het pictogram Instellingen.
Invoer is rechtsreeks met de vinger
op de pictogrammen van het aan‐
raakscherm mogelijk.
Page 96 of 329

94Instrumenten en bedieningsorganen
Selecteer de menupagina Tijd en da‐tum.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd instellen
om naar het betreffende submenu te
gaan.
Selecteer de schermtoets Automa‐
tisch instellen onderaan het scherm.
Activeer Aan - RDS-modus of Uit -
Handmatige modus.
Als Uit - Handmatige modus is gese‐
lecteerd, pas dan de uren en minuten aan met de schermtoetsen hg.
Tik op de schermtoets 12-24 Hr
rechts op het scherm om een tijdmo‐
dus te selecteren.
Als de 12-uurs modus wordt geselec‐
teerd, verschijnt er een derde kolom
voor AM of PM. Selecteer de gewen‐
ste optie.
In Aan - RDS-modus stelt het RDS-
signaal van de meeste VHF-zenders
automatisch de tijd in. De RDS-tijds‐
ynchronisatie kan enkele minuten in
beslag nemen. Sommige zenders
zenden geen correct tijdsignaal uit.
Het is dan raadzaam de automati‐
sche tijdsynchronisatie uit te schake‐
len.
Datum instellen
Selecteer de menuoptie Datum instel‐
len om naar het betreffende submenu te gaan.
Selecteer de schermtoets Automa‐
tisch instellen onderaan het scherm.
Activeer Aan - RDS-modus of Uit -
Handmatige modus.
Als Uit - Handmatige modus is gese‐
lecteerd, pas dan de datum aan met
de schermtoetsen h of g.In Aan - RDS-modus wordt de datum
automatisch ingesteld.
Ga terug naar de startpagina door
op ; te drukken.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
mentsysteem voor nadere informatie.
Elektrische aansluitingen
Achter een klep onder de klimaatre‐
geling bevindt zich een 12 V-aanslui‐
ting. Druk op de klep om het te ope‐
nen.
Page 97 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen95
Meer 12 V-aansluitingen zitten in de
middenconsole voor en achter.
Het maximaal opgenomen vermogen mag niet meer bedragen dan
120 watt.
Er zit een 230 V stekkerdoos in de
achterste middenconsole. Wanneer de ontsteking is ingeschakeld en een
verbruiker is aangesloten, brandt een groene LED in de stekkerdoos.
Het maximaal opgenomen vermogen
mag niet meer bedragen dan
150 watt.
9 Gevaar
De stekkerdozen staan onder een
hoge spanning!
Wanneer de ontsteking is uitgescha‐
keld, zijn de stekkerdozen gedeacti‐
veerd. De stekkerdozen worden ook
gedeactiveerd wanneer de accu‐ spanning te laag is.
Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
DIN-norm VDE 40 839.
Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals laadtoestellen of accu's.
Stekkerdozen niet beschadigen door
het gebruik van ongeschikte stekkers.
Stop-startsysteem 3 162.
Page 98 of 329

96Instrumenten en bedieningsorganenAsbakkenVoorzichtig
Alleen voor as en niet voor brand‐baar afval.
Een verplaatsbare asbak kan in de
bekerhouders worden geplaatst.
Page 99 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen97Waarschuwingslam‐
pen, meters en
controlelampen
Instrumentengroep Afhankelijk van de versie zijn er drie
instrumentengroepen verkrijgbaar:
■ Baselevel
■ Midlevel
■ Uplevel
Instrumentengroep Uplevel kan wor‐
den weergegeven als Sportmodus of
Tourmodus.
Page 100 of 329

98Instrumenten en bedieningsorganen
Instrumentengroep Baselevel