OPEL INSIGNIA 2017 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2017Pages: 339, PDF Size: 9.24 MB
Page 231 of 339

Rijden en bediening229Klepje sluiten en vastklikken.
Auto's met beveiliging tegen onjuiste
brandstof9 Waarschuwing
Probeer de klep van de vulpijp bij
auto's met beveiliging tegen
onjuiste brandstof niet met de
hand te openen.
Als u dat toch doet, kunnen uw
vingers bekneld raken.
Auto's met selectieve katalysatorre‐
ductie zijn uitgevoerd met een bevei‐
liging tegen onjuiste brandstof.
Door de beveiliging tegen onjuiste
brandstof kan de klep van de vulpijp
alleen worden geopend door een
vulpistool voor dieselbrandstof of een
trechter voor noodbijtanken.
Draai de tankdop langzaam linksom.
Bij het tanken de dop in de steun op
de tankklep hangen.
Plaats het pistool recht op de vulpijp
en druk het met iets kracht erin.
Tank in een noodgeval bij vanuit een
jerrycan. Gebruik een trechter om het
kapje van de vulopening te openen.
De trechter bevindt zich in de baga‐
geruimte.
Plaats de trechter recht op de vulpijp en druk deze met iets kracht erin.
Gebruik de trechter om dieselbrand‐
stof bij te tanken.
Doe de trechter na het bijtanken in de plastic zak en plaats deze in de baga‐geruimte.
Systeem voor selectieve katalysator‐
reductie 3 172.
Vloeibaar gas tanken
Bij het tanken de gebruiks- en veilig‐
heidsvoorschriften van het tanksta‐
tion in acht nemen.
De vulklep voor het vloeibare gas zit
achter de tankdop.
Page 232 of 339

230Rijden en bedieningSchroef de tankdop van de vulpijp.
Schroef de vereiste adapter handvastop de vulpijp.
ACME-adapter: Schroef de moer van
het vulmondstuk op de adapter. Druk de vergrendelhendel op het vulmond‐stuk naar beneden.
DISH-vulpijp: Plaats het vulmondstuk
in de adapter. Druk de vergrendel‐
hendel op het vulmondstuk naar beneden.
Vulpijphals met bajonetsluiting:
Plaats het vulmondstuk op de adapter en draai deze een kwartslag rechts-
of linksom. Trek zo ver mogelijk aan
de vergrendelhendel van het
vulmondstuk.
EURO-vulpijphals: Druk het vulmond‐
stuk op de adapter totdat het ingrijpt.
Druk op de knop van de pomp voor
vloeibaar gas. Het vulsysteem stopt
of begint langzaam te lopen wanneer 80% van het tankvolume is bereikt
(maximaal vulpeil).
Laat de knop op het vulsysteem los
en het vullen stopt. Laat de vergren‐
delhendel los en verwijder het
vulmondstuk. Een kleine hoeveelheid vloeibaar gas kan ontsnappen.
Verwijder de adapter en berg hem in
de auto op.Breng de beschermdop aan om te
voorkomen dat vreemde voorwerpen
de vulopening of het systeem binnen‐
dringen.9 Waarschuwing
Vanwege het ontwerp van het
systeem is het ontsnappen van
vloeibaar gas na het vrijgeven van de vergrendelingshendel onver‐
mijdelijk. Niet inademen.
9 Waarschuwing
Omwille van de veiligheid mag de
LPG-tank maar tot 80% worden
gevuld.
De meerwegklep op de vloeibaar- gastank beperkt de te vullen hoeveel‐
heid automatisch. Als een grotere
hoeveelheid wordt toegevoegd,
raden we aan om de auto niet aan de
zon bloot te stellen voordat de extra
hoeveelheid is opgebruikt.
Page 233 of 339

Rijden en bediening231Vuladapter
Aangezien vulsystemen niet zijn
genormaliseerd, zijn verschillende
adapters nodig die verkrijgbaar zijn bij
Opel distributeurs en bij door Opel erkende reparateurs.
ACME-adapter: België, Duitsland,
Ierland, Luxemburg, Zwitserland
Adapter met bajonetsluitng: Neder‐
land, Noorwegen, Spanje, Verenigd Koninkrijk
EURO-adapter: Spanje
DISH-adapter: Oostenrijk, Bosnië-
Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Tsje‐
chische Republiek, Denemarken,
Estland, Frankrijk, Griekenland,
Hongarije, Italië, Letland, Litouwen,
Macedonië, Polen, Portugal, Roeme‐
nië, Servië, Slowakije, Slovenië,
Zweden, Zwitserland, Turkije,
Oekraïne
Tankdop Alleen een originele tankdop gebrui‐ken. Auto's met een dieselmotor en
een ethanolmotor hebben speciale
tankdoppen.
Page 234 of 339

232Rijden en bedieningBrandstofverbruik -CO 2-uitstoot
Het (gecombineerde) brandstofver‐
bruik van de Opel Insignia ligt tussen
10,9 en 3,8 l/100 km.
Afhankelijk van het land verschijnt het
brandstofverbruik in km/l. In dit geval
ligt het brandstofverbruik (gecombi‐
neerd) van het Opel Insignia binnen
een bereik van 9,2 tot 26,3 km/l.
De (gecombineerde) CO
2-emissie
ligt
tussen 252 en 99 g/km.
Voor de waarden specifiek voor uw
auto kunt u de EEG-conformiteitsver‐ klaring die bij uw auto is geleverd, of
andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.
Algemene informatie De officiële waarden voor het brand‐
stofverbruik en de specifieke CO 2-
emissie zijn gebaseerd op het Euro‐ pese basismodel met standaarduit‐
rusting.
De gegevens voor het brandstofver‐
bruik en de CO
2-
emissie zijn vastge‐
steld op basis van de richtlijn R (EG)nr. 715/2007 (in de versie die van
toepassing is), rekening houdend met het gewicht van het rijklare voertuig,zoals bepaald in de richtlijn.
De gespecificeerde waarden zijn
slechts bedoeld om de verschillende
voertuigmodellen te kunnen vergelij‐
ken. Ze vormen geen garantie voor
het werkelijke brandstofverbruik van
een bepaalde auto. Accessoires
leiden mogelijk tot een geringe verho‐ ging ten opzichte van het opgegeven
brandstofverbruik en de CO 2- emis‐
sie. Het brandstofverbruik hangt
bovendien af van de persoonlijke
rijstijl, de staat van het wegdek en de verkeersomstandigheden.Trekhaak
Algemene informatie
De van fabriekswege gemonteerde
trekhaak wordt onder de achterbum‐
per ingeklapt.
Het achteraf monteren van een trek‐
haak door een werkplaats laten
uitvoeren. Zo nodig wijzigingen in de
auto aanbrengen, zoals in het koel‐
systeem, de hitteschilden of andere
uitrusting. Alleen trekhaken gebrui‐
ken die voor uw auto zijn goedge‐
keurd.
Om schade aan de auto te voorko‐
men kan de elektrische achterklep
niet met de handzender worden
bediend wanneer er een aanhanger elektrisch is aangesloten.
De lamp-uitvaldetectie van het
aanhangerremlicht constateert geen individueel uitgevallen lampen. Bij
bijv. vier lampen van 5 W wordt er pas uitval geconstateerd als er nog
slechts één lamp van 5 W brandt of
als alle lampen zijn uitgevallen.
Page 235 of 339

Rijden en bediening233Door montage van een trekhaak
wordt de opening voor het sleepoog
mogelijk afgedekt. Maak in dat geval
gebruik van een kogelstang.
Rijgedrag en aanhangertips Alvorens een aanhangwagen aan te
koppelen, de kogel van de trekhaak
smeren. Bij gebruik van een trillings‐
demper die slingerbewegingen
dempt en op de koppelingskogel
inwerkt, mag de kogel niet worden
gesmeerd.
Wanneer u een instabiele aanhanger met een max. toelaatbaar totaalge‐wicht van meer dan 1400 kg (voor‐
wielaandrijving)/1600 kg (aandrijving op alle wielen) trekt, is het uiterst
raadzaam een stabilisator te gebrui‐
ken wanneer u sneller rijdt dan
80 km/u.
Als de aanhanger begint te slingeren,
langzamer gaan rijden, niet tegenstu‐ ren en zo nodig krachtig remmen.
Bergafwaarts dezelfde versnelling
inschakelen als bergopwaarts en
ongeveer dezelfde snelheid aanhou‐
den.Bandenspanning instellen op de
waarde voor maximale belading
3 307.
Aanhanger trekken
Trekgewicht
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht hangt af van de auto en de
motor en mag niet worden overschre‐ den. Het werkelijke trekgewicht is hetverschilt tussen het werkelijke totaal‐
gewicht van de aanhanger en het
werkelijke kogelgewicht in aangekop‐
pelde toestand.
Het maximaal toelaatbare trekge‐
wicht staat in de autopapieren
vermeld. Dit geldt over het algemeen
voor hellingspercentages tot max.
12%.
De toelaatbare aanhangerbelasting
geldt voor de vermelde hellingshoek
en op zeeniveau. Omdat het motor‐
vermogen bij toenemende hoogte
door de lagere luchtdichtheid daalt en het klimvermogen daardoor afneemt,
moet het maximaal toelaatbare trein‐
gewicht voor elke 1000 meter hoog‐
tetoename met 10% worden vermin‐derd. Bij het rijden op wegen met een
gering hellingspercentage (minder
dan 8%, bijv. snelwegen) hoeft het
maximaal toelaatbare treingewicht niet te worden verminderd.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht mag niet worden overschreden.
Het maximaal toelaatbare treinge‐
wicht staat op het typeplaatje 3 292
vermeld.
Kogeldruk De kogeldruk is de kracht waarmee
de aanhanger op de koppelingskogel drukt. De gewichtsverdeling bij het
laden van de aanhanger is van
invloed op de kogeldruk.
De maximaal toelaatbare kogeldruk
(85 kg) staat op het typeplaatje van de
trekhaak en in de autopapieren
vermeld. Altijd de maximale kogeld‐
ruk nastreven, vooral bij zware
aanhangers. Nooit rijden met een
kogeldruk lager dan 25 kg.
Page 236 of 339

234Rijden en bedieningAchterasbelastingWanneer een aanhanger is aange‐
koppeld en de trekauto maximaal is
beladen, dan mag de max. achteras‐
belasting (zie typeplaatje of autopa‐
pieren) met 90 kg worden overschre‐
den bij de 5-deurs hatchback/4-deurs
sedan en 85 kg bij de Sports Tourer/
Country Tourer. Het max. totaalge‐
wicht mag met 65 kg worden over‐
schreden bij de 5-deurs hatchback/4- deurs sedan en 60 kg bij de Sports
Tourer/Country Tourer. Wordt de
toelaatbare achterasbelasting over‐
schreden, dan geldt een maximum‐
snelheid van 100 km/u.
TrekhaakVoorzichtig
U kunt de inklapbare trekhaak niet van de auto verwijderen. Wanneeru niet met een aanhanger rijdt,
klapt u de trekhaak in.
9 Waarschuwing
Er mag niemand in de draaicirkel
van de trekhaak staan. Kans op
letsel.
Wanneer u de ingeklapte trekhaak ontgrendelt, moet u links van dehandgreep staan.
Ingeklapte trekhaak ontgrendelen
Trek de handgreep links van de
nummerplaat onder het achterbum‐ perpaneel onder een hoek van ca
45° tot de grond.
U hoort een waarschuwingszoemer
wanneer u de ontgrendelingshendel
uittrekt en de trekhaak is ontgrendeld.
Trek de ontgrendelde trekhaak zover
omhoog dat deze vastklikt.
Zorg dat de trekhaak goed vergren‐
deld en de ontgrendelingshendel in zijn verborgen uitgangspositie terug‐
gezet is, anders stopt de zoemer niet.
Page 237 of 339

Rijden en bediening235Trekhaak inklappen/verbergen
Trek de handgreep links van de
nummerplaat onder het achterbum‐ perpaneel in een hoek van ongeveer
45° met de grond.
U hoort een waarschuwingszoemer
wanneer u de ontgrendelingshendel
uittrekt en de trekhaak is ontgrendeld.
Zwenk met een vlakke hand de
ontgrendelde trekhaak naar rechts
totdat deze onder de bodem vastklikt.
Zet de ontgrendelhendel terug in de
verborgen beginstand, anders stopt
de zoemer niet.9 Waarschuwing
Rijden met een aanhanger is
alleen toegestaan bij een correct
gemonteerde trekhaak. Roep hulp
in van een werkplaats wanneer de trekhaak niet goed vastklikt,
wanneer u de ontgrendelingshen‐
del niet in zijn verborgen uitgangs‐
positie kunt terugzetten of
wanneer de zoemer klinkt nadat de trekhaak is vergrendeld.
Oog voor veiligheidskabel
Veiligheidskabel aan oog vasthaken.
Aanhangerstabilisatie
Als het systeem een sterke slinger‐
beweging registreert, dan wordt het
motorvermogen verlaagd en de auto/
aanhangercombinatie afgeremd
totdat de slingerbeweging stopt.
Page 238 of 339

236Rijden en bedieningWanneer het systeem actief is, moetu het stuurwiel zo stil mogelijk
houden.
Aanhangerstabilisatie maakt deel uit
van de elektronische stabiliteitsrege‐
ling 3 185.
Page 239 of 339

Verzorging van de auto237Verzorging van de
autoAlgemene informatie ..................238
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 238
Auto stallen .............................. 238
Verwerking van sloopauto .......239
Controle van de auto .................239
Werkzaamheden uitvoeren .....239
Motorkap ................................. 239
Motorolie .................................. 240
Automatische transmissievloeistof ................241
Koelvloeistof ............................ 242
Stuurbekrachtigingsvloeistof ...243
Sproeiervloeistof ......................243
Remmen .................................. 244
Remvloeistof ............................ 244
Accu ........................................ 244
Dieselbrandstofsysteem ontluchten ............................... 246
Wisserblad vervangen .............246
Gloeilamp vervangen .................247
Halogeenkoplampen ...............248
Xenonkoplampen ....................250
Mistlampen .............................. 252Achterlichten............................ 253
Zijrichtingaanwijzers ................255
Kentekenverlichting .................256
Binnenverlichting .....................257
Instrumentenverlichting ...........257
Elektrisch systeem .....................257
Zekeringen .............................. 257
Zekeringenkast in motorruimte 259
Zekeringenkast instrumentenpaneel ................261
Zekeringenkast in bagageruimte ......................... 262
Boordgereedschap ....................264
Gereedschap ........................... 264
Velgen en banden .....................265
Winterbanden .......................... 265
Aanduidingen op banden ........265
Bandenspanning .....................265
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 267
Profieldiepte ............................ 269
Banden- en velgmaat veranderen ............................. 269
Wieldoppen ............................. 270
Sneeuwkettingen .....................270
Bandenreparatieset .................271
Wiel verwisselen ......................274
Reservewiel ............................. 277
Starthulp gebruiken ...................279Trekken...................................... 281
Auto slepen ............................. 281
Andere auto slepen .................283
Verzorging van uiterlijk ..............284
Verzorging exterieur ................284
Verzorging interieur .................286
Page 240 of 339

238Verzorging van de autoAlgemene informatieAccessoires en modificatiesvan auto
Wij raden u aan alleen gebruik te
maken van originele onderdelen,
accessoires en andere uitdrukkelijk
door de fabriek voor uw autotype
goedgekeurde onderdelen. Voor
andere onderdelen kunnen wij – ook
als deze door autoriteiten of anders‐
zins zijn goedgekeurd – niet beoorde‐ len of deze betrouwbaar zijn en er
evenmin garant voor staan.
Bij eventuele aanpassingen, omzet‐
tingen of andere wijzigingen in de
standaard voertuigspecificaties
(waaronder, zonder beperkingen,
softwarematige aanpassingen,
aanpassingen in de elektronische
regeleenheden) wordt de door Opel
geboden garantie mogelijk ongeldig.
Bovendien kunnen dergelijke wijzi‐
gingen het brandstofverbruik, de
CO 2-uitstoot en andere uitstoot van
de auto nadelig beïnvloeden waar‐
door deze mogelijk niet meer voldoetaan de typegoedkeuring en de geldig‐
heid van uw kentekenbewijs in het
geding kan komen.Voorzichtig
Wanneer de auto getransporteerd wordt op een trein of een takelwa‐
gen kunnen de spatlappen
beschadigd worden.
Auto stallen
Langdurig stallen Wanneer u de auto meerdere maan‐
den moet stallen:
● Auto wassen en conserveren.● Conservering van motorruimte en bodemplaat laten controleren.
● Afdichtrubbers reinigen en conserveren.
● Brandstoftank helemaal vullen.
● Motorolie verversen.
● Sproeiervloeistofreservoir leeg‐ maken.
● Vorst- en corrosiebestendigheid koelvloeistof controleren.
● Bandenspanning instellen op dewaarde voor maximale belading.
● Auto in een droge en goed geventileerde ruimte parkeren.Eerste versnelling of achteruit‐
versnelling inschakelen of keuze‐
hendel in stand P zetten. Voor‐
komen dat auto kan wegrollen.
● Handrem niet aantrekken.
● Motorkap openen, alle portieren sluiten en auto vergrendelen.
● Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten dat
geen van de systemen werkt,
waaronder het diefstalalarmsys‐
teem.
Weer in gebruik nemen
Wanneer u de auto weer in gebruik
neemt:
● Poolklem op de minpool van de accu aansluiten. Elektronica voorde elektrische ruitbediening
inschakelen.
● Bandenspanning controleren.
● Sproeiervloeistofreservoir vullen.
● Motoroliepeil controleren.