OPEL INSIGNIA 2016 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2016Pages: 129, PDF Size: 2.38 MB
Page 61 of 129
Navigatie61Of selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Verkeer om het betreffende submenu
weer te geven. Selecteer Verkeers‐
problemen in de buurt tonen .
Als de routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de lijst als volgt:
Als de routebegeleiding actief is, ver‐
schijnen er twee extra schermtoet‐
sen: Alles voor een lijst met alle ver‐
keersincidenten en Op de route voor
een lijst met verkeersincidenten op de
route.
Standaard is de lijst gesorteerd op af‐ stand vanaf de voertuiglocatie. Selec‐teer Sorteer op de bovenste scherm‐
regel om de lijst alfabetisch te sorte‐
ren.
Druk op een van de elementen in de
lijst voor gedetailleerde informatie
over het betreffende verkeersinci‐
dent.
Let op
Als de verkeersinformatie met de
schermtoets VERKEER op het
Startscherm is opgeroepen, druk
dan op w in de linkerbovenhoek van
het scherm om naar het menu voor de verkeersinstellingen te gaan.
Verkeerspictogrammen op de kaart
Als Iconen tonen op plattegrond -
Aan is ingesteld, verschijnen er op de
kaart pictogrammen voor de ver‐
keersincidenten rondom de huidige
locatie en op de route.
Selecteer Iconen tonen op
plattegrond - Aan of Iconen tonen op
plattegrond - Uit .Verkeersroute
In dit submenu stelt u in hoe het sys‐
teem met verkeersincidenten voor en tijdens de routebegeleiding moet om‐
gaan.
Selecteer Instellingen fileomleiding
om het betreffende submenu weer te
geven.
Wilt u files en langzaam rijdend ver‐ keer in het algemeen mijden, stel dan
Langzaam verkeer vermijden in op
Aan .
Selecteer Automatisch verkeer
vermijden of Mij vragen voor
vermijden .
Soorten verkeersincidenten
Selecteer Verkeerssituaties om het
betreffende submenu weer te geven.
Selecteer de te vermijden verkeersin‐ cidenten.
TMC-stations
(verkeersinformatiekanalen)
TMC-stations leveren informatie over
de huidige verkeerssituatie die tijdens de routeberekening wordt meegeno‐
men.
Page 62 of 129
62NavigatieSelecteer TMC-station om het betref‐
fende submenu weer te geven.
De standaard-instelling is Auto, waar‐
bij van verschillende TMC-stations
gebruik wordt gemaakt.
Wilt u een specifiek TMC-station aan‐ houden, kies dan het betreffende sta‐
tion uit de lijst.
Wordt dit station niet meer ontvan‐
gen, dan schakelt het systeem terug
naar de Auto-functie.
Route-instellingen Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Routevoorkeuren om het betreffende
submenu weer te geven.
Routevoorkeur
Selecteer Soort route om te bepalen
aan de hand van welke criteria een
route moet worden berekend.
Selecteer lijstoptie Snel, Milieuvrien‐
delijk of Kort .
Is Milieuvriendelijk geselecteerd, dan
kan een milieubewuste route worden afgestemd op de belading van de
auto.Selecteer Ecoprofiel bewerken om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Kies Daklading en Aanhangwagen
om tussen de mogelijke beladingsop‐ ties te wisselen. Stel de opties naar
wens in.
Wegtype-selectie
Selecteer in de lijst welke wegtypes er
in de routeberekening worden toege‐
staan.
Route wijzigen U kunt ook op het pijlpictogram bij uw
volgende aanwijzing rechts op het
scherm drukken om de actieve route‐
begeleiding te wijzigen.
Het routebegeleidingsmenu wordt
weergegeven.
Let op
Het routebegeleidingsmenu kan al‐ leen worden weergegeven als de
routebegeleiding actief is.
Het routebegeleidingsmenu biedt
aanvullende opties voor het wijzigen
van de route-instellingen bij een ge‐
activeerde routebegeleiding.Routelijst weergeven
De routelijst geeft alle straten op de berekende route weer, te beginnen
met de huidige locatie.
Selecteer AFSLAGEN op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐ leidingsmenu. De lijst met afslagen
wordt weergegeven en de volgende
handeling wordt door het systeem uit‐ gesproken.
Elke lijstvermelding kan de volgende
informatie tonen:
● straatnaam, autosnelweg of knooppunt van autosnelwegen
● richtingspijl
Page 63 of 129
Navigatie63●afstand tot de volgende straat op
de route
● geschatte aankomsttijd bij het bereiken van de volgende straat
Selecteer de gewenste optie uit de
lijst en selecteer vervolgens Info op
de bovenste regel van het systeem om alle beschikbare informatie over
een optie uit de lijst weer te geven.
Straten uit routebegeleiding uitsluiten Na het starten van de routebegelei‐
ding kunt u straten in de eerder bere‐ kende route uitsluiten. De route wordt
vervolgens herberekend, waarbij de
uitgesloten straten worden verme‐
den.
Selecteer VERMIJDEN op de inter‐
actieve selectiebalk van het routebe‐ geleidingsmenu. De lijst met afslagen verschijnt.
Kies de straat, autosnelweg of het knooppunt die of dat u wilt vermijden. Er verschijnt een melding die u moet
beantwoorden.
Selecteer de gewenste afstandsop‐
tie.De betreffende straat of snelweg
wordt in de sectie Vermeden
gebieden bovenaan de lijst met afsla‐
gen weergegeven en is gemarkeerd
met een rode 9.
Let op
De sectie Vermeden gebieden bevat
ook automatisch door het systeem
te vermijden wegen vanwege ver‐
keersincidenten.
Deselecteer de straat of snelweg om deze weer in de route op te nemen.
Routelijst weergeven
Als u een trip met routepunten aflegt,
omvat de routebegeleiding extra me‐
nufuncties om de route te wijzigen.
De routelijst geeft alle routepunten op
de berekende trip met routepunten
aan, beginnend met het eerstvol‐
gende routepunt.
Selecteer TUSS. STOPS op de inter‐
actieve selectiebalk van het routebe‐
geleidingsmenu. De routelijst ver‐ schijnt.
Elke lijstvermelding kan de volgendeinformatie tonen:
● naam of adres van het routepunt
● afstand tot het volgende route‐ punt
● geschatte aankomsttijd bij het bereiken van het volgende route‐punt
Een trip met routepunten bewerken
Selecteer WIJZIGEN in de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu om een trip met route‐
punten aan te passen aan uw wen‐
sen. De routelijst verschijnt.
Page 64 of 129
64NavigatieSelecteer ▲ en ▼ naast de betreffende
opties uit de lijst om de positie van de routepunten in de lijst te wijzigen.
Selecteer ☓ om een routepunt uit de
lijst te wissen.
Selecteer Opslaan bovenin het
scherm om de wijzigingen op te
slaan.
Optimaliseren van de trip met
routepunten
Zijn er diverse routepunten toege‐ voegd en is de trip met routepunten
diverse malen bewerkt, dan kan het
nodig zijn om de routepunten in de
meest efficiënte volgorde te zetten.
Selecteer OPTIMALIS. op de interac‐
tieve selectiebalk van het routebege‐
leidingsmenu.
Wacht tot de routelijst is bijgewerkt.
Selecteer Opslaan bovenin het
scherm om de wijzigingen op te
slaan.
Page 65 of 129
Spraakherkenning65SpraakherkenningAlgemene informatie....................65
Gebruik ........................................ 67Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning Met de geïntegreerde spraakherken‐ning van het Infotainmentsysteem
kunt u diverse functies van het Info‐
tainmentsysteem met uw stem bestu‐
ren. De spraakbesturing herkent
commando's en cijferreeksen, onge‐
acht de desbetreffende spreker. De
instructies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐ mando's geeft de spraakherkenningvisuele en/of akoestische feedbacken wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Er zijn verschillende manieren om
commando's voor het uitvoeren van
de gewenste acties uit te spreken.Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
OpmerkingenOndersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschik‐ baar voor de spraakherkenning.
● Wordt de momenteel geselec‐ teerde displaytaal niet onder‐
steund door de spraakherken‐
ning, dan is deze niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere
taal selecteren voor het display
als u het Infotainmentsysteem via spraakcommando's wilt bedie‐
nen. Zie voor het wijzigen van de
displaytaal "Taal" in het hoofd‐
stuk "Systeeminstellingen" 3 28.
Page 66 of 129
66SpraakherkenningAdresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming
in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het infodisplay in de taal van het be‐
treffende land wijzigen.
Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren,
moet u de displaytaal in Frans wijzi‐ gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duitsof Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 28.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐ stemming ligt.● Oostenrijk, Duitsland:
● België, Frankrijk, Groot-Brittan‐ nië:
● Denemarken, Italië, Nederland, Polen, Portugal, Rusland,
Spanje, Zwitserland, Turkije:
Instellen van de spraakherkenning
Er zijn diverse instellingen en aan‐
passingen mogelijk voor de in het In‐
fotainmentsysteem geïntegreerde
spraakherkenning.
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer de optie Spraak in-/uitvoer
om naar het betreffende submenu te
gaan.Vertrouwelijkheidsdrempel
Afhankelijk van de gekozen optie in
het corresponderende submenu, kan
de spraakherkenning 'resoluter' zijn in het interpreteren van uw comman‐
do's.
Selecteert u Meer bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief vaker
om uw commando's te bevestigen.
Het systeem zal dus in de meeste ge‐
vallen de juiste actie uitvoeren.
Selecteert u Minder bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief minder
vaak om uw spraakinvoer te bevesti‐
gen. Dit betekent dat het systeem uw
Page 67 of 129
Spraakherkenning67commando's soms verkeerd zal be‐
grijpen en dus niet de juiste handeling
uitvoert.
Let op
Als u de spraakherkenning start, kan
het een voordeel zijn om de Meer
bevestigen -instelling te gebruiken.
Als u meer ervaring hebt met het
systeem, d.w.z weet hoe u de com‐
mando's moet uitspreken zodat de
spraakherkenning u goed begrijpt,
kan het handiger zijn om de Minder
bevestigen -instelling te gebruiken.Lengte waarschuwing
De lengte en gedetailleerdheid van
de vragen en meldingen van het
spraakherkenningssysteem kunnen
in het bijbehorende submenu worden
aangepast.Snelheid audiomelding
De snelheid waarmee het spraakher‐ kenningsmenu vragen stelt en mel‐
dingen doet kan in het corresponde‐
rende submenu worden ingesteld.
Kiest u Medium , dan komt de spreek‐
snelheid van het systeem overeen
met natuurlijke spraak.Let op
Als u de spraakherkenning start, kan het een voordeel zijn om de Lang-
instelling te gebruiken. Als u meer
ervaring hebt met het systeem, kan
het voordelen hebben om de instel‐
ling Kort te gebruiken.
Spraakdoorschakel-toepassing Via de spraakdoorschakel-toepas‐sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone.
De beschikbaarheid van deze functie
is afhankelijk van uw smartphone.
Bezoek onze website voor meer in‐
formatie over de compatibiliteit.
GebruikGeïntegreerde spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w op het stuurwiel.
Het audiosysteem wordt onderdrukt, u wordt geïnstrueerd om een com‐
mando te geven en op het infodisplay
en Driver Information Center verschij‐ nen helpmenu's met de belangrijkste
commando's die momenteel beschik‐
baar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool in de rechter boven‐
hoek van het helpmenu verandert van
wit naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie te starten (bijvoorbeeld een vooraf ingestelde
radiozender afspelen).Activeren via de schermtoets
SPRAAK op het middendisplay
Selecteer SPRAAK op de interactieve
selectiebalk van een van de hoofd‐
menu's op het middendisplay.
Page 68 of 129
68SpraakherkenningHet audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
zeggen en op het middendisplay ver‐
schijnt een helpmenu met de belang‐ rijkste commando's die momenteel
beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool rechts in het helpmenu
verandert van zwart naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven. Zie bovenstaande beschrijving.
Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Druk ! of # op het stuurwiel omhoog
(hoger volume) of omlaag (lager vo‐
lume).
Een gesproken instructie
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken instructie onderbreken door
kort op w op het stuurwiel te drukken.
Er klinkt een piep en het spraakher‐
kenningssymbool wordt rood. U kunt
nu direct een commando inspreken.Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
● Zeg " Annuleren " of "Exit".
● Druk op n op het stuurwiel.
● Als de spraakherkenningssessie via de schermtoets SPRAAK op
het middendisplay hebt gestart,
dan kunt u ook:
● Of druk op ; op het bedie‐
ningspaneel.
● Selecteer m of Uit in het
help-menu.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
● Als u gedurende een bepaalde tijd geen commando zegt (stan‐
daard wordt u driemaal gevraagd
een commando te zeggen).
● Als u commando's zegt die niet door het systeem worden her‐
kend (standaard wordt u drie‐
maal gevraagd een juist com‐ mando te zeggen).Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning herkent com‐
mando's die op natuurlijke wijze in
een zin worden uitgesproken, of di‐
recte commando's om de toepassing en actie te starten.
Voor een optimaal resultaat: ● Luister naar de gesproken in‐ structie en wacht op de pieptoon
voor u een commando uitspreekt
of antwoord geeft.
● Zeg " Help" of lees een van de
voorbeeldcommando's in het scherm voor.
● U kunt de gesproken vraag on‐ derbreken door nogmaals op w te
drukken.
● Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke
wijze uit, niet te snel, niet te lang‐ zaam. Gebruik korte en directe
commando's.
De commando's bestaan doorgaans
uit één instructie. Bijvoorbeeld "David op werk bellen"; "Afspelen", gevolgd
door de naam van de artiest of het
nummer; "Afstemmen", gevolgd door
de golflengte en frequentie/
Page 69 of 129
Spraakherkenning69zendernaam; "Adres zoeken", ge‐
volgd door het adres, zoals "123
Hoofdweg, Amsterdam".
Het systeem start een dialoog als
sprake is van complexe commando's
of als informatie ontbreekt.
Bij het zoeken naar een "Markant
punt" kunt u alleen grote ketens op
naam selecteren. Ketens zijn bedrij‐
ven met ten minste 20 locaties. Zeg
voor overige markante punten (POI's)
de naam van een categorie zoals
"Restaurants", "Winkelcentra" of "Zie‐ kenhuizen".
Zegt u "Telefoon" of "Telefooncom‐
mando's", dan begrijpt het systeem
dat er een telefoongesprek wordt
aangevraagd en reageert het met de
betreffende vragen tot er voldoende
gegevens zijn vergaard. Is het tele‐
foonnummer met een naam en een
plaatsnaam opgeslagen, dan moet
het directe commando beide gege‐
vens bevatten, bijvoorbeeld "Bel Da‐
vid Smit op het werk".Lijstopties selecteren
Als er een lijst wordt weergegeven,
wordt u gevraagd om een optie te kie‐
zen of te bevestigen. U kunt handma‐
tig een optie selecteren, of het bijbe‐
horende regelnummer uitspreken.
De lijst in een spraakherkenningssys‐ teem werkt op dezelfde wijze als lijs‐
ten in andere schermen. Door hand‐
matig door de lijst te bladeren tijdens
een spraakherkenningssessie wordt de actuele spraakherkenningssessie
tijdelijk onderbroken en verschijnt de
instructie "Selecteer uit de lijst met de
handmatige bedieningselementen,
druk op de console op back (terug) of druk op de schermtoets terug om het
opnieuw te proberen".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert,
wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te keren naar het vorige
menu kunt u " Terug" zeggen, op het
bedieningspaneel op k BACK druk‐
ken of op m drukken.Het commando "Help"
Nadat u " Help" heb gezegd, klinkt de
help-instructie voor het huidige
scherm. De instructie verschijnt ook
op het scherm.
Afhankelijk van de wijze waarop de
spraakherkenning werd geactiveerd,
verschijnt de help-instructie in het Dri‐
ver Information Center of op het mid‐
dendisplay.
Druk op w om de help-instructie te on‐
derbreken. Er klinkt een pieptoon. U
kunt nu een commando geven.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning activeren
Houd s op het stuurwiel ingedrukt tot‐
dat een pictogram voor de spraakher‐
kenning op het Driver Information
Center verschijnt.
Daarnaast geeft een bericht op het
Driver Information Center aan wan‐
neer de spraakdoorschakel-toepas‐ sing klaar is voor gebruik.
Page 70 of 129
70SpraakherkenningRegelen van het volume van de
gesproken instructies
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk ! of # op het stuurwiel om‐
hoog (hoger volume) of omlaag (lager
volume).
Spraakherkenning deactiveren
Druk op n op het stuurwiel. De
spraakherkenningssessie wordt be‐
eindigd.