OPEL INSIGNIA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2016Pages: 129, PDF Size: 2.38 MB
Page 51 of 129
Navigatie51POI's die eerder in het systeem zijn
gedownload kunnen worden verwij‐
derd. De overige POI's blijven in het
systeem aanwezig.
Selecteer Al mijn POI's wissen om
alle contacten uit de lijst te verwijde‐ ren. Bevestig de melding om alle
POI's te wissen.
Selecteer Afzonderlijke categorieën
wissen voor een lijst met POI-catego‐
rieën om afzonderlijke categorieën te
verwijderen. Selecteer ─ naast de be‐
treffende categorie. Bevestig de ge‐
toonde melding om de categorie te
verwijderen.
Bestemmingsgegevens naar een
USB-apparaat uploaden
U kunt de contactenlijst van het voer‐
tuig en eerder gedownloade POI's
(zie "Door de gebruiker bepaalde POI's aanmaken en downloaden"
hieronder) voor later gebruik opslaan
op een USB-apparaat:
Selecteer Upload opgeslagen
locaties .
De contactenlijst en de POI-gege‐
vens worden in het verbonden USB-
apparaat opgeslagen in de folders"F:\myContacts", of "F:\myPOIs",
waarbij "F:\" de rootfolder van het
USB-apparaat is.
Let op
Deze functie is alleen mogelijk als er een USB-apparaat met voldoende
opslagruimte is aangesloten.
Autoinvoerfunctie
Selecteer Wis Autotekst om de be‐
stemmingenlijst van de functie Auto‐
matisch aanvullen te wissen.
Contactgegevens downloaden U kunt de contactenlijst van uw auto
uitwisselen met infotainmentsyste‐
men van andere voertuigen:
Zie "Navigatiedata naar een USB-ap‐
paraat uploaden" bovenstaand voor
het uploaden van de gegevens naar
een USB-apparaat.
Sluit het USB-apparaat aan op het in‐ fotainmentsysteem van een ander
voertuig 3 40.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.Na het bevestigen worden de con‐ tactgegevens naar het Infotainment‐
systeem gedownload.
De gedownloade contactgegevens
zijn vervolgens selecteerbaar in het
CONTACTEN -menu 3 23.
Door de gebruiker bepaalde POI's
aanmaken en downloaden
(Mijn POI's)
Naast de voorgedefinieerde POI's die al in het Infotainmentsysteem aanwe‐
zig zijn, kunt u ook zelf POI's aanma‐
ken die aan uw persoonlijke wensen
voldoen. U kunt deze gebruikerspeci‐
fieke POI's na het aanmaken down‐
loaden op het infotainmentsysteem.
U moet voor elke POI de GPS-coör‐
dinaten (de lengte- en breedtegraad)
van de locatie en een beschrijving in‐ voeren.
Na het downloaden van de POI-ge‐
gevens in het Infotainmentsysteem,
zijn de POI's als selecteerbare be‐
stemmingen in het Mijn POI's-menu
opgenomen, zie "Een markant punt
selecteren" in het hoofdstuk "Bestem‐
mingsinvoer" 3 53.
Page 52 of 129
52NavigatieEen tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bijv. met
behulp van eenvoudige tekstverwer‐
kingssoftware) en geef dit een arbi‐
traire naam en de bestandsexten‐
sie .poi , bijv. "TomsPOIs.poi".
Let op
Bij het opslaan van het tekstbestand
moet tekencodering UTF-8 (Uni‐
code) worden geselecteerd. Anders
worden de POI-gegevens wellicht
niet goed in het systeem geïmpor‐
teerd.
Voor de POI-data in het volgende for‐
mat in het tekstbestand in:
Lengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografische
kaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐
mers zijn optioneel. Als er bijv. geen
aanvullende informatie nodig is, moet "" op de betreffende positie worden
ingevoerd.
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "", "02379234567" .
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐ reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.De NP-gegevens van iedere bestem‐
ming moeten op een enkele, aparte
regel worden ingevoerd; zie boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-opslagstation
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
drive: maak een map aan met de
naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij " F:\" de hoofddirectory van de
USB-drive is.
Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bijv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".POI-gegevens rangschikken in meer‐ dere submappen
Naar keuze kunt u de tekstbestanden
rangschikken in diverse submappen
met willekeurige namen (max. diepte
van submappenstructuur: 2).
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs
of F:\myPOIs\MyJourney\London,
waarbij F:\ de hoofddirectory is van
het USB-opslagstation.
Page 53 of 129
Navigatie53Let op
In een map mogen alleen submap‐
pen of alleen POI-bestanden wor‐
den opgeslagen. Een combinatie
van beide wordt niet goed in het sys‐
teem geïmporteerd.
Na het downloaden van op die manier gerangschikte persoonlijke POI-ge‐
gevens in het Infotainmentsysteem
(zie beschrijving van downloaden
hieronder), ziet u in het Mijn POI's-
menu een lijst met submenu's die u
kunt selecteren.
Na het selecteren van een submenu
en eventuele verdere submenu's ver‐
schijnt de betreffende lijst met geïm‐
porteerde POI-categorieën.
POI-gegevens downloaden in het
Infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw ge‐ bruikerspecifieke POI-gegevens aan
op de USB-poort 3 40 van het Info‐
tainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het Mijn POI's-menu, zie "Een
markant punt selecteren" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 53.
Invoer van de bestemming De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een be‐
stemming met routebegeleiding.
Druk op ; en selecteer vervolgens
NAV om de navigatiekaart weer te ge‐
ven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer een
van de verschillende opties voor
adresinvoer.
Directe invoer bestemming
Druk op het invoerveld op de boven‐
ste menuregel. Er verschijnt een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer een adres of zoekterm in en be‐ vestig uw invoer.
Er worden twee lijsten met mogelijke
bestemmingen aangemaakt. Druk op
de bovenste schermregel op het tab‐
blad Adres of POI om tussen de lijsten
te wisselen.
Adreslijst:
Page 54 of 129
54Navigatie
POI-lijst:
Ga voor een uitgebreide beschrijving
van de POI's naar "Invoer POI's" hier‐
onder.
Selecteer een van de bestemmingen.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Sjabloon voor adresinvoer
Selecteer ADRES. Het sjabloon
Adres-invoer wordt weergegeven.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer de gewenste bestemmingsge‐
gevens in.
Let op
U hoeft de sjabloon niet volledig in te vullen.
Selecteer 9 rechtsboven in het
scherm om uw invoer te bevestigen.
Page 55 of 129
Navigatie55Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk,
dan wordt er een lijst met mogelijke bestemmingen getoond. Kies het ge‐
wenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Sjabloon voor invoer kruispunt Selecteer KRUISING . Het sjabloon
Kruising-invoer wordt weergegeven.
Druk op een van de invoervelden
naast de adreslabels. Er verschijnt
een toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer de gewenste bestemmingsge‐
gevens in.
Selecteer 9 rechtsboven in het
scherm om uw invoer te bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk,
dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Kies het ge‐
wenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Invoer POI's
Een markant punt (POI) is een speci‐ ale bestemming, bv. een tankstation,
een parkeerplaats of een restaurant.
Het navigatiesysteem bevat een
groot aantal voorgedefinieerde POI's,
die op de kaart staan aangeduid (in‐
dien geactiveerd 3 46).
U kunt ook individuele POI's in het
systeem opslaan, zie "Door de ge‐
bruiker bepaalde POI's aanmaken en downloaden" in het hoofdstuk "Bedie‐ning" 3 46. Deze POI's kunnen wor‐
den geselecteerd als bestemmingen
via de POI-hoofdcategorie Mijn POI's.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en vervolgens
POI's om een POI als bestemming
voor routebegeleiding te selecteren.
Er verschijnt een lijst voor het gese‐
lecteerde zoekgebied.
Een zoeklocatie instellen
Seleerteer een van de opties.
Let op
De opties POI's langs route en POI's
vlakbij bestemming zijn alleen be‐
schikbaar wanneer de routebegelei‐
ding actief is.
Page 56 of 129
56NavigatieAls POI's op andere locatie is gese‐
lecteerd, verschijnt er een toet‐
senbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer de gewenste locatie in en be‐
vestig uw invoer.
Er verschijnt een lijst met POI-cate‐
gorieën.
POI's zoeken op categorie
Selecteer een van de hoofdcatego‐
rieën in de lijst. Er wordt een lijst met
subcategorieën weergegeven.
Selecteer Alles tonen om alle be‐
schikbare POI's in de betreffende hoofdcategorie weer te geven. Blader
door de lijst en selecteer de gewenste
POI.
Selecteer de betreffende subcatego‐
rie om alle POI's binnen een subca‐
tegorie weer te geven. Blader door de lijst en selecteer de gewenste POI.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Druk voor meer informatie over de ge‐ selecteerde POI op Info in de rech‐
terbovenhoek van het scherm.Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
POI's zoeken op naam
Selecteer om naar een specifieke
POI, categorie of locatie te zoeken
Naam spellen in de POI-hoofdcate‐
gorielijst of zoek in een van de sub‐
categorielijsten. Er verschijnt een
toetsenbord.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 17.
Voer de gewenste naam of categorie in.
Selecteer 9 om uw invoer te beves‐
tigen. Het scherm met de bestem‐
mingsdetails wordt weergegeven.
Druk voor meer informatie over de ge‐
selecteerde POI op Info in de rech‐
terbovenhoek van het scherm.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Lijst met recente bestemmingen Selecteer RECENT.
Er verschijnt een lijst met alle recent
ingevoerde bestemmingen.
Kies een van de bestemmingen. Het
scherm met de bestemmingsdetails
wordt weergegeven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Contactenlijst
Selecteer CONTACTEN . De contac‐
tenlijst wordt getoond.
Page 57 of 129
Navigatie57
Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één adres voor een con‐
tactpersoon opgeslagen, dan staat er naast de betreffende gegevens in de
contactenlijst een snelkoppeling.
Selecteer 1 om het scherm met be‐
stemmingsdetails direct weer te ge‐
ven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor de contactpersoon meer‐ dere adressen opgeslagen, kies dan
het gewenste adres. Het scherm met
de contactdetails wordt weergege‐
ven.
Selecteer een van de voor de con‐ tactpersoon opgeslagen adressen.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Selecteer om routebegeleiding te
starten Gaan.
Trips met routepunten
Een routepunt is een tussenbestem‐
ming die bij het berekenen van een route tot de eindbestemming moet
worden meegenomen. Om een trip met routepunten te creëren, kunt u
één of meerdere routepunten toevoe‐ gen.
Selecteer of voer de eindbestemming
van uw trip met routepunten in en
start de routebegeleiding.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van de kaartweer‐
gave.
U kunt ook rechts op het scherm op
het pijlpictogram voor de volgende af‐
slag of bocht drukken om het route‐ begeleidingsmenu weer te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in.
Page 58 of 129
58Navigatie
Selecteer Gaan. Er verschijnt een
melding die u moet beantwoorden.
Selecteer Als tussenstop toev. . De
route wordt herberekend en de
nieuwe bestemming wordt als route‐
punt aan de huidige route toege‐
voegd.
Voer desgewenst nog meer route‐
punten zoals bovenstaand beschre‐
ven in.
Selecteer voor het opslaan van de ge‐ hele route met routepunten Opslaan.
De trip met routepunten wordt opge‐
slagen in de contactenlijst in de map
Opgeslagen routes onder de naam
van de eindbestemming.
U kunt de opgeslagen trip met route‐
punten opvragen via de contacten‐
lijst.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het bewerken van een trip met
routepunten 3 59.
Nieuwe bestemming Om een nieuwe bestemming in te
voeren, kunt u de routebegeleiding
naar de huidige bestemming annule‐
ren en vervolgens een nieuwe be‐
stemming invoeren. U kunt ook direct
een nieuwe bestemming invoeren.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van de kaartweer‐
gave.
U kunt ook rechts op het scherm op
het pijlpictogram voor de volgende af‐ slag of bocht drukken om het route‐begeleidingsmenu weer te geven.
Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in.
Selecteer Gaan. Er verschijnt een
melding die u moet beantwoorden.
Page 59 of 129
Navigatie59Selecteer Nieuwe bestem. instellen .
De route wordt dan opnieuw bere‐
kend en de nieuwe bestemming
wordt ingesteld.
Een bestemming bellen
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer Bellen om de geselec‐
teerde locatie te bellen.
Let op
De schermtoets Bellen is alleen be‐
schikbaar als er voor de betreffende locatie een telefoonnummer is op‐
geslagen.
Bestemmingen opslaan
Invoeren van contacten
Na het invoeren van een bestemming en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.Selecteer Opslaan om de bestem‐
ming in de contactenlijst op te slaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van een adres in de
contactenlijst 3 23.
Let op
De schermtoets Opslaan is alleen
beschikbaar als het adres nog niet in
het systeem is opgeslagen.
Favoriet
Favorieten kunnen vanuit bijna elk
scherm worden opgeslagen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van favoriete be‐ stemmingen 3 18.
Begeleiding Het navigatiesysteem begeleidt deroute via visuele en gesproken in‐ structies (spraakbegeleiding).Visuele instructies
De visuele instructies worden op de
displays weergegeven.Gesproken navigatie-instructies
De gesproken navigatie-instructies
melden bij het naderen van een krui‐
sing welke richting u moet volgen.
Zie "Navigatie-spraakinstellingen"
onderstaand voor het activeren van
de gesproken instructies en het rege‐ len van het volume.
Starten en beëindigen van de
routebegeleiding
Routebegeleiding starten
Selecteer in het venster bestem‐
mingsdetails Gaan om de routebege‐
leiding met een nieuwe bestemming
te starten.
Page 60 of 129
60NavigatieSelecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer Navigatie
herv. om de routebegeleiding naar de
laatst gekozen bestemming te hervat‐ ten.
De routebegeleiding naar de laatst
gekozen bestemming wordt hervat.
Beëindigen van de routebegeleiding
U hebt de volgende mogelijkheden
om de routebegeleiding te annuleren:
● Druk op x op het navigatiekaart‐
scherm.
● Selecteer MENU op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer
vervolgens Annuleer route .
● Druk op het pijlpictogram rechts op het scherm voor de volgende
afslag of bocht, om het routebe‐
geleidingsmenu weer te geven
(zie "Routebegeleidingsmenu"
hieronder).
Selecteer EINDE op de interac‐
tieve selectiebalk.Navigatie-spraakinstellingen
Mute
Selecteer y links op het kaartscherm
om de gesproken navigatie-instruc‐
ties tijdelijk te onderdrukken. Het pic‐
togram verandert in z.
Selecteer z opnieuw om het geluid
weer aan te zetten.
Gesproken instructies
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Instelling navigatiestem om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Als Gesproken meldingen - Aan is in‐
gesteld, worden de navigatie-instruc‐
ties gesproken wanneer de routebe‐
geleiding is geactiveerd.
Selecteer Gesproken meldingen -
Aan of Gesproken meldingen - Uit .
Indien ingesteld op Uit, geeft het sys‐
teem geen gesproken navigatie-in‐
structies.Gesproken instructies tijdens
telefoongesprekken
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Instelling navigatiestem om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Selecteer Waarsch. tijdens tel.
gespr. .
Als Aan is geselecteerd, blijven de
navigatie-instructies ook tijdens tele‐
foongesprekken hoorbaar.
Als Uit is geselecteerd, worden er
geen gesproken instructies gegeven.
Als Pieptonen is geselecteerd, is een
pieptoon hoorbaar in plaats van de in‐ structie.
Volume
Selecteer ─ of w om het volume van
de gesproken instructies te regelen.
Informatie over
verkeersincidenten
Verkeersinformatie
Druk op ; en selecteer vervolgens
VERKEER voor een lijst met de ver‐
keersincidenten in de buurt van de
huidige voertuiglocatie.