ABS OPEL INSIGNIA BREAK 2018.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2018.5Pages: 341, PDF Size: 9.26 MB
Page 90 of 341
88Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................89
Stuurwielverstelling ...................89
Stuurbedieningsknoppen ...........89
Verwarmd stuurwiel ...................90
Claxon ....................................... 90
Wis- en wasinstallatie voorruit ...90
Wis- en wasinstallatie achterruit .................................. 92
Buitentemperatuur .....................93
Klok ........................................... 93
Elektrische aansluitingen ...........95
Inductief opladen .......................96
Asbakken ................................... 97
Waarschuwingslampen, meters en controlelampjes .......................98
Instrumentengroep ....................98
Snelheidsmeter .......................103
Kilometerteller ......................... 104
Dagteller .................................. 104
Toerenteller ............................. 105
Brandstofmeter ........................105
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ........................................... 106
Service-display ........................ 106Controlelampen .......................107
Richtingaanwijzers ..................107
Gordelverklikker ......................108
Airbag en gordelspanners .......108
Airbag-deactivering .................109
Laadsysteem ........................... 109
Storingsindicatielamp ..............109
Rem- en koppelingssysteem ...109
Elektrische handrem ................109
Elektrische handrem defect .....110
Antiblokkeersysteem (ABS) .....110
Schakelen ................................ 110
Afstand tot voorligger ..............110
Lane keep assist .....................110
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............111
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..111
Traction Control-systeem UIT . 111
Koelvloeistoftemperatuur .........111
Voorverwarming ......................111
AdBlue ..................................... 111
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 112
Motoroliedruk ........................... 112
Te laag brandstofpeil ...............112
Startbeveiliging ........................112
Rijverlichting ............................ 113
Grootlicht ................................. 113
Grootlichtassistentie ................113LED-koplampen .......................113
Mistlamp .................................. 113
Mistachterlicht ......................... 113
Cruise control .......................... 113
Adaptieve cruise control ..........113
Voorligger gedetecteerd ..........113
Voetgangersdetectie ...............114
Snelheidsbegrenzer ................114
Verkeersbordherkenning .........114
Portier open ............................. 114
Displays ..................................... 114
Driver Information Center ........114
Info-Display ............................. 122
Head-updisplay .......................124
Boordinformatie ......................... 127
Geluidssignalen .......................127
Batterijspanning .......................128
Persoonlijke instellingen ............129
Telematicaservice ......................134
OnStar ..................................... 134
Page 105 of 341
Instrumenten en bedieningsorganen103OverzichtORichtingaanwijzer 3 107XGordelverklikker 3 108vAirbags en gordelspanners
3 108VAirbag deactiveren 3 109pLaadsysteem 3 109ZStoringsindicatielamp 3 109RRem- en koppelingssysteem
3 109mElektrische handrem 3 109jStoring elektrische handrem
3 110uAntiblokkeersysteem (ABS)
3 110RSchakelen 3 110EAfstand tot voorligger 3 110aLane Keep Assist 3 110nElektronische stabiliteitsregeling
UIT 3 111bElektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem
3 111kTraction Control-systeem uit
3 111WKoelvloeistoftemperatuur
3 111!Voorverwarmen 3 111YAdBlue 3 111wBandenspanningscontrolesys‐
teem 3 112IMotoroliedruk 3 112YTe laag brandstofpeil 3 112dStartbeveiliging 3 1128Buitenverlichting 3 113CGrootlicht 3 113fGrootlichtassistentie 3 113fLed-koplampen 3 113>Mistlamp 3 113rMistachterlicht 3 113mCruise control 3 113CAdaptieve cruise control 3 113AVoorligger gedetecteerd 3 1137Voetganger vóór gedetecteerd
3 212LSnelheidsbegrenzer 3 114LVerkeersbordherkenning 3 114hPortier open 3 114
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Page 112 of 341
110Instrumenten en bedieningsorganenBrandtElektrische handrem is aangetrokken
3 185.
Knippert Elektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet. Trap het
rempedaal in en probeer het systeem
te resetten door de elektrische hand‐
rem eerst los te zetten en daarna aan
te trekken. Blijft m knipperen, rijd dan
niet door en roep de hulp van een
werkplaats in.
Elektrische handrem defect j brandt of knippert geel.
Brandt Elektrische handrem werkt niet opti‐maal 3 185.
Knippert Elektrische handrem staat in de servi‐
cemodus. Stop de auto, trek de elek‐
trische handrem aan en zet deze los
om de rem te resetten.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen. Parkeer niet op hellin‐
gen totdat de oorzaak van de
storing is verholpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit
gaat branden, dan zit er een storing in het ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder
ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 184.
Schakelen
R of S met het getal van een hogere
of lagere versnelling verschijnt
wanneer wordt aanbevolen om
vanwege de brandstofbesparing op of terug te schakelen.
Afstand tot voorligger
E geeft met ingevulde afstandsbal‐
ken de gevoeligheid van de waar‐
schuwingstiming wat betreft de
afstand tot de voorligger voor de fron‐ taanrijdingswaarschuwing aan.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 205.
Lane keep assist a brandt groen of geel, of knippert
geel.
Brandt groen
Het systeem wordt ingeschakeld en is gebruiksklaar.
Page 139 of 341
Instrumenten en bedieningsorganen137Startblokkering
OnStar kan met externe signalen het
starten van de auto blokkeren
wanneer het contact is afgezet.
Diagnose op aanvraag
U kunt te allen tijde, bijvoorbeeld als de auto boordinformatie laat zien, op
Z te drukken om contact op te nemen
met een adviseur. U kunt hem/haar
vragen een realtime diagnose uit te
voeren om de oorzaak van het
probleem na te gaan. Afhankelijk van
de resultaten biedt de adviseur meer
ondersteuning.
Diagnoserapport
De auto stuurt automatisch diagnose‐ gegevens naar OnStar. U en uw
garage ontvangen maandelijks per e- mail een rapport.
Let op
De werkplaatsmeldingsfunctie kan in uw account worden uitgescha‐
keld.
Het rapport bevat de status van de
belangrijkste besturingssystemen
van de auto, zoals de motor, trans‐
missie, airbags, ABS, en anderegrote systemen. Ook bevat het infor‐
matie over mogelijke onderhouds‐
punten en de bandenspanning
(alleen als er een bandenspannings‐
controlesysteem is).
U kunt meer details opvragen door op
de link in de e-mail te klikken en u bij
uw account aan te melden.
Bestemming downloaden
Een gewenste bestemming kan
rechtstreeks naar het navigatiesys‐
teem worden gedownload.
Druk op Z om een adviseur te bellen
en beschrijf de bestemming of het
markante punt.
De adviseur kan elk adres en elke
nuttige plaats opzoeken en deze naar het ingebouwde navigatiesysteem
verzenden.
OnStar-instellingen
OnStar-PIN
U hebt een viercijferige PIN nodig
voor toegang tot alle OnStar-servi‐
ces. U moet een eigen PIN invoeren
wanneer u voor de eerste keer met
een adviseur belt.Druk op Z om een adviseur te bellen
en de PIN te veranderen.
Accountgegevens
Een OnStar-abonnee heeft een
account waar alle gegevens in zijn opgeslagen. Druk op Z en spreek
met een adviseur of log in bij uw
account als u accountinformatie wilt
veranderen.
Als de OnStar-service voor een
andere auto moet worden gebruikt,
druk dan op Z en vraag of de account
op de nieuwe auto kan worden over‐
gedragen.
Let op
Informeer OnStar onmiddellijk over
de wijzigingen als de auto wordt afgevoerd, verkocht of anderszins
overgedragen en beëindig de
OnStar-service voor deze auto.
Voertuiglocatie
De voertuiglocatie wordt aan OnStar
doorgegeven wanneer er een service wordt verzocht of getriggerd. Eenbericht op het Info-Display geeft door
dat deze informatie is verzonden.
Page 186 of 341
184Rijden en bedieningRijsystemen
All-wheel drive
Het All-Wheel Drive-systeem verbe‐
tert het rijgedrag en de stabiliteit. Het
helpt de auto optimaal bestuurbaar te houden, ongeacht de ondergrond.
Het systeem is altijd actief en kan niet
worden gedeactiveerd.
Het koppel wordt traploos verdeeld
tussen de wielen van de voor- en
achteras tot een koppelsplitsing van
50% en 50%. Afhankelijk van de rijs‐
ituatie, bijv. constant rijden, brengt
een systeem met aandrijving op alle wielen met het oog op een zuinig
verbruik een minimale hoeveelheid
koppel over. Bovendien wordt de
koppeloverbrenging tussen de
achterwielen verdeeld in functie van
de dynamiek en de oppervlakte van
de auto.
Dit is mogelijk omdat het systeem met aandrijving op alle wielen werkt met
twee koppelingen, één aan elke kant.
Om het systeem optimaal te laten
werken, mogen de banden rondom
geen verschil in slijtage vertonen.Wanneer u een service-melding in
het Driver Information Center ziet,
kan de werking van het systeem
beperkt zijn (of in sommige gevallen
geheel zijn uitgeschakeld, d.w.z. er
wordt overgeschakeld op voorwiel‐
aandrijving). De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Auto slepen 3 289.Remmen
Het remsysteem omvat twee onaf‐
hankelijke remcircuits.
Wanneer een remcircuit uitvalt, kan
de auto nog met het andere circuit
worden afgeremd. De remvertraging
wordt echter alleen bereikt wanneer u het rempedaal stevig intrapt. Hiervooris aanzienlijk meer kracht nodig. De
remweg wordt langer. Alvorens de rit
te vervolgen, moet u de hulp van een
werkplaats.
Bij uitgeschakelde motor verdwijnt de rembekrachtiging na het een- tot
tweemaal intrappen van het rempe‐
daal. De remwerking wordt hierdoor niet verminderd, maar er is aanzienlijk
meer kracht nodig om het rempedaal
te bedienen. Vooral bij het slepen
hiermee rekening houden.
Controlelamp R 3 109.
Actieve noodrem 3 209.
Antiblokkeersysteem
Het antiblokkeersysteem (ABS) voor‐
komt dat de wielen blokkeren.
Page 187 of 341
Rijden en bediening185Zodra een wiel dreigt te blokkeren,
regelt het ABS de remdruk af op het
desbetreffende wiel. De auto blijft ook
bij een noodstop bestuurbaar.
De ABS-regeling is merkbaar door
het tikken van het rempedaal en door regelgeluiden.
Voor optimale remwerking het rempe‐
daal tijdens het hele remproces volle‐ dig intrappen, ongeacht het tikken
van het pedaal. De druk op het
rempedaal niet verminderen.
Voordat u wegrijdt, voert het systeem een zelftest uit die u misschien kunt
horen.
Controlelamp u 3 110.
Adaptief remlicht Bij het met volle kracht remmen knip‐
peren alle drie de remlichten zolang
de ABS-regeling actief is.
Storing9 Waarschuwing
Bij een defect aan het ABS kunnen
de wielen bij krachtig remmen deneiging hebben te blokkeren. De
voordelen van het ABS vallen dan
weg. De auto is bij een noodstop mogelijk niet meer bestuurbaar en kan uitbreken.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Handrem
9 Waarschuwing
Controleer de handremstatus,
voordat u uit de auto stapt. Waar‐
schuwingslampje m moet continu
branden.
Elektrische handrem
Aantrekken tijdens stilstand
9 Waarschuwing
Trek minimaal een seconde aan
schakelaar m tot het waarschu‐
wingslampje m constant brandt
en de elektrische handrem is inge‐
schakeld 3 109. De elektrische
handrem wordt bij voldoende kracht automatisch ingeschakeld.
Controleer de status van de elek‐
trische handrem, voordat u uit de
auto stapt. Waarschuwingslampje
m 3 109.
Page 269 of 341
Verzorging van de auto267Zekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Nr.Stroomkring1–2–3ABS4–5–6Achterklep7Mistlampen8Geheugenmodule9Verwarmde voorruit10Lendensteun stoel11DC/DC-accu12Verwarmbare achterruit13Spiegelverwarming14–15–16Ruitenwisser voor17Elektrisch bediende stoel,
passagier18Zonnescherm
Page 300 of 341
298Service en onderhoudom kleine lekken te dichten kan func‐tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐
kelijkheid voor eventuele gevolgen
van het gebruik van extra koelvloei‐ stofadditieven wordt afgewezen.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 175.
Page 336 of 341
334TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 167
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............296, 301
Aanduidingen op banden ..........272
Aanhangerkoppeling ..................242
Aanhangerstabilisatie ................245
Aanhanger trekken ....................243
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 248
Accu ........................................... 253
Achterlichten .............................. 260
Achterruitverwarming ................... 41
Achteruitkijkcamera ...................227
Achteruitrijlichten .......................148
Actieve motorkap ..........................71
Actieve noodrem......................... 209 Adaptieve cruise control .....113, 197
AdBlue ................................ 111, 175
Afmetingen auto ........................312
Afstand tot voorligger .................110
Airbag deactiveren ....................... 63 Airbag-deactivering .................... 109
Airbag en gordelspanners .........108
Airbaglabel.................................... 58
Airbagsysteem ............................. 58
Airconditioning ........................... 153
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 164
Alarmknipperlichten ...................146Algemene informatie .................. 242
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 166
All-wheel drive ........................... 184
Andere auto slepen ...................290
Antiblokkeersysteem .................184
Antiblokkeersysteem (ABS) .......110
Armsteun ................................ 52, 54
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ..................................... 97
Autogegevens ............................ 301
Autokrik....................................... 271 Automatische dimfunctie .......38, 39
Automatische verlichting ............ 140
Automatische versnellingsbak ...179
Automatisch vergrendelen ...........26
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 289
Auto stallen ................................. 248
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 27, 75
Bagageruimte-afdekking .............78
Bandenreparatieset ...................278
Bandenspanning .......................273
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 112, 274
Bandenspanningswaarden ........314
Baselevel-display........................ 114