warning OPEL INSIGNIA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 329, PDF Size: 9.06 MB
Page 13 of 329
Kort en bondig11
1Elektrische ruitbediening .......40
2 Centrale vergrendeling .........23
3 Buitenspiegels ......................37
4 Lichtschakelaar ..................130
Koplampverstelling ............133
Mistlampen/
mistachterlichten ................137
Instrumentenverlichting ......138
5 Zijdelingse luchtroosters .....154
6 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 136
Omgevingsverlichting ......... 140
Parkeerlichten .....................137
Knoppen voor Driver
Information Center ..............113
7 Cruise control .....................180
Snelheidsbegrenzer ............181
Adaptieve cruise control .....183
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 1918Instrumenten ...................... 101
Driver Information Center .... 113
9 Knoppen voor Driver
Information Center ..............113
10 Wis-/wasinstallatie
voorruit,
koplampsproeiers, wis-/
wasinstallatie achter ............. 89
11 Middelste luchtroosters ......154
12 Sport/Tour-modus ..............177
Traction Control-systeem ...175
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............175
Alarmknipperlichten ...........136
Parkeerhulp/
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 197
Lane Departure Warning ...212
13 Status-LED alarmsysteem ...34
14 Colour-Info-Display ............121
15 Handschoenenkastje ...........7116Controlelamp airbag
activeren/deactiveren .........107
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................105
17 Bedieningsorganen voor
Colour-Info-Display .............121
18 Cd-sleuf
19 Verwarming en ventilatie ....142
20 Elektrische handrem ...........173
21 Touchpad ............................ 121
22 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................171
Automatische
versnellingsbak ..................166
23 Opbergruimte ........................ 71
24 Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 162
Knop brandstofkeuze‐
schakelaar ........................... 103
25 Contact-/Aan/Uit-
schakelaar ........................... 158
26 Claxon .................................. 88
27 Stuurwiel instellen ................87
Page 111 of 329
Instrumenten en bedieningsorganen109
het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder
ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 172.
Opschakelen [ erschijnt als een symbool op het
Driver Information Center wanneer opschakelen onwille van een zuinig
verbruik wordt aanbevolen.
Bij sommige versies verschijnt de in‐
geschakelde versnelling als volledige
pagina op het Driver Information Cen‐
ter 3 113.
Schakelen
R of S met het nummer van de naas‐
thogere of -lagere versnelling ver‐
schijnt, wanneer op- of terugschake‐
len wordt aanbevolen.
Variabele
stuurbekrachtiging c brandt geel.Storing in het variabele stuurbekrach‐
tigingssysteem. Hierdoor kan de auto zwaarder of lichter gaan sturen. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Afstand tot voorligger E geeft de ingestelde afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise control of de waarschuwingstijdge‐
voeligheid van de frontaanrijdings‐
waarschuwing door middel van ge‐
vulde afstandsbalken aan.
Adaptieve cruise control 3 183.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 191.
Lane Departure Warning
) brandt groen of knippert geel.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en is gebruiksklaar.
Knippert geel
Het systeem herkent een onbedoelde
verandering van rijstrook.Ultrasoonparkeerhulp
r brandt geel.
Storing in het systeem
of
Storing door vervuilde of met sneeuw of ijs bedekte sensoren
of
Storingen door externe bronnen van
ultrasoon geluid. Als de storingsbron
wordt verwijderd, dan werkt het sys‐
teem weer normaal.
Oorzaak van de systeemstoring on‐
middellijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Ultrasoonparkeerhulp 3 197.
Elektronische
stabiliteitsregeling uit n brandt geel.
Het systeem is gedeactiveerd.
Page 126 of 329
124Instrumenten en bedieningsorganen
■ Rijsystemen
■ Rijregelsystemen
■ Bestuurdersondersteuningssyste‐ men
■ Cruise control
■ Snelheidsbegrenzer
■ Adaptieve cruise control
■ Frontaanrijdingswaarschuwing ■ Preventief remsysteem
■ Parkeerhulpsystemen
■ Verlichting, gloeilampen vervangen
■ Adaptief rijlicht (AFL)
■ Wis-/wasinstallatie
■ Portieren, ruiten
■ Blindehoeksysteem
■ Verkeersbordherkenning
■ Lane Departure Warning
■ Bagageruimte, kofferdeksel
■ Handzender
■ Elektronisch sleutelsysteem
■ Starten zonder sleutel
■ Veiligheidsgordels
■ Airbagsystemen■ Motor en versnellingsbak
■ Bandenspanning
■ Dieselpartikelfilter
■ Accustatus
Berichten op het
Colour-Info-Display Sommige belangrijke berichten kun‐
nen tevens verschijnen op het
Colour-Info-Display. Druk op de mul‐
tifunctionele knop om een bericht te
bevestigen. Sommige berichten ver‐
schijnen slechts gedurende enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Bij het starten van de motor oftijdens het rijden
Er klinkt maar één geluidssignaal te‐
gelijk.
Het waarschuwingssignaal voor vei‐
ligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle an‐
dere geluidssignalen.■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
■ Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
■ Wanneer de adaptieve cruise con‐ trol automatisch uitschakelt.
■ Wanneer de afstand tot de voorlig‐ ger te klein is.
■ Wanneer een geprogrammeerde snelheid of snelheidslimiet wordt
overschreden.
■ Wanneer er een waarschuwings‐ bericht verschijnt op het Driver In‐
formation Centre.
■ Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐ stakel herkent.
■ Bij een onbedoelde rijstrookwissel.
■ Als het roetfilter het maximale vul‐ niveau bereikt.
Page 214 of 329
212Rijden en bediening
■ de verkeersborden incorrect ge‐monteerd of beschadigd zijn
■ verkeersborden voldoen niet aan de Conventie van Venetië over ver‐keersborden (Wiener Übereinkom‐men über Straßenverkehrszei‐chen)Voorzichtig
Het systeem is bedoeld om de be‐ stuurder binnen een vast snel‐
heidsbereik te helpen bij de waar‐
neming van bepaalde verkeers‐
borden. Negeer geen verkeers‐
borden die het systeem niet weer‐
geeft.
Het systeem herkent geen andere
verkeersborden dan de conventi‐
onele versies die een maximum‐
snelheid aangeven of beëindigen.
Laat u door dit speciale systeem
niet verleiden tot een roekeloze rij‐ stijl.
Pas uw snelheid altijd aan de staat
van het wegdek aan.
De hulpsystemen ontnemen de
bestuurder niet zijn verantwoorde‐ lijkheid voor het besturen van de
auto.
Lane Departure Warning
Het Lane Departure Warning-sys‐
teem houdt via een frontcamera de
belijning in het oog van de rijstrook
waarop u rijdt. Het systeem herkent
veranderingen van rijstrook en waar‐
schuwt u met visuele en akoestische
signalen wanneer u onbedoeld van
rijstrook verandert.
De criteria voor een onbedoelde ver‐
andering van rijstrook zijn:
■ geen gebruik van de richtingaan‐ wijzers
■ geen gebruik van het rempedaal ■ geen gebruik van het gaspedaal of snelheidsverhoging
■ geen actieve stuurbeweging
Wanneer de bestuurder actief is,
waarschuwt het systeem niet.
Activering
U activeert het Lane Departure War‐
ning System door de toets ) in te
drukken. De brandende LED in de
toets geeft aan dat het systeem is in‐
geschakeld. Wanneer de controle‐ lamp ) in de instrumentengroep
groen brandt, is het systeem klaar
voor gebruik.
Het systeem werkt alleen bij snelhe‐
den van meer dan 56 km/u en wan‐ neer een wegbelijning aanwezig is.
Page 215 of 329
Rijden en bediening213
Wanneer het systeem een onbe‐
doelde verandering van rijstrook her‐
kent, dan wordt de controlelamp )
geel en knippert deze. Tegelijkertijd
hoort u een geluidssignaal.
Deactivering
U deactiveert het systeem door de
toets ) in te drukken: de LED in de
knop gaat dan uit.
Bij snelheden van minder dan
56 km/u werkt het systeem niet.
Storing
Het Lane Departure Warning-sys‐ teem werkt mogelijkerwijs niet goed
wanneer:
■ de voorruit niet schoon is
■ de omgevingsomstandigheden on‐ gunstig zijn, bijv. harde regen,
sneeuw, direct zonlicht of schadu‐
wen
Het systeem werkt niet als geen weg‐ belijning wordt gedetecteerd.Brandstof
Brandstof voor
benzinemotoren Gebruik uitsluitend ongelode brand‐
stof die voldoet aan de Europese
norm EN 228 of E DIN 51626-1 of
gelijkwaardig.
Uw motor is geschikt voor E10 brand‐
stof die aan deze normen voldoet.
E10 brandstof bevat maximaal 10 %
bioethanol.
Brandstof met het aanbevolen oc‐ taangetal gebruiken 3 283. Het ge‐
bruik van brandstof met een te laag
octaangetal resulteert mogelijk in een
lager motorvermogen en motorkop‐
pel en kan een lichte stijging van het
brandstofverbruik tot gevolg hebben.Voorzichtig
Gebruik geen brandstof of brand‐
stofadditieven die metalen be‐
standdelen bevatten, zoals addi‐
tieven op mangaanbasis. Dat kan
motorschade veroorzaken.
Page 253 of 329
Verzorging van de auto251
Nr.Stroomkring1Centrale vergrendeling, elektri‐
sche achterklep2Aanhangermodule3–4–5Aanhangerstekkerdoos6Stuurwielverwarming7–8Aanhangerstekkerdoos9Zonnedak10Centrale vergrendeling, achter‐
klep11–12–13–14–15Elektr. achterklepslot16Airconditioning17–18–Nr.Stroomkring19Zijdelingse obstakeldetectie20Zijdelingse obstakeldetectie,
geventileerde voorstoelen21Actief dempingssysteem, groot‐
lichtassistentie, cruise control,
verkeersbordherkenning, Lane
Departure Warning, aanhange‐
rmodule22Diefstalalarmsysteem23Aandrijving op alle wielen, dief‐
stalalarmsysteem24–25–26–27–28–29Aanhangermodule, vervoersze‐
kering30Zijdelingse obstakeldetectie31–32–Nr.Stroomkring33–34Zonnedak35–36–37–
Page 326 of 329
324
Gevaar, Waarschuwing enVoorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................83
Gloeilamp vervangen ................235
Gordels ......................................... 55
Gordelverklikker ......................... 105
Gordijnairbagsysteem .................. 64
Grootlicht ........................... 111, 131
Grootlichtassistentie ...........111, 131
H
Halogeenkoplampen .................235
Handgeschakelde versnellingsbak ......................171
Handmatige dimfunctie ................39
Handmatige modus ...................168
Handrem ............................. 172, 173
Handschoenenkastje ...................71
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 174
Hoofdsteunen .............................. 46
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 154
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 67
Indicatie afstand tot voorligger ...194
Info-Displays ............................... 113
Inhouden ................................... 296Inklapbare spiegels .....................37
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 140
Instrumentengroep ......................96
Instrumentenverlichting .............245
Interactief rijsysteem................... 177
Interieurverlichting ......................138
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........70
K Katalysator ................................. 166
Kentekenverlichting ...................244
Keuzehendel ............................. 167
Kilometerteller ............................ 101
Kindersloten ................................. 28 Kinderveiligheids-systemen ..........66
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................142
Klok............................................... 92
Koelvloeistof .............................. 229
Koelvloeistof en antivries ............276
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 103
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 133
Koplampverstelling ....................133
L
Laadsysteem ............................. 107
Lane Departure Warning ....109, 212Leeslampen ............................... 139
Lekke band ................................. 261
Lichtschakelaar .......................... 130
Lichtsignaal ................................ 132
Luchtinlaat ................................. 155
M
Meters......................................... 101 Mistachterlicht ............................ 112
Mistachterlichten ........................ 137
Mistlamp .................................... 112
Mistlampen ................................ 239
Mistlampen voor ........................137
Motorgegevens .......................... 283
Motor-ID...................................... 279
Motorkap .................................... 227
Motorolie .................... 227, 276, 280
Motoroliedruk ............................. 110
Motor starten ............................. 160
N Nieuwe auto inrijden ..................158
O Obstakeldetectiesystemen .........197
Olie, motor .......................... 276, 280
Ontlaadbeveiliging accu ............141
Opbergruimte................................ 71
Opbergruimte voor........................ 72
Opbergvakken .............................. 71