OPEL INSIGNIA 2016.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2016.5Pages: 129, PDF Size: 2.38 MB
Page 91 of 129
Inleiding....................................... 92
Basisbediening ............................ 99
Radio ......................................... 104
Cd-speler ................................... 111
Externe apparaten .....................114
Telefoon ..................................... 117
Trefwoordenlijst ......................... 126R300 Color / R400 Color
Page 92 of 129
92InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............92
Antidiefstalfunctie ......................... 93
Overzicht bedieningselementen ..94
Gebruik ........................................ 97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐ dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐ gevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van
het bedieningspaneel of de knoppen op het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Page 93 of 129
Inleiding93kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐
systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐
rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 94 of 129
94InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 95 of 129
Inleiding951X........................................... 97
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 N
Druk op: naar de vorige
favorietenpagina bladeren
3 Beeldscherm
4 Softkeys
Favorieten: druk op:
selecteer favorieten;
indrukken en vasthouden:
zenders als favoriet
opslaan ............................... 105
Interactieve selectiebalk:
druk op: selecteer
corresponderende
schermtoets .......................... 995O
Druk op: naar de volgende
favorietenpagina bladeren
6 MENU
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 99
7 ;
Druk op: Startscherm
weergeven ............................ 99
8 BACK
Menu: een niveau terug ........99
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 99
9 v
Radio: druk kort op: naar
volgende station;
indrukken en vasthouden:
omhoog zoeken ..................104
Externe apparaten: druk
kort op: naar volgende
nummer; indrukken en
vasthouden: snel vooruit .....11510 d (indien uitgerust met cd-
speler)
Druk op: schijf uitwerpen
TONE (indien niet
uitgerust met cd-speler)
Druk op: geluidsinstellin‐
genmenu weergeven ..........111
11 t
Radio: druk kort op: naar
vorige station; druk lang
op: omlaag zoeken ............104
Externe apparaten: druk
kort op: naar vorige
nummer; indrukken en
vasthouden: snel achteruit ..115
12 MEDIA
Media activeren of naar
andere mediabron gaan ......115
13 RADIO
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...104
14 Cd-sleuf (indien uitgerust
met cd-speler)
Page 96 of 129
96InleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1s
Druk op: telefoongesprek
aannemen ........................... 121
2 n
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........121
of mutefunctie activeren/
deactiveren ......................... 121
Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
1 N
Drukken: menu voor
selectie toepassing
weergeven; terugkeren
naar bovenliggend
menuniveau op het Driver
Information Center (zie
afbeelding hieronder)
2 P / Q
Kort indrukken:
menuopties op het Driver
Information Center selecteren
Lang indrukken: snel door
een lange contactenlijst
bladeren op het Driver
Information Center
3 9
Drukken: selectie op het
Driver Information Center
bevestigen
4 j
Drukken: toepassingsspe‐
cifiek hoofdmenu op het
Driver Information Center
weergeven
5 ! / # ..................................... 97
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
Page 97 of 129
Inleiding976k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 105
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 112Bestuurdersinformatiecentrum:
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het In‐ fotainmentsysteem 3 94
● audioknoppen op het stuurwiel 3 94
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 101.
Page 98 of 129
98InleidingVoor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 101
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.
Bedieningsmodi
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 104.
CD-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 111.Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐
tern apparaat (bijv. USB-apparaat, iPod of smartphone) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 114.
Telefoon
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven.
Selecteer TEL. om een Bluetooth-
verbinding tussen het Infotainment‐ systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐ binding verschijnt het hoofdmenu van
de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 121.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen vaneen Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 118.
Page 99 of 129
Basisbediening99BasisbedieningBasisbediening............................ 99
Geluidsinstellingen ....................100
Volume-instellingen ...................101
Systeeminstellingen ...................101Basisbediening
Instrumentenpaneel
MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de me‐
nu's.Draaien: ● knop op het scherm of menuoptie
selecteren
● om door een lijst met menuopties
te bladeren
● om een instelwaarde te wijzigen
Let op
De geselecteerde optie is gemar‐
keerd.Indrukken: ● geselecteerde knop op het scherm of menuoptie activeren
● een gewijzigde instelwaarde be‐ vestigen
● naar een andere insteloptie over‐
schakelen
● het toepassingsspecifieke sub‐ menu weergeven
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐
den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie beschre‐ ven als "...selecteer
Home-toets
Druk op ; op het instrumentenpa‐
neel om het Startscherm te openen.
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's
op BACK om naar het naasthogere
menu terug te gaan.
Page 100 of 129
100BasisbedieningSoftkeys
Druk op een van de softkeys om de
favoriet of functieschermtoets direct
boven de betreffende softkey te acti‐
veren.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het selecteren
en activeren van een knop op het
scherm of een menuoptie beschre‐ ven als "...selecteer
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Stelt u deze in een van de
menu's in, dan wordt dit automatisch
ook voor alle overige bronmodi over‐
genomen. Het menu is toegankelijk
vanuit elk specifiek hoofdmenu audio.
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Tooninstellingen .
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Laag , Mid. of Hoog te ac‐
tiveren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om fade te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en druk op
MENU om Bal. te activeren.
Draai aan MENU om de instelling te
regelen.
Druk op MENU om de instelling te be‐
vestigen.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en druk op
MENU om EQ (Equalizer) te active‐
ren.
Deze opties bieden voor de muziek‐ stijl geoptimaliseerde voorkeurinstel‐
lingen voor lage, midden en hoge to‐
nen.
Draai aan MENU om door de verschil‐
lende opties te bladeren.
Druk op MENU om de geselecteerde
optie te bevestigen.